69"* Jaargang. Donderdag 21 September ÏS16. No. 15249 Tweede Blad Uit de Pers. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fL 1.25, franco per post tl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentién voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd rijn. Bureau: Lange Haven No- 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Advertentiën: Van 1—6 regels fl- 0.92; iedere regel meer 20 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. - Advertentiën hij abonnement op voordeelig® voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge geven, slechts 2 maal berekend. Intercommunale Telefoon No. 103. STADSNIEUWS. Uit den Gemeenteraad. II. Salarisregel ingen. Voorstel van Burgemeester en. Wet houders {ot vaststelling van nieuwe ver ordeningen voor de traktementen aan de Burgeravondschool en voor die aan den Gemeentelijken Handelsavondcuxsus. Voor&ittor stdt in de eerste* plaats aan de orde, de regeling voor de Burgeravondschool, en geeft gele genheid Voor het houden van algemeene be- schonwingen. De heer mr. Kavelaars bedoelt niet algemeene beschouwingen te houden, maar wil iets ter sprake brengen, wat hjij met weet onder welk artikel te moeten brengen. In art 1 leest hi), dat het salaris voor den directeur is f800. Uil de vorige begroeting heeft hy> gezien dat de range directeur genoot een salaris, van f700 plus f625 als leeraar aan die school. De vtraag dié spr. nu wil doen is deze: Worden rooi het salaris dat nu op Ï800 wondt rutgaürokken ook lessen gegeven), of worden die afzonderlijk bezoldigd. De Voorzitter ontkent dit laatste. De heer mr. Kavelaars acht het dan wel gewenscht, dat in art 3 wordt bepaald, dat, voor de daarin genoemde 9 lesuren goen afzonderlijk salons wordt toegekend. De heer Goslinga merkt op, dat zoo als reeds in de missieVe van B. en ,Wl is gezegd, deze verordening niets nieuws bevat Het salaris Van dm directeur is geregeld hij afzonderlijk raadsbesluit, in de zitting Van 27 Juni j.L en daarin staat, dat deze 'uren niet afzonderlijk worden beloond. Dit staalnu wel niet in deze verordening, maar evenmin is die bepaling opgenomen in de verordening voor de H. B. School of in die voor hot Gymnasium. Deze verordening zal dus zóó worden loisgOpast, dat de directeur slechts één salaris krijgt, onafhankelijk van het aantal lesuren dat hem is opgedragen, zoodat hij hij het uitbrengen van advies geheel vrij staat tegenover eigen portemonnaie. Wil de hoer Kavelaars echter pour acquit de conscience, die bepaling nog aan art 3 tooivoeigoTt, dan jheeft spr. daaptefèen geen bezwaar. De heer Maas stdt voor dan dat art 3 tevens zoo ito wijzigen, dat daarin niet twee maal het (woord „aantal" voorkomt De Voorzitter zegt, dat art 3 dus straks gewijzigd zal worden en stelt nu aan de orde de behandeling der artikelen. Art 1 wordt goedgekeurd. 1 Art 2. i De heer imr. Kavelaars stelt voor hierin het Woord telkens te laten vervallen achter „kunnen" tin de 2e regel en het in te voegen achter „elders" in de 4e regel van do 2e alinea. Spr. ontmoet die verkeerde plaatsing her haaldelijk in verordeningen, rakend© hot onderwijs én die behooren toch in do eerste plaats in goted Nederiandsch te zijn geschre ven. Reeds [vroeger heeft hij eenzelfde voor- stol gedaan. t Het amendement-Kavelaars wordt door B. én Wi. overgenomen en daarna aangeno men met algemeene stemmen. Art 2, aldus gewijzigd, wondt goedge keurd. Art 3. De heer rn'r. Kavelaars stelt vioor aan dit artikel toe te voegen'Deze lesuren, zul len niet afeonderlijk Worden beloond. De heer Maas stelt voor het geheele ar- tifeel te wijzigen en te lezen: De wekclijk- sclie lesuren door den Directeur te geven, zullen in den regel' het aantal van 9 niet overschrijden en niet afzonderlijk worden beloond. De Voiorzitter Verklaart namiemis B. en Wi. de redactie van den heer Maas over te neanetó. Art 3, zooals dit nu luidt, wondt aajngje- nomien met algemeene stemmen. De arit 4 en 5 werden goedgekeurd. 'Art 6. - De hem? mr. Kavelaars vraagt waar- otan in het 2e lid niet en in het 3e lid. wel de toevoeging is opgenomen: met dien ver stande, dat het deswege totaal uit te kee- ïem bedrag, dat van het vrijgekomen aan- yangstraktement niet te boven mag gaan. En waarom worden de lesuren, die wor den waargenomen, wel beloond bij Vaca-- ture en niet bij verhindering. D© heer Goslinga licht toe, dat bijj Verhindering het waarnemen der lessen wordt opgedragen aan, andere leeraren, in gevolge de bepalingen, der verordening en is overgelaten aan den Directeur. De andere opmerking is juist De be paling is overgenomen uit de oude ver ordening, die zooveel mogelijk behouden is, en daarin had die bepaling! reden van.be-. staan. Toen was de regeling zoo, dat hij 20 uren f 100 en bij *22 uren f 110 salaris werd genoten, zoódat de mogelijkheid van overschrijding van het bedrag bestond. Voor een dergelijk geval is op verzoek van Gedep. Staten de bepaling opgenomen, dat niet meer mag worden, .uitgekeerd dan het salaris bedroeg. Nu kan dat echter niet meer omdat alle lesuren met f50 betaald worden, zoodat die bepaling nu kan ver vallen. Wat dus na art. lb in,, het 3e lid volgt, kan vervallen. De heer mr. Kavelaars: En als de Directeur de lesuren waarneemt? De heer Goslinga: Krachtens de erva ring van 50 jaren aan de H. B. School wordt ook aan dm Directeur de waar neming naar dien maatstaf betaald. Voorzitter stelt nu voor het aan gegeven slot van het artikel te laten ver vallen. Hiertoe wordt besloten. Het aldus gewijzigde artikel wordt goed gekeurd. Art. 7 wordt goedgekeurd. De geheele verordening wordt hierna goedgekeurd met algemeene stemmen De Voorzitter stelt nu voor de re geling voor den Handedsavondour- sus en geeft ook hierbij gelegenheid tot het houden van algemeene beschouwingen. De heer D e B r u i n wij'-st op de 3e alinea der missive van B. en W-, waarin wordt gezegd, dat gestreefd moet worden dat aan. deze inrichting van M 0. zooveel moge lijk leerkrachten verbonden worden, die in het bezit zijn van een diploma voor M. O., van de Handelshoogesohool of van de Nationale Vereeniging voor Handelson derwijs. Dat denkbeeld is in dé verordening uit gewerkt Dit plan slaat wel min of meer onschul dig in die missive vermeld, maar het komt spr voor, dat B. en W. daarmede toch een gevaarlijken weg uitgaan. Immers houdt dit in, dat de gemeente een toelage geeft voor het bezit van particuliere diploma's. Maar als mem dien weg opgaaf, welke di ploma's behooren dan voor zoo'n toelage in aanmerking te komen? Spr. acht het een groot bezwaar, dat dé. Raad zich daarover zou gaan uitspreken.' Hij denkt b.r. aan de diploma's van de Vereeniging Mereurius, van de Vereeniging van Leeraren. In Amsterdam is ook nog zoo'n Handelsschool, misschien zijn er nog meer.- Iemand, die ©en dezer diploma's heeft ge haald, krijgt de toelage niethij, die een der in de missive genoemde diploma's* behaal de, krijgt ze wel. Waarom geeft uien die wel voor do eehe particuliere diploma, en yoor de andere niet. s Spr. kan meoegam met het voorstel om voor het Rijksdiploma te betalen. Een leeraar, die een ander diploma heeft, moet dan ook maar zien dit te halen Maar veiliger odht hij het de portie, diploma's maar uit art 1 te lichten en het slot van art. 1 te wijzigen, zoo, dat de salarissen woirden voor M. O. f70 en voor de ondieren f 60. Het aantal lesuren is 40 en dan komt de bezoldiging hem niet overdreven voor. Maar hoofdzaak nuf is het wegnemen van het protegeeren van particuliere inrichtingen. De Oieer Maas merkt op, dat bij de vorige verordening geen] verschil is ge maakt tusschen diploma's. Spr. vindt in de toelichting geen motiveering veor déze wijziging en vindt voo^loopig geen vrijheid om zich bij het voorstel van B. en W. neer te leggen in zake de schifting naar de diploma's, noch om het salaris voor hen, die een der genoemde diploma's be zitten, te stellen op f60; wel echter om het salaris te stéllen op f70, zooals de heer do Bruin aangeeft. Spr. zou ook wel kunnen medegaan met f 60 voor; hen, die een ander diploma hebben, wanneer de schifting bljjkt gewenscht te zijn. Hrj is echter «Van meening, dat leeraren, die op gelijke gronden zijn aangesteld, ook gelijk betaald moeten worden. Spr. heeft het adres der leeraren gelezen en daarin gezien, dat zij'10 maanden les geven, terwijl de leeraren der Burgeravond- schooi dit slechts gedurende 7 maanden doen; op grond 'daarvan meenen zij dat zij 10/7 van het salaris aan de burgpravond- school-leeraxen toegekend behooren te ont vangen. Sjpr. kan zich bij die opvatting aansluiiten. Hij is echter voor wederleggen vatbaar. i De scholen zijn op gelijk, niveau en de schifting der diploma's acht hij niet ge wenscht. Hij zou den heer de Bruin -willen vra gen zijn amendement te wijzigen en geen schifting te maken met de leeraren die de M. O.-akte niet hebben. Den heer Goslinga doet het leed, dat de heer Maas zich reeds aansluit bij het standpunt van den heer de Bruin nog vóór dat de wethouder van onderwijs heeft ge sproken. De heer Maas: Ik heb gezegd, dat ik voor wederlegging vatbaar ben. De heer Goslinga hoopt, dat hij de heeren Maas en de Bruin zal overtuigen. Dat het diploma der Nationale Vereeni ging voor Handelsonderwijs in de verorde ning werd opgenomen, is geschied op uit drukkelijk advies van den Inspecteur van het Handelsonderwijs, den heer Fokkens. Toen spr. met dezen de regeling besprak', heeft de Inspecteur gezegd: neem dat di ploma ook daarin op, maar sta schrap, tegen de opname van diploma's van an dere particuliere instituten. De heer Fokkens zit zelf in die school, hij is daarvan commissaris en neemt mede de examens af. Hij verzekert dat daar be paald de noodige theoretische kennis van den handel wordt geleerd. Wat de Handelshoogeschool betreft, dit is wel een uiting van het particulier initia tief, maar een zooals de Vrije Universiteit. Als we een dergelijke inrichting niet zou den mogen erkennen, wat zou dan wel mogen erkend worden 1 Maai' spr .begrijpt het wel: bij den heer de Bruin zit daarachter het beginsel, dat alleen moet worden erkend wat van den Staat komt. .Waar in den laaisben. tijd vooral bet particulier initiatief zoo krachtig wórlt be vorjera is er toch all© reden voor de Jver- heia om te zeggen.daar kan ik mede •samenwerken. Wij moeten dat juist trach ten te bevorderen. En de heer Fokkens is zoo bevoegd op dit gebied, dat B. en en ÏWv, op zijn advies gaarne ingaan. Wat nu de salarissen betreft. De Bur geravondschool is een ooi de middelbare school en de leeraren 'die daaraan ver bonden zijn, hebben «allen de bevoegdheid M. '0behalve die voor rekenen. Waar daar dus reeds alle vakken tot hun recht komen is het niet noodijg in de verorde ning het verschil in de bezoldiging op te nemen. In ieder geval heeft de Mi nister het recht om al of niet bevoegden «aan die inrichting; als toraar toe te la ten. Voor den enkelen toraar in rekenen behoeft toch igeen afzonderlijke regeling in de verordening te worden opgenomen. B. en W. stelten voor aan de Burger avondschool een salaris van £50 h f62.50, «en aan de Handèlsavondcursus f 60 h f 72.50. Daarmede is de erkenning vastgelegd van de gepresteerde diensten. Trouwens do Burgeravondschool werkt ook we) eens gedurende 8 «maanden, dat hangt af van dén datum, waarop Paschen valt. In den regel loopt de cursus van September tot April. Er is nog een ver schil.Tiet aantal minutjen dat «een lesuur bevat is voor de Handelsavondcuisus te ruggebracht van 60 op 50. Deze school is vroeger geweest een, her halingsschool, Herbonden aan school A. Later is die gemaakt tot een inrichting van ML «0. Dit iwas nu wel op papier tot stand gebracht, maar nu moet die ook geheel tot een M. O-, inrichting gemaakt w«ord«ein. Wil m«en werkelijk dat daar middelbaar onderwijs wordt gegeven; dan «moet ook het salaris zijn voor middelbaar onder wijs en dit ondejrwjjs moet gegeven, wor den do-olr daartoe bevoegden. Die bevoegd heid is du voor -alle toraren niet gelijk; de lOudelre leeraren zijn 'slechts in! het be zit van akten L. O. E«en gelijk salaris Voor die akte L. 'O. «en M. O. is hier nooit voorgekomen. De cursus bloeit nu; dat blijkt uit het aantal teerlingen dat gestegen is van 60 tot over d,e 100. Dot is daaraan te dan- den dat de toraren aan die inrichting ijverig werken. Als men vooir verschillende akten ©en ge lijke belooning ging toekennen zou dat een stap terug zijn. Naar Spr's meening «moet mm verschil maken tusschen hen die «een ML O.-akte hebben al of niet Als deze school 30 jaren oud was zoo als de Burgeravondschool), dan zou daar ook geen verschil mem bestaan tusschen de bevoegdheid der leerarenj, want gelei delijk zoudm 'dan de «oudere leeraren' met Lag ore akten vervangen zijn door toraren met akten ML O., behoudens dgn hen die onderwijs geven in de vakken van het la ger pnderwijs. 1 Deze school moet rich ontwikkelen van «een lagere, tot ©en middelbare school, en; daarvoor moeten de alkjtes M. O*, hooger beloond worden. i De Inspecteur heeft zijn tevredenheid be tuigd met de Salarissen, zooals die in het ontwerp waren gebracht Als de heeren dit salaris willen bren- gen op f70. woordt m©n onbillijk tegenover de leeraren aan de Burgeravondschool Waar B. en W. reeds enkele jaren bezig zijn om de school op hooger niveau te brengen, zullen die toch wel in staat zijn het noodige salaris te beoordeelem. Den heer Houtman is van deze zaak iets meer bekend en hij heeft meermalen erop aangedrongen dat deze inrichting niet langer zoo stiefmoederlijk bedeeld zal wor den. Uit de verdediging van de Wethouder van Onderwijs neemt spr. alleen dat ge lijke bevoegdheid op gelijke wijze bezoldigd moet worden op beide instellingen van middelbaar onderwijs. Hij wil nu wel op het voorstel van B. en Wj. ingaan en zal dan toetsen of de regeling goed is. 1 De aanmerking van den heer De Bruin op de bevoorrechting van particuliere in stellingen acht spr. juist, misschien is dat, omdat hij de Nationale Vereepiging voor Handelsonderwijs niet zoo goed kent. Waar de heer Goslinga echter de heer Fokkens naar voren brengt, daar kan de Raad diens advies wel aannemen. Zooals de heer Goslinga het voorstel van B. en W. heeft verdedigd, meent spr. wel dat de Raad daarmede moet mede- gaan. (Wordt vervolgd.) p De Troonrede. De „N. Crt." schrijft o. a. over de Troon rede, dat, naar toon en woordenkeus te oordeelen, Koningin en Regeering meer bezorgd dan een jaar geleden zijn. Verleden jaar vernam men allereerst een betuiging van dankbaarheid dat ons land van de verschrikkingen des oorlogs vrij was gebleven. Nu gaat het woord van be zorgdheid vooraf. Toen besloot de Koningin met de ver klaring dat zjj, vertrouwend op de geest kracht der natie, hoopvol de toekomst tegemóet ging. Nu gaat de openingsformule gepaard met de bede „dat God ons ook in dezen zorgvollen tijd moge bijstaan". Toen werd rnet voldoening vermeld, dat de vaste wil van Nederland om zelfstan dig te blijven en zjjn onzijdigheidsplichten na te komen, alom waardeering vond. Nu klinkt het als een waarschuwing, bestemd om over de grens te worden gehoord: „Ik zal ook in het vervolg de plichten «nakomen, die een neutrale natie door het volkenrecht zijn opgelegd. Maar Ik ben vastbesloten onze onafhankelijkheid te ver dedigen en naar vermogen, tegenover wien het ook zij, onze rechten, te handhaven." Wij zijn er in het afgeloope» jaar, zegt het blad, niet altijd in geslaagd onze rech ten ie handhaven. Tegen de verkrachting van de vrijdom der zee, tegen de schen ding van onze mails, tegen de hardleersch- heid der Zeppelin-bestuurdere, tegen de duikboot-aanslagen op onze handelsvloot, zoflden wij anders zijn opgetreden indien ons vermogen" grooter ware geweest. Het is den neutralen niet gelukt hunvermo gen door een onderlinge verstandhouding, veel minder door «een gemeenschappelijk optreden, te versterken; en iedere aanlei ding dat er iets in dien zin in werking of in wording is, ontbreekt in do Troonrede Juist daarom had van de reeks van pro testen, steunend op ons goed recht, tot welker aanbieding wij ons moesten bepalen, in dit stuk «een. forschore weerklank kunnen zijn yernomon. Evenwel „merk op hoe het voorbehoud „naar vermogen", dat bij onze betrekke lijke zwakheid past, achterwege blijft, waar de Koningin over onze onafhankelijkheid spreekt. „Ik ben vastbesloten onze onaf hankelijkheid te verdedigen". Hiervoor zét ten wij, zoo 't moet, alles op het spel. De b,N. R. Crt." wijst er op, dat do regeering jn het licht had kunnen stel len/ dat al de groote wetsontwerpen, die zij bij de volksvertegenwoordiging aanhan gig heeft, in en door den oorlog nog dub bel zoo dringend waren geworden, zal ons landt niet van den vrede hog meer scha ondervinden, dan van den oorlog zélf. Verleden jaar, toen de regeering te ken nen gaf, dat de gewone wetgevende ar beid, die door den oorlog verstoord was, weer kon worden hervat, heeft zij van die uitlating niet steeds voel genoegen beleefd. Zij had daarmede, heette het, den Gods vrede verbroken. Zou het zijn nut niet heb ben gehad, zoo thans de „gewone" wet gevende arbeid eens onder het licht van den oorlog bezien ware? Het „Vaderland" schrijft: „De Troonrede is een stuk, dat zeker' met groote voldoening zal worden gele zen, want het daarin gesproken woord is juist dat, wat wij op dit oogenblik be hoeven," Het blad zegt.omtrent de mogelijkheid om met handhaving onzer weerbaarheid den druk der mobilisatie te verlichten: „Wij zien in die verlichting niet alleen «een groot economisch en financieel be lang, maar ook een eisch dien onze weer baarheid zelve stelt Een leg«er dat zoo ongekend lang gemobiliseerd is als het onze in dezen legertoestand, wordt feitelijk «een militaire anomalie; de vraag; de uit den aard der zaak telkens sterker opko- m«ende vraag of men ooit nog wel daadwer kelijk zal moeten optreden om den plicht der neutraliteit te vervullen, kan niet an ders dan verlammend op de gemobiliseer de troepen werken. En dit klemt te meer nu bet eind von den oorlog nog niet te zien is, en nu all©\ voorspellingen daar omtrent ten ©enenmale gelogenstraft zijn- Waar de zaai nu zoo staat, en de mo- btlisatie dus op grootere of kleinere schaal nog wél eens een paar jaar noodig zou kunnien zijn, is overweging van de verlich ting van den druk daarvan eerste en gebie dende eiscb, en wij kunnen dan ook niet anders «dan den wensch uitspreken, dat die overweging spoedig, zeer spoedig tot de gewenschto resultaten moge leiden. „Het Volk" schrijft ook in dien geest: „H«el schijnt, dat thans eindelijk de re- gieering overtuigd is, dat het zoo niet lan ger gaat en met het maar steeds voort duren van den oorlog door het vasthouden aan de volledige mobilisatie een al te zwa- ren druk op tal van gezinnen in het bij zonder «en. op ons economisch leven in bet algemeen gelegd wordt Aangenomen mag worden, dat de regeering reels van de mogelijkheid van gedeeltelijke demobilisatie overtuigd is; het is toch nauwelijks te ver wachten, dat zij dit uitzicht geopend zou hebben met de kans op de diepgaaniie te- - leurstellLng, die het uitblijven van verwe- z«enljjking ervan zou teweegbrengen. Het is daarom te hopen, dat de overwogen maat regel nu ook ten spoedigste tot stand komt; elke dag noodeloos uitstel be toekent noo- delooze vermeerdering van schade." Vierder zegt het blad: „De beide groote hervormingen der grond slagen van net staatswezen op het stuk van kiesrecht e|ti omderwjjs, die op het kom«ende parlementaire jaar voor een over wegend deel hun stempel zullen drukken en een periode van tientallen jaren van po litieleen strijd voorloopig zuilen afsluiten, worden in deze troonrede zelfe' in het ge heel niet genoemd. Zij schijnen maar ge rangschikt te moeten worden onder de „belangrijke wetsontwerpen" (inderdaad 1) die heel op het eind even aangeduid wor den. Dit dunkt ons toch de soberheid ietwat ver gedreven." „Het Handelsblad" hoopt, dat de zware* tot van de mobilisatie het volk niet wordt opgelegd, om, indirect en zonder een uit drukkelijk© uitspraak aan do volksvertegen woordiging te vragen, ons veldleger zeer belangrijk te vermeerderen. Indien de mo bilisatie voor de veiligheid van het rijk niet meer noodig is, behoort zij verminderd te worden o«f te eindigen. En als dan een ver- 1 sterking van onze potentieel© strijdkrach ten noodig is, kunnen bij onze volksverte genwoordiging daartoe wetsvoorstellen wor den ingediend, Ook het „N, v. d. Dag" zagt: „H«et zal een goeden indruk maken dat opnieuw de mogelijkheid omden last der mobilisatie te verlichten althans wordt overwogen." Ito blad zegt vérder: „Wat de troonrede te lezen geeft ovér bet groote vraagstuk van den dagde kwes tie detr Volksvoeding, is droevig. Geen' woord daaruit is het aahhal«m waard. Zulke banaliteiten, op een moment dat 3e natie het verlossende woojd van ©en organisator vterwacht, teekenen 'den toestand." l ,5 De voorbereiding van den draai. Uit oen (derde) artikel van „Do (a.-r.) Standaard" over „het Mesgedimg" Nog nimmer is in de Staten-Gknéraal het Kdesgeding in stemming gekomen, of de leden der onti-revoluticwmaire partjj hebben bijna eenparig aneeigestemd, en aldus getracht «ook door huri. m«edewörking te erlangen, wat anders hun ontgaan zo«u zijn'. Principieel waren alle ontwerpen in zake kiesrecht, waarover in bet verloden, door onze mannen is modegestemd, even beslist tegen ons .beginsel gekant, nis wat «ons nu ter stemming zal worden aangeboden, en toch heeft de Anti-revdutiomnaire pari#, zich nimmer finaal tot tegenstemmen be-* paakl Ze deed dit slechts één keer, eb wele toen Van Houtens Kieswet in stemming kwam. Wat derhalve zeggen wik dat ze -'t 't 'tofe DAMSCH t~7 if ff v .f

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 1