69"* Jaargang Zaterdag 28 October 1916 No 15281 Tweede Blad Uit de Tweede Kamer. Deze courant verschijnt <1 a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingea fL 1.25, franco per post £1. 1.G5. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeben des middags vóór eea uur aan het Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs dear Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 20 cents. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven biervan zijn. gratis aan het Bureau te .bekomen. Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge geven, slechts 2 maai berekend. Intercommunale Telefoon No. .103. De red e voed nge ns tr oom houdt steeds aan, en het zou ons bestek verre te bo ven gaan, als wij van alle heel veel zeg gen zouden; we moeten dus selectie ma ken, en wijden dus in hoofdzaak onze aan dacht aan de redevoeringen van de partij leiders Van der Voort van Zijp, Loeff, Mar- chant en Nolens, om dan tekomen tot den 'bestrijder 5 outrance van de pacificatie, prof. Eerdmans. Over de rede van. den heer v. d. Voort v. Zijp hebben wij: verleden week reeds een enkel woord gezegd, en nu, nadat hij uitgesproken heeft, moesten wij ander maal tot ons zelvcn zeggen: Wij benijden hem zijn positie niet; is dit Kamerlid partijleider of partijlijder? Als men be denkt, dat deze afgevaardigde tot taak had zich de mogelijkheid met af te snij den om ten slotte met art 192 mee te gaan, en daarnaast toch zoowat alle be zwaren te moveexen, die door „De Stan daard" daartegen zijn ingebracht, dan kan men niet anders zeggen, dan dat hij koord- danserswerk had te verrichten, en dat alles natuurlijk onder den invloed van den grooten man uit de Kanaalstraat Aan genaam werk was ljet zeker niet en de aard daarvan geeft de verklaring van het feit, dat geen der anti -revol ationimire rni- nisteïs uit het kabinet-Heemskerk "zich weer beschikbaar gesteld hebben voor de actieve politiek, zij waren niet goliënd van een regisseur, die achter de coulissen aan d,e touwtjes trekt En zoo kregen wij dan te hooren, dat het noodig is, dat in de additioneele artikelen de oudenvijsvoorstel- len zullen worden opgenomen, omdat men geen vertrouwen kan hebben in de Linker zijde, omdat deze niet als één man gelijke lijk over de Pacificatie denkt. En o<m dit te bewijzen werden aiierlei uitspraken van partijvergaderingen en enkelingen onder de loupe bekeken, en dat alles om tot de conclusie te komen: „Dat is verdacht." En anders dan de heer De Savomïn Leh man heeft hij piet liet volle vertrouwen in de toekomst, en wenseht hij zijn ideaal „de vrije school regel, de openbare school aanvulling" niet prijs te geven. Anders dan de heer de Savornin Leh man, daar kwam de aap uit de mouw. Do heele Bevrediging is een strijd gewor den tusschen Dr. Kuyper en den heer de Savornin Lohman. Do eerste heeft van meet af aan de zaak niet gewild; naar ons idee, omdat hij den strijd voor de vrije school als -regel nog het eenige cement vond dat de steeds meer uiteenvallende Coalitie hijeen. hield: de laatste heeft van het begin af aan de finale regeling van de schoolquaestie, waarvan de financieele ge lijkstelling de hoeksteen is, met warmte aanvaard, omdat hij daarin zag 9e bekro ning van den jaren langen strijd doorhem gevoerd. En in dezen strijd met Dr. Kuyper is Lohman ganschelijk overwinnaar gewor den, en dat niet alleen omdat de Roomsch- Katholieken in dezen den leider der anti- revolutiomnaire partij, wiens papieren roods lang bij hen dalende zijn, in den steek hebben gelaten, maar omdat ook in eigen partij velen, zooals b.v. de heer van der Molen, vrijwel aan de zijde van den heer Lohman staan. i Het was dus voor den heer van der Voort van Zijp een tegenspartelen, waar door de schijn moest gered worden, maar politieke beteekenis had dit alles niet, al blijft Lohman dap. ook in de Kuyperiaan- sclio pers de aangevochten man; vooralzijin uiting, dat niet de ouders, maar alleen de "Overheid, in staat is voor goed on derwijs te zorgen, heeft kwaad bloed gezet. Ook over het kiesrecht heeft de afge vaardigde voor Tietjerksteradeel het Kuy- periaanschelesje opgezegd. Geen bezwaar tegen uitbreiding van het kiesrecht, maar wel1 tegen den grondslag daarvan, die „or ganisch" moet wezen; tegen vrouwenkies recht, en als dat er moet komen, dan maar het eerst aan de gehuwde .vrouw, „die in den vollen zin des «woords de taak vervult, haar door God gegeven," en tegen stemplicht. i Wat het vrouwenkiesrecht betreft, kwam de heer Reumer de zaak later nog wait bader verklaren door de uiting, dat er wel geen enkele tekst in de Schrift 'is, die vrouwenkiesrecht verbiedt, maar dat het streven nhar kiesrecht door de vrouwen onderdeel1 is van gansch een beweging, die tegen 'Gods Woord ingaat, omdat ze de vrouw onttrekken wil aan haar aange wezen taak, die in het gezin ligt. Wij zou den den afgevaardigde voor Kampen na deze woorden den gemoedelijken raad wil len geven, zich niet te wagen aan een ontmoeting met de vrouwelijke kiesrecht- brigade op het Binnenhof. De rede van den heer Loeff, die over art. 80 als spreker voor de Katholieke Kamerclub optrad, (de heer Nolens heeft voor zich het onderwijsartikel gereserveerd.) werd in zekere spanning verbeid. Hij begon met eenige algemieene opmerkingen, waar uit bleek, dat ook hij tot de leden behoor de, die de Grondwetsherziening gaarne op hreeden basis hadden zien opgebouwd. En zoo bereed hij zijn oude stokpaardje, toen hij het betreurde, dat de Minister de groote vraag niet had opgelost of in de formatie van onzen Staat ook plaats mag en moet zijn voor andere organisaties dan pro vin cies, gemeenten en waterschappen. Wat hiermee bedoeld wordt is duidelijk, wan neer men zich herinnert dat het grootste bezwaar van den heer Loeff tegen de Ra den wet van Talma, altijd dit geweest is, dat daarbij aan de Raden van Arbeid be voegdheden zouden worden foegekend, dio onze Grondwet alleen aan provincies, ge meenten en waterschappen geeft. Maar dio quaestie is toen nooit uitgevochten. In de tweede plaats betreurde hij het dat de Minister de wijzigingen in art. 80 en in art 192 voorgesteld, niet" tot één ontwerp had vereenïgd. Dan had er geen onrust behoeven verwekt te worden door de vraag welk varu'de beide ontwerpen het eerst in discussie, en vooral welk van de beide het eerst in stemming zal moeten worden gebracht. Men. zal zeggen, ja, dat ware veel eenvoudiger geweest, maar wij hebben het idee, dat als de Minister aan het woord zal komen wat vooreerst nog niet het geval zal zijn hij dan niet alleen zal wijzen op "het feit, dat zulks nooit bij Grondwetsherziening is geschied, maar dat hij wellicht ook zal 'Laten door schemeren dat hij door aldus te doen, al van heel weinig vertrouwen in de cle- ricale meerderheid in de Eerste Kamer zou hebben laten blijken; dat de samenkop peling van de twee wijzigingen in één ont werp beschouwd zou kunnen worden als een middel om het onze senaat onmogelijk te maken art. 192 aan te nemen en art. S0 te verwerpen. Nu lijkt het ons ondenkbaar dat als de Grondwetsherziening met oen flinke meerderheid door de Tweede Kamer wordt aanvaard, de Eerste Kamer haar ooit schipbreuk zou doeu lijden, maar dat is zeker geen reden voor Cort van der Linden, die altijd van buitengewone hoffe lijkheid is voor den politieken tegenstan der, cm zelfs den kwaden schijn niet te vermijden. t Juist andersom dan voort den heer TroeJ- slra, zoo zoido de hoer Loeff, toen hij de zaak, waarom het ging, abordeende, was art. 80 voor de Katholieken eene zaak van op portuniteit en art 192 er oen van' beginsel, omdat zij do finaaeiéolo gelijkstelling tus- schen openhaar en bijzonder onderwijs be schouwen als een reciht Daarom brengt hij dan ook niet als de hoeren de Meester en Troalstra den Minister hulde voor rle oplos- snig van liet kiesrecht-vraagstuk, maar voor de erkenning Van het goed recht van het bijzonder onderwijs. De kiesrechlzaak is dus voor de Katho lieken een zaak van appreciatie; misschien1 is bij enkelen Van hen' het vrouwenkiesrecht een beginselzaak, maar Zij hebben geen be zwaar, de kicsrechtvruclit, die thans rijp aa raden Loom hangt, te doen! plukken. En ondeugend Honk het aan! het adres ran den heer Troelstra: Als gij u er op beroemt, dat ge reeds 25 jaar lang propageert voor Algemeen KlannenHesrecht, bewijst gij daar mede slechts, dat gij de vrucht hebt willen plukken toen. die nog niet rijp was. Na tuurlijk had hij en zijne vrienden liever organisch kiesrecht gehad, maar spreker ziet ,zecr goed in, dat men niet op den! weg kam terugkecren, die men n'u bijna honderd jaar lang heeft' bewandeld, en) met deze beleefde buiging voor het organisch kiesrecht, kan men zeggen, dat de Katho lieken er voorgoed afscheid van hebben ge nomen, en dat dit in! fret politieke mauso leum js bijgezet De Katholieken zullen het Algemeen Mannenkiesrecht aanvaarden als historische noodzakd ijfcheid, en i:lat te eer der pmdat dè Katholieken van de Kieswet van Houten hebbengeleerd, dat het niet mogelijk is goéde kenteekenen "te vinden. Het passier vrouwenkiesrecht wordt door hen aanvaard, waar fiet reeds op velerlei gebied bestaat en gunstig werkt, en wat het actief vrouweriMcsxedit betreft; trjd zal het eerst wezen daarover te spreken, als dat aan do orde komt, en dat was volgens spre ker piet aan de o.tde, daar de Regeermg niet verder gaat dan lie grendels van! de deur fe schuiven, waardoor de aan de lOpde gtóUijng mogelijk wopdt .Van Evenre dige Vertegenwoordiging en Stemplicht zijn! de Katholieken voorstanders. En wat art- 192 aangaat, hij aanvaardt het, maar dan ook zonder wijziging. De Katholieken begrijpen niet, dat men van sommige rijde maar steeds blijft hameren op dezelfde eischen "van deugdelijkheid, waar juist do toekomst den. strijd zal vervor men tot een. wedstrijd van het meest den delijke onderwijs. Van additioneele artike len in zake art, 192 wil hij niet weten, om dat daardoor de gehoele zaak zou mis lukken dit kan Dr. Kuyper in rijn zak steken, pm. het maar eens populair uit te drukken alleen drong hfij aan! op een additioneel artikel, waarvan de termijn zou wonden ynstgesteld, binnen welken de wijzi ging in de L. O.-wet, noodzakelijk gemaakt door de verandering van art 192, zou wor den vastgelegd. Dus, geen wijziging. Zou dat nu willen zeggen, dat de .katholieken ziohpor se tegen elke redactiewijziging zouden ver zotten, zelfs tegen een, die de bedoeling van art. 192 niet verandert, maar verdui delijkt? Wij zullen dat afwachten, maar gelooven er niet aan, omdat de Bevredi ging ook door de katholieken ernstig wordt gewild, en omdat zij veel te practisch zijn om de zaak te laten mislukken door een strijd over woorden. De heer Mar chant heeft zeer lang ge wacht om zich als spreker te laten in schrijven, misschien zelfs iets te lang, maar daar hij zeer strijdlustig is aangelegd, komt hij graag laat, omdat hij dan strijdmate riaal kan putten uit de redevoeringen zij ner modeleden. En, vreemd genoeg, in plaats van nu blij te zijn, dat het zoover was dat het verzet in de Tweed© Kamer tegen algemeen kiesrecht geheel was op gegeven, kregen dezo en gene eén veeg uit den pan, omdat zij vroeger wel eens an ders over deze zaak hadden gedacht en gesproken; maar dat is nu eenmaal den aard van het beestje. Zoo b.v. de heer Tydeman. die gezegd had, dat hij in Thor- becke's uitspraak, dat het algemeen kies recht in de lijn der ontwilfkehng van de staatsgeschiedenis zijner eeuw lag, een hart versterking had gevonden om zich bij den eisch van A. K. neer te leggen. De heer Marchant vond het tioodig er aan te her inneren, dat, als hij vroeger in de meeting voor A. K. streed, en zich tegenover de partijgenooten van den heer Tydeman zich dan op de genoemde uitspraak van Thor- becke beriep, hij altijd te hooren had ge kregen, dat hij van Thorbecke niets be- grecp. i Na een uitvoerige en ran veel weten schappelijke kennis getuigende bestrijding van het historische materialisme en een uiteenzetting, dat do V.-D. ook wel zouden willen hebben een wezenlijk organisch kiesrecht, kwam de echte vrijzinnig-demo craat weer voor den dag, die in de S. 'D. A. P. zijn grootsten concurrent ziet, en zoo werd er dan een uitvoerig vertoog ten beste gegeven, om te. bewijzen, dat de so ciaal-democraten niet het recht hebben den lof voor zich alleen op te eischen, dat zij veel voor het A. K. zouden hebben gedaan. Dit was alles heel aardig, en op vele -punten kregen de mannen ran de S. D. A. P. flinke en niet onverdiende knauwen, maar wij zouden zeggen: Waar dient dat alles nu voor, nu dn en gaza- menlijk hetzelfde wil bereiken? En al zijn wij het met den afgevaardigde uit Deventer eens, dat de Concentratie de eindoorzaak is geworden, dat er Algemeen Mannen- kiesrecht komt; men moet aan den anderen kant niet vergeten, dat, als de Vrije Libe ralen ten slotte voor den cisch ran A. K. zijn gezwicht, dit toch zeker niet guiten alle politieke overwegingen om is gegaan. In 1909 was hun Kamerfractie reeds tot 4 teruggebracht, en als zij aan den wijzer van de Kiesrechtklok waren blijven hangen, zou, naar onze meening, hun partij hetzelf de lot hebben ondergaan, wat aan de con servatieve partij in de Kamer eens ten deel viel, de partij, waarvan Wintgens, Corver Hooft en Schimmclpennïnck de laat ste representanten waren; zij zou n.l. den weg van alle vleesch zijn gegaan. Wat het 'Algemeen Vrouwenkiesrecht betreft blijft de heer Marchant onverbeterlijk opti mist. Nu mr. Troelstra het reeds heeft losgelaten, zooals de heer „De Muralt zoo juist heeft opgemerkt, houdt hij maar vol, dat Rechts en Links het daarover nog wel eens zoudén kunnen worden, een hou ding, die zich alleen daardoor laat verkla ren, dat de afgevaardigde voor Deventer niet alleen buitengewoon warm voorstan der is van de zaak zelve, maar, dat hij'den kiesrechtvrouwen heeft voorgespiegeld dat te bereiken zou zijn, wat beter politiek inzicht haar van meet 'af aan als absoluut onbereikbaar had 'moeten doen beschou wen. In de oplossing van het onderwijs vraagstuk. ziet hij behalve een ondersvijs- belang, ook dit voordeel, dat daardoor de scherpte der anti-these zal verminde ren, waardoor de zoo noodige samenwer king tusschen beide zijden van de Kamer op menig .gebied mogelijk zal worden ge maakt En toen kwam de heer Eerdmans, sterk in zijn afkeer van alle confessioneel onder wijs, sterk in zijn verzet tegen het voor gestelde art. 192, maar zwak daarin, dat hij de eigenlijke consequentie van zijn stand punt niet aandurft; hij moest op zijn stand punt alle subsidie aan de bijzondere school willen schrappen; hij moest' als de laat ste der Mohicanen, de oude Lieftinck, toen ter Laan er aan herinnerde, dat de wet- Mackay er "in 1889 met hulp der liberalen was gekomen, een „stom genoeg" laten weerklinken. Zijn rede was ontegenzegge lijk mooi, academisch van constructie en indrukwekkend door diepgevoelde overtui ging, en toch deed dit halve standpunt aan dien indruk afbreuk, en bezorgde zij hem de niet onverdiende interruptie, van den heer Ketelaar :„U wilt terug naar vóór 1889. Beken dat nu maar." Ja, dat zou de heer Eerdmans wel wil len, als hij ,kon, maar deze hoogleeraar heeft te veel historisehen zin, om niet te begrijpen dat zulks onmogelijk is. Of de liberalen in 1889 al of niet goed deden subsidie aan het bijzonder onderwijs te geven, kon nu voor den staatsman geen vraag meer wezen, uit 1889 moest vroeger of later de financieele gelijkstelling voortko men, en die is dos te noodzakelijker gewon den, waar, ons onderwijs in al zijn gele dingen door den politieken schoolstrijd zoo enorm heeft geleden- Aardig,^ ja, geestig, was de qualifies tie van Minister Cort van der Linden als stich ter der Pacificatie. „Er is," zoo zei spre ker, „geen enkele geestelijke gesteldheid, of zij is samengesteld uit verschillende bo- standdeelen. Daarvoor geldt ook de schei kundige wet, dat, wanneer in een voor werp verschillende bestanddeelen voorko men, een daarvan zoo in kracht lean toene men, dat den aard van het voorwerp daar door geheel verandert. Dat noemt men de werking van den katalysator." Nu is de Minister liberaal. Het liberalis me draagt in zich een zekere mate van verdraagzaamheid. Een zekere mate, want men moet er op bedacht zijd zelf te blij ven leven. Maar die mate heeft bij den Minister een omvang aangenomen, die de werking kon krijgen van een Katalysator, die de partijen geheel kan doen verdwij nen." Dit was alles zeer aardig gezegd, edoch met aardige redevoeringen komt man er niet nicer. Men moot precies weten wat men wil, en de fout ,van de tegen standers van Üe bevrediging is, dat zij' alleen weten wat zij niet willen. De vraag gaat er thans over, of de Overheid gelijke zorg voor beide takken van onderwijs zal .hebben opdat ze goed zullen zijn, of dat zij het' bijzonder onderwijs, dat nu toch reeds voor 2/3 uit de Staatskas wordt betaald, aan eigen lot zal overlaten. Voor die vraag staat do staatsman, al> kan de theoloog Eerdmans zich daarvan afmaken. Trouwens, de afgevaardigde voor Rotterdam III heeft geen. vezel' staatsmanswijsheid aan het lijf; hoe kon hij anders, als Kamerlid op het Concontratieprogram gekozen, verklaren dat 'hij met het Algemeen Mannenkiesrecht ge rust nog eenige jaren geduld wilde heb ben, als de Minister zijn voorstellen in zake art. 192 terug nam? In welk licht komt een bestrijder van art. 192 door zulk een optreden van hen, die gaarne het erg ste gèlooven, te staan. Niet ieder heeft het voorrecht dezen hoogleeraar te ken nen zooals wij, on al staan wij in zake art. 192 lijnrecht tegenover hem, wij zul len hem altijd achten om de eerlijkheid zijner overtuiging. 1 Ten slotte nog iets over de rede van den ,heer Nolens, aan wien de hoer Loeff vriji- weli de behandeling van art. 192 hoeft overgelaten; hij heeft, om dit als eerst gewichtig punt te noemen, allen twijfel weg genomen omtrent de bedoeling van den heer Loeff, toon deze zeide, dat hjj 'zich geen enkele wijziging wilde laten welge vallen. Deze uiting heeft aan do Linker zijde bij sommigen de meening doen post vattan, dat iedere letter in het voorgestelde artikel1 voor zijn partij wet van Perzen en Meden zou zijn. Klaar, zoo is het niet, want met eenigen nadruk zei de spreker, dat hij, juist zooal's do heer Loeff deed, 5n het midden moest laten of wijzi ging in de redactie, die voor «hem góed onaannemelijk was, voor Rechts ee.11 on overkomelijke hinderpaal zou worden om aan de Grondwetsherziening mode te wer kjaar, anders dan de heer Lobman, wil hij de stemming reeds bij eerste en niet bij de tweede lering over art. 192 aan de stemming over art. 80 doen voorafgaan. Waar aan de Rechterzijde geen bezwaar bestaai tegen art. 80, maar bij sommi gen van de linkerzijde wel tegen art. 192, wil bij geen kat in den zak koopen. Wij zouden willen vragen, of dat nu geen over bodige voorzichtigheid is, waar Rechts in deze zoo veilig is als een kind op moe ders schoot, niet alleen omdat het reeds vaststaat dat de overgroote meerderheid van Links haar stemmen aan art. 192 zal geven, maar omdat de vrienden van den heer Nolens in de Eerste Kamer zoo verre in do meerderheid zijn. 1 Wij moeten veel redevoeringen laten lig gen, hadden de sprekers dat ook maar ge daan; men had waarlijk wel toegekund met de redevoeringen der partijleiders plus die van de hoeren Loeff, Gerhard en Eerd mans. Maar het schijint wel, alsof er een koortsachtig verlangen bij de Kamerleden is opgekomen om te spreken bij de „Grond-, wetsherziening". Eén punt willen wij echter nog relevee- ren, dat door de heoren van Doom cn Rutgers is aangeraakt; het geldt de 15 pre sentiegeld, die de Regeering hij nota van wijziging voor liet bijwonen der zittingen heeft voorgesteld. Beide afgevaardigden moesten daarvan niets hebben, eii het was vooral de afgevaardigde voor Gouda, die het den Minister zeer euvel nam, dat hij dit presentiegeld had verdedigd met de op merking, dat het oen middel kon worden om ,liet toenemend absenteïsme tegen to gaan. Wanneer is het absenteïsme, zoo vroeg de heer Van Doorn met recht, oor zaak geweest, dat de Regeering haar inge diende wetsontwerpen niet op tijd zag be handeld, en dan nog wel in een Kamer, die zoo afgebeuld wordt door overstelpen de werkzaamheden als met de onze het geval is. Wij vreezen, dat de Minister, geheel te goeder trouw, min of meer onder den in druk is gekomen van sommige couranten- schrijvers, die er pleirier in hebben op do Tweede Kamer af te geven, en deze hebben natuurlijk gemakkelijk spel, waar de onkundigen op dit gebied niet beter' •weten, dan da,t de spreker in de Kamer iemand is, die de 99 andere leden tot toehoorders heeft, even stil op hun bankje zittende, als mpnschen die in de kerk naar de preek luisteren. Dit zou natuurlijk ma ken, dat ieder Kamerlid van alle andere bezigheid zou moeten afzien, wat in de eerste plaats in het groote nadeel van do Kamer zelve zou wezen, want de Kamer moet zooveel mogelijk bestaan uit menschen die contact hebben met het practische leven, daarbuiten. Laat men veel liever dan fö presentiegeld voor een zitting, oen boet» stellen op het niet aanwezig zijn bij de stemming of op een afwezigheid, die bet openen der vergadering op hetvastgestel de uur onmogelijk maakt, cn de vergoeding maken tot wat zij zijn moet. De tweede week der behandeling deï Grondwetsherziening heeft ons versterkt in de overtuiging, dat deze in behouden ha ven komt. f 1 Sport. Voetbal. Ned. Voetbalbond. Amsterdam: Blauw Wit'Sparta. Tweede klasse B: 1 AmsterdamV. R. A.—D. V. V. Rotterdam: R, F. G.Concordia. Leiden: AjaxXerxes. Tweede klasse C: Gorcum: Unit asHermes. Derde klasse- A 'Vlaardingen: Fortuna0. D. S. Rotterdam: R. S. en G. V.-—Leonidas.' LycurgusU. D. I. Derde klasse B: 1 GoudaGoudaExcelsior. Vlaardingen: V. F. C.U. S. C. Rotterdam: TransvaliaC. V. V. Reserve tweede klasse A: Delft: D, H. C. II—Xerxes II. -Schiedam: S. V. V. II—D. V, .V, H. Rotterdam: Excelsior IIFortuna II. Reserve tweede klasse R: 1 Dordrecht: D. F. C. Ill -Hermes II. t Rotterdam: Feijenoord IID. V. S. II. V. 0. C. IllNeptunus II. Sparta IIILeonidas II. t i i 1 i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 5