69"* Jaargang
Zaterdag 28 October 1916
No 15281
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
Deze courant verschijnt <1 a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingea fL 1.25, franco
per post £1. 1.G5.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks aangenomen,
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeben des middags vóór eea
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs dear Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
20 cents. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
biervan zijn. gratis aan het Bureau te .bekomen.
Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge
geven, slechts 2 maai berekend.
Intercommunale Telefoon No. .103.
De red e voed nge ns tr oom houdt steeds
aan, en het zou ons bestek verre te bo
ven gaan, als wij van alle heel veel zeg
gen zouden; we moeten dus selectie ma
ken, en wijden dus in hoofdzaak onze aan
dacht aan de redevoeringen van de partij
leiders Van der Voort van Zijp, Loeff, Mar-
chant en Nolens, om dan tekomen tot den
'bestrijder 5 outrance van de pacificatie,
prof. Eerdmans.
Over de rede van. den heer v. d. Voort
v. Zijp hebben wij: verleden week reeds
een enkel woord gezegd, en nu, nadat
hij uitgesproken heeft, moesten wij ander
maal tot ons zelvcn zeggen: Wij benijden
hem zijn positie niet; is dit Kamerlid
partijleider of partijlijder? Als men be
denkt, dat deze afgevaardigde tot taak
had zich de mogelijkheid met af te snij
den om ten slotte met art 192 mee te
gaan, en daarnaast toch zoowat alle be
zwaren te moveexen, die door „De Stan
daard" daartegen zijn ingebracht, dan kan
men niet anders zeggen, dan dat hij koord-
danserswerk had te verrichten, en dat
alles natuurlijk onder den invloed van
den grooten man uit de Kanaalstraat Aan
genaam werk was ljet zeker niet en de
aard daarvan geeft de verklaring van het
feit, dat geen der anti -revol ationimire rni-
nisteïs uit het kabinet-Heemskerk "zich weer
beschikbaar gesteld hebben voor de actieve
politiek, zij waren niet goliënd van een
regisseur, die achter de coulissen aan d,e
touwtjes trekt En zoo kregen wij dan
te hooren, dat het noodig is, dat in de
additioneele artikelen de oudenvijsvoorstel-
len zullen worden opgenomen, omdat men
geen vertrouwen kan hebben in de Linker
zijde, omdat deze niet als één man gelijke
lijk over de Pacificatie denkt. En o<m dit
te bewijzen werden aiierlei uitspraken van
partijvergaderingen en enkelingen onder de
loupe bekeken, en dat alles om tot de
conclusie te komen: „Dat is verdacht."
En anders dan de heer De Savomïn Leh
man heeft hij piet liet volle vertrouwen
in de toekomst, en wenseht hij zijn ideaal
„de vrije school regel, de openbare school
aanvulling" niet prijs te geven.
Anders dan de heer de Savornin Leh
man, daar kwam de aap uit de mouw.
Do heele Bevrediging is een strijd gewor
den tusschen Dr. Kuyper en den heer de
Savornin Lohman. Do eerste heeft van meet
af aan de zaak niet gewild; naar ons
idee, omdat hij den strijd voor de vrije
school als -regel nog het eenige cement
vond dat de steeds meer uiteenvallende
Coalitie hijeen. hield: de laatste heeft van
het begin af aan de finale regeling van de
schoolquaestie, waarvan de financieele ge
lijkstelling de hoeksteen is, met warmte
aanvaard, omdat hij daarin zag 9e bekro
ning van den jaren langen strijd doorhem
gevoerd. En in dezen strijd met Dr. Kuyper
is Lohman ganschelijk overwinnaar gewor
den, en dat niet alleen omdat de Roomsch-
Katholieken in dezen den leider der anti-
revolutiomnaire partij, wiens papieren roods
lang bij hen dalende zijn, in den steek
hebben gelaten, maar omdat ook in eigen
partij velen, zooals b.v. de heer van der
Molen, vrijwel aan de zijde van den heer
Lohman staan. i
Het was dus voor den heer van der
Voort van Zijp een tegenspartelen, waar
door de schijn moest gered worden, maar
politieke beteekenis had dit alles niet, al
blijft Lohman dap. ook in de Kuyperiaan-
sclio pers de aangevochten man; vooralzijin
uiting, dat niet de ouders, maar alleen
de "Overheid, in staat is voor goed on
derwijs te zorgen, heeft kwaad bloed gezet.
Ook over het kiesrecht heeft de afge
vaardigde voor Tietjerksteradeel het Kuy-
periaanschelesje opgezegd. Geen bezwaar
tegen uitbreiding van het kiesrecht, maar
wel1 tegen den grondslag daarvan, die „or
ganisch" moet wezen; tegen vrouwenkies
recht, en als dat er moet komen, dan
maar het eerst aan de gehuwde .vrouw,
„die in den vollen zin des «woords de
taak vervult, haar door God gegeven," en
tegen stemplicht. i
Wat het vrouwenkiesrecht betreft, kwam
de heer Reumer de zaak later nog wait
bader verklaren door de uiting, dat er wel
geen enkele tekst in de Schrift 'is, die
vrouwenkiesrecht verbiedt, maar dat het
streven nhar kiesrecht door de vrouwen
onderdeel1 is van gansch een beweging,
die tegen 'Gods Woord ingaat, omdat ze
de vrouw onttrekken wil aan haar aange
wezen taak, die in het gezin ligt. Wij zou
den den afgevaardigde voor Kampen na
deze woorden den gemoedelijken raad wil
len geven, zich niet te wagen aan een
ontmoeting met de vrouwelijke kiesrecht-
brigade op het Binnenhof.
De rede van den heer Loeff, die over
art. 80 als spreker voor de Katholieke
Kamerclub optrad, (de heer Nolens heeft
voor zich het onderwijsartikel gereserveerd.)
werd in zekere spanning verbeid. Hij begon
met eenige algemieene opmerkingen, waar
uit bleek, dat ook hij tot de leden behoor
de, die de Grondwetsherziening gaarne op
hreeden basis hadden zien opgebouwd. En
zoo bereed hij zijn oude stokpaardje, toen
hij het betreurde, dat de Minister de groote
vraag niet had opgelost of in de formatie
van onzen Staat ook plaats mag en moet
zijn voor andere organisaties dan pro vin
cies, gemeenten en waterschappen. Wat
hiermee bedoeld wordt is duidelijk, wan
neer men zich herinnert dat het grootste
bezwaar van den heer Loeff tegen de Ra
den wet van Talma, altijd dit geweest is,
dat daarbij aan de Raden van Arbeid be
voegdheden zouden worden foegekend, dio
onze Grondwet alleen aan provincies, ge
meenten en waterschappen geeft. Maar
dio quaestie is toen nooit uitgevochten.
In de tweede plaats betreurde hij het
dat de Minister de wijzigingen in art. 80
en in art 192 voorgesteld, niet" tot één
ontwerp had vereenïgd. Dan had er geen
onrust behoeven verwekt te worden door
de vraag welk varu'de beide ontwerpen
het eerst in discussie, en vooral welk van
de beide het eerst in stemming zal moeten
worden gebracht. Men. zal zeggen, ja, dat
ware veel eenvoudiger geweest, maar wij
hebben het idee, dat als de Minister aan
het woord zal komen wat vooreerst
nog niet het geval zal zijn hij dan niet
alleen zal wijzen op "het feit, dat zulks
nooit bij Grondwetsherziening is geschied,
maar dat hij wellicht ook zal 'Laten door
schemeren dat hij door aldus te doen, al
van heel weinig vertrouwen in de cle-
ricale meerderheid in de Eerste Kamer zou
hebben laten blijken; dat de samenkop
peling van de twee wijzigingen in één ont
werp beschouwd zou kunnen worden als
een middel om het onze senaat onmogelijk
te maken art. 192 aan te nemen en art. S0
te verwerpen. Nu lijkt het ons ondenkbaar
dat als de Grondwetsherziening met oen
flinke meerderheid door de Tweede Kamer
wordt aanvaard, de Eerste Kamer haar
ooit schipbreuk zou doeu lijden, maar dat
is zeker geen reden voor Cort van der
Linden, die altijd van buitengewone hoffe
lijkheid is voor den politieken tegenstan
der, cm zelfs den kwaden schijn niet te
vermijden. t
Juist andersom dan voort den heer TroeJ-
slra, zoo zoido de hoer Loeff, toen hij de
zaak, waarom het ging, abordeende, was art.
80 voor de Katholieken eene zaak van op
portuniteit en art 192 er oen van' beginsel,
omdat zij do finaaeiéolo gelijkstelling tus-
schen openhaar en bijzonder onderwijs be
schouwen als een reciht Daarom brengt hij
dan ook niet als de hoeren de Meester en
Troalstra den Minister hulde voor rle oplos-
snig van liet kiesrecht-vraagstuk, maar voor
de erkenning Van het goed recht van het
bijzonder onderwijs.
De kiesrechlzaak is dus voor de Katho
lieken een zaak van appreciatie; misschien1
is bij enkelen Van hen' het vrouwenkiesrecht
een beginselzaak, maar Zij hebben geen be
zwaar, de kicsrechtvruclit, die thans rijp
aa raden Loom hangt, te doen! plukken. En
ondeugend Honk het aan! het adres ran den
heer Troelstra: Als gij u er op beroemt,
dat ge reeds 25 jaar lang propageert voor
Algemeen KlannenHesrecht, bewijst gij daar
mede slechts, dat gij de vrucht hebt willen
plukken toen. die nog niet rijp was. Na
tuurlijk had hij en zijne vrienden liever
organisch kiesrecht gehad, maar spreker
ziet ,zecr goed in, dat men niet op den!
weg kam terugkecren, die men n'u bijna
honderd jaar lang heeft' bewandeld, en) met
deze beleefde buiging voor het organisch
kiesrecht, kan men zeggen, dat de Katho
lieken er voorgoed afscheid van hebben ge
nomen, en dat dit in! fret politieke mauso
leum js bijgezet De Katholieken zullen het
Algemeen Mannenkiesrecht aanvaarden als
historische noodzakd ijfcheid, en i:lat te eer
der pmdat dè Katholieken van de Kieswet
van Houten hebbengeleerd, dat het niet
mogelijk is goéde kenteekenen "te vinden.
Het passier vrouwenkiesrecht wordt door
hen aanvaard, waar fiet reeds op velerlei
gebied bestaat en gunstig werkt, en wat het
actief vrouweriMcsxedit betreft; trjd zal het
eerst wezen daarover te spreken, als dat
aan do orde komt, en dat was volgens spre
ker piet aan de o.tde, daar de Regeermg
niet verder gaat dan lie grendels van! de
deur fe schuiven, waardoor de aan de
lOpde gtóUijng mogelijk wopdt .Van Evenre
dige Vertegenwoordiging en Stemplicht zijn!
de Katholieken voorstanders.
En wat art- 192 aangaat, hij aanvaardt
het, maar dan ook zonder wijziging. De
Katholieken begrijpen niet, dat men van
sommige rijde maar steeds blijft hameren op
dezelfde eischen "van deugdelijkheid, waar
juist do toekomst den. strijd zal vervor
men tot een. wedstrijd van het meest den
delijke onderwijs. Van additioneele artike
len in zake art, 192 wil hij niet weten, om
dat daardoor de gehoele zaak zou mis
lukken dit kan Dr. Kuyper in rijn zak
steken, pm. het maar eens populair uit te
drukken alleen drong hfij aan! op een
additioneel artikel, waarvan de termijn zou
wonden ynstgesteld, binnen welken de wijzi
ging in de L. O.-wet, noodzakelijk gemaakt
door de verandering van art 192, zou wor
den vastgelegd.
Dus, geen wijziging. Zou dat nu
willen zeggen, dat de .katholieken ziohpor
se tegen elke redactiewijziging zouden ver
zotten, zelfs tegen een, die de bedoeling
van art. 192 niet verandert, maar verdui
delijkt? Wij zullen dat afwachten, maar
gelooven er niet aan, omdat de Bevredi
ging ook door de katholieken ernstig wordt
gewild, en omdat zij veel te practisch zijn
om de zaak te laten mislukken door een
strijd over woorden.
De heer Mar chant heeft zeer lang ge
wacht om zich als spreker te laten in
schrijven, misschien zelfs iets te lang, maar
daar hij zeer strijdlustig is aangelegd, komt
hij graag laat, omdat hij dan strijdmate
riaal kan putten uit de redevoeringen zij
ner modeleden. En, vreemd genoeg, in
plaats van nu blij te zijn, dat het zoover
was dat het verzet in de Tweed© Kamer
tegen algemeen kiesrecht geheel was op
gegeven, kregen dezo en gene eén veeg uit
den pan, omdat zij vroeger wel eens an
ders over deze zaak hadden gedacht en
gesproken; maar dat is nu eenmaal den
aard van het beestje. Zoo b.v. de heer
Tydeman. die gezegd had, dat hij in Thor-
becke's uitspraak, dat het algemeen kies
recht in de lijn der ontwilfkehng van de
staatsgeschiedenis zijner eeuw lag, een hart
versterking had gevonden om zich bij den
eisch van A. K. neer te leggen. De heer
Marchant vond het tioodig er aan te her
inneren, dat, als hij vroeger in de meeting
voor A. K. streed, en zich tegenover de
partijgenooten van den heer Tydeman zich
dan op de genoemde uitspraak van Thor-
becke beriep, hij altijd te hooren had ge
kregen, dat hij van Thorbecke niets be-
grecp. i
Na een uitvoerige en ran veel weten
schappelijke kennis getuigende bestrijding
van het historische materialisme en een
uiteenzetting, dat do V.-D. ook wel zouden
willen hebben een wezenlijk organisch
kiesrecht, kwam de echte vrijzinnig-demo
craat weer voor den dag, die in de S. 'D.
A. P. zijn grootsten concurrent ziet, en zoo
werd er dan een uitvoerig vertoog ten
beste gegeven, om te. bewijzen, dat de so
ciaal-democraten niet het recht hebben den
lof voor zich alleen op te eischen, dat
zij veel voor het A. K. zouden hebben
gedaan. Dit was alles heel aardig, en op
vele -punten kregen de mannen ran de
S. D. A. P. flinke en niet onverdiende
knauwen, maar wij zouden zeggen: Waar
dient dat alles nu voor, nu dn en gaza-
menlijk hetzelfde wil bereiken? En al zijn
wij het met den afgevaardigde uit Deventer
eens, dat de Concentratie de eindoorzaak
is geworden, dat er Algemeen Mannen-
kiesrecht komt; men moet aan den anderen
kant niet vergeten, dat, als de Vrije Libe
ralen ten slotte voor den cisch ran A. K.
zijn gezwicht, dit toch zeker niet guiten
alle politieke overwegingen om is gegaan.
In 1909 was hun Kamerfractie reeds tot 4
teruggebracht, en als zij aan den wijzer van
de Kiesrechtklok waren blijven hangen,
zou, naar onze meening, hun partij hetzelf
de lot hebben ondergaan, wat aan de con
servatieve partij in de Kamer eens ten
deel viel, de partij, waarvan Wintgens,
Corver Hooft en Schimmclpennïnck de laat
ste representanten waren; zij zou n.l. den
weg van alle vleesch zijn gegaan. Wat
het 'Algemeen Vrouwenkiesrecht betreft
blijft de heer Marchant onverbeterlijk opti
mist. Nu mr. Troelstra het reeds heeft
losgelaten, zooals de heer „De Muralt zoo
juist heeft opgemerkt, houdt hij maar vol,
dat Rechts en Links het daarover nog
wel eens zoudén kunnen worden, een hou
ding, die zich alleen daardoor laat verkla
ren, dat de afgevaardigde voor Deventer
niet alleen buitengewoon warm voorstan
der is van de zaak zelve, maar, dat hij'den
kiesrechtvrouwen heeft voorgespiegeld dat
te bereiken zou zijn, wat beter politiek
inzicht haar van meet 'af aan als absoluut
onbereikbaar had 'moeten doen beschou
wen. In de oplossing van het onderwijs
vraagstuk. ziet hij behalve een ondersvijs-
belang, ook dit voordeel, dat daardoor
de scherpte der anti-these zal verminde
ren, waardoor de zoo noodige samenwer
king tusschen beide zijden van de Kamer
op menig .gebied mogelijk zal worden ge
maakt
En toen kwam de heer Eerdmans, sterk
in zijn afkeer van alle confessioneel onder
wijs, sterk in zijn verzet tegen het voor
gestelde art. 192, maar zwak daarin, dat
hij de eigenlijke consequentie van zijn stand
punt niet aandurft; hij moest op zijn stand
punt alle subsidie aan de bijzondere school
willen schrappen; hij moest' als de laat
ste der Mohicanen, de oude Lieftinck, toen
ter Laan er aan herinnerde, dat de wet-
Mackay er "in 1889 met hulp der liberalen
was gekomen, een „stom genoeg" laten
weerklinken. Zijn rede was ontegenzegge
lijk mooi, academisch van constructie en
indrukwekkend door diepgevoelde overtui
ging, en toch deed dit halve standpunt
aan dien indruk afbreuk, en bezorgde zij
hem de niet onverdiende interruptie, van
den heer Ketelaar :„U wilt terug naar vóór
1889. Beken dat nu maar."
Ja, dat zou de heer Eerdmans wel wil
len, als hij ,kon, maar deze hoogleeraar
heeft te veel historisehen zin, om niet te
begrijpen dat zulks onmogelijk is. Of de
liberalen in 1889 al of niet goed deden
subsidie aan het bijzonder onderwijs te
geven, kon nu voor den staatsman geen
vraag meer wezen, uit 1889 moest vroeger
of later de financieele gelijkstelling voortko
men, en die is dos te noodzakelijker gewon
den, waar, ons onderwijs in al zijn gele
dingen door den politieken schoolstrijd zoo
enorm heeft geleden-
Aardig,^ ja, geestig, was de qualifies tie
van Minister Cort van der Linden als stich
ter der Pacificatie. „Er is," zoo zei spre
ker, „geen enkele geestelijke gesteldheid, of
zij is samengesteld uit verschillende bo-
standdeelen. Daarvoor geldt ook de schei
kundige wet, dat, wanneer in een voor
werp verschillende bestanddeelen voorko
men, een daarvan zoo in kracht lean toene
men, dat den aard van het voorwerp daar
door geheel verandert. Dat noemt men de
werking van den katalysator."
Nu is de Minister liberaal. Het liberalis
me draagt in zich een zekere mate van
verdraagzaamheid. Een zekere mate, want
men moet er op bedacht zijd zelf te blij
ven leven. Maar die mate heeft bij den
Minister een omvang aangenomen, die de
werking kon krijgen van een Katalysator,
die de partijen geheel kan doen verdwij
nen." Dit was alles zeer aardig gezegd,
edoch met aardige redevoeringen komt man
er niet nicer. Men moot precies weten
wat men wil, en de fout ,van de tegen
standers van Üe bevrediging is, dat zij' alleen
weten wat zij niet willen. De vraag gaat
er thans over, of de Overheid gelijke zorg
voor beide takken van onderwijs zal .hebben
opdat ze goed zullen zijn, of dat zij het'
bijzonder onderwijs, dat nu toch reeds voor
2/3 uit de Staatskas wordt betaald, aan
eigen lot zal overlaten. Voor die vraag
staat do staatsman, al> kan de theoloog
Eerdmans zich daarvan afmaken. Trouwens,
de afgevaardigde voor Rotterdam III heeft
geen. vezel' staatsmanswijsheid aan het lijf;
hoe kon hij anders, als Kamerlid op het
Concontratieprogram gekozen, verklaren dat
'hij met het Algemeen Mannenkiesrecht ge
rust nog eenige jaren geduld wilde heb
ben, als de Minister zijn voorstellen in
zake art. 192 terug nam? In welk licht
komt een bestrijder van art. 192 door zulk
een optreden van hen, die gaarne het erg
ste gèlooven, te staan. Niet ieder heeft
het voorrecht dezen hoogleeraar te ken
nen zooals wij, on al staan wij in zake
art. 192 lijnrecht tegenover hem, wij zul
len hem altijd achten om de eerlijkheid
zijner overtuiging. 1
Ten slotte nog iets over de rede van den
,heer Nolens, aan wien de hoer Loeff vriji-
weli de behandeling van art. 192 hoeft
overgelaten; hij heeft, om dit als eerst
gewichtig punt te noemen, allen twijfel weg
genomen omtrent de bedoeling van den
heer Loeff, toon deze zeide, dat hjj 'zich
geen enkele wijziging wilde laten welge
vallen. Deze uiting heeft aan do Linker
zijde bij sommigen de meening doen post
vattan, dat iedere letter in het voorgestelde
artikel1 voor zijn partij wet van Perzen
en Meden zou zijn. Klaar, zoo is het niet,
want met eenigen nadruk zei de spreker,
dat hij, juist zooal's do heer Loeff
deed, 5n het midden moest laten of wijzi
ging in de redactie, die voor «hem góed
onaannemelijk was, voor Rechts ee.11 on
overkomelijke hinderpaal zou worden om
aan de Grondwetsherziening mode te wer
kjaar, anders dan de heer Lobman, wil
hij de stemming reeds bij eerste en niet
bij de tweede lering over art. 192 aan de
stemming over art. 80 doen voorafgaan.
Waar aan de Rechterzijde geen bezwaar
bestaai tegen art. 80, maar bij sommi
gen van de linkerzijde wel tegen art. 192,
wil bij geen kat in den zak koopen. Wij
zouden willen vragen, of dat nu geen over
bodige voorzichtigheid is, waar Rechts in
deze zoo veilig is als een kind op moe
ders schoot, niet alleen omdat het reeds
vaststaat dat de overgroote meerderheid
van Links haar stemmen aan art. 192 zal
geven, maar omdat de vrienden van den
heer Nolens in de Eerste Kamer zoo verre
in do meerderheid zijn. 1
Wij moeten veel redevoeringen laten lig
gen, hadden de sprekers dat ook maar ge
daan; men had waarlijk wel toegekund met
de redevoeringen der partijleiders plus die
van de hoeren Loeff, Gerhard en Eerd
mans. Maar het schijint wel, alsof er een
koortsachtig verlangen bij de Kamerleden
is opgekomen om te spreken bij de „Grond-,
wetsherziening".
Eén punt willen wij echter nog relevee-
ren, dat door de heoren van Doom cn
Rutgers is aangeraakt; het geldt de 15 pre
sentiegeld, die de Regeering hij nota van
wijziging voor liet bijwonen der zittingen
heeft voorgesteld. Beide afgevaardigden
moesten daarvan niets hebben, eii het was
vooral de afgevaardigde voor Gouda, die
het den Minister zeer euvel nam, dat hij
dit presentiegeld had verdedigd met de op
merking, dat het oen middel kon worden
om ,liet toenemend absenteïsme tegen to
gaan. Wanneer is het absenteïsme, zoo
vroeg de heer Van Doorn met recht, oor
zaak geweest, dat de Regeering haar inge
diende wetsontwerpen niet op tijd zag be
handeld, en dan nog wel in een Kamer,
die zoo afgebeuld wordt door overstelpen
de werkzaamheden als met de onze het
geval is.
Wij vreezen, dat de Minister, geheel te
goeder trouw, min of meer onder den in
druk is gekomen van sommige couranten-
schrijvers, die er pleirier in hebben op
do Tweede Kamer af te geven, en deze
hebben natuurlijk gemakkelijk spel, waar
de onkundigen op dit gebied niet beter'
•weten, dan da,t de spreker in de Kamer
iemand is, die de 99 andere leden tot
toehoorders heeft, even stil op hun bankje
zittende, als mpnschen die in de kerk naar
de preek luisteren. Dit zou natuurlijk ma
ken, dat ieder Kamerlid van alle andere
bezigheid zou moeten afzien, wat in de
eerste plaats in het groote nadeel van do
Kamer zelve zou wezen, want de Kamer
moet zooveel mogelijk bestaan uit menschen
die contact hebben met het practische leven,
daarbuiten. Laat men veel liever dan fö
presentiegeld voor een zitting, oen boet»
stellen op het niet aanwezig zijn bij de
stemming of op een afwezigheid, die bet
openen der vergadering op hetvastgestel
de uur onmogelijk maakt, cn de vergoeding
maken tot wat zij zijn moet.
De tweede week der behandeling deï
Grondwetsherziening heeft ons versterkt in
de overtuiging, dat deze in behouden ha
ven komt. f 1
Sport.
Voetbal.
Ned. Voetbalbond.
Amsterdam: Blauw Wit'Sparta.
Tweede klasse B: 1
AmsterdamV. R. A.—D. V. V.
Rotterdam: R, F. G.Concordia.
Leiden: AjaxXerxes.
Tweede klasse C:
Gorcum: Unit asHermes.
Derde klasse- A
'Vlaardingen: Fortuna0. D. S.
Rotterdam: R. S. en G. V.-—Leonidas.'
LycurgusU. D. I.
Derde klasse B: 1
GoudaGoudaExcelsior.
Vlaardingen: V. F. C.U. S. C.
Rotterdam: TransvaliaC. V. V.
Reserve tweede klasse A:
Delft: D, H. C. II—Xerxes II.
-Schiedam: S. V. V. II—D. V, .V, H.
Rotterdam: Excelsior IIFortuna II.
Reserve tweede klasse R: 1
Dordrecht: D. F. C. Ill -Hermes II. t
Rotterdam: Feijenoord IID. V. S. II.
V. 0. C. IllNeptunus II.
Sparta IIILeonidas II.
t
i
i 1
i