69"* Jaargang Zaterdag 21 October 1916 No 16275 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering-van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fi. 1.25, franco per poet II. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen wordeh dagelijks aangenomen. Advertenliën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Horfe Haven). Prijs der Advertenliën: Van 16 regels £1. 0.92; iedere regel meer 20 cents. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge geven, slechts 2 maal berekend. Intercommunale Telefoon ~*o. 103. Met den tweeden dag was in zooverre do aardigheid van de debatten over de Grondwetsherziening er af, dat men zien kon, dat die doodkalm in behouden haven zal aanlanden. Waarmee wij natuurlijk niet willen zeggen, dat die debatben belangrijk heid misten. Maar het staat nu reeds vrij wel vast, dat art. 80 niet het minste gevaar loopt, en dat men het over art. 192 over en weer wel eens zdl worden. De zaak wordt daarbinnen rustig afgehan deld, terwijl de Kjesrechlvrouwen daar buiten telkens meer de aandacht pogen te trekken, en zoozeer het hoofd zijn kwijtgeraakt, dat mevr. Alelta Jacobs aan den voorzitter van de Tweede Kamer is komen vragen haar te verooiiooven van achter de minisLerstafel haar standpunt uit een te komen zetten. Thorbecke zou aan deze onvermoeide strijdster voor vrouwen kiesrecht hebben toegevoegd: Grondige stu die van onze staa (s. n rich tin gen zij li aan bevolen. Maar het is zeker verbazend, dat de voorzitster van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht mei zoo dwaas verzoek voor den dag kon komen. Maar we zouden over ernstige dingen spreken. Hét debat werd geopend door den heer Van' Idsinga, die, als Ibsen ge lijk heeft mcL zijn "uitspraak, dat hij de sterkste man is, "die alleen staat, over verbazende kracht moet beschikken. Dat is te zeggen, kracht des geesbes, want de ge zondheidstoestand van Bodcgraven's afge vaardigde is nog altijd niet 'wat men zou wenschen; dat kan men wei zien aan- de moeite waarmee hij spreekt; "daarom zij spoedige beterschap dezen algemeen ge- Achten man toegewenscht, Het is mogelijk, dat er Kaïnerleden zijn, die op' een bepaald oogenblik' aan eigen overtuiging ter wille van het partijbelang of van politieke overwegingen het zwijgen opleggen, de heer Van Idsinga behoort niet tot dezulken; hij.moet nu eenmaal van Algemeen Kiesrecht niets hebben, en daar blijft hij hij. Hoort hem sarcastisch spre ken over de volgende uiting van den Mi nister in Memorie van Antwoord: „De invoering van Algemeen Stemrecht is een politieke noodzakelijkheid. De voort durende" uitbreiding van het kiesrecht en do politieke ontwikkeling van het volk voeren noodwendig tot de finale regeling die thans wordt voorgesteld. De wegne ming van deze strijdvraag uit het poli tieke leven zal don weg openen voor andere urgente hervorming." Het is voor den Minister geen politieke noodzakelijkheid, maar noodzakelijke poli tiek, zei spreker, hierbij doelende op diens aanvaarding van het Concentratieprogram, en van de politieke ontwikkeling van ons volk was heelemaal geen sprake, want dan behoefde de .Minister den cisch van ge schiktheid niet te. laten vallen, die zijin voorganger van 'Houten behouden heeft, at'is hij dan, ook op dit gebied tot de uiterste grens gegaan. De bewering dat een kiezer deel1 zou hebben aan het staats gezag is onjuist dit beweert Minister Cort van der Linden ook niet, maar wel dat de kiezer zijn invloed kan doen gel den op de richting, waarin dat staatsgezag zal worden gestuurd jrant hij kiest leden van de volksvertegenwoordiging, die, onafhankelijk van hem moeten denken en handelen, terwijl die volksvertegenwoordi ging zelve moet wachten op voorstellen van dat Staatsgezag. !En wel verre dat het rechtsbewustzijn door de invoering van Al gemeen Kiesrecht zal worden versterkt, zal het in een boek worden geschoven door een bandeloos streven naar materieel voor deel. Van Vrouwenkiesrecht moetspreker niets hebben. Eerst glunderden de vrouwen op do gereserveerde tribun©, toen spreker zeide, "dat de minst geschikte vrouw als kiezer nog altijd beter is dan "de minst geschikte man, maar haar gezichten werden bedenkelijk ,lang, toen daarop volgde dat men haar om haar hoog zedelijke roe ping de kiestaak niet mocht opleggen. AVcl zou hij -haar een lichaam willen geven van 25- leden met als voorzitster Hr Mj. de Koningin met de bevoegdheid voorstel van wetten aan de Staten-Generaal te doen, maar-dit nevelachtige denkbeeld was van te minder belang, waar het ter overwe ging werd aanbevolen bijeen volgen de Qrondwetsherziemng, Wij kwamen, heel wat meer op den bega- nen grond met de rede van den heer de Savórnin Lohmanhij sprak natuur lijk met groote waardeering over de rede voering van zijfa. partijgenoot van Idsinga, *maar maakte tevens de juiste opmerking, dat men nu niet als hoogleeraren de Me morie van 'Antwoord en de Memorie van Toelichting van den Minister aan critiek had te onderwerpen, maar dat men als politieke mannen stond voor de beoordee ling van bepaald ingediende wetsontwerpen. En toen had de Kamer het ongewone schouwspel, dat de heer de Savornm Loh man het algemeen kiesrecht verdedigde. Het is eigenlijk jammer, dat Mr. S. van Hou ten, die thans in zijn „Staatkundige Brie ven" een ware kruistocht tegen de Grond wetsontwerpen van Cort van der Linden predikt, geen lid der 2de Kamer is. Dan zonden wij vergast zijn op een Lohman, die finale kiesrechtaitbreiding aanbeveelt, terwijl zij dan door den oud-radicaal Van Houten zou worden bestreden. Waarlijk, de tijden veranderen wel; Loh man, eens de felle tegenstander van de kieswet-Tak, thans liet algemeen kiesrecht aanbevelende. Wij zeggen dat natuurlijk niet om dezen door ons hooggeachten staats man oen verwijf te maken, want niemand onzer ontkomt aan de evolutie der denk beelden, en dan, des heeren Lohman hou ding wordt genoegzaam verklaard door zijp vraag: Is het raadzaam nog steeds de toe kenning van het kiesrecht als een kanker te laten doorwerken in onze politieke ver houdingen? Trouwens, de heer Lohman is de eeni- ge niet, die veranderd is. Heeft de heer Troclstra er niet onder groot gelach aan herinnerd, dat er in 1882 een meeting is gehouden in de Harmonie te Groningen door het Stemrechtcomité, en dat daar een spreker*was, die zei: Het algemeen kies recht zal ten goede komen aan de kerk en aan de bureaucratenhet zal mets zijn dan een logen, een terroristische aristocra tie van de frazo; het volk zal door do menners als stemvee naar de bus gedreven worden, en dat die spreker toen was do heer Cort van der Linden. En dat daar toen een ander spreker was, die repliceer de met een: De census verdeelt het volk ia twee doelen, het eene dat regeert, en het andere dat geregeerd wordt, en dat die spreker was.. Mr. S. van HoutenI Wat verder- an den heer Lohman trof, was de groote zorg om aan te toonen, dat Groen van Prinsterer zelf altijd groot© voorstander was geveest van kie.srechtmt- breiding, waaruit pnen zeker dus moest op maten, als pnen verkoos, dat de stichter tier an ti-iwolutionnaire partij, pis hij tlianls nog lid der Kamer was, zijne stem aan de ont- werpeai van iCort van der Linden niet zou hebben onthouden. ,En niet minder moeite wórd besteed pan de demonstratie, dat het organisch kiesrecht, [waarvan Dr. Kuyper, nu elke (kans op de invoering daarvan ver loren, .is, ha;rd-er bepleit dan ooit, absoluut geen anti-revolutionnïiir beginsel is, daar gelaten, dat het onmogelijk in do practijiki is uit te voeren. Met stemplicht en Evenre dige Vertegenwoordiging Jean do hoer Lob man zich jveree.iigen en' natuurlijk ook met art. 192, (.maar man zal art. 80 van. hem niet krijgen, pis hij niet weet waar hij met het onderwijsartikel pan toe is. Met andere woorden, de pieuwe Kamer, die na de ont binding over |de ontwerpen' zal hebben te beslissen, zal (eerst hebben te stommen over art. ,192. Dat is geen ruil, zei do heer Lohman, wij koopen noch verkoopen', maar strijden voor ons recht. Op het gebied van Vrouwenkiesrecht -vilde jnj vooral niet ver der gaan dan do Minister worstelt, en' het actieve kiesrecht o-vil hij wol aan de onge huwde vrouw geven, maar niet aan do ge huwde, dan |Uog liever tWeo stemmen aan' "den gehuwden pi an. Wel verre eindelijk, dat hij |de heerwaren van hen, dia de Staats commissie inconstitutioneel hadden' go- vonden, omdat daardoor do Minister de macht uit handen zou hebben gegeven, die hij alleen ,mocl uitoefenen, deelde, n'oemde hij hare instelling een zeer gelukkig praece- clent; de Kamer bleef geheel vrij, al heeft dan ook de Regeering, die het advies van do Staatscommissie juist acihtte, zulks over genomen en. jn' een wetsontwerp be lichaamd. i De heer De Beaufort herinnerde er aan, dat er nog maar vier loden in de Ka mer waren, die de Grondwetsherziening van 1887 hadden medegemaakt, dat zijn de hoeren De Beaufort, Borgosius, Lieftinck, Smecnge, en dat hel deze wel treffen moest, dat men thans zooveel kalmer tegenover elkander stond dan toen. Èn al was hij tevreden met wat thans geboden weid, gaarne zou hij' gezien hebben, dat ook de regeling van de troonopvolgingin de her ziening ware betrokken. Hij aanvaardt thans het algemeen kiesrecht met te meer gerustheid waar slemplicht en Evenredige Vertegenwoordiging daarvan de correctie ven zijn, maar betreurt het, dat de wanbe talers in de belastingen niet meer zullen worden geweerd. Met het vrouwenkiesrecht wil hij niet verder gaan "dan de Regeering, vooral niet omdat de beweging daarvoor nog zeer beperkt is. De oplossing' van de schoolkwestie, zooals die thans wordt voorgesteld, acht hij de consequentie van den weg, die wij met de wel-Mackay zijn opgegaanhij gelooft niet, dat het peil van het bijzonder onderwijs lager is dan van het openbare, "en de vrees, dat door de nieuwe regeling de openbare school zou kunnen vernietigd worden, schat hij niet hooger dan een rhetorische uitlating. Na dezen spreker, die, al beschikt hij niet in hooge mate over de gave des woords, toch altijd buitengewoon het oor der Kamer heeft, kwam mr. Troelstra En het was in dubbelen zin voor hem een groote dag; in de eerste praats staat hel Algemeen Kiesrecht, waarvoor hij aan h!et hoofd van zijn partij zoovele jaren met kracht goslreden heeft, gereed zijn intocht te doen, in de tweede plaats was het de eerste maal, dat hij na zjjne lang durige ziekte weer een groote redevoe ring hield, en aan het einde daarvan kon men zeggen: Ret is de oude Troelstra weer. Na een historisch overzicht hoe men. trots alle tegenstand, den, eisch van Al gemeen Kiesrecht als onafwijsbaar had er kend, trachtte hij voor zijn partij alle eer op te eischen, dat het zoover gekomen was en 't triomfeeren van den eisch zelf te verklaren uit liet historisch materialisme, het geliefde^ dogma der sociaal-democra ten. Wij gunnen den leider der S. D. A. P. deze beide genoegens, maar- moeten ons toch de opmerking veroorloven dat hij. hier de kaas toch wel met wat al te dikke hompen sneed. Zeker, wie zou niet toe geven dat van alle partijen de S. p. A. P. steeds het krachtigst voor Algemeen Kies recht heeft gepropageerd? Maar dat neemt toch piet weg, zooals de lieer de Meester zoo terecht in. herinnering bracht, dat reeds lang vóór dat ©r ook maar één sociaal democraat op .den Nederlandschen bodem gevonden werd, in ons land liberalen voor de invoering van Algemeen Kiesrecht lieb- bën gestreden. En al wordt door ons niet ontkend dat de economische misstanden ook ten onzent de begeerte van de massa naai- invloed op de richting waarin liet staatsgezag zal worden gestuurd, hebben gewekt of versterkt, en dat men als zoo danig den drang naar Algemeen Kiesrecht als een uitvloeisel van het historisch ma terialisme kan verklaren, daar staat tegen over, dat het Algemeen Kiesrecht in alle perioden en onder alle voortbrengingsme- thoden bestaan heeft. Ook was, de Afgevaardigde voor den Helder wees ook daarop, Mr. Troelstra even in de war, toen hij verklaarde dat zijn partij wat hot kiesrecht betrof, nooit onderscheid had gemaakt tusschen man en vrouw, want daar ligt nog altijd, in het archief der Kamer een initiatief-voorstel tot Grondwets herziening van 3e S, P. A. P.-fractie, waar in voorgesteld wordt Algemeen Kiesrecht voor mannen, maar in zake Viouwenkics- rocliteen blanco-artikel. „Dat is van 13 jaar geleden", .interrumpeerde de heer Schaper den heer de Meestor, goed, twij on dergaan allen evolutie in onze denkbeelden, maar dat neemt toch niet weg, dat het nog niet zoo heel lang geleden is,' dat de S. D. A. P. over de urgentie van Vrou wenkiesrecht anders dacht dan thans?Maar doet ze dit eigenlijk wel; de hoer Troel stra heeft toch zóó onomwonden verklaard, dat er niet aan te denken valt ter wille van het vrouwenkiesrecht de Grondwets herziening te laten mislukken, dat hij jn deze geheel kwam te staan naast den lieer do Meester, en wie toch, zoo zouden wij liet zeggen, do urgentie van een zaak- erkent, maakt van het inwilligen daarvan, zijn stem over het voorgestelde afhankelijk. Po vrouwen kunnen dan ook na de rede van den heer Troelstra gerust alle hoop laten varen, dat zij thans reeds 'het eind doel van haar wenschen zullen bereiken, want uit de Memorie van Antwoord van den Minister blijkt overtuigend, dat hij te genover een amendement om Algemeen Vrouwenkiesrecht in de Grondwet vast te leggen, zijn onaannemelijk zal doen hooren. Tegenover stemplicht staat de heer Troel stra zeer gereserveerd, en zijn partijgenoot Schaper (heeft dan ook een amendement ingediend, ipm het niet in de Grondwet vast 4e leggen, maar niet verder te gaan dan den gewonen wetgever in dezen vrij te laten; de Evenredige Verlegenwoordi ging vindt in hem een voorstander. Scherp striemde de heer Troelstxa de oppositie tegen het voorgestelde art. 192, die hij „een voorbijgaand relletje" noemde Wij zijn dit volkomen met hem eensslecht begrip van waarom het gaat, heeft velen tot weerlooze prooi gemaakt van de anii-cle- ricale elementen, die het onderwijsvraag stuk niet objectief kunnen bezien. Het was zoo juisv gezegd, dat de eigenlijk© strijd eerst zal beginnen bij de onderwijsvoor stellen, en de heer Tydeman beleefde zeker geen pleizierig oogenblik, toen hij er aan herinnerd fwerd, dat hij als lid van do Staatscommissie voor de Grondwetsherzie ning ender het Ministerie-Heemskerk, nog wel bij aparte nota, een redactie had voor gesteld, geheel gelijk aan de thans zoo fel door (hem bestreden alinea 4 van art. 192. Ging spreker echter niet wat heel ver, toen hij er op zinspeelde, dat het er den vrijen liberalen wel eens om te doen zou kunnen wezen pin tegelijk met art. 192 art. 80 te doen mislukken? Zeker, verwerping van art. 192 zou mislukking van het werk ten gevolge hebben, maar dat is geen reden om de tegenstanders van flat artikel in hun bedoelingen verdacht to maken. Het is toch geen .wonder, dat de vrije liberalen slechts zoo noodo in het Pacificatiegebak de tanden 'zuilen (Zetten, daarvoor zijn zij, behalve dan een man als do heer de Beaufort, wiens historische studie hem tegen een zijdigheid (hebben gewaarborgd, te beslist anti-clericaal. Terecht herinnerde spreker aan liet Woord van den pud-liberaal Mees, dat do -vraag of liet (Openbaar dan Wel hél bijzonder on derwijs de prioriteit zou hebben, niet door de Grondwet, maar door do praetijk zou worden uitgemaakt, ,en als gij die praetijk vreest, zoekt ,dan uw heil niet in geknutsel met do kGrowlwet, maar in de kwaliteit van hot openbaar onderwijs, en wek geen agi tatie tegen hot Grondwets-ortikel, voegde hij speciaal dun heer Eerdmans toe. De heer Otto, (altijd even ongelukkig in zijne interrupties, vied ,toen in. met een: „Die agitatie wordt (niet opgewekt, die is ei* van zelf". Maar hij werd in don hoek gezet met een„Zeker, tin dat kleine clubje van' fana tiekere voor d« openbare school, die de lieer Otto kan opwarmen en die ons voorstellen als verraders ,van de openbare school". De Kamer bleek pi groote meerderheid aan de zijde vajn dein hoer Troelstra in deze te staan, want |de lieer Otto werd voor de zooveelste maal onder daverend hoongelach begraven. Over do pode van den heer de Meester hebben wjij reeds het een en ander gezegd, zij was jeene zoor gedocumenteerde uiteen zetting, waarom hij en de overgroot© meer der houd zijner (politieke vrienden, met de Rogeeringsvoorsiellen zouden pieegaanl En toen ,kwam do heer Tydeman. Wie ge hoopt had van hom ©one fulminente rede te hooren togen art 192, wend teleurge steld. Hij bepaalde er zich slechts toe, dood kalm aan den hoer Troelstra te vragen, waarom hij Jiem zoo hard to lijiO ging, waar hij locli zelf had toegegeven, dat het be- staande Grondwetsartikel ,192 voor redactie verbetering vatbaar ,was. Tiel's afgevaar digde bekt zich dus terug als strijder tegen de zaak zelf, om .enkel te strijden voor oen© redactie, die do bedoeling daarvan nog duidelijker zal doen uitkomen! Wij kun nen ons (dat begrijpen'. De positie van den heer Tydeman, die zeer sterk scheen, door zijn als eenling niet meegaan mot de voor stellen der staatscommissie, waardoor hij de „redder" you worden van het openhaar onderwijs, dat tsociaal democraten, vrijzin- nig-doiwocraten. en jmie-liibteralen willen „verraden,", is piet weinig verzwakt, nu ideze ytorradera piet alleen maar ook do majnnen .van! Hechts bereid "blijken in on derling pverlog ,te zoeken naar do beste redactie van Jiet Grondwetsartikel, die de positie zoowel ,van het openbaar als van het bijzoaidor onderwijs zoo zal regelen als arm beide toekomt. - Vereenigingen als Volksonderwijs zijn dan ook wel wat al te haastig geweest met zich te verklaren voor het behoud van art. 192 zooals het thans luidt. Dat kan in /do eerste plaats niet, omdat dat niet zou kleppen op don bestaanden toestand, maar ze hadden, als ze het voorgestelde artikel der wet goed vonden, moeten aan- topnen op welke punten en hoe het zou moeten worden gewijzigd. Er zijn reeds genoeg (amendementen op ingediend om hierbij vingerwijzing te hebben. Wij ver wachten dan ook, dat onderling overleg zal maken, dat ook de Vrije Liberalen hun stem ten slotte vóór art. 192 zullen kunnen uitbrengen. Wat art. 80 botreft, de heer, Tydeman zal met de Regeering meegaan, maar ook geen step verder, zoodat de vrouwenactie van hem niets heeft te hopen. Daarmee is ido zaak geheel beslist, on de kiesrecht- vrouwen op het Binnenhof zouden goed doen nu maar af te,zien van daar iederen dag te staan, wat op doktersrekeningen, of, erger, moet uitloopon. Van de Evenredige Vertegenwoordiging vreest de heer Tyde man wel vermindering van belangstelling bij den kiezer, die daardoor minder zal hebben te zeggen dan vroeger,' maar hij kon niet ahders dan er vóór zijn, omdat daardoor iedere stem haar vaarde zoukrtj gen, en dat was vooral volt hem van groote beteekenis, waar zijn stem nog nooit (de heer Tydeman woont sinds jaren in Breda) ©enig practisch effect had gehad. - En toen kwam de heer Gerhard, wiens rede over art. 192 van zeer hoog niveau zeker de beste was hij deze debatten ge houden. Na een zeer interessante histori sche uiteenzetting, hoe het in de lijn lag, dat de Overheid zich thans de zorg voor alle onderwijs aantrok, kregen we hier te genover al den kleinmoedigen twijfel aan den triomf van eigen beginselen, tegenover al het anti-clericaal gepeuter, dat wij in do laatste weken hebben moeten bijwonen, het frissdie geluid, dat openlijk de rechten der minderheden erkende en een krachtig pleidooi hield voor de conscientievrijheid. Als ik, zoo zei spreker, in de openbare school van do Overheid krijg wat ik be geer, wat recht heb ik dan er toe mede te werken dat aan anderen de school onthou den wordt, die zij voor hun kinderen wen schen? Hij herinnerde de heeren Eerdmans c. s. er aan, dat niets de bijzondere school meer vrienden heeft bezorgd, dan juist het feit, dal haar geen vol recht geschiedde, wat natuurlijk is, daar het in 'smenschen geaardheid ligt de partij van den i ordrukte lo kiezen. En wij vingen het volgende mooie woord op: Een inferieur beginsel kon het vannen van een superieur beginsel, i Is het niet met geestelijke wapens wordt bestre den, maar met kracht en geweld er onder gehouden. Laten wij in het vervolg, zeide hij verder, niet meer hebbefi over open haar en bijzonder onderwijs in Nederland, maar enkel over goed onderwij? En waar de beer Gerhard in het begin "an zijn rede had gezegd, dat hij aan het eind daar van óf voor oen clericaal, óf voor een verrader Van de openbare school zou wor den uitgemaakt, eindigde hij guitig met eenIk denk, dat beide namen in het vervolg 'op mij zullen toegepast worden. Die Tede sloeg geweldig in en gaf den] Heer Lohman aanleiding om te komen. b'e- toogen ook dit ging lijnrecht tegen „Dej Standaard" in dat het ergste wat het bij zonder onderwijs zou kunnen ovorkomen| zon. zijn, dat do Overheid zich daarvan) niets méér aantrok. De Heer Lonman hield) daarmedo de rede uitgesproken, die hij - eerst later van plan was te houden, hij deed dit gen gevalle van de Voorzitter,, die jjeen sprekers meer op zijn "lijstje) liad, hoewel het hem Wekend was, dat) nog velen van plan Wa'ren het woord tol voéren. En toon kwam do heer van der Voort) van Zijp, die zijn (rede nog slechts voor een klein deel heeft uitgesproken, en die, getrouw aan het wachtwoord uit de Ka naalstraat met den Wensoh kwam aani dragen, dat do onderwijsvoorstcllcn van) do Staatscommissie in hoofdzaak als od- ditionccle artikelen in de Grpndwlet zul) len worden opgenomen. Wij laten nu daar, dat dit onmogelijk is, maar daarover zon) een debat van maanden ontstaan, hef) beste middel om van dq Grondwetsher ziening niets te doen k olm en. Het is ech ter niet to verwachten dat déze laan-j drang ©enigen steun zal krijgen; wij kinv ncn eindigen zooals iwij begonnen zijn;l er blijkt zowel Links als Hechts ,van( den zeer cms li gen iwil om de Grondwetsher ziening te doen gelukken., Hoe lang zal de duurte duren? Er heerschl zoo schrijft do „Ilaag- scho Post" in een bespreking van deze vraag op liet oogenblik in ons land een toestand, die den producent en den middelman in staat stelt den consument da nig te knijpenen wanneer die consument niet ook zelf producent van hot ieen of ander is en daardoor in staat is terug te knijpen, verkeert hij in een hachelijke po sitie. i De geheele verbruikersstand als wii hot zoo eens mogen noemen de beamb ten, de gesalarieerden, de gépensionneer- den, de renteniers en zoo voort, is bezig te verarmen en ziet oen verplaatsing zijner financicele kracht en zijner middelen naar den producenten- en handelarensland naar hoeren, fabrikanten, roeders, grossiers, enz. Die voeren aan, dat zij grootere win sten moeten maken, omdat zij duurdere grondstoffen hebben,' hooger loonen en sa larissen moeten geven, meer moeten betalen, voor leeftocht, enz. Én dat is niet geheel gephantaseerd. Maar de kwestie is, dat zij' niet geheel hel equivalent der prijsverhoo- ging hunner hoogere huishoudelijke uitga ven pp hun prijzen leggen, doch veel mecg SCHIEDAMSCHE COURANT i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 5