69"* Jaargang,
Zaterdag 11 November 1916
No 15293
Tweede Blad.
Uit de Tweede Kamer.
«I
rf
A
TM
4
Deze courant verschijnt d age 1 ij ks, met uilzondering van Zon- en Feestdaren.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlairdingcn D. 125 tóf™
per post AL 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks, aangenomen.
Advertentien' voos- het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven).
Prijs der AdTertentiën: Van 16 regels Q. 0.92; iedere regel meer
20 ©eats. Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentien bij abonnement op voordeelïge voorwaaiden- Tarieven
hiervan zijn gratis aan hel Bureau te bekomen.
Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tol den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Deze adverlentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge
geven, slechts 2 maal berekend.
Intercommunale Telefoon No. 103.
Er lag een zwaarmoedige stemming over
de Tweede Kamer bij den aanvang van
de zitting van Dinsdag 1.1.; het was den
eersten keer, dat de leden elkaar weer
ontmoetten na het plotseling verscheiden
van den heer Tydeman, die den dag -vóór
zijn dood zich als eerste spreker had laten
inschrijven om op de groote rede van Cort
van der Linden te antwoorden, weinig ver
moedende dat de ore waarin niemand meer
werken kan, voor hem zoo nabij was. Het
gevallig en welgekozen woord, waarmee
de voorzitter, Goeman Borgesius, den afge
storvene herdacht, en waarbij de Regee
ring zich bij monde van den premier aan
sloot, werd door de Kamerleden eerbiedig
staande aangehoord, en menig oog richtte
zich naar de ledige plaats naast Lieftinck,
waar Tiel's afgevaardigde cp enkele maan-
den na 25 jaren neeft gezeten.
Tydeman's heengaan is in 1de teerst0 plaats
voor de Vrije Liberalen een groote slag.
Hij was zoo de ziel van zijn partij dat
men zich die ternauwernood zonder hem
kan voorstellen. En hij geloofde onwrikbaar
in haar levensvatbaarheid; zelfs torn zijn
Kamerfractie in 1909 van 9 op 4 werd
teruggebracht, versaagde hij niet, en op
een spottende opmerking van sociaal-de-
mocratische zijde over dien teruggang, kwam
het afgemeten antwoord, dat ove weging,
waardoor een partij verliezen heeft geleden
en hoe die te herstellen zijn, uitsluitend
aan die partij zelve voorkomt.
Wat afgemeten en vuirect was Tydeman,
zorgvuldig elk woord wikkende en wegen
de; zulks te doen, achtte hij aan de eer
van het Parlement verplicht, en bij de
laatste boutade van zijn buurman Lief
tinck, die tevens zijn vriend was, bedekte
i hij het gezicht met de hand, om niet te
laten zien, dat hij lachte over aardigheden,
die-hij stellig in strijd moet geacht heb
ben met hetgeen de parlementaire stijl
eischt. s
Tydeman was een beslist vrijzinnig man,
al was de toepassing van de vrijzinnige
beginselen, die hij de ware vond, zeker
niet altijd de onze. Voor hem was Ie
triomf van die beginselen het allerhoogste,
en al heeft dit hem wel eens te ver gedre
ven op den weg van het anti-clericalisme,
hij heeft zeker heel veel voor die begin
selen gedaan. Ook was hij heel wat minder
conservatief dan hij werd afgeschilderd. In
1894 was hij voorstander van de Kieswet-
Tak, en-zijn breuk met de liberale Tak-
kianen ontstond eerst bij de ontbinding
der Tweede Kamer, die het gevolg was
van de aanneming van het amendement-
Meijier, omdat hij weigerde de clericale
Takkianen tegenover zittende liberalen te
steunen; hij meende door aldus te hande-
len de kieswet-Tak slechts ten koste van
de vrijzinnige meerderheid -te koopen, en
dat was hem te hoog een prijk. Hij gaf
zijn stem aan de eerste editie-Ongevallen
wet, al werd hij later dan ook, toen hij
zag hoe onmisbaar complement de particu
liere verzekering daarvan is, de warmste
verdediger-daarvan, en "in „den nacht van
-Staal" was hij het die de brug legde, waar
over de b§grooting van dezen minister vei
lig in haar huisje kon komen, en wij ge-
-looven dat ook toen de begeerte om het
vrijzinnig ministerie aan het roer te hou
den, over zijn houding heeft beslist.
Het kan niemand dan ook verbazen,
dat een man van dezen aanleg met groote
.bezorgdheid de Bevrediging' op Oindenvijsr
geiüed aanzag, en de aparte Nota, door
hem aan het Rapport van de Staatscom-
iriissfo toegevoegd, is een doorloopend go-
tuigen vajn %zijn groote (liefde voor dc{
openbare schooT, die er zeker niet min,-
'dèr om Was geworden, doordat Breda zijn'
1 Woonplaats was, en hij te midden van een
katholieke bevolking vertoefde, W&aretnder
.hij' zeker persoonlijke vrienden had, maai;
ïfN Wier beginselen hij onvermoeid bestreed.,
Tech is ook in deze ten, slotte zijn hoa-
is- üng geheel beheerscht door \d© liefde, voor
de vrijzinnig© beginselen, en ld© laatstet
rede, die hrj Bh de .Twééd© Kamer leeft!
--gekoudèn, is er het belwijs van. Toen het
Bfeval zoo kwiam te staan, dat do aam
88y reming van het gewijzigde artikel' 1921
;|4/-"zoo goed als verzekerd was, zag hij, echt
®-^*sï&atsman als hij Was, dat het eenige waf
hem en zijn par(%enooten stond te doen,
i?Was: 'dit art 192 zoo best te doen redi-
Boaren als mogelijk whs, maar dat hij
nooit zóó mocht manoeuvreeren, dat hij
l^nhast een aangenomen art 192 nog een
fok in, de Concentratie (op den kjoopl
zou moeten nemen. i
J^ant Tydeman Was een staatsman, en
T éen van hoog allure. Kiezersvreesj
Jhiem ©;nb?efcê(njd, en hij was toch ju!
zijn district buitengewoon populair, al heeft
hij dan ook nooit naar eenige populariteit
gejaagd; al was hij de man, die bet „neen"
zeggen zoo uitnemend verstond, misschien
Wel een enkele maal te veel en te spoe
dig, maar dan kwam dit, omdat hij zoo
vele anderen zag, die maar ai te bereid
Waren om steeds „ja" te zeggen.'
Persoonlijke eerzucht was hem vreemd,
en dit heeft gemaakt, dai 13 nooit achter
de Mmistersiafel is g-Lomec. ïïij zou dal
wel gedaan hebben als hem een porte
feuille ware aangeboden in een kabinet
met een vrijzinnige meerderheid achter?
zich, maar dat is niet bet serai seweest,
noch in 1905, noch in 1913," en het denk
beeld om afhankelijk tè zijn van de so
ciaal-democraten, w?3 hem gewoonweg oa-
veidraagbjk. Daarom heeft hij feich in
1913 met hand en tand verzet tegen de
vorming van een Concentraiae-kaKaet, wat
wij in hem een fout hébben gevonden,
omdat na de weigering van de portefeuille
door de S. D. A. P. deze in de positie
was gekomen, dat ze ieder, die ze wé!
aanvaardde, uiterst dankbaar moest wezen,
en de historie van het thans zittend kabi
net s-telt ons in deze in het gelijkCort
van der Linden heeft haast geen trouwer
nunistarïeelen dan de sociaal-democraten,
die nu ook weer in zake Vrouwenkies
recht om zoo te zeggen blindelings zijn
leiding volgen. Eindelijk heeft de Con
centratie zelve haar ontstaan voor een
belangrijk ded. aan Tydeman te danken.
Toen hij door het langdurig bewind van
Heemskerk de vrijzinnige beginselen iede-
ren dag meer in gevaar zag komen; toen
hij begreep, dat een blijven van dat mi
nisterie 'tot na 1913 voor de vrijzinnige
beginselen de genadedag zou wezen heeft
hij gemaakt dat het struikelblok; voor
de drie fracties, om tot elkaar te komen,
dat was het verzet van de Vrije liberal®
tegen de invoering van Algemeen Kies
recht uit den weg werd geruimd: dit was
trouwens voor hem geen beginselkwestie,
maar de vraag van wat vroeger of "wat
later. En zijn anti-sodaal-democratische
tendenzen gingen weer niet zoover, dat
hij bij de groote (belangen, die bij de
laatste Statenverkiezingen op bet sped
stonden, niet zou hebben wallen mede-
wierk®, om tot dat compromis met d©
S. B. A. P. bij de herstemming® te komen,
dat door de vrijzinnige beginselen werd
vereischt 1
Mot Tydeman is weer een van onze groote
parlementaire figuren heengegaan, en al is
niemand onmisbaar, en al is er nooit waar-
der woord geschreven, 'ian dat de dooien
hunne docden moeten begraven, zijne plaats
zal moeilijk door een ander te vervul
len zijn.
Over de replieken kunnen wij kort zijn.
omidat er geen© enkele onder was, die wij
als onmisbaar-zouden willen of kunnen
quallficeeren. De heer De Savomin Lob
man deed zijn best om het wantrouwen
van de hoeren Eerdmans, de Mural t, Otto,
Ter Spill, en Lieftinck, ten opzichte van
de inzichten van de Rechterzijde weg le
nemen; bij den he.-r Eerdmans gelukte die
poging in zooverre, dat die verklaarde de
pacificatie wel aan te durven als ér
Rechts alleen Lobman "s zaten, maar zoodra
do hoogleeraar, di© Rotterdam- III vertegen
woordigt, naar Dr. Nolens en diens 24 ge
trouwen kijkt, wordt de anti-papistische
geest vaardig over hem en wordt deze hem
de baas.
Mr. Troelstra hield eone' zeer lange rede,
om nogmaals te bewijzen, dat alle eer van
deze Grondwetsherziening aan de S. D. A.
P, toekomt; de invoering van het Algemeen
Kiesrecht, omdat dit, eerst toen zijne partij
krachtig den schouder onder het wiel zette
op de politiek© programs zou zijn. gekomen.
en de Bevrediging zou reeds voorbereid
zijn door de Groninger motie van 1902. Na
tuurlijk bleef Mr. MarchanE -ttarop het
antwoord niet schuldig» di© ais rechtgeaard
Vrijzimii g-cLeniocraat als een briesende
leeuw ppsp ringt bij de békende sociaal-
democratische aanmatiging om zich voor
de oorzaak te Verklaren van alle goeds,
dat er in Nederland op politiek en sociaal
gebied tot stand kwam; wij.zullen ons in
dezen strijd der politieke neiging niet men-
gen.
Met de zaak' van het Vrouwenkiesrecht
zat de heer Troeistni.ua het „onaannemelijk
■van den Minister, blijkbaar ietwat verleA
gen, het desbetreffende amendement is
firmrMii vervang® door ©en motie, waarm
de urgentie van het Algemeen Kiesrecht
Wordt uitgesproken, plus een verzoek aan
den Minister om pen© -Staatscommissie in
t© stellen, om over- deze zaak haar a_vies
uit te brengen. De heer Cört v^ d® Lm-
dien, hoffelijk als altijd, zou het denkbeeld
zulk een© Staatscommissie in overwe
ging nemen, en over de motie zal op ad
vies van-den heer van Raalte, later wonden
gestemd, en dat is heel verstandig, een©
zuivere stemming daarover krijgt men eerst
als mm gevrijwaard is tegen het gevaar,
dat ri x>r aanneming van die motie, "art SO
zelf iu gevaar kan kamen.
Wij bewonderen de vindingrijkheid van
den heer Troelstra, maar als hij Algemeen
Vrouwenkiesrecht op dit oogenblik inder
daad urgent vond, had hij zijn amendement
vast moeten houden. Met veel genoegen
hoorden wij uit zijn mond, dat men moest
trachten gerustheid in den lande over de
Pacificatie te kweeken, door te zoeken
naar zoo duidelijk mogelijke redactie van
art 192; dit klonk anders dan de quali-
ficatie van verleden week, dat de oppositie
daartegen slechts een „relletje" was. Dat
was heel wat wijzer dam de houding van
den heer Marchant, die maar vol houdt
dat die oppositie enkel uit slecht begrip
voortkomt en dat men de opposanten dan
maar eens precies moet uitleggen, wat de
verschillende zinsneden van art 192 be-
teekenen, maar dat men daarin geen ver
andering moet brengen, die niets anders
is dan "„een biefstukje voor de kiezers".
Dat de Bevrediging zoo iets nieuws is, dat
die vele voorstanders van het openbaar
onderwijs met zorg moet verruilen, schijnt
niet tot den leider der Vrijzïnnig-Etemocra-
i® door te dnngen, evenmin als de waar
heid dat art 192 met groote meerderheid
in de Tweede Kamer aangenomen, min
der waarl wordt als zich daartegen in
den lande een groote agitatie ontwikkelt
Het verwondert ons niet, want al is de
opvolger van Bos zeker een man van groote
bekwaamheden, hij heeft nu eenmaal geen
vezel staatsmansvleesch aan het lijf.
De heeren Visser van Uzendoom en
Eerdmans gaven blip: .van mee te zullen
gaan, als artikel 192 hen verzekerde, dat
het bijzonder onderwijs evengoed zou zijn
als het openbare; de beschuldiging van den
laatste aan het adres van den Minister,
dat hij, onder invloed in zijn Kabinet op
hem uitgeoefend, tot de Berredigingsvoor-
stelien was overgegaan, gaf aanleiding tot
een zeer pijnlijk incident, daar de heer
Cort van der Linden den spreker 'met
grooten nadruk sommeerde zijn beschuldi
ging nader te preciseeren, en te zeggen
of hij daarmede bedoelde: beïnvloed door
de Roomsche staatspartij. Het conflict werd
gelukkig opgelost doordat de heer Eerd
mans zijn woorden geheel terugnam, en
daarvoor zijn verontschuldiging aanbood,
waarop de Minister hem de hand drukte,
waardoor alles weer pais en vree was.
De heer Van der Voort' van Zijp bleef op
bevel van den dictator uit de Kanaalstraat
om additioneele artikelen vragen, waarin
de onderwijsvoorstelien zonden worden
vastgelegd, en dit wordt zéker geen aan
gename taak voor den leider der anti-
revolutionnaire Kamerfractie, nu de bond-
genooten daarvan niet willen weten.
De heer van Idsinga hield een tweede
hoogstaande, academische rede, waarin hij
min of meer een loopje nam met Loh-
man en Kuyper, die Troelstra's zegewagen
van het algemeen kiesrecht hieloen trek
ken, maar die, hoe schoon die ook was,
daarom kracht miste, omdat hij wel zoi wat
hij niet, maar niet wat hij wel -wilde, in dit
opzicht staat hij vrijwel gelijk met de be
strijders der pacificatie, op den heer Otto
dan na, die naast de openbare scholen,
confessioneele Overheidsscholen wil stich
ten, een middel, waaraan natuurlijk nie
mand aan wil, want dan zou de openbare
school, waar ieders godsdienstige gevoelens
worden geëerbiedigd, zeker tot een mini
mum worden gereduceerd. En de heer
Nolens verklaarde zich in zake art. 192 .wel
geheel tevreden te zijn met het voorstel
van de Staatscommissie, dat door de Re
geering is overgenomen, maar bleek niet
geheel ongeneigd mede te werken tot meer
bevredigende redactie, mits daardoor aan
de vrijheid van richting van het ondefwijs
niet te na werd gekomen, mits deze nooit
zon verleenen de vrijheid van de benoe
ming barer onderwijzers en van de keuze
barer leerboeken. Wij voor ons meenen
dat niemand van Links die vrijheid wil
aantasten.
Toen kwam de Minister aan het woord
om het debat te resnmeeren.^Aan den heer
Visser van IJzendoorn, die zulks gevraagd
had, werd geantwoord, dat de Minister in
deze buitengewone omstandigheden zelfs bij
verwerping van zijn voorstellen, zijn post
niet zou verlaten, waardoor dus.de Kamer
haar volle vrijheid behoudt.
Als resultaat van de debatten over art.
192 constateerde hij, dat men het in de
Kamer over drie zaken eens is; lo. dat
de openbare school behouden moet worden;
2o. dat er financieele gelijkstelling moet
komen; 3o. dat er eischen moeten rijn
voor deugdelijk onderwijs. Maar dat men
het niet eens is over de vraag hoe deze
drie desiderata het best in de Grondwet
vast te leggen. Hij achtte het echter niet
onmogelijk hierin was hij toeschietelij
ker dan verleden week 5— ook voor de
eischen van deugdelijkheid een redactie te
krijgen, die alle partijen bevredigde, en
door deze uiting zijn de kansen op het
welslagen van de zaak, die o. i. toch al
zeer groot waren, nog vermeerderd.
Toen kwam art. SO ami de beurt. Het
luidt:
Het recht om de leden der Tweede Ka
mer te kiezen, wordt toegekend aan de
mannelijke ingezetenen, tevens Nederlan
ders, of door de wet als Nederlandsche
onderdanen erkend, die den door de wet
te bepalen leeftijd, welke niet benaden 23
jaren mag zijn,, hebben bereikt en aan de
vrouwelijke ingezetenen, die aan gelijke
voorwaarden voldoen, indien en voor zoo
ver de wet haar daartoe uit hoofde van
niet aan het bezit van maatschappelif-
ken welstand ontleende redenen bevoegd
verklaart.
De wet bepaalt in hoeverre de uitoefe
ning van bet kiesrecht wordt geschorst
voor de militairen, beneden den rang
van officier bij de zee- en de landmacht
voor den tijd. gedurende welken zij zich
onder de wapenen bevinden.
Van de uitoefening van het kiesrecht
zijn uitgesloten zij, wien dat recht bij on
herroepelijke rechterlijke uitspraak is ont
zegd: zij, die rechtens van hun vrijheid
zijn beroofd en zij, die krachtens onherroe
pelijke rechterlijke uitspraak wegens krank
zinnigheid of zwakheid van vermogens,
de beschikking of het beheer over hun goe
deren hebben verloren, of van de ouder
lijke macht of de voogdij over één of meer
hunner kinderen ontzet zijn. Aan onher
roepelijke veroordeeling tot een vrijheids
straf van meer dan een jaar of wege" -
bedelarij of landlooperij, zoomede aan
meer dan twee, binnen een door de wet
te bepalen tijdperk vallende, onherroe
pelijke rechterlijke uitspraken openbare
dronkenschap vaststellende, verbindt de
wet tijdelijk of blijvend het verlies van
het kiesrecht.
De uitoefening van het kiesrecht is
verplicht volgens regels door de wet te
stellen.
De groote verandering is dus, dat dit
artikel Algemeen Mannenktesrecht, los van
alle teekenen van geschiktheid en welstand,
voorschrijft, waarbij alleen zij uitgesloten.
Svorden, die geestelijk maatschappelijk
minderwaardig zijn; dat vrouwenkiesrecht
en evenredige vertegenwoordig;ng worden
mogelijk gemaakt, en stemplicht ingevoerd.
Natuurlijk waren op het artikel tal van,
amendementen ingediend. Daar was een
amendement-Troelstra-iVian Leeuwen, om'
van den 23-jarigen leeftijd den 21 jarigen'
te maken, dat door den heer Troelstra!
werd verdedigd met het argument, dat
zoovele 21-jarige arbeiders reeds een zelf
standige positie hebben.
.Verder een aniendement-Hecres, omtcni
aanzien van het Vrouwenkiesrecht de oor
spronkelijke redactie van. de Regeering te
herstellen en niet te lezen„indien en voor
zoover", maar enkel „voor zoover". Dit'
„indien" was er ingekomen ter wille van'
de tegenstanders van vrouwenkiesrecht;
die den gewonen wetgever ook vrij willen
iaten niets aan vrouwenkiesrecht te doen;
terwijl de schrapping van. die woorden,
zooals de voorsteller terecht aantoonde,'
him den plicht zal opleggen zoo spoedig
mogelijk met een regeling te kexmen
Daar was een amendemeut-Snoeck H®-
kemans-De Visser, om ook, zootds thans
het geval is, de belastingwanbelalers van
bet kiesrecht uit te sluiten, verdedigd mot
het oude adagium, dat, wie in de lasten,
niet wil doelen, geen recht op dé luster)
heeft, en tevens om de arbcidsschuwen van
de stembus te weren. Dit lokte een harts
tochtelijke rede van den beer Kleerekoper
uit, die dit ©en maatregel tegen de arme
wanbetalers noemde, terwijl de rijk© Wan
betaler, d. w. z. hij, die zich veel te laag
in de belastingen opgeeft, van aanneming
van het amendement geen jast zou heb
ben. De heer De Beaufort nam do zaak
practischer, door er op te wijzen, dat hef
amendement zijn doel geheel voorbijschoot,
Want dat het alleen tengevolge zou heb
ben, dat d© belasting van hen. die deze
niet willen betalen, door de politiek© par
tijen zal wórden aangezuiverd, een onder
deel van de ktezerskwéék, die thans reeds
op groote schaal beoefend wordt'
Daar was een ameudementrHugenholtz--
Sannes, om d© tweede alinea van art 80
to schrappen en-dus de schorsing van het
kiesrecht voor mindere militairen te doen,'
verveen. D^d jwias. in. 1887 Sn da Grond
wet gekomen op voorstel van den heed
Roosebóom, al was het dan met de meer
derheid van slechts één stem. en uit vrees
voor ..politiek m de kazerne", maar dia
was er niet gekomen volgens den verde
diger daarvan, zelfs nu de politiek© par
tijen, de sociaal-democratische in de eerste
plaats, zooveel krachtiger politieke pro
paganda maken dan vroeger. i
Daar was eindelijk een amendement-Scha
per om den stemplicht niet in de Grondwet
vast te leggen, maar slechts mogelijk te
maken; mea zou eerst eens af kunnen
wachten, hoe de opkomst onder het nieuwe
regime zijn zal, en een amendement-Nkm-
dels .de sociaai-ieinocrateii zijn over den
stemplicht het niet met elkaar eens, bm
di® geheel te weren, en eindelijk een amen
dement van Nispen tot Sevenaer-Beumer,
omzelfs de mogelijkheid van vrouwenkies
recht geheel af te snijden. De afgevaardigic
voor RJbeden scheidde zich in deze van
zijne partijgenooten af, en hield ter verde
diging daarvan een© re te*voering, die niet
hoogor kwam dan het afgezaagde argument,
dat het stembiljet aan de vrouw den vrede
in het geszin zal verstoren.
Over den stemplicht is een groot debat
geweest, dat, naar het ons voorkwam, be
wust of onbewust, beheerscht werd door
de kansen, die het den partijen geeft Niet
iedere® bekijkt het van zoo hoog standpunt
als prof. van Hamel, die in het stembiljet
terecht eenc groote opvoedende kracht ziet,
wat wij volkom® mot hem eens zijn. De
man die gedwongen worit in het stem
hokje te koenen, want het is eigenlijk geen
Stemplicht maar opkomstplicht zal
zich in 99 van de 100 gevallen afvragen,
waarom hem deze plicht is opgelegd, hij
zal dien vervullen, en daardoor op de hoog
te willen komen van d© eischen der ver
schillende politieke partijen.
De stemplicht is verder door de heer®,
Lohman, Loeft, van Idsinga, Limburg en
van Beresteijn verdedig!. Natuurlij waren
hunne argumenten niet dezelfde^ maar hier
over was-men het wei eens, dat invoering
daarvan zeer veel zal ontnemen van het
mammosmistische karakter, dat onze ver
kiezingen meer en meer gaan dragen, en
juist door het ophalen van kiezers. Ea als
men de heeren Hendels ea Beumer hoort
betoogen, dat men geen zuivere uitspraak
van de stembus krijgt, als de onveischillii
gen. daarheen word® gesleept, zooi® wij
toch de vraag will® steil®, die ook de
heer Lohman deed, of de kiezers, di©
slechts opkom®, als men h® na huisbet
zoek e® autoritje naar de stembus ver
schaft, dan niet onverschillig zijn ©n of
stemplicht niet juist "geschikt is om van
deze onverschillig® op .dep duur toch be:
langsteltend® te mak®.
Er was nog een andare quaestie, nJ. o£
meervoudig Inesrecht met dat art. 80 mo
gelijk was. De Minister noodigde hen die
daarvoor vre°s koesterden uit, een amende
ment in te dienen, om dit te -verhinder®,
en dat amendement is er dan ook geko
men, onderteekend door mannen uit alle
partijen der Linkerzijde.
Stemplicht werd door hen op dezelfde
gronden als die van den heer van Hamel
verdedigd, waarbij hij nog voegde dat men
zonder dien nooit tot goede Evenredige
Vertegenwoordiging zou kunnen komen,
daar iedereen die thuisbleef daarvan de be-
teekenis zou verminderen en vooral met
het oog op de aanstaande invoering van
Vrouwenkiesrecht achtte hij dien noodig,
waar de vrouwen in de verschillende stan
den zoo heel anders tegenover den politie^
ken strijd staan. De amendementen Schaper"
en BeumerMendels werden dus ten sterk
ste ontraden; ook het amendement-Snoeck-
Herikemans over de wanbetalers, die uitslui
ting parte In het oude stelsel, waarin het
betalen van belasting één van de kente
kenen van geschiktheid en welstand was,
maar dat zal nu* juist ophouden.-Daaren*.
boven was het amendement zelfs onvol
ledig van het standpunt van den voorstel
ler, die dan ook de smokkelaars en de
wanbetalers in do gemeentebelastingen had
moeten uitsluiten. Met die „arbeidsscbuwen"
nam de Minister een loopjehet was slechts
een misvatting om -te meenen, dat dezen
alleen onder de arbeiders voorkwamen.
Het am®dement-Heeres werd onaanne
melijk verklaard, omdat de Minister niet
verder wilde gaan dan den grendel in, zake
vrouwenkiesrecht wegschuiven. Voor de
schorsing der mindere militairen voelde
hij wel met veel, maar er konden zich
buitengewone omstandigheden voordoen,
waarin dat noodig was, en daartoe moest
de Grondwet dan ook de bevoegdheid ge
ven. Tegen den wensch om het artikel dan
op alle militairen, van welken rang ook,
te doen slaan; zooals de heer Buymaervaa
Twist had gewild, had de Minister geen be
zwaar. Het amendement-van Nispen tot' uit
sluiting van Vrouwenkiesrecht, was natuur
lijk Toor den minister onaannemelijk. - '~t
f.i. jTv,
Het amendement-Heeres wérd ingé&ok-l
éts
rü
■ft'»
4.
t
4
DAMSCH