Schiedamsche Courant. Uit de Tweede Earner. TWEEDE BLAD (Zaterdag 4 Mei 1918, No. 15743.) De toer Treub heeft zijne opcenten op de Verdedigüigsbelasting! gekregen met sli&tihts 2 stemmen tegen, die van do hoeren Patijn en IJzerman. Eet tegenstemmen van den heer Patijn heeft ons niet verwonderd; hij is toch van hlet systeem om voorshands onze buiten gewone uitgaven, die uit den oorlogstoe stand voortvloeien, door leening te dekken, en de belastingen niet meer te verhoogen dan voor de rentebetaling en de geregelde aflossing daarvan noodig is, O tri dan, zoodra er vrede is, en men het geheel1 behoorlijk kan overzien, de regeling te treffen, waar door op zulk pene wjjze schoonschip zal kunnen worden, gemaakt, dat do bevorde ring van onze geestelijke! en stoffelijke wel vaart niet te zeer in het gedrang komt. Daar is zeker veel! voor dit systeem te zeggen, en de heffingin-eens voor de 275 millioen, die de vrijzinnig-democraten te gen Treub hebben trachten door te drijven, was zeker voorbarige en zou alleen hare rechtvaardiging hebben, gevonden als cte oorlog slechts (tot 1 April 1915 had geduurd, maar nu de oorlog zoo laag duurt, achten wij liet toch eeine verstandige tactiek van onzen minister van Financiën, dat bij zoo veel mogelijk binnen haalt om te voorko men, dat het gpt in onze schatkist zóó groot wordt, dat het stoppen daarvan na den oorlog al te moeilijk zal worden,. Wij moeten er allen aan gewend raken, dat de fiscus zware obers van ons eischt en zal blijven edschen, en Treub is zoo weinig dogmaticus, dat hij ia de gansch veranderde omstandigheden de heffing-ineens, door bem in 1915 fell bestreden, thans ook re kent onder de onmisbare middelen om te zijner tijd in zake onze financien weei op een groen takje te komen. Zijne partijge- nooten van vroeger, de vurige vereerders van weleer, hebben hem daarom gemis aan vastheid van beginselen verweten, maar dat verwijt is al' Iheel -ongegrond, waar de oorlogstoestand gehoopt heeft tot zoovele maatregelen, die met vroeger beleden leer spotten. De heer de Monté Verloren, die ook ern stige bezwaren tegen de opcenten op de vfenledigiiigsbelasting had, stemde vóór, na de verklaring, dat hij zijne stem aau het wetsontwerp niet zou onthouden, nu de zware druk voor de jniddeilibare vermogens niet wordt verlegd. De eer daarvan komt toe aan den heer Oud, die met het odium in de Kamer was gekomen, dat hij niet veel noteer was dan een jong propagandist, die slechts op meeting-succes kan bogen, maar die, rustig zijn gang gaande, zich meer en meer -ontpopte als een man van niet te versmaden bekwaamheid. Zijn eenige kwaal blijft dus zijn jeugjd, een benijdbare kwaal, waarvan de afgjevaardigde voor den Helder, ook tot eigen spijt, zal merken, dat hij tetteren dag meer geneest. De Kamer is toen gegaan aan de behan deling van het wetsontwerp op het han delsregister. Er wordt namelijk voorgesteld een handelsregister in te stellen, waarin alle in het Rijk in Europa gevestigde han delszaken zuilen worden ingeschreven; het zal gehouden worden door de Kamers van Koophandel en Fabrieken, ieder voor zoo veel haar gebied betreft, en daarin zal 'iedere handelszaak worden ingeschreven. Tweeërlei is van dit voorstel het doel. In de eerste plaats een gelegenheid te scheppen voor den handel om zich om trent handelszaken juiste gegevens te ver schaffen en zich tegen de flessehentrekkerij te wapenen, waarbij zich dan aansluit, dat solliciteerende handelsbedienden nu precies zullen kunnen weten of de firma, bij wie zij in dienst willen treden, solide is_, en dat handelsreizigers gevrijwaard zuilen zijn tegen transacties met dubieuze klanten, die hun de htm toekomende provisie doen der ven, of nog erger, hen op groote kosten jagen, als zij, zooals vaak gebeurt, voor het door hen verleende crediet aanspra kelijk zijn. In de tweede plaats verwacht men, wat trouwens door de Regeering is toegezegd, van de instelling van het handelsregister een reorganisatie van de Kamers van Koop handel, die nu op enkele uitzonderingen na, krachtlooze lichamen zijn; een reorgani satie, die te meer wenschelijk is waar deze in den feilen economischen strijd, die ook ons land na den oorlog zal tegemoet gaan, niet kan worden gemist. Door aan de gereorganiseerde Kamers van Koophan del het houden van het handelsregister op te dragen, zullen zij groot gezag in de handelswereld krijgen, en financieel on afhankelijk worden, daar ieder ingeschre vene in het handelsregister daarvoor een zekere som moet storten, en zal men, door de ingeschrevenen in het register tot kie zers voor die Kamers té" maken, niet alleen een veel beteren grondslag voor het kies recht van die Kamers hebben dan vroe ger, mgar ook de belangstelling voor de samenstelling daarvan zeer vergrooten, om dat die kiezerskring belangrijk zal wor den uitgebreid. Om kiezer voor de Kamer van Koophandel te zijn, moet men toch ZÜQ of geweest zijn bestuurder of mede bestuurder van een bedrijf van handel en nijverheid, en dat begnp krijgt m het han delsregister veel ruimeren omvang. Daar toe zullen bijv. ook alle landbouwers en tuinbouwers, die dit willen, kunnen behoo- ren, terwijl iedere naamlooze vennootschap «h coöperatieve vereeniging koopman in den zin der wet zal zijn. Het is een oud spreekwoord ia parle mentaire kringen, dat men bij de kansen Tan een wetsontwerp niet te veel op de Voorloopige Verslagen moet afgaan, en dit heeft zich thans ook weer bij dit wetsont werp bewaarheid1. De eerste zin van het Voorloopig Verslag luidde: „Vrij algemeen yeddaardo men met ingenomenheid van de indiening van dit wetsontwerp kennis te hebben genomen". Was het wonder, dat met hot oog daarop, do beide ministers, die het wetsontwerp hadden te verdedigen, Ort en Poslhuma, de parlementair .onge schoolden bij uitnemendheid, hun pijnlijke verbazing over de felle oppositie, die er kwam, en die door den heer van Raai te word ingeleid, niet konden verbergen? De afgevaardigde voor Middelburg er kende dat het handelsregister een zeker nut had, maar allerminst zoo, dat dit de „lachwekkende" haast rechtvaardigen zou, waarmede dit ontwerp wordt behandeld, waarop de Memorie vau Antwoord eerst 14 April 1.1. bij de Kamer inkwam. Sprekers grootste grief was, dat deze zaak niet geregeld werd in het wetboek van Koop handel maar bij afzonderlijke wet, waar door hot gevaar ontstaat dat de regeling in conflict komt mot andere regelingen. Daarom zal het houden van een handels register niet moeten geschieden door de Kaniers van Koophandel maar door de Kantongerechten. Waar toch na den oorlog het hoogst waarschijnlijk is, dat de neu tralen een voorkeur zullen genieten bij het heffen van douanerechten, zal de ver leiding groot zijn voor firma's uit oorlog voerende landen om zich te verbergen achter een neutralen handelsnaam, waar door voor ons land zeer groot nadeel kan ontstaanhieruit blijkt dat het handels register een rechtsinstelling is tot verkrij ging van zekerheid omtrent de rechts verhoudingen Spreker diende dan ook een amendement in, om het houden van een handelsregister aan de rechtbanken te ge ven, en als dat geen meerderheid kreeg zou hij zijn stem aan het wetsontwerp onthouden, en dat te eer omdat de com binatie van handelsregister en reorganisa tie van da Kamers van Koophandel hem geheel ongewenscht voorkomen. De heer riasse van. IJsselt kwam het wetsontwerp steunen, mits de reorganisatie van de Ka mers van Koophandel niet bij! Koninklijk Besluit maar bij de wet zou geschieden; en de heer van Schaik tapte uit hetzelfde vaatjehij was niet gesteld op Kamers van Koophandel,-die maakwerk zullen zijn, als ze gekozen worden door het elec toraal paskwil van een bont allegaartje van industrieelen, grossiers, handelaartjes m kleine ondernemertjes, versterkt door de landbouwers, telers en tuinders. En do heer Mendels .verklaarde, geen kat in den zak te willen koopen, en dus niet aan een Kamer van Koophandel, van welker reorganisatie hij nog niets weet, het recht geven belastingen en betalingen te heffen. De heer Gerritson betoogde, dat de handel het handelsregister, dat veel te zware 'lasten daaraan oplegt, niet noodig heeft en niet begeert, terwijl het zal leiden niet tot een verzachting, maar tot een verscherping van de handelsverhoudingen na den oorlog. De heer Doissevain wilde het handelsregister wel losmaken van, de i eorganisatie van de Kamers van Koop handel, waarvan hij de Amsterdamsche, Rotterdam sche, Twentsche en Groningsche om haar praestaties prees, maar achtte het onontbeerlijk, omdat reeds vóór den oorlog ons land in den vreemde de reputatie had vei kregen, dat zich hier flesschentrekkers gemakkelijk konden vestigen, omdat hier geen toezicht op de handelingen van der gelijke menschen was. En de heer Lim burg waarschuwde do Kamer ten ernstig ste om niet door de bezwaren tegen de reorganisatie van de Kamers van Koophan del 'tevens het handelsregister ten grave to brengen, -en gaf de Regeering den raad om dit te voorkomen door aan denwenseh van den heer Mendels te voldoen, om de reorganisatie van de Kamers v.an Koophan del bij de wiet te regelen. En de heer Engels meende, dat de landbouw in ver drukking zou komen als ze in één Ka mer vereenigd werd met de groot-industrie. Minister Ort zette alle voordesleu van het handelsregister nog eens uiteen, dat noch in Enigeland, noch in Oostenrijk bij hei geiecht ressorteert, en weersprak het bezwaar von den heer Engels. Een landbou wer zal als zoodanig niet verplicht zijn tot inschrijving in het handelsregister, om dat hij niet koopt om te verknopen. En collega 'Posthuma verklaarde rich wel be reid, nu men daar zoo op gesteld bleek, de reorganisatie van de Kamers van Koop handel te regelen bij de wet, maar 'dan zal do wet op 'het handelsregister voor eerst -niet kunnen werken; het houdendaar- van. moet toch reeds daarom niet aau de kantongerechten worden opgedragen, om dat hun aantal veel grooter is dan dat der nieuwe Kamers van Koophandel, en het dan kan wezen dat één Kamer, om op°de hoogte te komen,de registers van vier kantongerechten zou moeten raad plegen. Desniettegenstaande hield de heer Van Roaite vol, en diende met de hoeren Rink, Dresselhuijs, Van Schaik en Biohon vam IJsselmonde een amendement in om het handelsregister aan de kantongerechten te geven. Zijn verdediging van het amende ment ontlokte den heer Schaper de inter ruptie, dat hij meer dan ooit maling had aan alle juristerij. De heer Limburg, die blijkbaar het ontwerp wilde redden, noem de de kwestieKamers van Koophandel of kantongerechten er een van onderge schikt belang, maar gaf aan de eerste de voorkeur, omdat het handelsregister daar meer thuis hoort. Hjet was natuurlijk niet daaraan te danken, dat de heer Van Raalte tenslotte zijn amendement introk, maar wel aan <le toezegging des Ministers, 'dat, zoo lang de reorganisatie van de Kamers van Koophandel niet tot stand zal zijn.geko men, het handelsregister gehouden zal 'worden ter griffie van de kantongerechten. De behandeling der artikelen geeft ons geen aanleiding tot aparte beschouwingen; over het wetsontwerp, waarvan de aan neming is verzekerd, zal, omdat er gedu rende de behandeling wijzigingen in zijn aangebracht, later worden gestemd. Bij de wijziging van de wet op de ver mogensbelasting is, doordat de heer Treub een desbetreffend amendement van den. Deer Beresteijn heeft overgenomen, aan alle beminnaars van- de kunst een pak van het hart genomen. In het eerste ont werp een tweede ontwerp werd noo dig, doordat de Eerste Kamer het eerste ontwerp verwierp werden alleen be last de verzamelingen van schilderijen, die niet voor het publiek te bezichtigen waren. Toen daartegen oppositie kwam werden bij nota van wijziging de schilderijen ver zamelingen er weder uit gelicht, en ble ven alleen verzamelingen van prenten en porselein over. En in. het thans behandel de ontwerp werden weer alle kunstvoor werpen gerekend als bron van inkomsten, omdat zij verkoojpswoarde hebben. En dat is nu juist de groote moeilijk heid; wie zal die waarde schatten? De gewone taxateur voor de belastingen is daartce natuurlijk ten eenenmale onbe kwaam, en schilders zullen zich daartoe nooit leenen, om de eenvoudige reden, dat zij weten hoeveel de kunst verschuldigd is aan hen, die uit liefde daarvoor schilde rijen koopen, die absoluut geen. markt waarde hebben. Het meesterstuk van Mil let, de Angelus, is na zijn dood voor 750.000 francs verkocht, maar wie het als eerste kooper van dit lang onbegrepen genie in bezit kreeg, kocht het uit kunstliefde. Stel u eens voor, dat zoo iemand, die plotseling heiast werd met een verhooging van inkomsten van 37.500 francs. Neen, het geval is net andersom; wie een kunst werk van groote waarde als lust deroogen behoudt, geeft een niet onbelangrijk be drag, dat zijn inkomen zon kunnen ver meerderen, uit liefde tot de kunst prijs. Het doet ons genoegen, dat de Minister in deze voor den aandrang der Kamer is bezweken, en het verwondert ons wel van zoo kunstzinnig man als Treub, dat hij, aan een dergelijke belasting heeft gedacht, die toch geen noemenswaardig bedrag in het laadje zou brengen; van 100 millioen aan kunstschatten zou men één halve ton aan belasting hebben gekregen. En een ton is in deze milliardentijd toch al te pover quantum. Zijne Excellentie heeft zich blijkbaar te veel doodgekeken op de O.-Weeërs, die zich kunstgalerijen zouden aanschaffen, vooroudersgalerijen in de eer ste plaats. Bij de wijziging van de begrooting voor da Posterijen heeft de heer Beumer zich tot den tolk gemaakt van de ontstemming wij zullen maar geen scherper woord gebruiken van de Kamer over de over schrijding van het aangevraagde crediet voor het gebouw voor de directie van den giro-dienst. Daarvoor was aangekocht het gebouw der vroegere plateelbakkerij „Rozenburg" voor f77.000, en voor vee bouw was aangevraagd f 40.000, te zamen dus een goede ton. En nu werd de Kamer verrast met een suppletoire aanvraag van f120.000, dat is dus 300 procent boven het aangevraagde bedrag, en, al raakt de Kamer aan tegenvallers op dat gebied ge wend, dit was toch al tè. En van die f120.000 was maai- *4 verantwoord, daar er 21.500 besteed is aan een vleugel, die bleek nog bijgekocht te moeten worden, en f 10.000 voor de inrichting van een papiermagazijn. Het gaf den afgevaardigde voor Kampen voorzeker recht om te zeg gen, dat er maar op los was geleefd, in de zalige overtuiging, dat de Kamer hgt ten slotte toch wel zou goedkeuren. Minister Lely zat blijkbaar mot het geval en moest erkennen, dat de hoor Beumer gelijk had; blij hoopte, de Kamer te ver murwen, door er op te wijzen, dat hij meer gjeld zou hebben aangevraagd, als hij den loop der zaken had kunnen voorzien, en dat mein niet moest' vergieten, dat, men hier met een nieuwen di mst te doen had, waar- Van men moeilijk vooruit kan zien welken omvang die krijgen zou. Maar de Kamer bleef onwrikbaar en stemde, haeltemaal huiten partijen Om, den verhoogjingspost af, en w.ij kunnen slechts de hoop uitspreken, dat de les, de zeer noo dig© les, die 'daarmee aan Waterstaat is .gegeven, deel' zal hebben getroffen. Meer leven kwam in de brouwerij, toen het voorstel tot verleening van de Ouder domsrenten door de hoeren Duys, Mar- chant, de Mural't, van Raalte, Teenstra en Troelstra ingediend, die, daar de fracties van de S. D. A'. Pi., V. D. en L. U. in behan deling kwam. De Vrij-Liberalen hebben ge weigeld aan de indiening mee te doen, om dat die de wet niet ia het Staatsblad kan brengen vóór deze Kamer uiteengaat. Dit wil' ons voorkomen een onhoudgbaar stand punt te wezen. Iedereen, die op het Con- centratieprograrn. van 1913 dn do Kamer kwam heeft den plicht voor de Ouderdoms renten, hoofdpunt van dat program, te doen wat hij kan, en dat is in dit gpvalte zorgen, dat die dn niet minder conditie komen dan ze in 1917 waren, de stand van het geding moet weer'zoo worden, dat ze in de Tweede Kamer zijn aangenomen. Van overdreven liefde voor de staatspension- necring getuigt de houding van de Vrije Li beralen zeker niet. lOtnze lezers weten, dat het staatspon- sioenoniwerp vau de baan is geraakt, door dat de Eerste Kamer het besluit nam om al do haar vóór de verkiezingen van 1917 toegezonden ontwerpen, waarop nog geen Memorie wan 'Antwoord was verschenen', van. de agenda af te voeren. Hierbij mag tweeërlei niet worden ver geten: lo. dat dit besluit in de Eerste Kamer 'allerminst bij partijstemming is ge nomen; mannen van Links hebben er vóór, mannen van Rechts hebben er tegen ge stemd; 2o. dat het zoo voor de hand lag, dat, waar dit tegen aller verwachting was geschied, de ouderdomsrenten weer door de Regeering moesten worden ingediend, dat geen minder blad dan de anh-revolutio- naire Rotterdammer daarvan de billijkheid erkende. Toen de heer Cort van der Linden dit echter op voor ons zeer onvoldoende gronden weigerde, werd het de plicht, de duro plicht van de voorstanders van de Staatspensionnccring, om voor de weder- indiening van het wetsontwerp te zorgen. De behandeling is daarvan nog niet erg opgeschoten, omdat de Kamer gisteren den heelen dag in de afdeelingen heeft ver gaderd; wij hebben alleen de redevoerin gen gehad van de heeren Snoeck Henke- mans en Van Vuuren. De eerste deed een beroep op het wijs beleid der Kamer om dit ontwerp om zijn inhoud en om het tijd stip, waarop het behandeld werd, te ver werpen. De inhoud scheen toch wel gelijk, maar was zulks niet, omdat het ontwerp- Lely een onderdeel was van een bepaald plan van sociale wetgeving, terwijl bij dit wetsontwerp geen sprake is van verband met andere sociale weden. Dat was van buitengewone vrijmoedigheid, omdat, als dit verhand niet meer bestaat, dit de schuld is van de Rechterzijde, die onder aanvoe ring van den heer Snoeck Renkemans de hand der verzoening, haar door Lely aan geboden, afwees. De redevoering van den heer van Vuu ren was nog iets lager bij den grond. Hij riep ach en wee over de slechtheid van de mannen van Links, die het com promis van 1912 zonden verbreken, (wij verwijzen hem naar de anti-revolutionaire Rotterdammer") hij sprak van „de schan delijke oppositie van Links tegen de wet- gcvmg-Talma onder aanvoering van den heer Duys, terwijl nota bene Duys met Taima koek en ei was, en door den laatste het amendement van den eerste en los van de wet dadelijk f 2 aan de 70-jarige arbeiders uit te keeren, werd overgeno men. Ook werd de Linkerzijde de flauwiteit door beide heeren niet gespaard, dat het ontwerp er een van Duys was, die echter alleen daarom eerste onderteekenaar was, omdat zijn naam met een D begint, en de ouderteekeaaars van een wetsontwerp al- phabetisch gerangschikt plegen te worden. Het lange en korte van do historie is dat Rechts het Staatspensioen, door do groote meerderheid van het Nederlandsche volk gewensciht tot eiken prijs wil tegen houden, en vooral in dezen tijd is dat een onvader landslievende daad. Maar, pur si muove, het komt er toch. 8TAB8HIEÜWS. De Unie Liberale staatkunde. In de bovenzaal van Odéon, die bijna geheel was bezet, heeft prof. v. Hamel gisteravond zijn aangekondigde lezing ge houden over „de Unie-Liberale Staatkunde". Spr. stemt toe, dat men zich kan af vragen ol het op 't oogenblik wel de tijd is om over politiek te spreken, en of dc schaduwblokken niet alles moeten over heerseben. Op die vraag antwoordt spr. beslist: neen! Men moet de politiek niet beschouwen als een strijd over politieke programma's, een strijd om elkaar vliegjes ai te vangen, een weelde-artikel, dat men in vredestijd zich kan veroorloven. Als spr. een rede wilde houden, die een strijd tusschen personen zou zijn, ja dan, maar de politiek moet zijn de zorg voor de nationale belangen in het heden en de toekomst, en zoo bezien is de poli tiek cp dit oogenblik extra noodig, daar mede zal elkeen het wel eens zijn; maar dan is het ook een recht en een plicht om gezamenlijk de gedachten daarover te laten gaan. Het is niet zoo gemakkelijk op 't oogen blik te zeggen, waarom het in de toekomst gaat. Wij zijn op 't oogenblik als een scheepje, dat in den mist ligt te tobben; toch mag dit voor de opvarenden geen roden zijn om de handen in den schoot te leggen. Er moet voortdurend gewaakt, uit gekeken. gehandeld worden. En zoo is liet ook in dc politiek onvermijdelijk, al kun nen we nog niet zien waar we heen moe ten, zekere beginselen vast te stellen, peil- punten te bepalen, waarop we kunnen varen, hoe ook de stroom zal blijken te loopen. Dat is vooral noodig waar we staan voor do verkiezing, waarbij iedere man voor de moeilijkheid staat een keuze to doen wien hij zijn stem zal geven, want iedere man zal aan de stembus zijn keuze moeten doen; het kiezen is door de Wet tot een plicht gemaakt en wie dien plicht niet vervuld, zal voor den kanton rechter worden geroepen. föj die keuze moet ge aanwijzen den man, die uw richting vertegenwoordigt. Hoewel spr. niet oude politieke kwesties wil oprakelen, kan hij zeggen, dat er geen partij is, die zoozeer aan te bevelen is als de Liberale Unie, omdat er geen partij is, die zoo streeft naar het nationale be lang als deze. Zij zaait geen verdeeldheid, maar tracht eenheid te bevorderen, omdat die is het nationaal belang. Er is geen partij die zoo gaarne wil doen, wat wil tot stand, brengen. Het is nu geen tijd om breedc boomen op te zetten, wij hebben, noodig een staatkunde van handelen en dat is de richting van dc Liberale Unie, die in haar stre ven niet do partij voorop stelt maar de natie. Wat zijn nu de punten waarop dc Libe rale Unie zich wil richten? Het antwoord is: lo. Zorg voor de eenheid, 2o. Zorg voor de volksmacht, 3o. zorg voor de welvaart. Over die 3 punten wil spr. iets zeggen. Nederland wordt op het oogenblik ge plaagd van alle kanten; wij moeten Neder land ongeschonden door den baaierd heen krijgen en daarom is vooral noodig een- li eid. Wat zijn de bronnen van tweespalt? Spreker gelooft te mogen zeggen dat de groote bronnen van twist liggen in de soc. dem. leer van den klassenstrijd en in de kerkelijke leer der verdceli ng der menschen Christenen en heidenen. Die hei- do stellingeu zijn de scheurmakers in het volk. Op grond van die scheurmakerij moet de Lib. Unie zich dus stellen tegenover de soc.-dem. richting. Niet dat wij willen ontkennen de groote waarde, die deze partij voor het volk heeft gehad. Zij is geweest, nr. stemt het toe, de hefboom voor de groote laag in ons volk en menig man is door haar tot denken gebracht, heeft zij gemaakt tot een beter mensch, Spr. wil niet optreden als socialistenvreter, maar wij moeten de soc. democratie bestrijden, omdat zij zich plaatst op den grondslag van den klassenstrijd. Spr. beweert dat die leer niet waar is en het is verkeerd en noodlottig die te verkondigen: Werk gever en werknemer, zij kun/ n geen van beiden elkaar missen en de maatschappij kan hen geen van beide missen. Die twee groepen worden bovendien niet door zoo groot egoisme beheersebt, dat zij' onver zoenlijke tegenstanders zouden zijn. De Clericale Staatkunde, steunende op de onderworpenheid van de geloovigen aan hun voorgangers en priesters, mag men niet onvoorwaardelijk smaden. Het is toch waar dat tal van menschen troost en steun vinden in hun geloof, in hun kerkelijk, godsdienstig leven. Dit alles mag niemand hun toch ontnemen. Dc Liberalen mogen en zullen nooit tegen godsdienst of kerk strij den. Maar zij meeten zich verzetten tegen het. misbruik dat laarvan kan gemaakt wor den. Slimme en krachtige leiders weten de geloovigen in naam van godsdienst of kerk te spannen voor hun zegewagen om hen te brengen naar het politieke doel, dat zij zich hebben gestold. De voorspie geling dat de tegenstanders „heidenen" zijn doel daarbij goeden diëlnst. Door de libe ralen zal de godsdienstige tweespalt zooveel mogelijk gematigd worden en daarom moe ten zij opkomen voor de openbare school, 'die nog steeds in gevaar is. Zorg voor de volksmacht De tegenwoordige toestanden houden ons voor oogen, dat, als het volk zich zelf regeert, in het volk hcerscht een verant woordelijkheidsgevoel, daar dan de ware democratie zich vertoont Maar die is heel Sets anders als de democratie die ver wachtingen opwekt, welke niet vervuld kun nen wordendezei laatste is een valsche .democratie. Algemeen kiesrecht is in dit opzicht een zinnebeeld; het bewijst dat er niet meer is een man en een' man, de een met een recht bekleed dat de andere niet heeft doch allen gerechtigd om tse zeggen in! welke richting hij geregeerd'wil zien. Maar toch bestaan er nog 'staatkundige verschil len tusschen man en vrouw, zoodafs, als wij vallen hebben de 'waarheid, dat "het gehaele volk zich zelf 'regeert, wij moe ten hebben mannen- en 'vrouwenkiesrecht 'die dc staatkundige gelijkheid 'geeft Dat is punt 1 van 'het program der Liberale Unie. Maar ook dan .zijn 'we er nog" niet; met. het enkele parlementaire stelsel komen we er niet Noodig is, 'dat er ook kame het referendumzooals die| in de Vereenjgdiq .Staten bestaat, waardoor het volk m werke lijkheid kan anederegecren. Ongezonde democratie was voorts het begrip, dat de productievoorziening niet was een zorg der roigeering. Maar cle productie onaakt onze nationale welvaart Wat ware we in deze tijden geweest zon der de bedrijven van 'scheepvaart, indus trie, landbouw. i 1 Er worden op het oogenblik groote ga- ton geslagen in heb nationale venmogen! Millioenen enj millioejnen worden gevraagd voor do vervaardiging van granaten en kartetsen, voor db mobilisatie), allies noodig, willen we onze onafhankelijkheid bescher men. voorde distributie eft 't ondersteunen plichten zeker, maat uilgavep die te sa men 'n groote schuld' op "Nederland zulten leggen, dïe ook wqer moet betaald worden. Daarbij zal hot onderwijs op broeden grondslag moeten worden gebouwd, kosb- bare economische regjelingen moeten tot stand komen, waaronder b.v. staatspen- soon. Waar .moeten al dio millioenen van daan komen? Van de belastingen 1 Ja, maar hoe kunnen we djle op den duur krijgen? Door ,d,e nationale welvaart te bevorderen. Een voorname zorg voor de toekomst zal zijn do produotiefmaking van den rijk dom van den bodem van ons land. Als straks de oorlog geëindigd is, zullen het ruilverkeer, dc vrije handel, niet dadelijk hersteld zijn. Alle landen zuilen zooveel mogelijk voor zich zoh zorgen' en zoo1 wei nig mogelijk uitvoeren. Nederland moet zorgen dat het dus zoo onafhankelijk mo gelijk van hot buitenland zal zijn en wat in hot land gevonden kan worden, dit te ontginnen. Ware dit vroeger uitgebreider geschied, de positie van' Nederland zou in dezen oorlog heel wat aangenamer ge weest zijn dan ze nu is. Die productief- making is een eisch vau het heden. Ten slotte komt spr. op de evenredige vertegenwoordiging, die op een zuiver, bil lijk principe borust, al Heven er natuur lijk ook bezwaren aan, maar die door baar werking veel meer naar voren dringt dat gestemd wordt op een' partij en niet op een persoon. Maar door die werking wor den geen stemmen meer nutteloos uitge bracht, zooals b.v. een soc.-dem. stem in Limburg of een kath. stem in een vrij zinnig deel van Noord-Holland. Die wetenschap heeft er helaas toe geleid zooveel mogelijk partijtjes te gaan! vormen, DE*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1918 | | pagina 5