Schiedamsche Courant.
"hmmmeibT"'
nasr Antwerpen.
tweede blad
op c m*
Bza
(Dinsdag 24 December 1918, No. 15939
Reinheid, beslaat er schooner woord in
j onze gansche Hollnndsche taal? Wo ge-
1 ooven niet dat er een schoonen woord
da,n dit in onze gansche, zoo rijken talen
schat to vinden is. Reinheid van gedachten,
reinheid van voelen, kortom, reinheid des
levens 1 't Is een ideaal, dat ons allen iegen-
Jacht, maar het bereiken van dat ideaal
is niet ieder gegeven. Toch zijn er reincn
onder ons geweest, wier bijna smetteloos
voorbeeld ons allen tot leering kan strek
ken. We denken aan de grootsche figuren
als die van do godsdienststichters, van
een Jezus, van een Boeddha, van een
Zoroaster. De hoogte Ie bereiken van zulke
gronden is niet gemakkelijk', maar toch,
daar naar te streven is ons aller taak.
ons aller heilige en gebiedende plicht.
Volmaakt? Ween, volmaakt Is nooit oen
o'nzer geweest. Zelfs Jezus noemde zich
biet volmaakt. De volmaaktheid te borei
ke"n is den mensch nu eenmaal niet mo
gelijk. Eón mensch zal ton aden tijde b'ij
<- veb, te midden van al zijn pogen, al zijn
streveh, al zijn aspiraties, een beperkt pr>
onvolmaakt wezen. Doch dat behoeft ons
niet ter neer te drukken. We moeten mei
inspanning van al on/e krachten liet oir/o
doen om het zoover te brengen als wij
maar et'nigszins kunnen. Al weten wij
dat de volmaaktheid voor ons niet te Jv--
xeiken is, dat ontheft ons niet van den
plicht om te doen, al wat onze hand
vindt om te doen, om al onze energie
er aan to geven, ton einde te bereiken
wat voor ons menschen te bereiken val t
En zie, als wij op oc-n dergelijke wijze ons
inspannen, wanneer wij inderdaad doen
al wat in onze xnacht staat om te doen
zofider het hoofd tc Laten zakken, zondw
'den moed te laten zinken, dan valt het
dikwijls mee, dan. gaat hot wel, [dan blijkt
wat eerst onbereikbaar scheen, inderdaad
toch zoo onbereikbaar niet to zijn.
Streef e!n blijf streven en het loon van iuw
'streven zal niet uitblijven.
Reinheid, reinheid van denken, reinheid
van voelen, reinheid van gemoed, reinheid
des harteta, reinheid de? ziel 1 Wat schooner
ideaal, wat heerlijker, wat verhevener doel
wit dan dit?
j „Zalig zijn de reinen van hart", zoo
staat er geschrevejn. Zeer -zeker, reinheid
leidt tot geluk. Dit geldt in het kleine
zoowel als in het groote. Netheid, zinde
lijkheid, reinheid heersche in uw woning.
Uw gast zal dan te vroolijker daar binnen
treden. Reinheid heersche in uw toont
reinheid in uw ta.al. De gesprekken zullen
er door te aangenamer worden. Reinheid
in uw kleeding. Reinheid heersche overal
Reinheid zij de grondtoon van uw leven
Reinheid dos levens is ur iets sehoo.
ners te bedenken ,dan dat? Wiet .altijd is
het leven verheffend. jWe 'stuiten, bij 'den
blik om ons hoon, op veel plats, .veel
vulgairs; veel dat naar omlaag trekl in
stede van op ,te heffen. Te midden van
het platte, het .vulgaire, het verlagende, zi;
de reinheid ons symbool, zij de reinheid
de lichtende banier waarom wij allen ons
ischaren ;.izij de reinheid het vaandel dat
wij allen volgen, i 1
Geen mensch zoo zeiden wij is
volmaakt. Geen mensch kzonder zonde. Gjien
sterker borstwering tegen die zonde dan
het streven naar .reinheid), geen hechter
pantser tegen de verzoekingen om ons heen
dan ernstig, met onzen vollcdigon wil, te
trachten naar een reine levensopvatting,
welke zich uit in "onze daden.
De gedacht© zal zij waarde hebben
voor de practijk in het leven moet zich
uiten in een daad. Een krachtige wil ten
goedo is hier al zeer veel. ,De wil is
het begin van (Ion daad. Wanneer wij
eiken dag opnieuw ,ons met vollen ems!
voornemen rein te zijn, kan het niet an
ders of die wil ten goede zal als vjp
zelf worden 'een (laad; zoo niet in eens
dan allengs, langzaam aan. Begin mot ern
stig to willen, .oefen u in dat willen, van
'dag tot dag, geef heft piel pp in weeg-
wil van 'aanvankelijke .teleurstelling en op
'den duu.r zult ge bot winnen cn zal uw
leven worden tie uiting Van uw streven,
mits dat streven .ernstig !zij en gemeend
met de Volheid .juvs 'gemoeds.
De wil zoo beeft iemand eens ge
zegd is .een moment-opname van ons
•®>£fjnwij zijn piet wat wij willen, maar
wij willen 'wat wij zijn. In deze woorden.
zij feijn van een groot .denker schuilt
schijnbaar een diepe waarheid. Schijnbaar.
Ontleed slechts de betcekenis der aainge-
haaldé woorden. „Wij gijn niet wat wij wil
len., rnaaT 'wij jvilien wat wij-zijn", m- 'a. w.
wij kunnen eigenlijk, piel willen, .onze wil
slechts 'in pchijn de ouzo wordt ons
voorgeschreven door wat jv1© zouden kun-
hen noemen ons psycho-physi.sch sameni
'stel. D*e 'vrije .wil des menschen verVa.lt
en. de 'mensch, pen redelijk .wezen, word!;
verlaagd tot een .object, een "speelbal Van
het noodlot, inee.r niet. In sifede van den
-Vrijen wil treedt een onverbiddelijk fatum
ien de 'mensbli .wordt aldus bijna verlaagd
.tot ©en 'zedcloois .stuk slof. De denker,
wiens woo.rden wij boven citeerden, heeft
gjëïL gevaarlijke stelling verkondigd, een
hoogst gevaarlijke, welke yvij niet gTahg tot
de onze Jouden maken. i 1
Over den vrijen wil we weten het
is al heel wat geschreven. Ge zoudt me
nige bibliotheek kunnen vullen met de
hoeken, welke alleen maar aan dat vraag
stuk zijn gewijd. Er zijn heel wat pennen
over in beweging gebracht, zoowel van
theologen als philisofen. .We zullen er ons
dus wel voor wachten ons, zooaWf men het
noemt, met oen Jantje van Reiden af te
maken van een kwestie, welke aanleiding
heeft gegeven tot zóó veel gedaphtenwis
seling als het door ons hier aangeroerde
vraagstuk. Maar vvaar we ons met ter-
zijdelating in e,n bespreking van een
kwestie als deze in haar vollen omvang,
zooals dat in een courantenartikel uiter
aard niet doenlijk is in allen gevalle
wel voor willen wachten, is het verlagen
van den mensch tot een stuk materie
alleen.
Neen,_ wij kunnen den wil der men
schen niet beschouwen als te zijn voorge
schreven door louter psysieke factoren, de
tvil is geen product van Re stof. de wil
Staat naar onze onwrikbare overtuiging als
iets geestelijks beven het stoffelijke. Docr
uwen wil kunt _ge vaak zelfs het stofte
lijko bed wing;m. Wanneer go een ftchte on
gesteldheid voelt, kunt gij er u door wils
kracht over iieen zetten. Wanneer uw
lichaam moe is, do nood dringt, kunt ge
door uwen wif uw lichaam tot het ver
richtten van arbeid dwingen. Ge beweegt
uw lichaam met meer wil Wanneer ge uv»
arm opheft, Is eerst daartoe de wil aan
wezig. We zien hier dus, dat de mensch
in zich heeft krochten die to definee
ren valt buiten het bestek van dit artikel
welke boven de stof uitgaan.
We zouden die krachten onze zedelijke
krachten kunnen noemen. "Welnu, streel
er dan met inspanning vat# al uw zoete
lijke krachten naar het goede te willen
op dien wil mits ernstig zal vol
gen de daad. gedachten leiden tot'reine
daden. Een zuivere wil leidt tot een zui
ver leven. De krocht van den wil' kan bij
verschillende menschen verschillen. "De
en heeft een zwakken wil, de ander oen
krachtigere Maar geheel van wilskiacht
ontbloot is geen onzer. E.en ieder heef
tot taak en wat is aangenamer dan he
besef van te hebben pen levenstaak?
alwat er in hom is van wilskracht aan
te wenden tot een streven naar deugd.
Een niet gering onderdeel Van dat slreven
naar deugd is het streven naar reinheid.
Wat Is schooner dan een zuivere tint,
een reine kleur? De natuur heeft'er zoo
vele. Neem het zuivere blauw des 'hemels,
neemt het zuivere groen Van de bladeren
der hoornen. Kan niet de versch gevallen
sneeuw vaak als een zuiver gewaad van
onschuld, reinheid, de aarde zoo__wonder-
baarlijk schoon bedekken? ''Do natuur is
zoo leerzaam. Zij spreekt tot ons als jn
symbolen. Qok in jhet "symbool' ijer jrein-
lieid. i
"'Dat symbool der reinheid, ons 6ok docr
dö natuur voorgehouden, zij voor ons het
symbool onzes levens. Dan zafe- ons leven
•rijker, hobeler, Voller worden. Elke deugd
brengt met zich mede haar loon. Ook de
deugd der reinheid. Streef naar reinheid
en ge zult vinden nw loon in een rei
ner geweten, in hot bewustzijn Van zelf
te streven naar reinheid; en and-oren daar
door tot voorbeeld zijn een dubbele be
vrediging dus in bet zalige besef van
te hebben een ideaal, een ideaal' lang lich
tend in de duistemm, oen ideaal dat als
een glanzende ster ons voor moge gaan
op 'de dikwerf moeilijke en donkere pa
den des levens 1 i
(Het was 'een donkere morgen in de oer
ste [week van December, toen er in Dor
drecht bon aanvang werd gemaakt met liet
inschepen van 107 Fransche krijgsgevan
genen met bestemming naar Antwerpen
Het inschepen geschiedde in drie Rijnaken
en in iedere aak worden ongeveer 370
man ondergebracht. Alles ging langzaam
en jegen elf uur 's morgens was het trans
port tot vertrek gereed. Omstreeks 11 u
was het. convooi gevormd, de stuurlui dei
beide Do^lr. sloepbooten, die ons zouden
trekken, zeiten de schroeven in beweging
m de reis naar Antwerpen, do eerste halte
op den tocht, naar liet vaderland, waar
de moeste dezer krijgsgevangenen 4 jam
geleden voor gevochten hadden, werd be
gonnen onder de tonen der Marseillaise.
Op ieder der drie schepen was een
Fransch adjudant aangcsloM tot comman
dant; het geheel stond onder leiding van
een Ncdertandsche pfficier, die hen moest
afieverem aan den Garnizoenscommandant
te Antwerpen. 1
jllet is niet gemakkelijk als Ilollandiscb
officier do orde onder vreemde, door de
krijgsgevangenschap afgestompte jnilitairen
tc handhaven, praai* door de medewerking
van de adjudanten en de belofte dat alles
gedaan zou worden om ze zoo spoedig
mogelijk in hun vaderland terug te brengen,
is de gehoeio reis in volmaakte orde ge
schied cn kan ik over de houding en het
gedrag der aam mij toevertrouwde krrjigs-
gevangohien piet andei-s dan met lof ge
wagen. Voor het vertrek werd er nog op
gewezen, dat do Nederlandsche wateren
gevaarlijk zijn en dat alleen dan 'de ge-
heele reis zonder ongelukken kon afloopcn,
wanneer men zich strikt aan de gegeven
bevelein hield. I
Plet eerste gedeelte van onze reis Ver
liep vlot. Het getij was ongunstig en dus
waren wij genoodzaakt de haven van Dintel-
sas binnen .te loopen, om vandaar te trach
ten den volgenden dag Antwerpen te be
reiken. j 1 1
Nadat do inwendige mensch wat ver
sterkt was uit de ruime voorraden door do
iramsche reg. voor 'de krijgsgevangenen, be
schikbaar gesteld, kwam Atvroolijke Fran-
sche geest boven en woïu er bekend ge
maakt, dat er dien avond een cabaret-voor
stelling zou zijn ia een jvan de schepen
Er waren zeer goedo zangers bij en de
luchtige Fransche cabaret en soldatenliedjes
hebban er het hunne toe bijgedragen om
den avond vlug te passoeren; het was tijd
om te gaan slapen voor dat we het zelf
wisten. Onder de zangers, die zich lieten
hooren, waren de meest uiteenloopende ty
pen. Ifet perst verschoen een Parij^pnaar,
die ons oenige van de Chansons du Mont-
martre liet hooron. Deze schilderen het
leven zoowel van den vroohjken als van
den triesten kant. Hieel mooi was hel liedje
waarin üe armoede van een verliefden schil
der bezongen werd. Het werd met gevoel
voorgediagan en de zanger moest het dan
ook herhalen. Toen volgde een Marokkaan,
die eenigo diep-weemoed ge Arabische zan
gen ten beste gaf. De inhoud van deze lied
jes is bijna altijd hetzelfde, er werd ons in
verteld van een held, zijn paard en zijn
geliefde, de muziek is eigenaardig somlier
en wanneer zoo'n liedje goed voorgedragen
wordt, laat het een diepen indruk op den
toehooider na. t 1
Een Alpenjager zong enkele herderslied
jes met een zuidelijk accent en dus lastig
te verstaan, maar voordracht en opvattin;
getuigden van een muzikaal gevoel, zoo
als men ]nj ons onder het volk zelden
aantreft. j
Een merkwaardigheid is wel, dat de
Fransche soldaat er niet van houdt om
gezamenlijk te zingen. Marcheert arren met
een tiocp, dan hoort men er één zingen
en niet allen tegeljjk, zooals wij dat hier
in Holland gewoon zijn. Alleen het Fran
sche Tipperary, een liedje genaamd „Made
lohe", zongen alle mee. Er was op dezen
avond heel veel te genieten en het telkens
losbarstende geroep „bis" bewees wel, dat
ook de Franschen het gepresteerde naar
waarde wisten te schatten.
Dien avond heb ik nog eenigon tijd met
den adjudant-en-chef Pruvost zitten praten
over zijn verblijf in Duitschland. Veel heb
ben wij er van kunnen lezen in die verschil
revde dagbladen, maiar als men 't hoort ver
tellen door iemand, die zelf alle ellende
heeft meegemaakt^ da,n beseft men pas goed
wat het voor deze menschen is om weer
terug te gaan naar hun. vaderland, naar
vrouw en kinderen. De meeste van. deze
menschen waren .uit het 'kamp bij Frie-
drichsfeld en enkele van Munster. De klach
ten betroffen hoofdzakelijk het voedsel en
de slechte behandeling. Deze krijgsgevange
nen moesten 'voor een groot deel leven
van de pakketten met levensmiddelen, die
ze pit hun eigen land ontvingen. Re Fran
sche kregen ongeveer 2I/2'K,G. biscuit per
weck. Voor degenen, die werkten, hetzij* in
de fabrieken, of op het land, werden [ie
pakketten bewaard; waai* zij* werkten was
het pten slecht en onvoldoende, 't Behoorde
dan ook niet tot de zeldzaamheden, dat
de krijgsgevangenen naar de kampen wer
den teruggezonden, en "aldaar van uitput
ting en ondervoeding bezweken. Hieel sterk
schijnt dat het geval te zijn geweest met jie
Russen. Mijn zegsman schatte het aantal
Russen in krijgsgevangenschap gestorven
op 200,000. De menschen waren allen on
dervoed en afgestompt. In Holland waren
zij al weer wat bijgekomen en de einde-
lijke verlossing en de gedachte aan huis
heeft de geesten weer verhelderd.
Nog tal van andere bijzonderheden wer
den mij verteld omtrent de behandelm"|r,
deze komen echter bijna alle overeen met
de reeds zoo herhaalde klachten, die wij
in do dagbladen' hebben kufmen lozen.
Den volgenden morgen waren wij reeds
vroeg in de weer om alles voor 'do yer-
dero reis naar Antwerpen, in orde te ma-
keu en om 7 uur werd do tocht door de
lastigste gedeelten van onze Zeeuwsche
vaarwaters begonnen. Het was aanvankelijk
mooi weer, maar reeds spoedig begon liet
te motregenen, hetgeen ,'t varen natuur
lijk zeer belemmerde, vooral toen het eeni
gon tijd later nog begon te misten.
Roe troosteloos-soïnber zag alles er uit,
do schorren o.n slikken 3£wamen langzaam
boven water. .Op de dijken van Tholen,
die vaag uit dctn mist opdoemden, was geen
sterveling te zien. Zoo nu en dan zagen
vrij een schim uit den mist naar ons toeko
men, meestal een mosselcnscheepjc, dat
naar huis toe ging om do vangst te vor-
koopen.
Omstreeks half elf kwamen wij té |We-
meldinge aan, waar we ecnigen tijd moes
ten wachten om door de sluis _goschut
te wordaiji. l
Reeds spoedig waren er kooplui aan 'den
wal met sigaretten, tabak!, lucifers, enz. en
daar kwam de Hol landsche handelsgeest
boven. Ik moest onwillekeurig denken, aan
het bekende rijmpje;
"In matters oï commerce the fault of the
j Dutch
Is giving to littlo and asking tot much'.
Het spijt mijl, dat ik het 'Weggen moet,
maar wij hebben geen goeden' indruk van
Wemeldinge medegenomen. Mein trachtte de
ongelukkige krijgsgevangenen af te zetten,
men Verkocht lucifers boven den maxi
mumprijs, tabak voor ©en prijs van 8
Mark, sigaretten Voor 3'Mark. Een veld
wachter, 'de eenigo Von Wömcldinge, Hie
er bij stond, wilde geen proces-Verbaal
opmaken, toen hij er bij tegenwoordig was,
dat er goederen boven den maximum
prijs Verkocht werden 1 Het wlas goed, dat
wc door konden Varen, wajnt anders "had
men dezte berooide menschen misschien
nog meer geld afhandig gemaakt.
Intusschen was de mist dikker gewor
den en besloot ik te TTansweeht te blijven
Toen echter in den namiddag de lucht iets
opklaarde zijn we verder gegaan en om
streets half zes passeerden wij 'de Holl
grens. Bij Lillo kwamen de Belgische
douanen even aan boord, maar ons con
vooi boezemde de strenge hoeren blijkbaar
zooveel vertrouwen in, dat wij aanstonds
vrij konden doorvaren. De Schelde, de
hartader van België, die zulk eeai belang
rijke ro-1 zal spelen bij de vredesonder
handelingen en de bescbikkirigein der groo
te mogendheden, bood ons geen bijzender
schouwspel, want de duisternis belette ons
zelfs haar oevers te zien.
Ongeveer 9 uur kwamen wij te Ant
werpen aan. Toen wij bij 't geb'. Van het
Loodswezen moerden, waren or reeds cehi-
ge honderden helang-tellendenaand-cnwal,
die ons met het vriendelijke woord „kaas
koppen" begroeten. Na mijn orders ont
vangen te hebben van den jilaatselijken
co-mmanHant, werd een dahvang gemaakt
met het ontschepen Van 400 man, die den
zelfden aVond nog in een Van. de kazernes
onderdak zouden vinden. De tocht van de
Rijnkade naar de kazerne door de hel
verlichte stralen was edn zegetocht gelijk
OVeral langs den weg stonden de bur
gers cn de kreten van „Vive la Franco'
en „Yive la Belgique" waren niet van de
lucht. Hier cn daar werd mij gevraagd
even balt te houdenmen wilde de be
vrijde kameraden sigaretten, koffie en bier
offreeren. De toeschouwers en meeinopers
hadden bet druk over de dappere bond
genooten en de Verbroedering bereikte haar
hoogtepunt toen "n madammeke Oen pnilu
met een prachtigen knevel. om den hals
viel. Toen was het weetr een ge-viveda-
Franco van je welsie.
Om 1 uur was aljes onderdak en kon
den ook wij naar Kooi gaan om uit te
rusten Van een feimoeienden dag. Den
volgenden morgen vroeg wend een aan
vang punaakt met het tuin wal zetten
van do overige mannetjes, die den nacht op
de schepen hadden doorgebracht, eau min
der hygiënisch logies, maar in jarenlange
krijgsgevangenschap wordt men niet ver
wend en leert men berusten in gebrek
aan comfort. In drie kwartier wanen "de
660 overigen aan wal en kon do tocht
naar de kazerne begonnen worden. 'Al we
der groote belangstelling. Op eens weiden
de ramen van een schoolgebouw, dat wij
passeerden, geomesnd met allerbeminnelijk
ste jonge dameskopjes. Hun „Vive-la-Fran
ce" schalde weer pvor onze hoofden.
Toen alle manschappen in de kazerne wa
ren overgegeven aan het Belgisch© leger,
was onze taak afgeloopen, konden wij
eens een kijkje gaan nemen in 'Antwer
pen. Hier eo daar waren de -overblijfselen
van het bombard emont in 1914 en van üe
luchtaanvallen nog te zien, maar het leven
ging weer zijn gewonen gang, alsof er piets
gebeurd was. Hinderlijk was het, dat mei:
ons nu en dan voor Duitschers aanzag
waar Vermoedelijk onzie grijs-groene uni
formen aan 'debet zijn. Enkele malen hoor
den wo ons „Roches" naroepen en of Wij
dan al betoogden dat we Hollanders wa
ren, dat gaf ons niet veel, wam, men bleef
wantrouwig naar onze uniformen "Sion
Een tweetal dames kwalificeerden ons
heel liefelijk als verdommelingen", wel
licht ook al een symptoon van ■-ten Hol
lander-haat door politieke Hetze in Vlaan.
deren gewekt.
i i 1 i,
Sommige 'axiikelen zijn Ja Antwerpen
nog zeer duur, andere weer goedkoop.
Schoenen, kleeren, enz., zijn bijna niet te
betalen, zoo vraagt men voor een paar
schoenen 275 francs. Chocolade kost 2 fr.
50 per reepje, terwijl de thee, een Intik©]
dat wij bijna niet meer kennen, slechts 5
francs per pond kost. Een winkelier .Ver
telde me dat deze Ceylonthee (een partij
van 10.000 K.G.J in een pakhuis te
Breda had gelogeerd, terwijl wij hier -zaten
te verlangen naar «jen kopje van dat heer
lijke Vocht.,
Om nog een pap* andere cijfers to doe
men: vet bnilxm distributie kost 4 fr. por
pond, vleesch 6 fr., sigaren fr. 1.5 pér
stuk, sigaretten per doosje van ,20 stuks
fr. 3.75, advocaat fr. 50 per flesoh, cocli
tail fr. 6 h. fr. 10 per glas. Van brood
wordt 450 gram per dag verstrekt.
In verschillende étalages zijn groote hoe
veelheden koper uitgestald. De 'gen heb
ben er blijkbaar echt leute in, rmede te
laten zien dat ze den Duts te slim zijn
afgeweest, dat zo Zijn in alle gaten en
hoeken speurende metaal zoekers lakoniek
bc-bben verschalkt. Buitengewoon vinding
rijk zijn geweest in hot verstoppen en
jarenlang verborgen houden van wol, keper,
kostbaarheden enz.
Het Antwexpscho brood is heerlijk en
smaakt, pis banket, wanneer men bet na
een Hollandsche oor]ogsboterham eet
Ilet is mij gebleken dat het oude spreek
woord „Ondank is 's werelds -loon," nog
steeds zijn waarde behouden heeft, want in
België schijnt men nu reeds vergeten te
zijn, 'dat wlf met oen zeker gedeelte van
het Belgische volk ons toch al niet te ruim
rantsoen gedurende 4 jaren gedeeld heb
ben. De stemming tegen de Hollanders is
niet al te best en men noemt ons o.a.
kwalijk dat wij buiten den oorlog geble
ven zijn. Enkele Belgische officieren, die
ik ontmoet heb, spraken integendeel met
waardeering pvar al het geen Holland voor
de gevluchte Belgen heeft gedaan, i
Het is te hopen da tvelen in het Belgen'-
land eir zoo over gaan donkten en de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen Noord
en Zuid zullen bestendigd "worden.
Nia jeen voorspoedigten terugtocht Waren
wij Maandagmorgen weer vroeg in de oudo
Merweslajd Jemg, j i
C. LORENTZ.
STADSNIEUWS.
Uit den Gemeenteraad.
VL
Begrooting 1919,
(Vervolg).
Uitgaven.
86. Jaarwedden van de wethott-
'ArL
ders.
De heer v. Pelt wil iets zeggen over
het salaris der wethouders.
De werkzaamheden der wethouders wor
den voortdurend uitgebreid en vorderen
thans den geheelen mensch'. Daardoor heb
ben wo nu heele goede hoofdambtenaren;
tegen een klerke-salaris.
Dit punt is niet in de sectie behan- <S>
deld, maar toch zou spr. graag zien, dat
de Raad zich hierover uitspreekt.
De heer Koopmans wil dit voorstel
wel ondersteunen, maar zou toch graag
vooraf het oordeel van het College hoo
ren. i
t De Voorzitter: Het College kan
daarover moeilijk een or r teel geven.
Do heer Koopmans; Terecht is ge
zegd, dat de wethouders zelf daarin moei
lijk kunnen spréken, maar de Voorzitter
kan zijn meerling daarover wel zeggen.
Van dat advies zal -sde stem van ver
schillende leden afhangen.
Do heer V. Pelt; Vroeger Was het wet-
h ouderschap iets waarbij men eigen zaak
kon waarnemen. Als een wethouder goed
is, moet hij bijna den geheelen dag zich'
daaraan geven. Een klerk verdient voor
zijn werk moer dan een wethouder. Dat
is geen manier van doen.
Wij zouden krijgesi, -dat de bekwame
menschen niet blijven, omdat het hun
to vee! schade brengt.
De heer Dinkelaar is het niet
moe eens, dat de wethouders niet zelf sa-
larisverhooging zouden kunnen verzoeken.
Waarom de wethouders niet en alle an
dore ambtenaren wel? Als ze weten dat
verhooging noodig is, moeten ze vërhoo-
ging eischen. In elk geval kan dit punt n.u,
wel aan de orde blijven.
De Salaris-commisste zal alle salarissen
herzien. Die kan dus ook het wethouders-
salaris daarbij betrekken. Laat dus de heer
v. Pelt zijn voorstel terugnemen. Do com
missie heeft reeds het plan om dat salaris
ook onder de oogen te zien.
De heer m r. v. Baren wil een enkel
woord over deze zaak zeggen. Spr. is van
meening, dat het wethoudersslaris hier wer
kelijk te laag da. Spr. is het echter niet
eens met den heer Dinkelaar, die zich stelt
op het standpunt, dat de wethouders behoo-
ren tot het ambtenaarspersoneel. Ook niet
zijn ze hoofdambtenaren, zooals de heer;
v. Pelt zeide.
Spr. wil ook wel zeggen, dat de kwestie
ook bij de wethouders is besproken.
Spr.'s bezwaar is echter om deze zaak
nu bij de begrooting te behandelen. Het
zon den schijn hebben alsof hier geldt:
die het dichtst "'bij het vuur zitten, war
men zich het Ibcst, wanneer het salaris
van de wethouders werd verhoogd en dat
van do verder van het vuur verwijderden
niet, hoewel dit evenzeer billijk zon zijn.
Daarom staat spr. niet sympathiek tegen
over het ivoorstel-v. Pelt. Iets anders is
dat, waar alle salarissen door de Salaris
deze daarbij zouden worden betrokken.
coramissTe worden herzien, wanneer ook
Spr. gelooft, dat de heer v. Pelt het beste
zal doen zijn vooistol in f© trokken.
De heer v. Pelt: Als het waar is, dat
de Salaris-commissie de wethouderssalaris
sen onder de oogen zal zien, heeft spr.
geen bezwaar om zrjn voorstel in te trekken.
Spr. is van meening, dat do salarissen
moeten worden verhoogd.
Spr, geeft toe, dat do* wethouders geen
hoofdambtenaren zijn, heeft ook niet be
doeld dit te beweren, maar zeide het slechts
bij wijze van vergelijking.
Den heer Goslinga is gebleken, dat
de Salaris-commissie die salarissen onder
do oogen zal zien. Wij kunnen-dus op haag
rapport wachten.
Do Voorzitter wil zich over deze
kwestie thans wel verklaren, omdat anders
een verkeerde conclusie zou kunnen ge-
trókken worden.
Door den heer v. Baron is gezégd, dat
het salaris te laag is. Het gaat heel moeilijk
uit het Collego voorstellen te doen tot
verhooging van dit salaris in dezer. tijd.
Een feit is, dat hoe langer hoe meer de
volle mensch voor dit ambt'wordt gevraagd,
maar als men daarop het oog gericht houdt,
dan wordt mot het voorstel-v. Pelt hef]
doel toch niet bereikt.
Do heer v. Pelt: Dat doe ik niet.
De Voorzitter: Neon, maar ik wilde
daarop gilleen maar even wijzen.
Do hoor v. d. Tempel acht het denk-
beold-v. Pelt ontijdig.
Spr. acht hot niet in overeenstemming
met de waardigheid van het ambt om. het
salaris der wethouders in de Salaris-com
missie ie warden overwogen.
Do Raad moet hot voorstel tot verhoo
ging zelf doen.
Spr. acht het beter óf naar aanleiding
van deze bespreking óf na het rapport der
Salaris-commissie ©en voorstel daartoe
wordt gedaan, maar dat moet dan uit den
Raad komen.
De Voorzitter: Dus u wilt de kwes
tie nu uitstellen? i
De heer v. d. Tempel: Ja.
De Voorzitter doet*daartoe hetvoog-
stel. i i 'i
Hiertoe wordt besloten z. h'. s.
Volgn. 86 wordt goedgekeurd.
olgn. 8790 worden goedgekeurd.
Volgn. 91. Jaarwedden van de ambte
naren en bedienden ter Gemeentesecre
tarie, den concierge en dö boden,, A