69"* Jaargang Zaterdag 25 November 1916, No 15305 Tweede Blad Uit de Tweede Kamer. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25, franco per post fl. 1.C5. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonden lijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adverlentienvoor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan hot Bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No, 141 (hoek Korte Haven). Prijs der Ad ver ten tië n: Von 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 20 cents. 'Reclames 40 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. Dagelijks worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers opge geven, slechts 2 maal berekend. Intercommunale Telefoon "o. 103. Ee Kamer is begonnen met zich in de afgeloopen week bezig te houden met het regelen van een militaire aangelegenheid. Men zal zich -herinneren, dat in 1915 de Landstormwet is aangenomen, waardoor men de gelegenheid kreeg de landweer lichtingen naar huis t° zenden, omdat nu ook de jonge mannen werden opgeroepen, die door vrijloten of broederdienst van den verdedigingsplicht waren vrijgesteld, t Nu heeft in. Juli 1.1. de Regeering, ziji het dan ook onder niet geringe pressie, van de Tweede Kamer gedaan gekregen, dat de landstormers ook zouden kunnen dienen ter vervanging van de militie, en zoo zjjtl wij thans voor* het geval komen te-staan, dat de landstormkiasse 1909 is opgeroe pen; dat zijn dus mannen van 26 a 27 jaar, en dat de lichting 1917, dat zijn jongens van 18 k 19 jaar, ongemoeid wer den gelaten. Wij begrijpen niet hoe dat heeft kunnen geschieden, en het is wel een treurig be wijs hop machtig Sit Bureaucratius nog al tijd aan het Departement van Oorlog is. Had de minister zoowel de landstormkiasse 1909 als de militielichting 1917 opgeroe pen, omdat hij dit voor de defensie abso luut noodzakelijk vond, dan zou de Kamer, die in deze tijden in haar groote meerder heid in defensiezaken de leiding aan de Regeering pleegt te laten, zeer zeker met den heer Bosboom zijn meegegaan. Maar nu er keus moest worden gedaan tusschen het oproepen van 26-jarigen, waarvan do meesten gehuwd zijn en waarvan zeer velen een zelfstandigen werkkring hebben, waar bij hun leiding niet kan worden gemist, of van 19-jarige ongehuwden, voor wie, zopver dat noodig is, makkelijk 'n plaatst vervanger is te winden, mag het vervvO|U-r' dering wekken dat Oorlog niet de keus deed, die zoo voor de hand lag. De heer March ant heeft dan ook terecht de Regee ring over deze zaak geïnterpelleerd, en kon wel zeker zijn/dat hij heel wat steun zou vinden voor de door hem gestelde motie „De Kamer, van oordeel dat tot oproeping van do lundstorm- plichtigen der jaarklasse 1909 eerst behoort te worden overge- gaannadeoproopingvandemili- tie- en landstonnplichtigen van de lichting en jaarklasse 1917, gaat over tot de orde van den dag." Wij kunnen niet zeggen, dat de houding, die de Minister tegenover deze motie aan nam, onze bewondering heeft. Eerst wei gerde hij aan het verzoek, in de motie ge steld, te voldoen, maar dat om zuiver ad ministratieve redenen; het zou zooveel ver warring geven, als de lichting 1917, die reeds voor den dienst opgeroepen was, weer contra-order kreeg. Maar vocnr zijn weige ring wist hij geen enkel defensiebelamg aan te geven; integendeel, toen de lieer Elaiid er terecht op wees, dat, als wij nu 'de militie aan den landstorm laten voorafgaan, er van versterking van het leger geen sprake meer zou wezen, kreeg hij tot bescheid, dat dc Minister, met in de omgekeerde orde te werk te gaan, geen versterking van het leger had bedoeld, een reden waarom dan ook de afgevaardigde voor Arnhem, die wèl versterking van het leger wilde, ten slotte één van de viér was, die zijn stem aan de motie onthield. Geprikkeld door de redevoeringen van de heeren Marchant, Duymaer van Twist en Ter Laan, ging de Minister zelfs zóó ver van te zeggen, dat, als de Kamerleden het dan beter wisten dan hij, één van hen maar op zijn plaats moest gaan zitten. Maar de altijd kalme en doodnuchtere heer Nolens bracht de zaak in het juiste zog, toen hij aan den Minister vroeg of hij het voor 's Lands defensie noodzakelijk achtte, dat de landstormlichting 1909 voorging, en of aanneming der motie politieke gevolgen zou hebben, te weten, het heengaan van den Minister. Toen hij op beide vragen een ontkennend antwoord had gekregen, was het pleit voor den heer Marchant na tuurlijk gewonnen, en zijn motie werd met 59 tegen 4 stemmen aangenomen. Bjj den heer Eland voegden zich de heeren Van Idsinga, Nierstrasz en Schimmelpenninck. Nogmaals, wij kunnen de houding van den Minister van Oorlog niet bewonderen; van hem mag men in deze tijden in de allereerste plaats vastheid verwachtenwij willen echter niet vergeten voor wat zware en afmattende laak hij nu reeds meer dan twee jaren staat. De Kamer heeft zich. toen gezet aan de behandeling van art. 192, waarover, zoo- als men zich zal herinneren, de algemeen© beschouwingen tegelijk zijn gehouden jmel due pver art. 80. De heer Van Idsinga, die dan ook trachtte die algemeen© be schouwingen weer te openen en te klagen over den zoogenaamden „ruilhandel" met art. 80 en art. 192 werd daarbij terecht door den Voorzitter gestuit. Hij vergenoeg de zich toen met zijn hoog© afkeuring uit te spïeken over d© uitspraak van deu Minister, dat deze niet aan een Giond- wetsherziening zou kunnen medewerken, waarbij slechts één van heide van deze artikelen gewijzigd zou wprden, en hij voor zich zou zich dan ook niet aan deze uitspraak storen. Dit alles pleit zeker voor de onafhankelijkheid van den heer Van Idsinga, van wien wij overtuigd zijn, dat hij', als het m zijn macht stond, gaarne het kiesrecht aanmerkelijk 20U doen mknmpen, maar wij hadden toch van zoo hoogstaand man liever het woord ruil handel" niet gehoord. Kon hij zich niet indenken in het standpunt' dat de hoer Gort van der Linden jieeft ingenomen, dat liij, juist tob bevordering jvan de eenheid in onze natie, de twee vraagstukken wil oplossen, die jarenlang zooveel beroering in het land hebben gebracht? Wij komen tot art. 192 terug. Het giaat nu om de vraag pf verduidelijking van de bedoelingen van het Grondwetsartikel tot phis en vree kan leiden over en weer. De steenen des aanstoots zijn de 4de ali nea: „Overal in het Rijk w o-rdt van Overheidswege de gelegenheid gegeven tol het ontvangen van „voldoend openbaar" algemeen vormend lager onderwijs", en al. 5: „De eischen van deugdelijk heid aan het geheel of ten deele uit de openbare kas te bekosti gen onderwijs te stellen, worden bij do wet geregeld, met inacht neming, voor zoover het bijzon der onderwijs betreft, van de vrij heid Van rjöhting." Er zijn er, die Vreezeq, dat door de redactie van deze beid© artikelen, jooals de Staatscommissie ze aangaf, en zooals die door den Minister werden overgenoi- nomen', noch de verkrijgbaarheid van het openbaar onderwijs Voor ieder die het vér- langt, noch de deugdelijkheid van het hij- zonder onderwijs, voldoend© zulten, zijn ge waarborgd. 1 Wat het eerste betreft, zijn wij van mee- ming, dat die vrees grond heeft, en wij erkennen gaarne, dat het amendement-Valn Raalte op "al. 4, een© verbetering is. Dit amendement splitst ah 4 in twee deelon, waarvan het eerste luidt: „Overal in het Rijk wordt van Overheids wege voldoend openbaar algd- hioen vormend lager ondefwjjSs gegeven", en het tweede: „Bij de wet kan op het bepaalde bij het vbrjig lid, uitzondering worden toege laten, m dier voege, dat volgens door haar te stellen regelen van Overheidswege de gelegenheid wordtgegeven tot hetontvangen van voldoend openhaar alge meen vormend lager onderwijs". Do heer van Raalte had inderdaad gelijk, toen hij zseide, dat waar reeds in de wet van 1857 op het L'. O. in art. 16 is truecsr- gosclnevein, dat in elk© gemeente open baar lager andenvijs moet weiden gegeven in ©en Voldoend, aantal scholen, aan welke bepaling noch door de wet-Mackay, noch door ld© wet Kuyper is getoïnjl, er voor de Rechterzijde geen bezwaar kan bestaan, dit denkbeeld in do Grondwet Vast te leg gen, to meer waar deze redactie niet anders is dan enne verduidelijking) van de bedoeling der Staatscomlmtissie. Den heer Visser Van IJztondoorn is echter het amendement van den heer van Raalte nog niet genoegvan daar dat hij 'de woonden, van art 16 der wat op het L. 0. letterlijk in de Grond wet wil zien overgenomen, en leze: „In elke gemeente des ft ijk s wordt van O verheids we ge void oenli openbaar algemeen vormend la ger onderwijs gegeven in een ge noegzaam aantal scholen. De Ko ning kan, met inaohtneming van regels door de wet te stellen, van deze bepaling voor eene gemeen te ontheffing iverleenen, indien voor de kinderen uit die gemeen te voor welke algemeen' vormend lager onderwijs wordt verlangd, de gelegenheid wordt gegeven dit te ontvangen". Wij meenen dat het amendement-van Raalte verre de voorkeur verdient boven dat van den heer Visser van IJzendoorn. Als de Kroon ontheffing kan verleenen, al is het dan ook met inachtneming van regels door de wet te stellen, komt het in de practijk hierop neer, dat de verant woordelijke raadslieden van de Kroon de zaak in handen zullen krijgen, en dan maakt het natuurlijk groot verschil of dezeu vrienden van de openbare school zijn of met. Maar als zeer beslist in een wet is omschreven wat er gedaan moet worden in zake het openbaar onderwijs voor die ouders, die dat voor hun kinderen verlan gen, wanneer de gemeente ontheven wordt van haar verplichting om een openbare school op te richten, dan is de zaak gezond. Wij moeten een regeling hebben, die in dat geval automatisch werkt, dan is alle strijd uitgesloten. Dan zullen wij ook veel beter af zijn dan met het bestaande Grond wetsartikel, dat met belet heeft, dat er in tal van gemeenten geen openhaar onder wijs te verkrijgen is; .24 zegt het Schopt- verslag, en de heer van Raalte herinnerde er aan, maar er zijn veel meer plaat sen waar dat het geval is, omdat men in het noorden des lands tal van gemeen ten heeft, die een dozijn of meer dorpen en gehuchten tellen. Laat men er maar eens aan denken, hoe er altijd veel te weinig scholen in de gemeente Emmen zijn ge weest, en wat hardnekkigen aandrang het bij Minister Ilpemskerk' gekoot .heeft, pnY hierin eeriige verbetering te krijgen. En de heer Gerhard bracht terecht m het geheu gen, dat het bestaande Grondwetsartikel zelfs in de groote steden niet had belet, dat duizenden kmderen de lagere school niet hebben' kunnen afloopen, omdat op den juisten leeftijd voor hen nergens op een der scholen een plaats te vinden was. Zijn die amendementen een beschuldiging aan het adres der Staatscommissie, dat zij hij alinea 4, niet genoeg op haar qui- vive is geweest; dit natuurlijk uitgesproken met het oog op de voorstanders van het openbaar onderwijs in die commissie? Dit Zeker niet; de heer, Van Raalte ver-, klaarde zelf vernomen te hebben, dat de redactie van al. 4 een overwinning was bevochten door de Linkerzijde, die hiermee verkreeg, dal wij in den nieïiwen toestand geen ouders zullen hebben, die tevergeefs om openhaar onderwijs voor hun kindei en vragen. Maar de fout van de Staatscom missie is, als wij tenminste van een fout kunnen spreken, dat zij, in de eerste plaats het geval op het oog hebbende, dat er ergens geen gelegenheid zou-zijn om open baar onderwijs te verkrijgen, het uitzon deringsgeval alleen heeft behandeld, waar door misschien een gemeente, die zeer zeker in de termen viel om de openbare school in stand te houden of er een op te richten, zich met het gelegenheid geven, en dat op een zeer eigenaardige manier, van de zaak zou hebben kunnen afge maakt. Dit zou door aanneming van het amendement-Van Raalte absoluut worden ondervangen. En uit het amendement-Van Raalte blijkt tevens, dat de eigenlijke strijd eerst zal komen bij de onderwijswetten, als die komt, er zit toch zeker een groote morcele band in voor alle partijen, die haar stem zullen geven aan het Grondwetsartikel, om daarvan de loyale uitvoering in de „onderwijswetten neer te leggen. Mc mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, ut. zal dan de strijd zijn, en_juist daarom heeft de heer Van- Raalte zoo gelijk, als hij, in tegenstelling met den heep Marchant, meent dat men niet te precies kan zijn met de omschrijving in de Grondwet van hetgeen de bedoeling is met de nieuwe regeling. Met die deugdelijkheid van het bijzon der onderwijs is het een andere quaestie, en wij kunnen waarlijk niet begrijpen, dat daar zoo'n drukte over gemaakt wordt. Als na de financie'ele gelijkstelling, waardoor elk excuus voor het bijzonder onderwijs om niet deugdelijk te zijn vervalt, het niet even deugdelijk is als het openbare, zal het zeker als minderwaardig onderwijs in discrediet komen en in verval raken, en dat begrijpen de voorstanders van het hij- zonde» onderwijs dan ook heel goed. Zij hebben dan ook niets tegen eischen van deugdelijkheid van het onderwijs, maar wèl tegen gelijke eischen als voor het open bare, omdat zij meenen, dat daardoór de vrijheid van richting, waarmede de bijzon dere school staat of valt, in het gedrang zou kunnen komen. En nu hébben yersch.ilten.de Kamerleden getracht naar den steen der wijzen te zoe ken, door tegelijk mot het stellen Van ge lijk© eischen toch' de 'vrijheid van rich ting te waarborgen. Ze zijn o. L daarin niet geslaagd. De heeren Eerdmans en De Mu- ralt willen de financieel© gelijkstelling, in dien het bijzonder onderwijs aan de eischen van deugdelijkheiden inrichting voldoet, voor het openbare lager onderwijs bij de wet gestéld. Dus gelijke eischen? Neen, want dan Volgt daarop: De vrijheid van richting van het bijzonder algemeen vormend la ger onderwijs wordt hierbij in acht genomen. Ziedaar inderdaad een zoeken naar de quadratuur van den cirkel, want hoe men de bijzondere school net zoo zal inrichten als de openbare, zonder aan haar vrijheid van richting te raken is ons een raadsel; één uur Bajbelsch© geschie denis in de week maakt reeds gelijke inrich ting absoluut onmogelijk. Iets beter is het amendement ran den heer O Ito, die van jcven hooge eisoh'en, spreekt, maar waar zal de weegschaal verkrijgbaar zijn waarop dat „eren hoog" zal kunnen ge wogen worden? De heer Visser van IJzen doorn wil gelijke deugdelijkheid, en wij. zullen tot hem zeggen: Du sprichsb eön groszes Wort gelassen aus. En het dunkt ons, dat alle amendementen in dit opzicht aan hetzelfde euvel lijden, dat daarin niet juist omschreven wordt welke rechten on der die vrijheid van richting voor hot optenbaar onderwijs worden verstaan. Het zal per slot Van rekening "het beste zijn, dat er maar gelijke eischen van deugde lijkheid worden gesteld, maar dat dan te vens in de (grondwet wordt omschreven aan welke rechten van het bijzonder onder wijs niet mag worden geraakt. Hiermee hebben wij de voornaamste amendementen opgenoemd. De heer Otto 'had er nog een paar van minder belang, o. a. een, dat de bijzondere scholen voor haar oprichting dé koninklijke goedkeuring noodig zullen hebben, maar wij kunnen die te eerder met stilzwijgen voorbijgaan, waar ze buiten het eigenlijke kader van biet hoofddebat vallen en dan nog niet d© minste kans van slagen hebben. Het bleek uit de red© van der Heer Eerdmans, dat deze van het nieuw© Grond wetsartikel niet alleen vreest verminde ring van het aantal openbar© sclijoJenij waar tevens oprichting van allerlei séh'oC len, die niet naar zijn zin zijn .Hij vimdS het dan ook gansdh verkeerd, daft de deur wordit opengezet voor iedere prga- nisatie, die meent diat zij \vragea vun- sociale of staatkundige aard moet hé an tl woorden op ander© wijze, dan tunderöni.1 In dit verband wees hij pp de revoke tiopair-socialistische richting van d© „Trik bfnne" ojp, de Christeiyanarch'istisolie ^-ei- weging, op dfö maiüfestbteweging -tegerf het militairisme. Hjer koknt hij dezen ^h.oogIc-ermar- de( aap ujt d© moluw; hij wjl geen vrijheid- gunnen aan menschen, die vragen 'van pot ciale of staatkundigen aard "en dus be antwoorden aan anderen, en dat zij mé} die anderen de, liberalen bedoeld. D«J Heer Eerdmans is minstens 40 jaar bij zijn lijd ten achter, hij had moeten ld ven in d'at tijdperk toen die éóne groor te liberale partij almachtig was, waardooi) zij, zooals iedere partij, die lang alles! te zeggen beeft, in de fout Verviel' zichj zelve te vereanzelvigtetn' met de natie. En daardoor is hij per plot van reke ning, hoe vurig liberaal ook, beo tomaat geen liberaal, want een liberaal yespeci- teert in de eerste plaats de vrijheid vaal mecning. Otf oinder het pieuwo régime fhej Tribunistoa of Christen-anarchisten of Dienstweigeraars aparte scholen voor hun ne kinderen zullen oprichten', is ^tene. zaak, die alleen hun zelve aangaat, ei* als in die scholen eventueel (staatsgevaar lijke theorieën werden verkondigd, dan' is dat die zaak van den, rechter om daar-- aan een einde te maken. Maar zoo staat de zaak du.nkt ons niet De heer Eierd-, mans onderschat zeker dc waadde yan de bepaling, die nu wel niet in d© Grond1 wet wordt neergeschreven, maar waad; van \tpch zieker de totstandkoming, vastk staat ïn de 'Onderwijswet, p.l. dat er een waarborgsom zal moeten wjordem ge-" steid van hot oprichten van ©ené bijzon1- dero schoot, di© verbeterd wordt, pis) diet se geen© levensvatbaar hei d blijkt te befj zitten. Daarenboven gaat de strijd, en' is de strijd tusschen openbar ©n bïjtzont der onderwijs in Nederland altijd gegaan) om de levensbeschouwing, die men yau blgide zijden was toegedaan, maar plooit in afwijking op een bepaald punt, dajtj nog hoog boven de .bevatting Van de) kinderen uitgaat Wij kunnen niet zeggen, dat de rede voeringen, die gehouden zijn in de laatste twee dagen, ons veel verder gebracht héb ben, al willen wij dan ook gaarne hulde bregen aan die van de heeren Gerhard en van Idsinga, van wie de laatste nog eens het Ihans niet meer gehoorde ge luid liet vernemen, dat toch eigenlijk een gansch ongesubsidieerd bijzonder onderwijs hem meer naar het hart zou ziju. De heer Muralt hield een vroolijke redevoering, waarvan, als wij het goed begrepen heb ben, de porteé was, dat hij gaarne door een verduidelijking van het Grondwetsar tikel in de gelegenheid zou worden ge steld aan de Bevrediging mede te werken. En de heer de Jong sprak als zijn hoop uit, dat art. 192 nog zóó zou worden gewijzigd, dat het, evenals art. 80, met algemeene stemmen zou kunnen worden aangenomen. De anti-revolutionnairen hadden de moei lijke rol, om op bevel uit de Kanaalstraat, zich tegen elke wijziging van art. 192 te verklaren, en deden dit bij monde van de heeren van der Molen en Scheurer. Dat de laatste het betreurde dat ook zijn onderwij- zers-parlijgcnooten meededen aan de sala risactie, zal in den kring van dezen wel rnet zeer gemengde gevoelens worden ver nomen. Maar als er Vrijdag zelfs voor redevoeringen van mannen als d© Beauv fort en Nolens niet die belangstelling was, die er anders pleegt te zijn, kwam dat, omdat er een gerucht ging, dat de Minister in het debat zou ingrijpen, om de Kamer op de hoogte te stellen, wat van hom inl zake het verlangen tot wijziging van het Grondwetsartikel was te verwachten. En. dat gerucht bleek waarheid te bevatten. In den laten Vrijdagmiddag nam de Minis ter het woord, niettegenstaande er nog spre kers, hoeveel weten wij1 niet, waren inge schreven. Zooals men weet, kan een Minis ter altijd het woord krijgen, ais hij zulks wil, en hij nam het om de debatten, waar van men kan zeggen, dat ze langzamer hand debatïen in de ruimtewaren gewor- - den, te bekorten. De amendementen zou hij bespreken, op dat de Kamer nu reels zou -weten waar ze aan. toe is, en hij wilde, nu hij de stemming van de Kamer kende, zelf tie wijzigingen, aanbrengen, die hij noodig acthtte. Hij zou daarmee do beioehn-gen van do Staatscom missie, waarvan de heer van der Moten juist niet gnooteu nadruk gezegd had, dat er niet aan getarnd mocht wonden, niet veranderen maar verduidelijken. Al kón, hjji niet geheel met de redactie van het amen--- dament-van. Raait© meegaan, het bleek toch; dat daarin, Voor hom Hen grondslag lag om- de ongerustheid weg te nemen, die bij scan-, mi gen van Links ten opzichte van "al. 4 "sJi wan het GpojndfvKsteartikel heerschte, én ook pp die eiscbem van. deugdelijkheid had - hij iets gevonden en dat reals mondeling 4 meegedeeld. De Kamer zal, dus nu Volgende week voer wijzigingen komen' te staan door "v den Minister zelf aangebracht, en alle amen- A dementen op al. 4 of 5 kunnen dus ünge- J trokken worden, wil men ze niet zien ver-, i, weipan. De amendementen van den heer Otto wénden, voor zooverrq zij gansch nïeu- wie zaken in da wet brachten ten ernstigste v ontraden, en waar zij de vrijheid van dipt onderwijs aantastten, onaannemelijk - ver- 5 klaandi Het wordt dus ©en! prendre ou laisser, en het zal naar onze overtuigin-g ©en prendre worden. Naar verluidt is men het toch in de Commissi© Van Rapporteurs over veene re-' - dactie. eens gewonden, die, zoo ze al niet-: saiUen zal bevredigen, te» slotte toch vóór de overgroot© meerderheid ram Links geen beletsel zal ziju om voor de, wet te stemmen, -«i tenzij dan misschien voor ©en paar fanatici M Links en voor de anti-revolutionairen. Toch 1 zijn wij nog niet zeker, dat deze laatster^ hunne stern aan het artikel zullen, onthop-' den, miaar ze zitten in do impasse, dat Dn Kuyper mu eenmaal van de Pacificatie ab soluut niet weten wil. 'De dwaasheden, die „De Standaard" onner de bevrediging ten bststo gieeft, zijn dam ook over alles hóen, én de beer de Savprnim Lobman heeft dag- 1 werk, die in' zijn blad te weerleggen. Maar, daar de broederen wel „De Stan-, daard" lezen, maar niet ,,De Nederlander", wordt het doel van Dr. Kuyper bereikt, te weten de meening te vestigen, dat hij de man is, die pa! staat voor hetiChristelijk onderwijs, en dat dit eigenlijk door Lobman ia den steek wordt gelaten. En bij.dezen,'; scboonen lofzang op zichzelvem van, Dr. Kuyper mogen de anti-revolutionaire Kamer-, leden de tweede partij zingen. Wij hebben innig met hen te doen. Naschrift. r, AI. 4 wil de Minister lezen: V olgensf bij de wet te stellen regelen kan afwjjking worden too,gelaten;j£ mits tot 't ontvang-en van-zoodot nig onderwijs gelegenheid^wpldt" gegeven.- ra&jfi 4: •i te

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1916 | | pagina 5