Vrijdag 17 Mei 1111
7J8{° Jaargang.
Ko. 15753
Intercomm. Telefoon No. 103.
§3
Hinderwet.
BUITMLAm
Tan de Fronten.
BUREAU: LANGE HAVEN 141 (HOEK KORTE HAVEN).
Engeland.
Bnsland.
Einland.
Zwitserland.
Italië.
FranB:?yk.
Kaar den vrede.
Deze courant vorsetujnt dagelijks, ract uit
zondering van Zon- cn Feestdagen.
Prijs per kwartaal, met inliegrip van 5cta.
incassükostou: I 1-30; franco per post f 1.T5.
l'r(js per week10 cents. Afzonderlijke
nummer 3 cents. Abonnomonten worden
dagelijks aangenomen.
Advcrtonticn voor het eerstvolgend num
mer moeten vóór twaalf uur aan hot Bureau
bezorgd zijn. Een bepaalde plaats van
advertcntiên wordt niet gewaarborgd.
SCHIEDAMSCHE
aunt -
Bij of kraclitons wetten of verordenin
gen voorgeschreven en andere officieele
af- en aankondigingen en konnis-
gevingen van hot Gemeentebestuur.
Het kohier van de Peisonecle Belasting
No. 'II dezer gemeente, over het belasting
jaar 1918, door den heer directeur der di
recte belastingen te Rotterdam op den 15on
Mei 1918 executoir verklaard, is op heden
aan den ontvanger der directe belastingen
alhier, ter invordering overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een
ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen, alsmede
dat heden de termijn van zes weken ingaat,
binnen welke bezwaarschriften tegen eenen
aanslag, op genoemd kohier vooi komende,
beboeren te worden ingediend.
Schiedam, 17 Mei 4918.
De kohieren van de Pcrsoneeie Belasting
no. 9 en no. 12 dezer gemeente, over het
belastingjaar 1918, door den heer directeur
der directe belastingen te Rotterdam op den
lCen Mei 1918 executoir verklaard, zijn op
heden aan den ontvanger der diieeto belas
tingen alhier, ter invordering overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, d <t een
ieder verplicht is, zijnen aanslag op dpn bij
de wet bepaalden voet te voldoen, alsmede
dat heden de termijn van zes w. ken ingaat,
binnen welke bezwaarsehrdtdh tegen eenen
aanslag, op genoemde kohieren voorkomende
behooren te worden ingediend,
Bij besluit van Burgemeester cn Wet
houders van 16 Mei 1918 is aan E. D. Ulli-
BELER, peileend verleend tot het oprichten
vau een parfumerie!,tbi iek in de panden
Korte Haven No. 15 cn 17, kada-.ter Sectie
C, dos. 1052 en 1053.
Schiedam, 17 Mei 1918.
478,52
De toestand blijft voorlopig nog maar on
veranderd; het wachtwoord blijft: afwach
ten. Mogen enkele berichten zoo nu en dan
het bewijs leveren, dat -wel met meer ernst
getast en gespied wordt, zoowel langs den
grond als uit de lucht, van oen gr„oten op
zet, die toch wel reeds vrij nabij zal zijn,
zijn nog geen berichteny behoudens dan do
fantasiën, die zijn opgebouwd op zeer onvas-
ten bodem.
Engelsch legerbericht.
Onze troepen voerden een nuclitelijken
overval uit nabij Gravelle en maakten oemge
gevangenen. Behalve wederzijdsche artilkn 10-
actie op verschillende punten van het front,
vooral in de dalen van Sornrne en Ancro, ten
0. van Atrecht en op het noordelijk front,
niets bijzonders.
Avondcommuniqué van Huig. Behalve <te
wederzijdsche artillerie actie, in het bijzonder
aan het front ten N. der Leie valt niets van
bijzonder belang te melden.
Franseh legerbericht.
Artilleriestrjjd in den sector Haillts-Cas-
tel. Een vijandelijke overval ten oosten ran
Montdidier mislukte in ons vuur. Onze pa
trouilles ageerend ten noorden van de A ilette
maakten gevangene. Overigens niets te melden.
Duitsch legerbericht.
Geen nieuws.
Roman uit liet laatst dejr 16o eeuw, naar
het D.ejenscb van
'.VILHELM «STERGAARD.
10)
„Tast toe, vrienden I" sprak Steen Bille,
terwijl hij zelf he,fc zoutvat naar zich toe
trok, dat ïnfdden op tafiet stond. „Tycho
'zal het. ons njjet kwalijk ne,nion, duf we
den maaltijd iiRe-t .vertragen om hem."
„Hij laat kalm op ztiph wachten," mom
pelde Tiige. Krabbe, half spottende. „Ver
tel eeps er-en, .vriendlief, do'e.t zich dat nu,
mdertjn (dafg weer opnjeuw vopr, dat Tycho
make Gód's k.eejrlijke 'gaven verzuimt, o,m
zich t dèn jlijd Lq yjcjCdrijven; Piet smeltkroe
zen "ton ovKins?'' 1
j,Sinds Ihij teriug .is van zijn laatste
groote (reis, is hij steeds vervuld geweest
vain de alchymistische kunst," knikte) Steen
Ei'fe. .„Toen zijn yald'cté gestorven, was
ua't is nu, een jaaid geileden, verhuisde
Tycho maar „Ilcerflifwad'o" en ik liet hem
een kamei; inrichten, iwaa.r hij zijn astro
nomisch© (werkte igon kon Ip'lciatsen, .die
hij/meegeRracht heeft; |en een andere kamer
.voor .zijn smeltkroezen ,eu latdipen en ovens
en ilder _slijt hij dan. ook luit grooIs to deel
Xhn den dag, ijaj zelfs van, 'dein' nacht"
„Mijn. hkoeoj schijnt fliaasf niet meter te
weten nvat .een edelman, betaamt I" riep
Steen BraSi©, terwijl hij met grimmig go
iaat idh iandent zetf.1© in écu stuk! rbehout,
dalt Ihij jtussohen d'o, vingert hield. „Het
Ï3 nu heel goed' en. waf, c'm Lafijnsclu
■^£5
üe koning van Beieren aan het front
He koning van Beieren, die een bezoek
brengt aan bet Westebjk front, hm ft, naar
VVo.tf s -int, e-m toespraak gehouden tot de
Beieiscbe regimenten, die aan den strijd om
den Kernmei deelnamen. Groote hulde bracht
de koning aan de troepen voor hun verrich
tingen in den laattten tijd. Wij allen, zeide
bij verder, verlangen naar het vaderland te
kunnen terugkoeren, maar we zullen vooi t-
stnj len tot de vijand tot don vrede geneigd is.
O o s t e n r ij k s c h legerbericht.
TiiR:-ch' n de Brentaende Pi ave w. rden
vers,heiden aanvallen van ItaliaanRche ver
kenners afgeslagen. Op den Monte Asolone
en den Monte Persica kwam het daarbij tot
gevechten van man tegen man.
Aanvallen op Po 1 a.
2 officieren cn tv. ee manschappen van de
iLaidiansche maiine drongen in den moigen
can 14 Mei de haven van Pula ;binnen en
torpedeerden daar een giooten kruiser. Den-
zelfden morgen deden Italiaansche luchtes
kaders aanvallen op Pola. Zij schoten drie
vijandelijke vliegtuigen neer en keerden on
gedeerd terug.
Turksch legerbericht aan het
Palestina front.
Toenemende plaatselijke actie van vlieg
tuigen en artilleiie. Bij Medy del Aba na
men we in een stormaanval ten vooruitge
schoven vijandelijke stelling. Verkennings-
patiouilles die oostelijk van den Jordaan
opt ukten werden teruggeslagen.
Aanvallen van rebellen op Maan en den
Hedjasspoorweg worden overal afgeslagen.
In Irak bezetten we Hanzugdadie f?) aan
de Euphraat.
Niets bijzonders aan de overige fronten.
Een verklaring van Balfour.
Bij het indienen eemr motie tot verdaging
stelde Runciman in het Lagrnhnis aan Bal
fmir de viaag, of de brief' van keizer Karl,
toen deze weid medegedeeld aan de Fiansehe
regeeiing en door dern aan den Rutschen
minister, daarvan ook kennis weid pegoven
aan één der andere geallieetden. Was de
Am-u ikaanscho regeering op de hoogte van
hetgeen geschiedde? Lichtte de eerste mi
nister hei ministerie van buitenlandscho za
ken destijds in over het feit, dat hij d;emede-
deeling had ontvangen? Waarom worden
de onderhandelingen afgebroken? Was het
om redenen van zuiver territorialen aard?
Was het, omdat Frankiijk eisehen stelde,
niet alleen betreffende Elzas-Lotharingen,
maar ook in betrekking tot uen vioegeren
toestand van 1814 of zelfs 1790?
in zijn antwoord verklaarde Balfour, dat
deze kwestie, zoowel in binnen- als buiten
land gtoote belangstelling wekken.
„Wij hebben echter nooit besprekingen
van dien aard aangeknoopt, noen deze af
gebroken wanneer zij door anderen werden
geuenselit. Indien een verfegenwoord;ger
van eenig oorlogvoerend land ons in ernst
voorstallen wenscht te doen, zijn wij bereid,
daarnaar te luisteren. Natuurlijk zullen wij
ze niet behandelen zonder voorkennis onzer
bor.dgenooten.
,.De brief, die de algemeene aandacht
getrokken beeft, was c-ea particulier scltiij
v n van ke zer Katl aan een bloedverwant,
iat door dien bloedverwant aan den Fran-
ml'en president en den Fransehen eersten
minister werd ondei handigd onder het ze
gel d-w meest stipte geheimhouding cn zon
der vergunning om daaivan mededeeling te
doen aan iemand anders eian aan den eer
sten minister en den koning van Engeland,
zelfs aan het 1- abinct van den eersten minis
ter. O mier deze voorwaarde werd de brief
aan eleu Franschen earsten minister mede
gedeeld.
„Ik was in Amerika ten tijde der bespre
kingen en toen ik terugkeerde, verdiepte ik
mij daarin niet zoozeer als ik hzJ moeten
doen.
Runciman heeft naar de reden gevraagd,
waarom deze onderhandelingen werden op-
vciffzen itd dichten len atein loo,p valn do
storten fgrJdc to «laan cn zich in d'o ztvvurta
kunst Ito veldiepen, feCls men slechts d'it
allen (Leoefonit als (liefhebberij cn tijdver
drijf; alSjUien er zich op wierpjt alsof
heit jeon ,midd5l Van, heslaan, mooi zijn,
elan tdoeit m,c,0 op dief manicfd rijn sla.ud
to Ikort eji wolrdt door zijn gcjUjktln valn
gebootee Vcirafcht." f
„Neen, houd nu op, dat moet je Tycho
niet ten laste leggen I"
Steen DiLTo sloeg met do gebalde vuisten
op tafel.
„Naast mijn goeden vriend, Jorgon BrahC,
die nu zalig is in God, heb ik mijn neef
gesteund in zijn veilangen, om te. herei
ken, wat zijn hartewenscli was; oir ik
geloof, djat iic' daar good, aan. gedaan luob.
Heeft men een aanlog al» Tycho, dan moet
men zich vrij kunnutvfc ontwikkelen. Toen
hij terugkwam van zijn eerste reis, 'hij
was toen nauwelijks acht Lien jaren had
hij die vriendschap gewonnen van beroem
de mannen. Hij bad den afstand loeren me
ten tusschicn de hemellichamen, die pla
neten of vaste sternen hoeten, met do ge
brekkige instruimcnlen, waarvan hij zich
bedienen moest. Hij leidde de 'weorsgc-
steld'hfcid af uit de maajosvc-rduistexing, die
we in Liet jaar 1564 hadden, en ook trok
hij don horoscoop voor zijn geleerden vriend
en kameraad Casper Peucer.Maar hop
trad jullie hom tegemoet, geliefde fami
lieleden'? IIoo hield jij je tegenover hem,
Steen? Rn jij, 'Axel?-Je goede Oom .lorgen
was nauwelijks dood, of je i'eedt al wat
in jo vernrogen was om je vader mijn
zwager Otto tegen zijn zoon in het
ha.rnas Lev jagen. ,Tc zaagt met minachting
neer op zijn gelomdheid. Jlaar toen ging
gegeven en of dit geschiedde, omdat de
Eransche regeering, niet tevreden-met den
terugkeer van het Elzas-Lotharingen van
1S70 te oischcn, bovendien het andere ge
bied wilde hebben, in 1790 en 1814 aan
Elzas-Lotharingen toegevoegd. Natuurlijk
doelde Runciman op het bezoek van Dou-
rnorgue aan den tsaar in hot voorjaar van
1917.
Er is geen kwestie van, dat deze ver-
groote Elzas een oorlogsdoel der Alliantie is.
Doumergué's onderhoud met den tsaar
leerden wij pas veel later kennen. Het had
geen internationaal karakter. Het bondons
niet en de regeering verleende zoo'n actie
nooit de minste aanmoediging. Het is geen
onderwerp, dat we ooit ernstig .overwogen
zouden hebben en hij gelooft niet, dat het
oodt voor een pooa een vast bestanddeel
van de buitenlandsche politiek van ccnigc
Fransche regeering heeft uitgemaakt.
Outhwitle zeide: Het punt, waaromtrent
inlichtingen zijn gevraagd, is niet dit ver
drag, doch do verklaring in do pers, dat
Poincaré den wenk van keizer Karl heeft
beantwoord met den eisch nopens een ver
dere uitbreiding van het grondgebied (dat
zou worden afgestaan).
IBalfour antwoordde: Deze besprekingen
werden niet onderbroken door zulk een
eisch. Wellicht zullen wij nimmer te weten
komen door welke beweegredenen Cernin,
keizer Karei cn de Duitsche keizer wer
den aangespoord. Balfour was geneigd te
denken, dat dit een deel was van het
vredesoffensief, waarbij door oen dor par
tijen vredesvoorstellen werden ingeleid, die
den vrede niet wenschte, doch de tegen
standers wenschte to verdeelen.
Als wij zoo cynisch met het volk waren
omgesprongen, als do middelrijken doen,
had er bijna zeker een soort tegenaanval
moeten loskomen, en de' tegenaanval van
Clemcnceau schijnt volkomen doeltreffend
te zijn geweest. Hij zette op de duidelijkste
manier de drijfveeren uiteen, waardoor de
diplomatie der middelrijken werd geleid.
Balfour gelooft, dat geen poging der cen-
tralen ooit in het belang van den vrede
is gedaan, maar altijd met het doel. de ge
allieerden te splitsen.
Er was geen bewijs, nu of te ceniger
tijd, dat de Duitsche regeeringskringen de
mogelijkheid in do oogen zagen van het
geen wij als een billijken vrede zouden be
schouwen, een vrede, die de vrijheid zou
verzekeren van de wereld en van hen,
die met een Duitsche averheersching wor
den bedreigd. Do kwestie was door de
Fransche Kamercommissie onderzocht en
zonder twijfel met een kennis van feiten,
op nauwkeuriger vrij ze dan hij het Huis
kon mededeelcn. GroobBritannic heeft geen
instelling van den aard der Fransche Kamei-
commissie. De Franschen bezitten deze en
hebben er vrijelijk gebruik van gemaakt.
Do conclusie, waartoe zij is gekomen, was
dat de brief van keizer Karl geen voldoen
den bevredigenden grondslag bood. voor een
eervollen vrede. Maghij zeggen, dat het
oordeel door andere motieven dan de on
partijdige overweging van historische fei
ten was ingegeven? Indien de leden dei
commissies vooroordcelen hebben gehad,
zoo zijn deze stellig ten gunste van den
vrede geweest, die hun Elzas-Lotharingen
zou teruggeven, daar de wenk was ge
geven, dat keizer Karl oen voorstel had
gedaan, hetwelk hij later Duilscliland zou
kunnen opdringen, waarbij de oorlog tot
een einde zou komen en Frankrijk aan-
<q raak op Elzas-Lotharingen zou kunnen
maken. Indien er eenige mogelijkheid had
bestaan dat het voorstel inderdaad de zaden
vcor een eervoilen vrede bevatte, zou het
dan niet natuurlijk zijn geweest dat de
Fransche Kamercommissie er haar leedwe
zen over zou hebben uitgesproken dat de
Fransche regeering of de minister-president
de gelegenheid had te niet gedaan? Bij al
deze voorvallen kunnen wij niet worden
beschuldigd van zelftuchtige overweging te
d er zake. "Er is niemand, die sterker dan
de Briisehe regeering wenscht orn den oor
log tot een eervol einde te brengenwan
neer ons een of andere methode wordt ge
toond, waarop dit kan geschieden, zal deze
natuurlijk worden aanv: ard. Doch wij strij
den als één mogendheid U- r idden van tai-
i ij ke bondgenooten tegen d>. ïmddelrijken,
du voor zoover ik kan opmak-m, op geen
enkel tijdstip en thans mindei 'Hm ooit het
geringsie voornemen hebben om nam recht
matiger: wenschen tegemoet te komen, waar
mede het geheele Huis en het c eele land
volkomen instemmen. Deze grome doeleinden
van ons kunnen slechts worden bereikt door
een volkomen rechtschapenheid tusschen de
bondgenooten onderling (toejuichingen).
Spoorwegverbinding
K ai ro—Pa 1 es tina.
Bij Kantara is de draaibrug over het Suez-
kanaat voltooid. De rechtstreeksche spoorweg
dienst van K liro naar Palestina is geopend
Geen strjjd tirsschen Bolsjewiki
en anarchisten.
De „Nordd. Aiig. Ztg." geeft, naar Wolff
meldt, een tegenspraak van het Reuterberieht
omtrent de hardnekkige gevechten tusschen
de Bolsjewiki en de anarchisten. Het blad
vei neemt van bevoegde zijde uit Moskou,
dat het bericht geheel onjuist is. In Moskou
heerscht volkomen rust.
De toestand.
Naar de „Berl. Tul." uit Helsingfors ver
neemt, hebben de Russische autoriteiten be
slag gelegd op den Finschen spoorweg van
Volkeastade naar Petersburg, waarna het
Finsche spoorwegpersoneel naar Finland
vluchtte.
De Finsche vestingen aan de Finsche Golf
ten O. van Wiboig, zullen door de Russen
ontruimd worden.
Wolff seint het een en ander omtrent
de economische onderhandelingen tusschen
Zwitserland «n Duitschland gevoerd. Toen
deze op het punt stonden afgesloten te wor
den, kwam het Fransche kolenaanbod en het
geheele, reeds aanvaarde verdrag, viel in
duigen. Yolgens de Entente is dit een geluk
voor Zwitserland, daar dit anders econo
misch geheel aan Duitsshland zou zijn over
geleverd. De Duitsche lezing nu zegt, dat de
Fransche regeering gedreigd hoeft met de
in werking stelling van den economischen
oor'og der Gealiieerden tegen Zwitserland,
indien dit de voorgestelde Duitsche overeen
komst aanvaardde. Met het oog op de onaf
zienbare gevolgen van zulk een handelsoor
log vroeg Zwitserland een bedenktijd tot 22
Mei. Van nu af aan, seint Wolff, bestaat
ar dus een verdraglooze toestand tusscoen
Zwitserland en Duitschland, voor welks ge
volgen laatstgenoemd land alle verantwoor
delijkheid afwijst.
Het Italiaansche mi mi ster ie.
Bg besluit van gisteren zijn de ontslag
aanvragen van den den mini.-ter van mu
nitie Daliolio en van' den minister van
transporten Bianchi aangenomen.
De senator Villa is benoemd tot minister
van transporten en de minister van oorlog
Zubelli aanvaardt sd interim het ministerie
van munitie.
Het aftreden der ministers
Bianchi en Daii' Olio.
Naar aanleiding van het aftreden der mi
nisters Bianchi en Dill' Olio deelt een nota
van het Stefani-Agentsehap mede, daleeibt-
genoemde re^ls vroeger rijn ontslag bad
gevraagd en slechts op aandringen van mi
nister-president Grlasdo en met het oog op
de moeilijke omstandigheden, w vm het land
destijds verkeerde, op zijn p'-.••ma terug
gekomen. Ditmaal echter blei dharden
bij zij li ontslagaanvraag.
In één der laatste zittingen *,.u de Ita-
Stóen Bille er zich eens .moé homooien;
herinner jullie je nog wel? Tycho was
thuisgekomen, o vei laden niet eer en de
hofmeester," dien hij meegenomen had op
reis, oazo goede Anders Sorcnsön_ Vedel,
sprak' vol lof van hom, dat hij zich ge
toond liad: de geleerdste onder de ede
len on de edelste onder do geleerden. Maar
jullie maakten het 'hem zóó bont, dut hij
heel gauw alweer den vreemde introk.
In "Wittenberg, Rostock' 'en Augsburg be
oefende hij zijn! 'kunst en zoozeer stond
hij algemeen in eer en aanzien, dat je
geringschatting hem. niet deren kon, Steen
Brahel"
De hoer Steen dronk' een vervaarlijke
teug uit zijn beker, of hij daarmeezijn
ergernis 'en zijn drift jvddG wegspoelen.
Steen Brahe zette een spo tachtig gezicht
en. terwijl hij een nieuw, stuk vlecsch legde
op zijn snede brood, en dit met zijn mc9
in kleine stukjes begon te snijden, her
nam hij
„Maar hoe vindt u dan, dat het toegaat
op Knndstrup Als ik daar niet al den tijd
doorbracht, dien ik' vrij heb, in dienst,van
den Koning, dan zou mijn broer do plaats
geheel verwaarloozen, dio vader ons nage
laten heeft. Nooit ziet meuj hom! ia üe stal
len of op de volden; maar het gehoelo be
drijf laat hij over aan, zijn rentmeester.
Meent u, dat dit dan zoo behoort, voor
oen adellijk heer?"
„Tydho is oen geleerde en hij wijdt zich
geheel' cn al aan zij'n kunst," 'antwoordde
Steen Bille. „Niemand, kan' twee hoeren
dienen. Maar overigens weet ik, dat hij
een goed hm3h'oudkwi$£Q is, |die nieta ver-
Prijs dsr Adverte ntiïnvan 15 regal a
f 1.30; iedera regel meer 25 cents. Keolaraes
50 cents per regel. Adrertentiën en
Reclames in het Zaterdagarondnnmmer mat
10 verhooging. Incassokosten 5 cents;
postkwitanties 10 oente.
Tarieven van advertentièn bij abonnement
i§n aan het Bureau verkrffgbaar.
Dagelijks worden Kleine Adverbntidn op
genomen a 40 cents per advertentie van
hoogstens 30 woorden; ieder woord meer
ï'tj cent, vooruitbetaling aan het Bureau
te ïold odB.
liaansche Kamer werd besloten ov8rtegaan
tot een herziening van de administratieve
organisatie van het minister, e van wapens
en munitie. Daar generaal Ball' Olio wenschte,
dat deze herziening zou plaats hebben zon
der eenige consideratie voor zijn persoon en
hij bovendien gaarne weder ia actieven dienst
wilde treden, diende hjj zjjn ontslag in. Er
zal hem nu ter erkenning van zijn groote
verdienste een hoog commando worden ge
geven bij het wapen, waartoe hjj behoort.
Luchtaanvallen op Par ij s.
Woensdagavond van 4042 uur was Parijs
gealarmeerd voor een dreigenden luchtaan
val; het alarm werd herhaald van ongeveer
twee uur tot half drie 's nachts.
De „Bonnet Rouge".
In de zaak tegen de „Bonnet Rouge"
werden de volgende vonnissen geveld:
Duval werd ter dood veroordeeld, Landau
en Goldsky tot 8 jaar, Joucla tot 5 jaar
gevangenisstraf met dwangarbeid en degra
datie, Leymarie tot 2 jaar gevangenisstraf
en 5000 frs. boete, Vercasson tot 2 jaar
dwangarbeid met 5000 frs, boete.
De zitting werd heropend te midden van
een absolute stilte. Kolonel Voyer las het
vonnis, volgens de wet buiten "tegenwoor
digheid van de beklaagden. Het publiek
ontving de vonnissen zonder dat eenige be-
toogitig plaats greep. In de wandelgangen
vormden zich menschengroepen, die het
vonnis bespraken. Op een steenen bank in
de vestibule werden twee weenende vrou
wen omringd door een aantal nieuwsgierigen.
Het waren mevr. Goldsky en mevr. Duval.
De laatste, die bjjna in onmacht viel, ver
wijderde zich, ondersteund door een vriendin.
Eeu eigenaardig document is de rede,
welke Lord Courtney eergisteren in vredes-
debat uitgesproken zou hebben, indien hij
er bij tegenwoordig had kunnen zijn. Nu
doet die onuitgesproken rede, zooals wij reeds
schreven, na het plotselinge overlijden van
den staatsman, aan als een politiek testament
Lord Courtny stelt zich, evenals Lord
Landsdowne op het atandpunt, dat de wapens
geen beslissing zullen brengen en dat, ten
einde het bloedvergieten niet nutteloos tot
in het oneindige vaort te zetten, er gespro
ken dient te worden.Geen der partijen kan
overweldigd worden," schrijft hij. Ook Ber
lijn is voor ons onbereikbaar. Mochten wij
niet toegeven, wat we allemaal in ons bin
nenst voelen, dat noch het gebrek in Duitsch
land, noch de groeiende Amerikaansehe hulp
haar toppunt zullen bereiken in het terug
werpen der Duitschers naar den Rijn?" Die
vraag kan men niet ontwijken, meent Lord
Courtny en gaat het daarom aan, om elke
toenadering als onoprecht, eik aanbod als
een valstrik te beschouwen? Gehrig ver ge
looft, dat de onderhandsche vredesaanbib-
dingen niet wjjs door de verantwoordelijke
personen behandeld zijn en raadt de Eugel-
sche regeering aan om van de eerste zich
weer voordoende gelegenheid een beter ge
bruik te maken. Dit verwijt aan de Engel-
sclie regeering is te merkwaardiger, daar
immers in het Fransche commbsioneele on
derzoek van den keizerlijken brief gebleken
moet zijn, dat Lloyd George in 1917 wel
degelijk geneigd was om op het vredesaan
bod in te gaan, doch zich ten slotte door de
Fransche en Kaliaansche regeeringen liet
ompraten. Lord Courtney gelooft, dat de
bewering, als zou Duitschland niet bereid
zijn tot een rechtvaardigen vrede door ver
zoening, ongerijmd is, daar Engeland er
evenmin van zou willen hooren. En hij
maakt dan een vergelijking tusschen Duitsch
land en Engeland en komt tot de slotsom,
dat in beiue landen de 'overeenkomstige
klassen, factoren en stroomingen een groote
gelijkenis vertoonen „üe sociaal-democraten
en onze arbeiderspartij, de nationaal-iiboralen
en onze liberale imperialisten, de jonkers en
onze stijfkoppige pachters van een traditie
kwist met spel of drank. Dat weegt wel
weer ruimschools op togen het verzuim
waar jij van spreekt 1"
„Ze hebben mij verteld," viel Tage
Krabbe den ander in <le rede, „dat Tycho
Brahc op zijn laatste reis in Zweden in
een slad, dio Lauingen hcot, een groet
wcnder-goJecule heeft aangetroffen: C-y-
prianus Leovilius. Als jc neef waarlijk' een
eind op weg is om het groote elixer te
vinden, dan is liet nu wel eonigszin.s ver
klaarbaar, dat hij vroeg en laat mot vuil
gezicht en vuile bandon over zijn smelt
kroezen gebogen staat, in plaats van dat
hij vroolijkc drinkgelagen houdt mot vrien
dan en buren."
„Vraagt u er Erik maar cons naar," zei
Steon (B|ill© cm knikte boteckenisvol diens
kant uit. „Hij weet ook wel wat van de
goudmakerskuust en zoo af cu too mag
hij Tycho cans behulpzaam ziju iu die-ns
alohymistische onderzoekingen."
„Hoever donk! jij, Erik", dat miju noef al
gevorderd is in hot vinden, van den steen
der wijzen, dio de menschen. loeren moet
om edele metalen i.n goud te veranderen
Cn tegelijk cbn miiddel te weten tegen alle
zieken cn kwalen?
Dien de lieer Steen 'Dille zóó toesprak,
was mog oetu boel jong mansch. Ilij' had
schoon©, maar wat ziekelijke trekken en
was fijn cn slank gebouwd. Tegenover de
praalziieke kleederdracht van de anderen
in gebloemd fluweel en zijde van alelrlci
kleuren- cn met opgeslagen moüwen, met
kostbare steenen en andere kleihoodiën
versierd, was hij in donkere sloffen
gekleed on leek eer toen annoediig gel eerdé
dan ©on prachtlievend edelman. Hij had
aaiulachtiig toegeluisterd naar de samen
spraak en bij diie vraag van don gastheer
keek hij op, terwijl een lichte blos zijn
gelaat kleurde.
„Daaiom valt het tmij nog niet zoo mak
kelijk u do geuenschte inlichtingen te ver
strekken, wd ge Lor, ui heer Steen Bille 1"
antWLO.dide hij. Zélf ben ik slech's cn be
ginneling tin do kunst en Tycho Lhaba
is mij zóó Ver vooruit, dat ik mij n'iet
graag veroorloovcn zou toen ooideel te
vellen over zijn wetk. Alleen dit weet ik,
dat de heer Tycho iB'rahe nu liet laatste
jaar de atchymio beoefende met den zelf-
den lust en ijver, waarmee hij liet eerst
ondernomen had, om den loop der ster
ren langs de hemelbaan gade te slaan;
en, als zulk teen! verlichte en scherp!in
nige geest daar al zijn kracht aan wijdt,
dan zal dit toch wel een vruchtbare kunst
wezen, die niet achterstaat bi] de schoono
astronomie I"
„Maar gij hebt hem toch af en toe de
hand gereikt in. liet laboratorium?" her
vatte Tage Krabbé. „Weet gij dan niet wat
er gekomen is Van die mc'ngingen van
vochten en metalen?. Gij en Jonk'viouwe
Sophie waart er bij tegenwoordig, en, naar
men zegt, móet 'd'o zuster van don heer
Tycho em "wonder v«n verstand en gdeetd-
heid wezen. Hoo denkt zij dan overden vooruit
gang, dien gij maakt in de edele goudmakers
kunst
(TFordf vervolgd^