Schiedamsche Courant.
Uit de Tweede Earner.
TWEEDE BLAD
(Zaterdag 4 Mei 1918, No. 15743.)
De toer Treub heeft zijne opcenten op
de Verdedigüigsbelasting! gekregen met
sli&tihts 2 stemmen tegen, die van do hoeren
Patijn en IJzerman.
Eet tegenstemmen van den heer Patijn
heeft ons niet verwonderd; hij is toch van
hlet systeem om voorshands onze buiten
gewone uitgaven, die uit den oorlogstoe
stand voortvloeien, door leening te dekken,
en de belastingen niet meer te verhoogen
dan voor de rentebetaling en de geregelde
aflossing daarvan noodig is, O tri dan, zoodra
er vrede is, en men het geheel1 behoorlijk
kan overzien, de regeling te treffen, waar
door op zulk pene wjjze schoonschip zal
kunnen worden, gemaakt, dat do bevorde
ring van onze geestelijke! en stoffelijke wel
vaart niet te zeer in het gedrang komt.
Daar is zeker veel! voor dit systeem te
zeggen, en de heffingin-eens voor de 275
millioen, die de vrijzinnig-democraten te
gen Treub hebben trachten door te drijven,
was zeker voorbarige en zou alleen hare
rechtvaardiging hebben, gevonden als cte
oorlog slechts (tot 1 April 1915 had geduurd,
maar nu de oorlog zoo laag duurt, achten
wij liet toch eeine verstandige tactiek van
onzen minister van Financiën, dat bij zoo
veel mogelijk binnen haalt om te voorko
men, dat het gpt in onze schatkist zóó
groot wordt, dat het stoppen daarvan na
den oorlog al te moeilijk zal worden,.
Wij moeten er allen aan gewend raken, dat
de fiscus zware obers van ons eischt en
zal blijven edschen, en Treub is zoo weinig
dogmaticus, dat hij ia de gansch veranderde
omstandigheden de heffing-ineens, door
bem in 1915 fell bestreden, thans ook re
kent onder de onmisbare middelen om te
zijner tijd in zake onze financien weei op
een groen takje te komen. Zijne partijge-
nooten van vroeger, de vurige vereerders
van weleer, hebben hem daarom gemis aan
vastheid van beginselen verweten, maar
dat verwijt is al' Iheel -ongegrond, waar de
oorlogstoestand gehoopt heeft tot zoovele
maatregelen, die met vroeger beleden leer
spotten.
De heer de Monté Verloren, die ook ern
stige bezwaren tegen de opcenten op de
vfenledigiiigsbelasting had, stemde vóór, na
de verklaring, dat hij zijne stem aau het
wetsontwerp niet zou onthouden, nu de
zware druk voor de jniddeilibare vermogens
niet wordt verlegd. De eer daarvan komt
toe aan den heer Oud, die met het odium
in de Kamer was gekomen, dat hij niet veel
noteer was dan een jong propagandist, die
slechts op meeting-succes kan bogen, maar
die, rustig zijn gang gaande, zich meer en
meer -ontpopte als een man van niet te
versmaden bekwaamheid. Zijn eenige kwaal
blijft dus zijn jeugjd, een benijdbare kwaal,
waarvan de afgjevaardigde voor den Helder,
ook tot eigen spijt, zal merken, dat hij
tetteren dag meer geneest.
De Kamer is toen gegaan aan de behan
deling van het wetsontwerp op het han
delsregister. Er wordt namelijk voorgesteld
een handelsregister in te stellen, waarin
alle in het Rijk in Europa gevestigde han
delszaken zuilen worden ingeschreven; het
zal gehouden worden door de Kamers van
Koophandel en Fabrieken, ieder voor zoo
veel haar gebied betreft, en daarin zal
'iedere handelszaak worden ingeschreven.
Tweeërlei is van dit voorstel het doel.
In de eerste plaats een gelegenheid te
scheppen voor den handel om zich om
trent handelszaken juiste gegevens te ver
schaffen en zich tegen de flessehentrekkerij
te wapenen, waarbij zich dan aansluit, dat
solliciteerende handelsbedienden nu precies
zullen kunnen weten of de firma, bij wie
zij in dienst willen treden, solide is_, en dat
handelsreizigers gevrijwaard zuilen zijn
tegen transacties met dubieuze klanten, die
hun de htm toekomende provisie doen der
ven, of nog erger, hen op groote kosten
jagen, als zij, zooals vaak gebeurt, voor
het door hen verleende crediet aanspra
kelijk zijn.
In de tweede plaats verwacht men, wat
trouwens door de Regeering is toegezegd,
van de instelling van het handelsregister
een reorganisatie van de Kamers van Koop
handel, die nu op enkele uitzonderingen na,
krachtlooze lichamen zijn; een reorgani
satie, die te meer wenschelijk is waar
deze in den feilen economischen strijd, die
ook ons land na den oorlog zal tegemoet
gaan, niet kan worden gemist. Door aan
de gereorganiseerde Kamers van Koophan
del het houden van het handelsregister
op te dragen, zullen zij groot gezag in
de handelswereld krijgen, en financieel on
afhankelijk worden, daar ieder ingeschre
vene in het handelsregister daarvoor een
zekere som moet storten, en zal men, door
de ingeschrevenen in het register tot kie
zers voor die Kamers té" maken, niet alleen
een veel beteren grondslag voor het kies
recht van die Kamers hebben dan vroe
ger, mgar ook de belangstelling voor de
samenstelling daarvan zeer vergrooten, om
dat die kiezerskring belangrijk zal wor
den uitgebreid. Om kiezer voor de Kamer
van Koophandel te zijn, moet men toch
ZÜQ of geweest zijn bestuurder of mede
bestuurder van een bedrijf van handel en
nijverheid, en dat begnp krijgt m het han
delsregister veel ruimeren omvang. Daar
toe zullen bijv. ook alle landbouwers en
tuinbouwers, die dit willen, kunnen behoo-
ren, terwijl iedere naamlooze vennootschap
«h coöperatieve vereeniging koopman in
den zin der wet zal zijn.
Het is een oud spreekwoord ia parle
mentaire kringen, dat men bij de kansen
Tan een wetsontwerp niet te veel op de
Voorloopige Verslagen moet afgaan, en dit
heeft zich thans ook weer bij dit wetsont
werp bewaarheid1. De eerste zin van het
Voorloopig Verslag luidde: „Vrij algemeen
yeddaardo men met ingenomenheid van de
indiening van dit wetsontwerp kennis te
hebben genomen". Was het wonder, dat
met hot oog daarop, do beide ministers,
die het wetsontwerp hadden te verdedigen,
Ort en Poslhuma, de parlementair .onge
schoolden bij uitnemendheid, hun pijnlijke
verbazing over de felle oppositie, die er
kwam, en die door den heer van Raai te
word ingeleid, niet konden verbergen?
De afgevaardigde voor Middelburg er
kende dat het handelsregister een zeker
nut had, maar allerminst zoo, dat dit de
„lachwekkende" haast rechtvaardigen zou,
waarmede dit ontwerp wordt behandeld,
waarop de Memorie vau Antwoord eerst 14
April 1.1. bij de Kamer inkwam. Sprekers
grootste grief was, dat deze zaak niet
geregeld werd in het wetboek van Koop
handel maar bij afzonderlijke wet, waar
door hot gevaar ontstaat dat de regeling
in conflict komt mot andere regelingen.
Daarom zal het houden van een handels
register niet moeten geschieden door de
Kaniers van Koophandel maar door de
Kantongerechten. Waar toch na den oorlog
het hoogst waarschijnlijk is, dat de neu
tralen een voorkeur zullen genieten bij
het heffen van douanerechten, zal de ver
leiding groot zijn voor firma's uit oorlog
voerende landen om zich te verbergen
achter een neutralen handelsnaam, waar
door voor ons land zeer groot nadeel
kan ontstaanhieruit blijkt dat het handels
register een rechtsinstelling is tot verkrij
ging van zekerheid omtrent de rechts
verhoudingen Spreker diende dan ook een
amendement in, om het houden van een
handelsregister aan de rechtbanken te ge
ven, en als dat geen meerderheid kreeg
zou hij zijn stem aan het wetsontwerp
onthouden, en dat te eer omdat de com
binatie van handelsregister en reorganisa
tie van da Kamers van Koophandel hem
geheel ongewenscht voorkomen. De heer
riasse van. IJsselt kwam het wetsontwerp
steunen, mits de reorganisatie van de Ka
mers van Koophandel niet bij! Koninklijk
Besluit maar bij de wet zou geschieden;
en de heer van Schaik tapte uit hetzelfde
vaatjehij was niet gesteld op Kamers
van Koophandel,-die maakwerk zullen zijn,
als ze gekozen worden door het elec
toraal paskwil van een bont allegaartje
van industrieelen, grossiers, handelaartjes
m kleine ondernemertjes, versterkt door
de landbouwers, telers en tuinders.
En do heer Mendels .verklaarde, geen
kat in den zak te willen koopen, en dus
niet aan een Kamer van Koophandel, van
welker reorganisatie hij nog niets weet,
het recht geven belastingen en betalingen
te heffen. De heer Gerritson betoogde, dat
de handel het handelsregister, dat veel te
zware 'lasten daaraan oplegt, niet noodig
heeft en niet begeert, terwijl het zal leiden
niet tot een verzachting, maar tot een
verscherping van de handelsverhoudingen
na den oorlog. De heer Doissevain wilde
het handelsregister wel losmaken van, de
i eorganisatie van de Kamers van Koop
handel, waarvan hij de Amsterdamsche,
Rotterdam sche, Twentsche en Groningsche
om haar praestaties prees, maar achtte het
onontbeerlijk, omdat reeds vóór den oorlog
ons land in den vreemde de reputatie had
vei kregen, dat zich hier flesschentrekkers
gemakkelijk konden vestigen, omdat hier
geen toezicht op de handelingen van der
gelijke menschen was. En de heer Lim
burg waarschuwde do Kamer ten ernstig
ste om niet door de bezwaren tegen de
reorganisatie van de Kamers van Koophan
del 'tevens het handelsregister ten grave
to brengen, -en gaf de Regeering den raad
om dit te voorkomen door aan denwenseh
van den heer Mendels te voldoen, om de
reorganisatie van de Kamers v.an Koophan
del bij de wiet te regelen. En de heer
Engels meende, dat de landbouw in ver
drukking zou komen als ze in één Ka
mer vereenigd werd met de groot-industrie.
Minister Ort zette alle voordesleu van
het handelsregister nog eens uiteen, dat
noch in Enigeland, noch in Oostenrijk bij
hei geiecht ressorteert, en weersprak het
bezwaar von den heer Engels. Een landbou
wer zal als zoodanig niet verplicht zijn
tot inschrijving in het handelsregister, om
dat hij niet koopt om te verknopen. En
collega 'Posthuma verklaarde rich wel be
reid, nu men daar zoo op gesteld bleek,
de reorganisatie van de Kamers van Koop
handel te regelen bij de wet, maar 'dan
zal do wet op 'het handelsregister voor
eerst -niet kunnen werken; het houdendaar-
van. moet toch reeds daarom niet aau de
kantongerechten worden opgedragen, om
dat hun aantal veel grooter is dan dat
der nieuwe Kamers van Koophandel, en
het dan kan wezen dat één Kamer, om
op°de hoogte te komen,de registers van
vier kantongerechten zou moeten raad
plegen.
Desniettegenstaande hield de heer Van
Roaite vol, en diende met de hoeren Rink,
Dresselhuijs, Van Schaik en Biohon vam
IJsselmonde een amendement in om het
handelsregister aan de kantongerechten te
geven. Zijn verdediging van het amende
ment ontlokte den heer Schaper de inter
ruptie, dat hij meer dan ooit maling had
aan alle juristerij. De heer Limburg, die
blijkbaar het ontwerp wilde redden, noem
de de kwestieKamers van Koophandel
of kantongerechten er een van onderge
schikt belang, maar gaf aan de eerste de
voorkeur, omdat het handelsregister daar
meer thuis hoort. Hjet was natuurlijk niet
daaraan te danken, dat de heer Van Raalte
tenslotte zijn amendement introk, maar wel
aan <le toezegging des Ministers, 'dat, zoo
lang de reorganisatie van de Kamers van
Koophandel niet tot stand zal zijn.geko
men, het handelsregister gehouden zal
'worden ter griffie van de kantongerechten.
De behandeling der artikelen geeft ons
geen aanleiding tot aparte beschouwingen;
over het wetsontwerp, waarvan de aan
neming is verzekerd, zal, omdat er gedu
rende de behandeling wijzigingen in zijn
aangebracht, later worden gestemd.
Bij de wijziging van de wet op de ver
mogensbelasting is, doordat de heer Treub
een desbetreffend amendement van den.
Deer Beresteijn heeft overgenomen, aan
alle beminnaars van- de kunst een pak
van het hart genomen. In het eerste ont
werp een tweede ontwerp werd noo
dig, doordat de Eerste Kamer het eerste
ontwerp verwierp werden alleen be
last de verzamelingen van schilderijen, die
niet voor het publiek te bezichtigen waren.
Toen daartegen oppositie kwam werden
bij nota van wijziging de schilderijen ver
zamelingen er weder uit gelicht, en ble
ven alleen verzamelingen van prenten en
porselein over. En in. het thans behandel
de ontwerp werden weer alle kunstvoor
werpen gerekend als bron van inkomsten,
omdat zij verkoojpswoarde hebben.
En dat is nu juist de groote moeilijk
heid; wie zal die waarde schatten? De
gewone taxateur voor de belastingen is
daartce natuurlijk ten eenenmale onbe
kwaam, en schilders zullen zich daartoe
nooit leenen, om de eenvoudige reden, dat
zij weten hoeveel de kunst verschuldigd is
aan hen, die uit liefde daarvoor schilde
rijen koopen, die absoluut geen. markt
waarde hebben. Het meesterstuk van Mil
let, de Angelus, is na zijn dood voor
750.000 francs verkocht, maar wie het als
eerste kooper van dit lang onbegrepen genie
in bezit kreeg, kocht het uit kunstliefde.
Stel u eens voor, dat zoo iemand, die
plotseling heiast werd met een verhooging
van inkomsten van 37.500 francs. Neen,
het geval is net andersom; wie een kunst
werk van groote waarde als lust deroogen
behoudt, geeft een niet onbelangrijk be
drag, dat zijn inkomen zon kunnen ver
meerderen, uit liefde tot de kunst prijs.
Het doet ons genoegen, dat de Minister
in deze voor den aandrang der Kamer is
bezweken, en het verwondert ons wel van
zoo kunstzinnig man als Treub, dat hij,
aan een dergelijke belasting heeft gedacht,
die toch geen noemenswaardig bedrag in
het laadje zou brengen; van 100 millioen
aan kunstschatten zou men één halve ton
aan belasting hebben gekregen. En een
ton is in deze milliardentijd toch al te
pover quantum. Zijne Excellentie heeft
zich blijkbaar te veel doodgekeken op de
O.-Weeërs, die zich kunstgalerijen zouden
aanschaffen, vooroudersgalerijen in de eer
ste plaats.
Bij de wijziging van de begrooting voor
da Posterijen heeft de heer Beumer zich
tot den tolk gemaakt van de ontstemming
wij zullen maar geen scherper woord
gebruiken van de Kamer over de over
schrijding van het aangevraagde crediet
voor het gebouw voor de directie van
den giro-dienst. Daarvoor was aangekocht
het gebouw der vroegere plateelbakkerij
„Rozenburg" voor f77.000, en voor vee
bouw was aangevraagd f 40.000, te zamen
dus een goede ton. En nu werd de Kamer
verrast met een suppletoire aanvraag van
f120.000, dat is dus 300 procent boven
het aangevraagde bedrag, en, al raakt de
Kamer aan tegenvallers op dat gebied ge
wend, dit was toch al tè. En van die
f120.000 was maai- *4 verantwoord, daar
er 21.500 besteed is aan een vleugel, die
bleek nog bijgekocht te moeten worden,
en f 10.000 voor de inrichting van een
papiermagazijn. Het gaf den afgevaardigde
voor Kampen voorzeker recht om te zeg
gen, dat er maar op los was geleefd, in
de zalige overtuiging, dat de Kamer hgt
ten slotte toch wel zou goedkeuren.
Minister Lely zat blijkbaar mot het geval
en moest erkennen, dat de hoor Beumer
gelijk had; blij hoopte, de Kamer te ver
murwen, door er op te wijzen, dat hij meer
gjeld zou hebben aangevraagd, als hij den
loop der zaken had kunnen voorzien, en
dat mein niet moest' vergieten, dat, men hier
met een nieuwen di mst te doen had, waar-
Van men moeilijk vooruit kan zien welken
omvang die krijgen zou.
Maar de Kamer bleef onwrikbaar en
stemde, haeltemaal huiten partijen Om, den
verhoogjingspost af, en w.ij kunnen slechts
de hoop uitspreken, dat de les, de zeer noo
dig© les, die 'daarmee aan Waterstaat is
.gegeven, deel' zal hebben getroffen.
Meer leven kwam in de brouwerij, toen
het voorstel tot verleening van de Ouder
domsrenten door de hoeren Duys, Mar-
chant, de Mural't, van Raalte, Teenstra en
Troelstra ingediend, die, daar de fracties
van de S. D. A'. Pi., V. D. en L. U. in behan
deling kwam. De Vrij-Liberalen hebben ge
weigeld aan de indiening mee te doen, om
dat die de wet niet ia het Staatsblad kan
brengen vóór deze Kamer uiteengaat. Dit
wil' ons voorkomen een onhoudgbaar stand
punt te wezen. Iedereen, die op het Con-
centratieprograrn. van 1913 dn do Kamer
kwam heeft den plicht voor de Ouderdoms
renten, hoofdpunt van dat program, te
doen wat hij kan, en dat is in dit gpvalte
zorgen, dat die dn niet minder conditie
komen dan ze in 1917 waren, de stand van
het geding moet weer'zoo worden, dat ze in
de Tweede Kamer zijn aangenomen. Van
overdreven liefde voor de staatspension-
necring getuigt de houding van de Vrije Li
beralen zeker niet.
lOtnze lezers weten, dat het staatspon-
sioenoniwerp vau de baan is geraakt, door
dat de Eerste Kamer het besluit nam om al
do haar vóór de verkiezingen van 1917
toegezonden ontwerpen, waarop nog geen
Memorie wan 'Antwoord was verschenen',
van. de agenda af te voeren.
Hierbij mag tweeërlei niet worden ver
geten: lo. dat dit besluit in de Eerste
Kamer 'allerminst bij partijstemming is ge
nomen; mannen van Links hebben er vóór,
mannen van Rechts hebben er tegen ge
stemd; 2o. dat het zoo voor de hand lag,
dat, waar dit tegen aller verwachting was
geschied, de ouderdomsrenten weer door
de Regeering moesten worden ingediend,
dat geen minder blad dan de anh-revolutio-
naire Rotterdammer daarvan de billijkheid
erkende. Toen de heer Cort van der Linden
dit echter op voor ons zeer onvoldoende
gronden weigerde, werd het de plicht, de
duro plicht van de voorstanders van de
Staatspensionnccring, om voor de weder-
indiening van het wetsontwerp te zorgen.
De behandeling is daarvan nog niet erg
opgeschoten, omdat de Kamer gisteren den
heelen dag in de afdeelingen heeft ver
gaderd; wij hebben alleen de redevoerin
gen gehad van de heeren Snoeck Henke-
mans en Van Vuuren. De eerste deed een
beroep op het wijs beleid der Kamer om
dit ontwerp om zijn inhoud en om het tijd
stip, waarop het behandeld werd, te ver
werpen. De inhoud scheen toch wel gelijk,
maar was zulks niet, omdat het ontwerp-
Lely een onderdeel was van een bepaald
plan van sociale wetgeving, terwijl bij dit
wetsontwerp geen sprake is van verband
met andere sociale weden. Dat was van
buitengewone vrijmoedigheid, omdat, als dit
verhand niet meer bestaat, dit de schuld
is van de Rechterzijde, die onder aanvoe
ring van den heer Snoeck Renkemans de
hand der verzoening, haar door Lely aan
geboden, afwees.
De redevoering van den heer van Vuu
ren was nog iets lager bij den grond.
Hij riep ach en wee over de slechtheid
van de mannen van Links, die het com
promis van 1912 zonden verbreken, (wij
verwijzen hem naar de anti-revolutionaire
Rotterdammer") hij sprak van „de schan
delijke oppositie van Links tegen de wet-
gcvmg-Talma onder aanvoering van den
heer Duys, terwijl nota bene Duys met
Taima koek en ei was, en door den laatste
het amendement van den eerste en los
van de wet dadelijk f 2 aan de 70-jarige
arbeiders uit te keeren, werd overgeno
men. Ook werd de Linkerzijde de flauwiteit
door beide heeren niet gespaard, dat het
ontwerp er een van Duys was, die echter
alleen daarom eerste onderteekenaar was,
omdat zijn naam met een D begint, en de
ouderteekeaaars van een wetsontwerp al-
phabetisch gerangschikt plegen te worden.
Het lange en korte van do historie is dat
Rechts het Staatspensioen, door do groote
meerderheid van het Nederlandsche volk
gewensciht tot eiken prijs wil tegen houden,
en vooral in dezen tijd is dat een onvader
landslievende daad.
Maar, pur si muove, het komt er
toch.
8TAB8HIEÜWS.
De Unie Liberale staatkunde.
In de bovenzaal van Odéon, die bijna
geheel was bezet, heeft prof. v. Hamel
gisteravond zijn aangekondigde lezing ge
houden over „de Unie-Liberale Staatkunde".
Spr. stemt toe, dat men zich kan af
vragen ol het op 't oogenblik wel de tijd
is om over politiek te spreken, en of dc
schaduwblokken niet alles moeten over
heerseben. Op die vraag antwoordt spr.
beslist: neen! Men moet de politiek niet
beschouwen als een strijd over politieke
programma's, een strijd om elkaar vliegjes
ai te vangen, een weelde-artikel, dat men
in vredestijd zich kan veroorloven.
Als spr. een rede wilde houden, die
een strijd tusschen personen zou zijn, ja
dan, maar de politiek moet zijn de zorg
voor de nationale belangen in het heden
en de toekomst, en zoo bezien is de poli
tiek cp dit oogenblik extra noodig, daar
mede zal elkeen het wel eens zijn; maar
dan is het ook een recht en een plicht
om gezamenlijk de gedachten daarover te
laten gaan.
Het is niet zoo gemakkelijk op 't oogen
blik te zeggen, waarom het in de toekomst
gaat. Wij zijn op 't oogenblik als een
scheepje, dat in den mist ligt te tobben;
toch mag dit voor de opvarenden geen
roden zijn om de handen in den schoot te
leggen. Er moet voortdurend gewaakt, uit
gekeken. gehandeld worden. En zoo is liet
ook in dc politiek onvermijdelijk, al kun
nen we nog niet zien waar we heen moe
ten, zekere beginselen vast te stellen, peil-
punten te bepalen, waarop we kunnen
varen, hoe ook de stroom zal blijken te
loopen.
Dat is vooral noodig waar we staan
voor do verkiezing, waarbij iedere man
voor de moeilijkheid staat een keuze to
doen wien hij zijn stem zal geven, want
iedere man zal aan de stembus zijn keuze
moeten doen; het kiezen is door de
Wet tot een plicht gemaakt en wie dien
plicht niet vervuld, zal voor den kanton
rechter worden geroepen.
föj die keuze moet ge aanwijzen den
man, die uw richting vertegenwoordigt.
Hoewel spr. niet oude politieke kwesties
wil oprakelen, kan hij zeggen, dat er geen
partij is, die zoozeer aan te bevelen is
als de Liberale Unie, omdat er geen partij
is, die zoo streeft naar het nationale be
lang als deze.
Zij zaait geen verdeeldheid, maar tracht
eenheid te bevorderen, omdat die is het
nationaal belang.
Er is geen partij die zoo gaarne wil
doen, wat wil tot stand, brengen. Het
is nu geen tijd om breedc boomen op te
zetten, wij hebben, noodig een staatkunde
van handelen en dat is de richting
van dc Liberale Unie, die in haar stre
ven niet do partij voorop stelt maar de
natie.
Wat zijn nu de punten waarop dc Libe
rale Unie zich wil richten? Het antwoord
is: lo. Zorg voor de eenheid, 2o. Zorg
voor de volksmacht, 3o. zorg voor
de welvaart.
Over die 3 punten wil spr. iets zeggen.
Nederland wordt op het oogenblik ge
plaagd van alle kanten; wij moeten Neder
land ongeschonden door den baaierd heen
krijgen en daarom is vooral noodig een-
li eid.
Wat zijn de bronnen van tweespalt?
Spreker gelooft te mogen zeggen dat
de groote bronnen van twist liggen in
de soc. dem. leer van den klassenstrijd en
in de kerkelijke leer der verdceli ng der
menschen Christenen en heidenen. Die hei-
do stellingeu zijn de scheurmakers in het
volk.
Op grond van die scheurmakerij moet
de Lib. Unie zich dus stellen tegenover
de soc.-dem. richting. Niet dat wij willen
ontkennen de groote waarde, die deze partij
voor het volk heeft gehad. Zij is geweest,
nr. stemt het toe, de hefboom voor de
groote laag in ons volk en menig man
is door haar tot denken gebracht, heeft
zij gemaakt tot een beter mensch, Spr.
wil niet optreden als socialistenvreter, maar
wij moeten de soc. democratie bestrijden,
omdat zij zich plaatst op den grondslag
van den klassenstrijd. Spr. beweert dat
die leer niet waar is en het is verkeerd
en noodlottig die te verkondigen: Werk
gever en werknemer, zij kun/ n geen van
beiden elkaar missen en de maatschappij
kan hen geen van beide missen. Die twee
groepen worden bovendien niet door zoo
groot egoisme beheersebt, dat zij' onver
zoenlijke tegenstanders zouden zijn.
De Clericale Staatkunde, steunende op de
onderworpenheid van de geloovigen aan
hun voorgangers en priesters, mag men
niet onvoorwaardelijk smaden. Het is toch
waar dat tal van menschen troost en steun
vinden in hun geloof, in hun kerkelijk,
godsdienstig leven. Dit alles mag niemand
hun toch ontnemen. Dc Liberalen mogen en
zullen nooit tegen godsdienst of kerk strij
den.
Maar zij meeten zich verzetten tegen het.
misbruik dat laarvan kan gemaakt wor
den. Slimme en krachtige leiders weten
de geloovigen in naam van godsdienst of
kerk te spannen voor hun zegewagen om
hen te brengen naar het politieke doel,
dat zij zich hebben gestold. De voorspie
geling dat de tegenstanders „heidenen"
zijn doel daarbij goeden diëlnst. Door de libe
ralen zal de godsdienstige tweespalt zooveel
mogelijk gematigd worden en daarom moe
ten zij opkomen voor de openbare school,
'die nog steeds in gevaar is.
Zorg voor de volksmacht
De tegenwoordige toestanden houden ons
voor oogen, dat, als het volk zich zelf
regeert, in het volk hcerscht een verant
woordelijkheidsgevoel, daar dan de ware
democratie zich vertoont Maar die is heel
Sets anders als de democratie die ver
wachtingen opwekt, welke niet vervuld kun
nen wordendezei laatste is een valsche
.democratie.
Algemeen kiesrecht is in dit opzicht een
zinnebeeld; het bewijst dat er niet meer
is een man en een' man, de een met een
recht bekleed dat de andere niet heeft
doch allen gerechtigd om tse zeggen in!
welke richting hij geregeerd'wil zien. Maar
toch bestaan er nog 'staatkundige verschil
len tusschen man en vrouw, zoodafs, als
wij vallen hebben de 'waarheid, dat "het
gehaele volk zich zelf 'regeert, wij moe
ten hebben mannen- en 'vrouwenkiesrecht
'die dc staatkundige gelijkheid 'geeft
Dat is punt 1 van 'het program der
Liberale Unie.
Maar ook dan .zijn 'we er nog" niet; met.
het enkele parlementaire stelsel komen we
er niet Noodig is, 'dat er ook kame het
referendumzooals die| in de Vereenjgdiq
.Staten bestaat, waardoor het volk m werke
lijkheid kan anederegecren.
Ongezonde democratie was voorts het
begrip, dat de productievoorziening niet
was een zorg der roigeering. Maar cle
productie onaakt onze nationale welvaart
Wat ware we in deze tijden geweest zon
der de bedrijven van 'scheepvaart, indus
trie, landbouw. i 1
Er worden op het oogenblik groote ga-
ton geslagen in heb nationale venmogen!
Millioenen enj millioejnen worden gevraagd
voor do vervaardiging van granaten en
kartetsen, voor db mobilisatie), allies noodig,
willen we onze onafhankelijkheid bescher
men. voorde distributie eft 't ondersteunen
plichten zeker, maat uilgavep die te sa
men 'n groote schuld' op "Nederland zulten
leggen, dïe ook wqer moet betaald worden.
Daarbij zal hot onderwijs op broeden
grondslag moeten worden gebouwd, kosb-
bare economische regjelingen moeten tot
stand komen, waaronder b.v. staatspen-
soon. Waar .moeten al dio millioenen van
daan komen? Van de belastingen 1 Ja, maar
hoe kunnen we djle op den duur krijgen?
Door ,d,e nationale welvaart te bevorderen.
Een voorname zorg voor de toekomst
zal zijn do produotiefmaking van den rijk
dom van den bodem van ons land. Als
straks de oorlog geëindigd is, zullen het
ruilverkeer, dc vrije handel, niet dadelijk
hersteld zijn. Alle landen zuilen zooveel
mogelijk voor zich zoh zorgen' en zoo1 wei
nig mogelijk uitvoeren. Nederland moet
zorgen dat het dus zoo onafhankelijk mo
gelijk van hot buitenland zal zijn en wat
in hot land gevonden kan worden, dit te
ontginnen. Ware dit vroeger uitgebreider
geschied, de positie van' Nederland zou
in dezen oorlog heel wat aangenamer ge
weest zijn dan ze nu is. Die productief-
making is een eisch vau het heden.
Ten slotte komt spr. op de evenredige
vertegenwoordiging, die op een zuiver, bil
lijk principe borust, al Heven er natuur
lijk ook bezwaren aan, maar die door baar
werking veel meer naar voren dringt dat
gestemd wordt op een' partij en niet op
een persoon. Maar door die werking wor
den geen stemmen meer nutteloos uitge
bracht, zooals b.v. een soc.-dem. stem in
Limburg of een kath. stem in een vrij
zinnig deel van Noord-Holland.
Die wetenschap heeft er helaas toe geleid
zooveel mogelijk partijtjes te gaan! vormen,
DE*