December 1916
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
Regs der Advertentiën: Van X6 rogels fi. 0.92; iedere regel meer
20 cents. Reclames 40 cent per regel Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Ad ver ten tien bij abonnement op \oordeeiige voorwaarden Paneven-
hiervan zijn gTatis aan het Bureau te bekomen.
Dagelijks 'worden zoogenaamde kleine adrertcnticn opgenomen tot den pryir
van 40 cents per advorlentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen.
Deze advertentiën worden, mits voor 3 achtereenvolgende nummers- opge
geven, sleehls 2 maal berekend
Intercommunale Telefoon,, 103.
zegd, dat een gevulden brandkast nog piet
gevulde hersens beteekent, en wij moeten
eerlijk bekennen, dat wij aan deze uit
spraak dachten, toen zjj de Successiewet
verwierp. Maar - zulke stukjes .van eigen
partijgenoolen in de Eerste Kamer belet
ten den heer v. d. Molen niet in de Tweede
Kamer amendementen voor te stellen, waar
mede millioenen gemoeid zijn, maar daar
over zullen wij het straks hebben.
bet betreurde dat de Regeering .bij de anaan>
neme]ijlrverklaring van het amendement-ter
Laan geen enkele toezegging had' gedaan
dat de tractementen der onderwijzers zon
den worden verbeterd, dat bij metr met -
moties zou aankomen, omdat die toch-geen
baat gaven. Maar deze opmerking biehl den
heer ter Laan natuurlijk niet terug; nadat
hij den Minister was bijgevallen bij diens
bewering, dat een salarieermg- niet bij-amen
dement kon worden geregeld, en nadat hij
er op gewezen had, dat het systeem van
de Commissie waarin geen onderscheid- ge
maakt wordt tusschen steden en platte
land, en waann salarissen worden voorge
steld, lager dan hen reeds in sommige
gemeenten worden uitgekeerd, rustig moest
overwogen kunnen worden, kwam hij mot
een motie, thans om de minima met f200
te verhoogen. Hetgeen één der Kamerle
den, wie het was konden wij niet onder
scheiden, spottend deed uitroepen-: Moties
kosten niets 1
Neen, dat doen ze ook niet, en daarom
is het misschien niet goed dat de heer
ter Laan zijn motie indiende, zonder ©enige*
andere partij daarin te kennen. Wanneer
wij weten natuurlijk niet qê zutka mo
gelijk is men had kunnen komen tot
een uitspraak, van alle partijen, laten wjj
maar zeggen tot een motie Lobman-da Mees-
ter-Nolens-Troelstra, van der Voort van Kijp,
Marchant, Visser van Uzendoom, waarin
op verbetering der ondfinvyzerssalarissaü
werd aangedrongen, dan zou dit ©enig ef
fect gehad kannen hebben. Dan., zou de
Regeering tja minste kunnen zeggen.: Al
schrikken wy in den tegenwoordige» fuum»
cieelen toestand voor de verheuging van-
die salarissen terug, nu de Tweede Kamer,
m, haar geheel de veranlwooirieiykiieid daar
van, wil diagen, stappen wy aver ons be
zwaar been Misschien dat het daartoe
komt; memand kan dat sterker hopen dan
wy, al ontveinzen wy ons de moeilykheid,'
aau de zaak verbonden, met, omdat de
zaak over zoo'n groot aantal ambtenaren
loopt, ongeveer 2/.000. Waar natuuilyk. te:
genover staat dat, waar er zooveel mukoe-
nen uitgegeven worden, het er op ©enigst
meer na met zoozeer aankomt, voor
al als bet gaat om er een «and aan te
maken, dat zooveel van onze volksopvoe
ders w dezen tijd niet veel beter dan ge?
brek lijden,. i IJ 4
Waar de politiek zich- in de zaak meng
de mocht die, Heer Ruiger# natuurlijk nmii
op het appél ontbraken; verder dat hij dan
Heer de- Meester kwant vcrwyjeo, dak h^
geda recht had om de finadeeu© bazwareoi
tegen flfiL 19*2 aan te voegen, waan hyj.
«enk ipl de Liberate Urn©"- .waarschuwt'
de tegen de fina^te©!© gevolgen vaal
La^tspcitsiomceeriug, .terwijl by ja tier-daar»
va» toch voorstanUer, wend. Dit ,waa ali
«en zeer nueserigisooirt dötnagqgje, daad
de Heter de Meester in do jnasenste L.IL-
vergadnring van 1909 slechts gewaar
schuwd heeft tegen een bedrag vaar daji
Staatspeasionetering, dat door de thans dooc
de Tweede Kapxer aangenomen Ouderdoms
wet piet eons wondt bereikt,
De Minister hield. zich. op de vinkte»
en kan over eaae varhooging, van der>sa.-
larissen der onderwyzess, die met d«-
Grondwelsherzieuing- niela heeft uitie-etaan;
op dit «ogenblik zeggen. Hy zon zichdaar-
over uitlaten, by de moitie -ter Laan-,, dïei»
bij Hoofdstuk Binnen]. Zaken zal wouden be-
handeld. Moge wat tliïuxs reeds ggzegd, is»,
hem <lo overtuiging getron dat (de Rege»,.
ring* in deze iets- moet doen. j
De Behandeling van de Grotedwetehee
zieniag is hierna in de Tweede Kamerèaffi
gelocxpen, al zal daarover dan. ook-, omtiarier
gedurende de, behandeling wyz-igingen inbeti
ontwerp zijn aangebracht, ©en© tweede fe
eing moeten gehouden worden. Dei barzae-
ning heeft, zoo- spoedig haar «beslag;- ge
kregen, dat da Ranst© Kamer nu zöo
tijdigi zal kunnen behaodalen,, dak /de- pe
riodieke verkiezing©» i» 1907- samen zui
len. vallen met de ontbinding; dis» van dte
aanneming der* Grondwetsherziening- do<»te
de- Staten-Generala het gevolg moei? zym'
'Als wij aanleiding, vi»dj!m.QmmQgtet&fc:
zeggen ov.er het kleingoed,. d»t gistere»tttói
Twfeedo Kamer, is behandeld,, zullen-
dit volgend© weefc deen. 1 - *J»
onveranderde aanneming van lie sa-
Larieerings-voorstellen der Staatscommissie
aJlfes behalve zouden ingenomen zijn.
Wat het eerste gedeelte van het amende
ment-van der Molen cls. betreft, moeten
wij er nog op wijzen, dat Re Regeering an
de AidiiiUoneele artikelen beeft neergeschre
ven, dit als tegemoetkoming aan de anti
revolutionaire wenschen m deze, dat de On-
deg*\vijsvoeisteüein binnen (3 jaar moeten
zijn ingediend.
Direct nadat de heer v. d. Molen zijn
amendement had verdedigd, nam de Minis
ter Cort van der Linden hot woord. Hij
begon met er zijn teleurstelling pver uit
te spreken, 'dat nïi do Regeering had toe
gegeven aan den aandrang van den beer
v. d. Voort van Zijp cl s. om een termijn
van indiening der Ónderwijsvoorstellen in
de Grondwet vast te leggen, meu bet amen
dement had gehandhaafd, dat voor hem
beslist onaannemelijk was. In <te eerste
plaats ging het niet aan uit de onderwys-
voorstelien van de Staatscommissie alleen
die omtrent de salarioering te nemen. Wil
men werkelijk tof, bevrediging komen, dan
zal de regeling der Ónderwijsvoorstellen
even volledig moeten zijn als die der
Staatscommissie. Men kan van. die voor
stellen aiwyken, maar de opleiding der
'onderwijzers, de leeftijdsgrens, de leeliyds-
toelaling, do kosten met inbegrip der sala
rissen moeten in verband met elkaar wor
den overwogen. In de tweede plaats achtte
de Minister het niet aannemelijk, dat de
Kamer een dergelijke miUioenenuitgaaf zou
voteeren, zonder dat de middelen tot dek
king daarvan waren aangewezen. En in
de derde plaats ging het volgens hem niet
aan, een salarisregeling bij .amendement te
aanvaarden, zonder dat de Raad va» State
daarover was gehoord, en zonder schrif
telijke gedacktenwisseiing met de Regee
ring. De heer v. d. Molen trok toen, zijn
amendement iii, na met verheffing van stem
alle verantwoordelijkheid voor het uitstel
vau de verbetering van de saiarieering
der onderwijzers van zich afgewenteld te
hebben, om die op de schouders der Ra-
geering te leggen. Wat een demagogie I
Undertasschen begrepen, de andere parujen,
dat hier tegengif moest worden toegediend.
De lieer De Meester deed dit wel bet
beste, toen hij ronduit verklaarde, dat hij
voor zicli er niet mee ingenomen was, dat
de Regeering in zoover aau de amti-rovo-
lutionnaire wenschen was tegemoet ge
komen, dat ze een termijn, waarop de Om-
derwijsvporstellen zouden moeten worden
ingecuend, had vastgelegd" ia de Additio-
neele artikelen. Dat was dezen voorzicht»
gen financier, die als oud-administrateur
van de Generale Thesaurie het klappen
van de ztyeep kent, te* machtig. Dit ginf
niet aan, omdat de uitvoering van art
192 minstens 20 millioen zal kosten, en
onze Minister van Financiën op dit ©ogen
blik bozig is om de middelen te verkrij
gen voor een andere 20 miilioeni, n.l. die,
welke noodig zijn voor het jaarlijks tekort.
Maar juist, omdat wij in do tegenwoordige
omstond gheden onmogelijk kunnen zeggen,
wanneer wij de kosten voor do uitvoering
van art. 192 zullen kunnen bestrijden, vond
hij het van des te meer belang, los van art.
192, iets te doen voor de "verbetering van
de salarissen den onder wipers, en hij hoopte
dat over deze aangelegenheid alle partijen
het bij de bcgrootmg van Binnenlandsche
Zaken eens zouden Worden.
Deze uitspraak gaf tot een waar stukje
katholieke demagogie aanleiding, en wel
va» de zijde van de hoeren van vVijnbergen
en Jute. De heer Jute liet zich wat al te
veel in de kaart zien, toen hij zeide, dat
do onderwijzers den heer van der Molen wel
dankbaar mochten zijn voor zyn amende
ment, nu ze noch van de' Regoering, noch
van de partijen van Links in deze iets had
den te hopen. Maar de heer van Wijnbergen
was slimmer; hij maakte uit do rede van
don lieer do Meester op, wat er natuur
lijk niet in lag, dat dese de indiening der
onderwijs-voorstellen het liefst ad calendas
graecas wilde zien uitgesteld, en ten tweede
gaf hy hoog op van de verwachtingen van
de onderwijzers die door de onaanneme
lijk verklaring va» het amendement-va» der
Molen alweer waren teleurgesteld, en van
het ministerie-Heemskerk, dat door den kin
dertoeslag zooveel voor de onderwijzers had
gedaan.
ze naar de Eerste Kamer afvaardigt. Vol
gens hem sturen Friesland, Noord-Brabant
en Gelderland er ieder één te veel, -Zuid-
Holland twee en Utrecht één te weinig.
Daar hij echter verzuimd had de noodige
gegevens te verzamelen, waarmede hij deze
stelling kan bewijzen, ontried de Commissie
van Rapporteurs eenparig zijn amendement,
terwijl de Minister weigerde op zoo onge
wisse baren scheep te gaan, zoodat hem
dus niets anders overbleef, dan het amen
dement in te trekken. De heer Deen tvas
ondertusschen met een ander amendement
gekomen, dat beletten moet, dat eene zeer
kleine groep kiezers, 5 a G man, een zaads
zetel veroveren, en dat is na eenige dis
cussie overgenomeri, juist zooals een atnen-
dement-Albarda, gesubameudeerd door den
heer van Beresteijn om de gemeenteraden in
het vervolg met meer bij gedeelten, maar in
haar geheel te doen aftreden, omdat an
ders de kiezers niet verzekerd zijn te zullen
krijgen wat hun toekomt.
Hoe dit alles precies zn, en waaraan
dat ligt, zou ons op het veld van uitwei
dingen, voornamelijk wiskundige uitweidin
gen, voeren, die onze lezers maar zeer ma
tig zonden interesseeren In het algemeen
willen wij wel zeggen, dat al dje pogin
gen 0111 de Evenredige Vertegenwoordiging
tevens reeds zoo mogelijk feilloos te ma
ken, hoezeer die ook door ons worden
gewaardeerd, ons praematuur toeschijnen,
leder stelsel van Evenredige Vertegenwoor
diging, dat wij thans zouden aannemen,
welk ook en wat zijn er een stelsels
is niet meer dan een proefneming; daarvan
zullen de leemten en fouten later wel blij
ken en dan kunnen wij' die corrigeeren.
Het is best mogelijk, dat -later nog allerlei
gebreken voor den dag komen, waaraan
bij de invoering niet is gedacht. Een amen
dement van den heer Snoeck Henkemans
om de kieskringen ietwat anders in te
richten, zoodat de grenzen van de kies
kringen vooc Kamer en Staten meer gelijk
zullen zijn, werd, nadat het door de Com
missie van Rapporteurs was aanbevolen
door de Regeering overgenomen, echter on
der dit voorbehoud, dat waar do cijfers
daarvan nog niet hadden kunnen worden
nagegaan, dat bij tweede lening zou ge
schieden.
IHet groote nieuws was in de afgeloo-
pen week de mededeeling van Minister Cort
van der Londen aan den voorzitter van
de Tweede Kamer, dat Minister Van Gijn
zijn aanvrage om ontslag aan H. M,. de
Koningin had ingetrokken.
.Een fortuin voor het land is dit wel
zeker, en een onverwacht daarenboven. Wie
toch dezen bekwamen man kent, weet dat
hij het minrstersambt met heeft begeerd,
maar dat hy! bet op zjch. nam na Treub's
val, omdat hij zich piet verantwoord acht-
te persoonlyke neigjngen in deze tijden te
stellen boven 's lama's belang, en had alle re-
V dep, om te vreezen dat de Minister, nu hij 't
eerste ontwerp van het stel, dat hem niet
elkaar 25 millioen moet opbrengen, door
c de Eerste Kamer verworpen zag, een taak
neer zou leggen, die hem onmogelyk werd
1 gemaakt. Gelukkig, dat ook thans weer het
landsbelang den doorslag gaf, waar de. Mi
nister zooveel reden had om verstoord te
zijn. Dat de clerical© meerderheid in de
Eerste Kamer het recht heeft ieder wets-
M ontwerp, dat ze wil, te verwerpen, wordt
natuorljjk door niemand betwist; dat ze
een Successiewet met lustte, kan niemand
verwonderen, want de clericale hoogstaan
geslagenen vinden het heelemaal met ndo-
dig, dat zij en andere rijken der aarde
het meest in de gemeenschappelijke lasten
betalen; men kan volgens hen alles wel
uit verhooging van het tarief halen; dan
betalen de kleine luiden naar venant het
meest. Dat vinden zij een zoo doodgewoon
iets, dat de heer Stork misschien gelijk
had, toen hij de clericale meerderheid noem-
de „niet slecht, maar onbenullig". En oiibe-
nuliig was het zeker met te begrijpen wel
ken, indruk het in den lande moest maken,
als in deze tijden, nu vooral de midden-
standers met een beperkt inkomen, en ook
i veel arbeiders, een zoo bij uitstek moeilijken
'j tijd, doormaken, de Christelijke hoogstaan-
m geslagenen een wet verwerpen, die van
-,i'i 1 hen en hun klassegenooten in de eerste
plaats een offer vraagt. Dat hebben de
y heeren eerst ingezien, toen zoo goed als
alle bladen van Rechts het gebeurde af
keurden, en den dag daarop hebben de
heeren Reekers en van der Berg zoete
1 broodjes gebakken, maar toen was het te,
"laat, zooals de heer van Nierop zeer te-
- recht opmerkte, toen lag er een brief van
'Minister van Gijn op tafel, dat hij de overige
wetsontwerpen niet verder met de heeren
wilde behandelen, en hadden ze een finan-
cieele crisis op hun geweten; dat die thans
is afgewend, zal de schuldigen zeker in
v de eerste plaats een pak van het hart wezen.
Er kwam bij, dat de uitvoering van het
stukje van bijzonder min allooi was. Er
was blijkbaar afgesproken zoo goed als
niet te debatteeren mét den Minister; man
begreep zeer goed, dat debat de oppositie
niet kon versterken. De Katholieke heer
van, Lanschot raakte in zijn rede tegén
;JB het wetsontwerp dan ook de hoofdzaak
niet aan, maar bepaalde zich tot détailcn-
-vE tiékr met de zeer vreemde conclusie, dat hy
'tl ZW* stem aan het wetsontwerp zou ont-
houden, 1
Dit laatste bracht den heer Vos van
|B Steeawijk, die anders als chef-kampioen
tegen directe heffingen pleegt op te tre-
'H den, zóó in verrukking, dat hij van het
gE woord afzag, Het was bljjkbaar te doen
|E om den Minister met'de verwerping te ver-
rassen, maar deze was ook niet van gis-
|k teren, en kwarh met de verklaring, dab,
?8§i als men zijn wetsontwerp ^prwierp, hij
niet langer de verantwoordelijkheid Van
fe. het beheer van het Departement van Fi-
nanriëa op zich zou kunnen nemen. Op
|h deze verklaring gingen Colijn, Bavinck, De
|B Gijtelaar en r. d. Hoeven, ijlings op de
IE ivbinkt; dat wil zeggen de bekwiaamsten
|fl van de anti-revolutionnairen (dr. Kuyper.
IE" - niet aanwezig) en van. de Christelyk-
E ffistorischen. De 17 Katholieken bleven op
|B' hun post; de heer v. d. Biesen, die we-
§fl' genS: ongesteldheid moeilijk de trappen kcnx
pfflr opkomen, werd door den heer Reekers naar
|E'. 'hoven- geholpen, om toch vooral mee aan
S'-het slachterswerk te doem, en drie anti?
'IE- revolutionnairen, de; heeren vt d. Berg,
S v. Hardenbroek en Eranssen, en twee Chris-
!Ei, t telyk-Historischen, de (fyeenem Vos vau
§E|v Stwnwijk en- v. Wasseneer Gatwïjk bleven
IE!, inde» zaal. Hadden, zjj' dat niet gedaan,
fE»'-'het; wetsontwerp ware. aangenomen ge-
woest. Dr. Kuypen hoeft, maar "dab is, lang
^»Kc!MVóór» Kin zelf een. plaats in do- Eerste
De heer Duys heeft verlof gevraagd
en gekregen om den Minister van Biuiten-
landsehe Zaken te interpelloeren over de
houding der Regeering ten aanzien van
het wegvoeren van Belgen naar DaiKwh-
Iand. Men mag zich misschien verwon
deren, dat de sociaal-democratisch© frac
tie een interpellatie als deze, waarbij ieder
«woord om zoo te zeggen, moet worden ge
wikt en gewogen, toevertrouwt aan do
meest loslippige en minst pro-Nederland-
schen van haar leden, naar het dunkt ons
niet onmogelijk, a! kunnen wij in deze
slechts gissen, dat de heer Duys hieo. op
eigen houtje in zee is gegaan. Toch doet
het ons genoegen, dat de interpellatie zal
worden gehouden; ze zal de Regeering ge
legenheid. gieven den lande mee te deeien,
dat ze tegen dat wegvoeren geprotesteerd
heeft, en op welke wijze dat is gedaan.
Wij hebben hier 'toch niet met een inmen
ging in de zaken der oorlogvoerenden te
doen, maar met iets, waarvan wij zeiven
de verantwoordelijkheid dragen. De Belgen,
die toch dit ons 'and, waar ze veilig
waren, weer naar hun vaderland zijn terug
gekeerd, hebben dit gedaan, nadat zij en
wy de verzekering hadden gekregen, dat
zij dit gerust konden doen.
Wat Duitschland. dan ook heeft ga laan
(strijdt met alle recht _«n wekt 'te jnieer
verontwaardiging, omdat ate er één volk
is, voor hetwelk Duitschland alle égaitis
moest hebben, het de Beige» zijp. [te Be.gen
toch zajn geen vijandelijk volk voor Duitsch
land geweest, toen de oorlog uitbrak; zy
hebben zioli juist als wij neutraal willen
houden. En de schending van het igronid-
-gebied is bij moind© van den (Rijkskanselier
Both|nxann-Itoiilw©g wei met den ooriogB-
nood vergoelijkt, maar toch openlijk als
onrecht erkend. Maar van eenig streven iva»
het Duitscihe bestuur in Be-gië om ten
minste door ©en goede behandeling de Bel
gen een khan vergoedinkj© te geven voor
het aan hm gepleegde onrecht, zien wy
mets. Het tegendeel is echter het geval,
en de wegvoering der Belgen naar «Duitsch-
iand ia mok iets wiaf ons mmj |d© 'boven ge
noemde red© raakt, en dus ,is |het (goad nu
reeds te wieten dat de Regiering geprotes
teerd heeft, en dat de inberpellatie-Duys jde
Regoering gelegenheid geeft gansch dèni
volke nxede te dee-ten, wat z© to linze (deed.
Bij do Grond wetsherziening is men nog
eens druk aan het bootnen geweest over de
Evenredige Vertegenwoordiging, waarbij
zich allerlei moeilijke quaes bes \oordoiea,
wiskundige in de eerste plaats, wat zeker
maakt dat de discussie daarover zich in
kleinen kring afspeel L Men herinnert zich
dat de heer Drion een amendement (had
iïiigediend, ifat het doel had don .kiezer,meer
invtoed te laten, door hun toe (te (staan
een. andere nummering te volgen dan |he
van. de ingediende partijlijst Dit aniende-
müanit vond lailean maar instemming bij
dieai heer van Idsmga, die de (aanstaande
groote macht der paitijbesturen een gruwed
vindt Maar, die macht zal zoo groot met
z§a, als, en daaraan schijnt dclafgevaaidigde
voor Bodegraven niet gedaclit te hebben,
de zaak maar behoorlijk democratisch wordt
ingericht, d.w.z, als die aangesloten kiesver-
eemguigea maar genoeg invloed, op de sa-
menstelttóS der hjst kunnen oefenen. Maar
iniisschiein dacht de heer van Jiismg» aan
de verideznigeitt van 1913 terug, toen |het
Christe.ijk-lLisLorischo partijbestuur met het
Affiiti-revouuüonaire overeen kwam Leidiön
en Eldie weer aan de anti-revolutionaire [partij
af te staan, terwijl Dr. da 'Visser wal (can-
didaat in Ommen mocht wouian, maar (voor
niet langer dan vier jaar.1
Dat was zeker eene groote macht van het
bestaan van de party, waartoe de heer van
Idsinga behoort; laat hij zich troosten met
het denkbeeld, dat het juist met zulk© din
gen uit zal zyn, daar coalities bij de stem
bus vanzelf vervallen. De Minister wees er
terecht op, dat in het stelsel-Drion een
willekeurig deel der kiezers bovendien be
voorrecht wordt, en toen de afgevaardigde
voor Ridderkerk zag, dat .hij met den heer
van Idsinga alleen zou blyven staan, draaide
hij zyn eigen amendement den nek om,
nadat de ingenieur de heer Bogaerts, het
op wiskundige gronden had bestreden. De
heer van Groenendaei, die den heer de
Stuere in do Kamer is. opgevolgd, hield op
denzelfden dag zyn maiden speech ter toe
lichting van een amendement om evenredig
heid. te brengen, tusschen. het aantal inwo
ner»* van elke* provincie- en* de» leden, die*
Ondertusschen was de heer ter Laan met
een motie gekomen; hij is trouwens de
man, die altyd een zak vol met moties
by zich heeft. Er behoorde echter zekere
moed toe om met een motie te komen,
waar die van denzelfden afgevaardigde in
1914 2.7 millioen zou gekost hebben,
(verbooging van alle minima met 'f 100)
door do Regeering eenvoudig naast zich
neer was gelegd. Deheer de Jang had.
0. i. dan ook zeer terecht gezegd, toen hg!
1
1 1
Vj. m.