69"* Jaargang.
Donderdag 21 September ÏS16.
No. 15249
Tweede Blad
Uit de Pers.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fL 1.25, franco
per post tl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentién voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd rijn.
Bureau: Lange Haven No- 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl- 0.92; iedere regel meer
20 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen. -
Advertentiën hij abonnement op voordeelig® voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge
geven, slechts 2 maal berekend.
Intercommunale Telefoon No. 103.
STADSNIEUWS.
Uit den Gemeenteraad.
II.
Salarisregel ingen.
Voorstel van Burgemeester en. Wet
houders {ot vaststelling van nieuwe ver
ordeningen voor de traktementen aan de
Burgeravondschool en voor die aan den
Gemeentelijken Handelsavondcuxsus.
Voor&ittor stdt in de eerste*
plaats aan de orde, de regeling voor de
Burgeravondschool, en geeft gele
genheid Voor het houden van algemeene be-
schonwingen.
De heer mr. Kavelaars bedoelt niet
algemeene beschouwingen te houden, maar
wil iets ter sprake brengen, wat hjij met
weet onder welk artikel te moeten brengen.
In art 1 leest hi), dat het salaris voor
den directeur is f800.
Uil de vorige begroeting heeft hy> gezien
dat de range directeur genoot een salaris,
van f700 plus f625 als leeraar aan die
school.
De vtraag dié spr. nu wil doen is deze:
Worden rooi het salaris dat nu op Ï800
wondt rutgaürokken ook lessen gegeven),
of worden die afzonderlijk bezoldigd.
De Voorzitter ontkent dit laatste.
De heer mr. Kavelaars acht het dan
wel gewenscht, dat in art 3 wordt bepaald,
dat, voor de daarin genoemde 9 lesuren
goen afzonderlijk salons wordt toegekend.
De heer Goslinga merkt op, dat zoo
als reeds in de missieVe van B. en ,Wl
is gezegd, deze verordening niets nieuws
bevat
Het salaris Van dm directeur is geregeld
hij afzonderlijk raadsbesluit, in de zitting
Van 27 Juni j.L en daarin staat, dat deze
'uren niet afzonderlijk worden beloond.
Dit staalnu wel niet in deze verordening,
maar evenmin is die bepaling opgenomen
in de verordening voor de H. B. School
of in die voor hot Gymnasium.
Deze verordening zal dus zóó worden
loisgOpast, dat de directeur slechts één
salaris krijgt, onafhankelijk van het aantal
lesuren dat hem is opgedragen, zoodat hij
hij het uitbrengen van advies geheel vrij
staat tegenover eigen portemonnaie.
Wil de hoer Kavelaars echter pour acquit
de conscience, die bepaling nog aan art
3 tooivoeigoTt, dan jheeft spr. daaptefèen geen
bezwaar.
De heer Maas stdt voor dan dat art 3
tevens zoo ito wijzigen, dat daarin niet twee
maal het (woord „aantal" voorkomt
De Voorzitter zegt, dat art 3 dus
straks gewijzigd zal worden en stelt nu
aan de orde de behandeling der artikelen.
Art 1 wordt goedgekeurd. 1
Art 2. i
De heer imr. Kavelaars stelt voor
hierin het Woord telkens te laten vervallen
achter „kunnen" tin de 2e regel en het in te
voegen achter „elders" in de 4e regel van
do 2e alinea.
Spr. ontmoet die verkeerde plaatsing her
haaldelijk in verordeningen, rakend© hot
onderwijs én die behooren toch in do eerste
plaats in goted Nederiandsch te zijn geschre
ven. Reeds [vroeger heeft hij eenzelfde voor-
stol gedaan. t
Het amendement-Kavelaars wordt door
B. én Wi. overgenomen en daarna aangeno
men met algemeene stemmen.
Art 2, aldus gewijzigd, wondt goedge
keurd.
Art 3.
De heer rn'r. Kavelaars stelt vioor aan
dit artikel toe te voegen'Deze lesuren, zul
len niet afeonderlijk Worden beloond.
De heer Maas stelt voor het geheele ar-
tifeel te wijzigen en te lezen: De wekclijk-
sclie lesuren door den Directeur te geven,
zullen in den regel' het aantal van 9 niet
overschrijden en niet afzonderlijk worden
beloond.
De Voiorzitter Verklaart namiemis B.
en Wi. de redactie van den heer Maas over
te neanetó.
Art 3, zooals dit nu luidt, wondt aajngje-
nomien met algemeene stemmen.
De arit 4 en 5 werden goedgekeurd.
'Art 6. -
De hem? mr. Kavelaars vraagt waar-
otan in het 2e lid niet en in het 3e lid. wel
de toevoeging is opgenomen: met dien ver
stande, dat het deswege totaal uit te kee-
ïem bedrag, dat van het vrijgekomen aan-
yangstraktement niet te boven mag gaan.
En waarom worden de lesuren, die wor
den waargenomen, wel beloond bij Vaca--
ture en niet bij verhindering.
D© heer Goslinga licht toe, dat bijj
Verhindering het waarnemen der lessen
wordt opgedragen aan, andere leeraren, in
gevolge de bepalingen, der verordening en
is overgelaten aan den Directeur.
De andere opmerking is juist De be
paling is overgenomen uit de oude ver
ordening, die zooveel mogelijk behouden is,
en daarin had die bepaling! reden van.be-.
staan. Toen was de regeling zoo, dat hij
20 uren f 100 en bij *22 uren f 110 salaris
werd genoten, zoódat de mogelijkheid van
overschrijding van het bedrag bestond.
Voor een dergelijk geval is op verzoek
van Gedep. Staten de bepaling opgenomen,
dat niet meer mag worden, .uitgekeerd dan
het salaris bedroeg. Nu kan dat echter niet
meer omdat alle lesuren met f50 betaald
worden, zoodat die bepaling nu kan ver
vallen.
Wat dus na art. lb in,, het 3e lid volgt,
kan vervallen.
De heer mr. Kavelaars: En als de
Directeur de lesuren waarneemt?
De heer Goslinga: Krachtens de erva
ring van 50 jaren aan de H. B. School
wordt ook aan dm Directeur de waar
neming naar dien maatstaf betaald.
Voorzitter stelt nu voor het aan
gegeven slot van het artikel te laten ver
vallen.
Hiertoe wordt besloten.
Het aldus gewijzigde artikel wordt goed
gekeurd.
Art. 7 wordt goedgekeurd.
De geheele verordening wordt hierna
goedgekeurd met algemeene stemmen
De Voorzitter stelt nu voor de re
geling voor den Handedsavondour-
sus en geeft ook hierbij gelegenheid tot
het houden van algemeene beschouwingen.
De heer D e B r u i n wij'-st op de 3e alinea
der missive van B. en W-, waarin wordt
gezegd, dat gestreefd moet worden dat aan.
deze inrichting van M 0. zooveel moge
lijk leerkrachten verbonden worden, die
in het bezit zijn van een diploma voor
M. O., van de Handelshoogesohool of van
de Nationale Vereeniging voor Handelson
derwijs.
Dat denkbeeld is in dé verordening uit
gewerkt
Dit plan slaat wel min of meer onschul
dig in die missive vermeld, maar het komt
spr voor, dat B. en W. daarmede toch
een gevaarlijken weg uitgaan. Immers houdt
dit in, dat de gemeente een toelage geeft
voor het bezit van particuliere diploma's.
Maar als mem dien weg opgaaf, welke di
ploma's behooren dan voor zoo'n toelage
in aanmerking te komen?
Spr. acht het een groot bezwaar, dat dé.
Raad zich daarover zou gaan uitspreken.'
Hij denkt b.r. aan de diploma's van de
Vereeniging Mereurius, van de Vereeniging
van Leeraren. In Amsterdam is ook nog
zoo'n Handelsschool, misschien zijn er nog
meer.-
Iemand, die ©en dezer diploma's heeft ge
haald, krijgt de toelage niethij, die een der
in de missive genoemde diploma's* behaal
de, krijgt ze wel.
Waarom geeft uien die wel voor do
eehe particuliere diploma, en yoor de
andere niet. s
Spr. kan meoegam met het voorstel om
voor het Rijksdiploma te betalen. Een
leeraar, die een ander diploma heeft, moet
dan ook maar zien dit te halen Maar
veiliger odht hij het de portie, diploma's
maar uit art 1 te lichten en het slot van
art. 1 te wijzigen, zoo, dat de salarissen
woirden voor M. O. f70 en voor de ondieren
f 60. Het aantal lesuren is 40 en dan komt de
bezoldiging hem niet overdreven voor. Maar
hoofdzaak nuf is het wegnemen van het
protegeeren van particuliere inrichtingen.
De Oieer Maas merkt op, dat bij de
vorige verordening geen] verschil is ge
maakt tusschen diploma's. Spr. vindt in de
toelichting geen motiveering veor déze
wijziging en vindt voo^loopig geen vrijheid
om zich bij het voorstel van B. en W.
neer te leggen in zake de schifting naar
de diploma's, noch om het salaris voor
hen, die een der genoemde diploma's be
zitten, te stellen op f60; wel echter om
het salaris te stéllen op f70, zooals de
heer do Bruin aangeeft. Spr. zou ook wel
kunnen medegaan met f 60 voor; hen, die
een ander diploma hebben, wanneer de
schifting bljjkt gewenscht te zijn. Hrj is
echter «Van meening, dat leeraren, die op
gelijke gronden zijn aangesteld, ook gelijk
betaald moeten worden.
Spr. heeft het adres der leeraren gelezen
en daarin gezien, dat zij'10 maanden les
geven, terwijl de leeraren der Burgeravond-
schooi dit slechts gedurende 7 maanden
doen; op grond 'daarvan meenen zij dat
zij 10/7 van het salaris aan de burgpravond-
school-leeraxen toegekend behooren te ont
vangen. Sjpr. kan zich bij die opvatting
aansluiiten. Hij is echter voor wederleggen
vatbaar. i
De scholen zijn op gelijk, niveau en de
schifting der diploma's acht hij niet ge
wenscht.
Hij zou den heer de Bruin -willen vra
gen zijn amendement te wijzigen en geen
schifting te maken met de leeraren die
de M. O.-akte niet hebben.
Den heer Goslinga doet het leed, dat
de heer Maas zich reeds aansluit bij het
standpunt van den heer de Bruin nog vóór
dat de wethouder van onderwijs heeft ge
sproken.
De heer Maas: Ik heb gezegd, dat ik
voor wederlegging vatbaar ben.
De heer Goslinga hoopt, dat hij de
heeren Maas en de Bruin zal overtuigen.
Dat het diploma der Nationale Vereeni
ging voor Handelsonderwijs in de verorde
ning werd opgenomen, is geschied op uit
drukkelijk advies van den Inspecteur van
het Handelsonderwijs, den heer Fokkens.
Toen spr. met dezen de regeling besprak',
heeft de Inspecteur gezegd: neem dat di
ploma ook daarin op, maar sta schrap,
tegen de opname van diploma's van an
dere particuliere instituten.
De heer Fokkens zit zelf in die school,
hij is daarvan commissaris en neemt mede
de examens af. Hij verzekert dat daar be
paald de noodige theoretische kennis van
den handel wordt geleerd.
Wat de Handelshoogeschool betreft, dit
is wel een uiting van het particulier initia
tief, maar een zooals de Vrije Universiteit.
Als we een dergelijke inrichting niet zou
den mogen erkennen, wat zou dan wel
mogen erkend worden 1
Maai' spr .begrijpt het wel: bij den heer
de Bruin zit daarachter het beginsel, dat
alleen moet worden erkend wat van den
Staat komt.
.Waar in den laaisben. tijd vooral bet
particulier initiatief zoo krachtig wórlt be
vorjera is er toch all© reden voor de Jver-
heia om te zeggen.daar kan ik mede
•samenwerken. Wij moeten dat juist trach
ten te bevorderen. En de heer Fokkens
is zoo bevoegd op dit gebied, dat B. en
en ÏWv, op zijn advies gaarne ingaan.
Wat nu de salarissen betreft. De Bur
geravondschool is een ooi de middelbare
school en de leeraren 'die daaraan ver
bonden zijn, hebben «allen de bevoegdheid
M. '0behalve die voor rekenen. Waar
daar dus reeds alle vakken tot hun recht
komen is het niet noodijg in de verorde
ning het verschil in de bezoldiging op
te nemen. In ieder geval heeft de Mi
nister het recht om al of niet bevoegden
«aan die inrichting; als toraar toe te la
ten. Voor den enkelen toraar in rekenen
behoeft toch igeen afzonderlijke regeling in
de verordening te worden opgenomen.
B. en W. stelten voor aan de Burger
avondschool een salaris van £50 h f62.50,
«en aan de Handèlsavondcursus f 60 h f 72.50.
Daarmede is de erkenning vastgelegd van
de gepresteerde diensten.
Trouwens do Burgeravondschool werkt
ook we) eens gedurende 8 «maanden, dat
hangt af van dén datum, waarop Paschen
valt. In den regel loopt de cursus van
September tot April. Er is nog een ver
schil.Tiet aantal minutjen dat «een lesuur
bevat is voor de Handelsavondcuisus te
ruggebracht van 60 op 50.
Deze school is vroeger geweest een, her
halingsschool, Herbonden aan school A.
Later is die gemaakt tot een inrichting
van ML «0. Dit iwas nu wel op papier tot
stand gebracht, maar nu moet die ook
geheel tot een M. O-, inrichting gemaakt
w«ord«ein.
Wil m«en werkelijk dat daar middelbaar
onderwijs wordt gegeven; dan «moet ook
het salaris zijn voor middelbaar onder
wijs en dit ondejrwjjs moet gegeven, wor
den do-olr daartoe bevoegden. Die bevoegd
heid is du voor -alle toraren niet gelijk;
de lOudelre leeraren zijn 'slechts in! het be
zit van akten L. O.
E«en gelijk salaris Voor die akte L. 'O.
«en M. O. is hier nooit voorgekomen.
De cursus bloeit nu; dat blijkt uit het
aantal teerlingen dat gestegen is van 60
tot over d,e 100. Dot is daaraan te dan-
den dat de toraren aan die inrichting
ijverig werken.
Als men vooir verschillende akten ©en ge
lijke belooning ging toekennen zou dat
een stap terug zijn. Naar Spr's meening
«moet mm verschil maken tusschen hen
die «een ML O.-akte hebben al of niet
Als deze school 30 jaren oud was zoo
als de Burgeravondschool), dan zou daar
ook geen verschil mem bestaan tusschen
de bevoegdheid der leerarenj, want gelei
delijk zoudm 'dan de «oudere leeraren' met
Lag ore akten vervangen zijn door toraren
met akten ML O., behoudens dgn hen die
onderwijs geven in de vakken van het la
ger pnderwijs. 1
Deze school moet rich ontwikkelen van
«een lagere, tot ©en middelbare school, en;
daarvoor moeten de alkjtes M. O*, hooger
beloond worden. i
De Inspecteur heeft zijn tevredenheid be
tuigd met de Salarissen, zooals die in
het ontwerp waren gebracht
Als de heeren dit salaris willen bren-
gen op f70. woordt m©n onbillijk tegenover
de leeraren aan de Burgeravondschool
Waar B. en W. reeds enkele jaren bezig
zijn om de school op hooger niveau te
brengen, zullen die toch wel in staat zijn
het noodige salaris te beoordeelem.
Den heer Houtman is van deze zaak
iets meer bekend en hij heeft meermalen
erop aangedrongen dat deze inrichting niet
langer zoo stiefmoederlijk bedeeld zal wor
den.
Uit de verdediging van de Wethouder
van Onderwijs neemt spr. alleen dat ge
lijke bevoegdheid op gelijke wijze bezoldigd
moet worden op beide instellingen van
middelbaar onderwijs. Hij wil nu wel op
het voorstel van B. en Wj. ingaan en zal
dan toetsen of de regeling goed is. 1
De aanmerking van den heer De Bruin
op de bevoorrechting van particuliere in
stellingen acht spr. juist, misschien is dat,
omdat hij de Nationale Vereepiging voor
Handelsonderwijs niet zoo goed kent. Waar
de heer Goslinga echter de heer Fokkens
naar voren brengt, daar kan de Raad diens
advies wel aannemen.
Zooals de heer Goslinga het voorstel
van B. en W. heeft verdedigd, meent spr.
wel dat de Raad daarmede moet mede-
gaan.
(Wordt vervolgd.) p
De Troonrede.
De „N. Crt." schrijft o. a. over de Troon
rede, dat, naar toon en woordenkeus te
oordeelen, Koningin en Regeering meer
bezorgd dan een jaar geleden zijn.
Verleden jaar vernam men allereerst een
betuiging van dankbaarheid dat ons land
van de verschrikkingen des oorlogs vrij
was gebleven. Nu gaat het woord van be
zorgdheid vooraf.
Toen besloot de Koningin met de ver
klaring dat zjj, vertrouwend op de geest
kracht der natie, hoopvol de toekomst
tegemóet ging. Nu gaat de openingsformule
gepaard met de bede „dat God ons ook
in dezen zorgvollen tijd moge bijstaan".
Toen werd rnet voldoening vermeld, dat
de vaste wil van Nederland om zelfstan
dig te blijven en zjjn onzijdigheidsplichten
na te komen, alom waardeering vond. Nu
klinkt het als een waarschuwing, bestemd
om over de grens te worden gehoord:
„Ik zal ook in het vervolg de plichten
«nakomen, die een neutrale natie door het
volkenrecht zijn opgelegd. Maar Ik ben
vastbesloten onze onafhankelijkheid te ver
dedigen en naar vermogen, tegenover wien
het ook zij, onze rechten, te handhaven."
Wij zijn er in het afgeloope» jaar, zegt
het blad, niet altijd in geslaagd onze rech
ten ie handhaven. Tegen de verkrachting
van de vrijdom der zee, tegen de schen
ding van onze mails, tegen de hardleersch-
heid der Zeppelin-bestuurdere, tegen de
duikboot-aanslagen op onze handelsvloot,
zoflden wij anders zijn opgetreden indien
ons vermogen" grooter ware geweest. Het
is den neutralen niet gelukt hunvermo
gen door een onderlinge verstandhouding,
veel minder door «een gemeenschappelijk
optreden, te versterken; en iedere aanlei
ding dat er iets in dien zin in werking of
in wording is, ontbreekt in do Troonrede
Juist daarom had van de reeks van pro
testen, steunend op ons goed recht, tot
welker aanbieding wij ons moesten bepalen,
in dit stuk «een. forschore weerklank kunnen
zijn yernomon.
Evenwel „merk op hoe het voorbehoud
„naar vermogen", dat bij onze betrekke
lijke zwakheid past, achterwege blijft, waar
de Koningin over onze onafhankelijkheid
spreekt. „Ik ben vastbesloten onze onaf
hankelijkheid te verdedigen". Hiervoor zét
ten wij, zoo 't moet, alles op het spel.
De b,N. R. Crt." wijst er op, dat do
regeering jn het licht had kunnen stel
len/ dat al de groote wetsontwerpen, die
zij bij de volksvertegenwoordiging aanhan
gig heeft, in en door den oorlog nog dub
bel zoo dringend waren geworden, zal ons
landt niet van den vrede hog meer scha
ondervinden, dan van den oorlog zélf.
Verleden jaar, toen de regeering te ken
nen gaf, dat de gewone wetgevende ar
beid, die door den oorlog verstoord was,
weer kon worden hervat, heeft zij van die
uitlating niet steeds voel genoegen beleefd.
Zij had daarmede, heette het, den Gods
vrede verbroken. Zou het zijn nut niet heb
ben gehad, zoo thans de „gewone" wet
gevende arbeid eens onder het licht van
den oorlog bezien ware?
Het „Vaderland" schrijft:
„De Troonrede is een stuk, dat zeker'
met groote voldoening zal worden gele
zen, want het daarin gesproken woord is
juist dat, wat wij op dit oogenblik be
hoeven,"
Het blad zegt.omtrent de mogelijkheid
om met handhaving onzer weerbaarheid
den druk der mobilisatie te verlichten:
„Wij zien in die verlichting niet alleen
«een groot economisch en financieel be
lang, maar ook een eisch dien onze weer
baarheid zelve stelt Een leg«er dat zoo
ongekend lang gemobiliseerd is als het
onze in dezen legertoestand, wordt feitelijk
«een militaire anomalie; de vraag; de uit
den aard der zaak telkens sterker opko-
m«ende vraag of men ooit nog wel daadwer
kelijk zal moeten optreden om den plicht
der neutraliteit te vervullen, kan niet an
ders dan verlammend op de gemobiliseer
de troepen werken. En dit klemt te meer
nu bet eind von den oorlog nog niet te
zien is, en nu all©\ voorspellingen daar
omtrent ten ©enenmale gelogenstraft zijn-
Waar de zaai nu zoo staat, en de mo-
btlisatie dus op grootere of kleinere schaal
nog wél eens een paar jaar noodig zou
kunnien zijn, is overweging van de verlich
ting van den druk daarvan eerste en gebie
dende eiscb, en wij kunnen dan ook niet
anders «dan den wensch uitspreken, dat die
overweging spoedig, zeer spoedig tot de
gewenschto resultaten moge leiden.
„Het Volk" schrijft ook in dien geest:
„H«el schijnt, dat thans eindelijk de re-
gieering overtuigd is, dat het zoo niet lan
ger gaat en met het maar steeds voort
duren van den oorlog door het vasthouden
aan de volledige mobilisatie een al te zwa-
ren druk op tal van gezinnen in het bij
zonder «en. op ons economisch leven in bet
algemeen gelegd wordt Aangenomen mag
worden, dat de regeering reels van de
mogelijkheid van gedeeltelijke demobilisatie
overtuigd is; het is toch nauwelijks te ver
wachten, dat zij dit uitzicht geopend zou
hebben met de kans op de diepgaaniie te- -
leurstellLng, die het uitblijven van verwe-
z«enljjking ervan zou teweegbrengen. Het
is daarom te hopen, dat de overwogen maat
regel nu ook ten spoedigste tot stand komt;
elke dag noodeloos uitstel be toekent noo-
delooze vermeerdering van schade."
Vierder zegt het blad:
„De beide groote hervormingen der grond
slagen van net staatswezen op het stuk
van kiesrecht e|ti omderwjjs, die op het
kom«ende parlementaire jaar voor een over
wegend deel hun stempel zullen drukken en
een periode van tientallen jaren van po
litieleen strijd voorloopig zuilen afsluiten,
worden in deze troonrede zelfe' in het ge
heel niet genoemd. Zij schijnen maar ge
rangschikt te moeten worden onder de
„belangrijke wetsontwerpen" (inderdaad 1)
die heel op het eind even aangeduid wor
den. Dit dunkt ons toch de soberheid ietwat
ver gedreven."
„Het Handelsblad" hoopt, dat de zware*
tot van de mobilisatie het volk niet wordt
opgelegd, om, indirect en zonder een uit
drukkelijk© uitspraak aan do volksvertegen
woordiging te vragen, ons veldleger zeer
belangrijk te vermeerderen. Indien de mo
bilisatie voor de veiligheid van het rijk niet
meer noodig is, behoort zij verminderd te
worden o«f te eindigen. En als dan een ver- 1
sterking van onze potentieel© strijdkrach
ten noodig is, kunnen bij onze volksverte
genwoordiging daartoe wetsvoorstellen wor
den ingediend,
Ook het „N, v. d. Dag" zagt:
„H«et zal een goeden indruk maken dat
opnieuw de mogelijkheid omden last der
mobilisatie te verlichten althans wordt
overwogen."
Ito blad zegt vérder:
„Wat de troonrede te lezen geeft ovér
bet groote vraagstuk van den dagde kwes
tie detr Volksvoeding, is droevig. Geen'
woord daaruit is het aahhal«m waard. Zulke
banaliteiten, op een moment dat 3e natie
het verlossende woojd van ©en organisator
vterwacht, teekenen 'den toestand."
l ,5
De voorbereiding van den draai.
Uit oen (derde) artikel van „Do (a.-r.)
Standaard" over „het Mesgedimg"
Nog nimmer is in de Staten-Gknéraal
het Kdesgeding in stemming gekomen, of
de leden der onti-revoluticwmaire partjj
hebben bijna eenparig aneeigestemd, en aldus
getracht «ook door huri. m«edewörking te
erlangen, wat anders hun ontgaan zo«u zijn'.
Principieel waren alle ontwerpen in zake
kiesrecht, waarover in bet verloden, door
onze mannen is modegestemd, even beslist
tegen ons .beginsel gekant, nis wat «ons nu
ter stemming zal worden aangeboden, en
toch heeft de Anti-revdutiomnaire pari#,
zich nimmer finaal tot tegenstemmen be-*
paakl
Ze deed dit slechts één keer, eb wele
toen Van Houtens Kieswet in stemming
kwam. Wat derhalve zeggen wik dat ze -'t
't 'tofe
DAMSCH
t~7
if
ff
v .f