Schiedamsche Courant. Staatkundige regie. De Staat als wanbetaler. Uit Mt Indischs leven. De wraakneming van den slangenbezweerder. TWEEDE BLAD (Zaterdag 6 September 1919, No. 16151) Over hét geüietel dringt men. terecht aan op spoedige betaling van handelsschulden. Zullen wij inderdaad de concurrentie met het buitenland kunnen volhouden, dan is een van do eerste vereischtan, dat wij vlug de. zakten afwikkelen en alle onhoodige crc- dieten vermijden. i Zeer terecht Heeft men tegen "die vroe ger overal voorkomende gewoonte om schulden op jaarrekening te betalen een campagne gevoerd in veel gevallen niet .zonder succes. Veelal wordt thans vlugger betaald dan vroeger en de gevallen, waar men b.v. vleesohrekeningen. en. dgl een jaar of langer bet staan, zijn te tellen. Wij zijn bier zeer beslist vooruit gegaan. Met één uitzonderingdo "staat, onzo 'hoogste organisatie, BÉ© dus aan allen het voor beeld moest geven, doet precies het te genovergestelde ten wordt steeds slechter betaler. Er Zijn daarvan herhaaldelijk' in den laat- sten tijd voorbeelden geweest. Wij hebben er nu weer ieen voor oihs liggen. liet betreft een levering aan een der departe- jnlenten van algemeen bestuur. liet is een jaarlijksche levering, die al sedert üentallen jaren doorgaat tegen een vasten prijs. Over de berekening van het bedrag lean dus geenortei moeilijkheid rijzen. Vroeger wer den do rekeningen in 2 of 3 maanden vol daan, dooh langzamerhand is die betalings- tgd toegenomen cn thans bedraagt hij reeds ruim. 12 maanden. De rekening, die vele honderden gulden bedraagt en dus voor geen enkele zaak ta verwaarloozen hoe veelheid is, is begin Augustus 1918 inge diend en thans, nu wij 5 September 1919 schrijven, nog steeds niet betaald. Er is herhaaldelijk op betel ing aangedrongen, zoo direct als indirect, doch zonder eenig suc ces m'en betaalt eenvoudig niet. Een tweede rekening over nieuwe honderden is begin Augustus 1919 ingediend ook' daar van is natuurlijk hog niets' gehoord. Ben zaak, die dus hoogstens zeven da gen behoorde te kosten, waarbij "wij dan nog rekenen, dat dit stuk op vijf Verschil lende bureau's moet zijn nagekeken, met de snelheid van één bureau per dag, dip zaak traineert nu al ruim 380 dagen. Ge durende 373 dagen heeft de een of andere ambtenaar dus opzettelijk en wederrech telijk dit stuk achtergehouden en daarbij den crediteur van den staat een nadeel toe gebracht, dat toch minstens op een f45 per duizend gulden mag worden geschat. En aangezien niet is aan te nemen, dat dit geval het ©enige is, moeten daar dus aan de departementen ambtenaren zilten, die jaarlijks Nederlandscho ingezetenen van heel veel malen f 45 berooven. Kan dat nu inaar tot ia het oneindige gteduld worden? Is dit feit ihs- zo oré klei nigheid, dat dit in Het gfehbel niet de aan dacht der volksvertegenwoordiging behoort te trekken? Of liever wrant de volksver tegenwoordiging veamag heel weinig te gen de lakshead 'der ambtenaren wijst dit nu toch niet op onhoudbare toestanden? Moet er nu toch niet eens eindelijk in gegrepen worden? Is er geen middel om zulke menschen, die dermate Kun plicht verwaarloozen te ontslaan? 'Ofyzoo dat absoluut onbereikbaar is kan men dan de ambtenaren niet persoonlijk aansprakelijk stellen voor de benadeeling, door hun laks heid veroorzaakt. 1 Nu zal mien zeggen: maar gij Kuht den Staat der Nederlanden toch aanspreken, toch Verantwoordelijk stellen voor het ge leden nadeel. Doch dat is theorie. Primo is de zaak het niet waard, dat men op deze wijze goéd gleld1 naar kwaad geld gooit. En secundo is do leverancier in kwestio bang, dat bij, als hij al te zcerl aandringt, zijn leverantie voor hst Vervolg kwijt zal zijn. Wij moeten dan. ook, of schoon wij zoo nadrukkelijk mogelijk voor Ide juistheid van hot gesteld© frit instaan, (Een circusverhaal Vrij naar het Engelsch van Alexander Fecly, door T. de R. (Nadruk verboden.) Het is gebeurd in Kaapstad, toen mijn broer Daniël en ik met den beroemden, troep van Barnum mee waren als leeuwen temmers. Er was een aardig Hindoemeisje bij, ©en tijgertemster, die bijgenaamd werd „Tijger Betsy" Ze was vooral bevriend met mijn broer en mijzelf en alles was goed en gelukkig tusschen ons, tofdat een Indisch slangenbezweerder, Benjamin Loo, bij onzen troep kwam. Hij gaf een prach tige voorstelling met zijn slangen, maar niemand van ons gaf veel om den man zelf. Hij was geen prettig mensch on betrouwbaar en grillig. Na een poosje merkten we op, dat Ben jamin Loo verliefd was geworden op „Tijger [Betsy", hetgeen haar zeer irriteerde en verveelde, want niet alleen dat ze niets oni hem gaf, maar integendeel hield ze veel van mijn broer, al deed natuurlijk iedereen of hij niets daarvan merkte. Om des lieven vredes wille was Betsy vrien delijk ook tegen den Hindoe en ik geloof niet, dat mijn broer opmerkte, hoe fljnk de Hindoe het te pakken had, maar ik merkt© het wel. Dikwijls wanneer hij naar haar keek, zag ik hoe zijn donkere oog en flikkerden en soms, als hij meendei, dat niemand op hom left©, zag ik hoe (hij zuchtte ons onthouden van Het noemjen van de|n naam van den schuldeischér, van het ge leverde artikel, dei grootheid dei' som en den naami van het departement. De le verancier wordt namens den Staat der Nederlanden - wij mogen niet zeggen bestolen, maar dan toch geld uit zijn za"k ge haald En toch' mogl Hij1 zwijgen en af wachten, totdat de een of andere ambte naar eens op een goqiien dag een goeden inval heeft, die stukken ©ens opscharrelt en verder stuurt, zoo, dat ze niet in dp han den vallen van weer pen anderen ambte naar, die even ijverig 5s. Waarlijk de toestand is ondragelijk. De staat mag niet zoo in 't kwade voort gaan. En daarom hopen Wij, dat nu toch eens maatregelen zuilen worden genomen ofml 'dergelijke formidable missandon te keuren. Wat ons in de kwestie met België wel het meest hindert is Het totaal gemis aan aanleg voor wat wij staatkundige regie zouden willen noemen, hetgeen bij onze politieke leiders is op te mierken. Over ide merites van de verschillende standpunten van België en Nederland be hoeven wij Het nu niet te hebben. Zelfs voor den fneest objectieven Nederlander, die vast en zeker gelooft, dat in de kwes tie tusschen Nederlander en buitenlander de laatste altijd gelijk hoeft -de hemel WfcfOt hoevejel duizenden zoodanige Ne derlanders er wel zijn voor zoo'n Ne derlander zelfs zal de Belg nu wel vol maakt ongelijk hebben. Trouwens, de lou che méthodes, waartoe men te "Brussel zijn toevlucht neemt, bewijzen op zich zelf al hoe slecht de zaak is waarvoor men strijdt. Doch in deze slechte wereld overwint nu eenmaal niet altijd de waarheid, Het recht, de zaak van den eerlijke. Wil men dat de waarheid en hét recht winnen, dan moat men die een handje helpen. Met be hoor! ijkte middelen natuurlijk. Maar dan toch hielpen. 1 I EP dat doet men in Nederland onvol doende. Vroeger meende men hier zelfs, dat Het voldoende was om gelijk te hebben als men gelijk ■wilde krijgen. Langzamerhand is nu echter de overtuiging gegroeid, dat dit „gelijk hebben" niet voldoend© is, dat men er althans naar moet trachten den anderen duidelijk te maken, dat men ge lijk heeft. Dat schijnt mien nu wel ©enigszins te doen. Doch' Ot Koe aarzelend, Hoe onvol komen, hoe sukkelaéht'g en Ho© eenzijdig. Het Nederlandscho standpunt wordt in „de groote pers bijna niet verdedigd'. Nu schijnt htet wel, dat er tegenwoordig in' Nederland "een bureau is, dat het Ne derlandscho standpunt in die pers tracht te doen Hennen. Doch tien tegen een is dat bureau te klein opgezet of onvoldoen de georganiseerd en beschikt Het in elk geval niet over voldoende fondsen. En wij hebben Hot vroeger, toen wij al teen nog maar op del instelling van zulk een persschildwaclit aandrongen, zoo herhaal delijk gezegd: de persschildwacht moet goed of hij moet niet zijn. Want is liij half, dan doet hij Half werk en goeft Hij heel ver trouwen, hetwelk dan natuurlijk dubbel ongemotiveerd is. Dooh nu schijnt meln te mecnen, 'dat men er met zoo'n halve of kwart-schildwacht al is. En daartegenover diant uitdrukkelijk gesteld": dat is volmaakt onwaar. Zekfcr in gewonen tijd kan men daar mee in don regel volstaan. Doch' in een gansch ongëwonen tijd" als dezen, waarin uit het zuiden veel ernstiger gevaren drei gen, dan de gemiddelde Nederlander wol wil toegeven, dient men ook ongdwone imaatregelen te nemeln. Men moet Zéér bizonder© dingeln doen, om zich gehoor te Verschaffen. Hot is nu niet voldoende om met krantenberichtjes 1© werken, men moet a grande spectacle optreden. En zie hier nu Helaas, waar onzie staatslieden h'un gemis aan regie-bekwaamheid In don weg zit. Het is niet voldoende dat Mer een me nigte, een 6 millioan menschen toohl, ver en zenuwachtig zijn handen zat te wrij ven, alsof hij Ijaar zóó zou hebben willein oppakken en met haar wegtoopen. En soms zag ik ook, hoe hij met jaloersche blikken naar mijn broer keek. Op zulke oogenblik ken gaf bij mij altijd den indruk een soort van mcnsehelijhe slang te zijn en ik nam mij voor op hem te blijven letten. Soms sprak ik er over met Betsy, maar zij had geen vrees, ,,'t Zal wel overgaan," zei ze, „als hij ziet dat ik me niets aan hem laat gelegen liggen." Nu was er op zekeren dag een groot bal in Kaapstad, waarheen velen van onzen troep gingen. Botsy, Daniël en ik gingen ook Benjamin Loo kwam iets later, toen hij had gehoord, waarheen wij waren Ilij was lichtelijk aangeschoten, kwam dicht hij ons zitten dn keek met strakke oogen naar Daniël. Als blikken hadden kunnen dooden, zou Daniël op de plaats dood neergevallen, zijn. De Hindoe leek wel over te koken, van jaloezie. Dadelijk toen de dans was afgeloopen, kwam hij naar Betsy toe en vroeg haar om ©en volgenden. D© geluk kig© glimlach verdween van haar gezichtje toen ze vriendelijk antwoordde „Het spijt me, Benjamin, maar ik heb dezen, dans niet meer vrij." Hij schokt© door elkaar; ©en ©ogenblik dacht ik, dat hij jiaar aan zou vliegen, maar met een soort van snauw draaide hij zich om, ging weg en liep de deur uit. Betsy kwam hij me met een heel verschrikt gezicht. Ze was bang, dat Benjamin en Daniël samen zou den gaan vechten. „Ze mogen elkaar niet ontmoeten," zei ze angstig. „Wil j© me ©en dienst bewij- ontwaardigd is en goede redenen heeft om den Belgen hun excessieve eischen te weigeren. Men moet die* verontwaardiging ook laten zien en hooren op het Euro- pecschei nehouwtooneel. Doch de kunst om 'die te laten zien en te hocuen, de kunst van regisseeren, schijnt in Den Haag niet te worden beoefend. Er moesten hondenden verontwaardigde vergaderingen zijn, er moesten extreme veeleis chars en over vragers zijh, er moesten stoeten door onze straten gaan, er moesten zooveel honderdduizend wcrldicden met staking dreigen, in do Kamer moest het daveren en pro test-telegrammen moest het regenen in Washington en Parijs, en mi nisters moesten het land doorgaan. En dat alles opdat Reuter en Havas en d© hun nen van tijd tot tijd eens van al dat ge- doente iets zouden overseinen naar de groote wereldbladen. En opdat de burgers in d© ander© Lan den zouden kannen constate©ren, dat de Nederlanders er toch tegen zijn en dat zij toch argumenten hebban en dat hat toch gevaarlijk is om do Belgen al te veel koord vrij te geven, daar do Nederlanders vastbesloten zijn©nz. Doch er gebeurt niets van dat alles. Hoogstens hebben de meest betrokkenen, de wenschen vau Zeeuwsch-Vlaanderen en Limburg iets van dezfö noodzakelijkheid be grepen. Doch hun stem was zwak en do Nederlandsclie stem zwijgt. En zoo hoort hét buitenland me's van Nederland en kan ruoenen, dat wij ons "bij alles „neerleggen". Dat is gevaarlijk. Te laat zullen wij ons beklagen over ons gemis aan inzicht in deze regie-1 IV. Nu over het modern© hotelwezen. Het loopt tegen 7 uur in den avond. Do dag was warm en vermoeiend. Heden morgen gingen wov het was nog donker, te Bandoeng in <lan expresl den beroem den Java-expres zitten en onophoudelijk! hebben we doorgereden. Eerst in de koel te en tusschen de Haorlijike bergen van de Pireanger regentschappen, maar sinds ©en uur of elf zijn we al in de laagvlakte ©n in de warmte. Het is gloeiend heet ge weest. Nu brengt d© avond eepaigo ver kwikking aan. 1 Suizend vliegt de trein met ©en snel1 heid van 75 KAL pea* uur voort. Maar bet zal Ti aast gedaan zijp. Daar zijn reeds de lichten van Goaboenjg, ©en der voorsteden vpn Soerabaja. Eindelijk staat d© trein met ©en nik stil cn kunnen we uitstappen. Oranje hotel, toean. Hotel Simpang, njonja. Hotel Emhong taaia,ng. Zoo klinkt [het geroep. Ik had' ©en ka mer besteld in het Grapje hotel en klamp te dus den hotelbediende aan. Hij bracht m© naar 'een groote. auto, waarin plaats is voor velen. Weldra is ze vol. D© ha- gag© boven 'op ©n we snorren de stad in. Ver is 'het niet. iWjat is trouwens ver in een auto? Ik stap uit en over teen1 groot platform waarop vclo tafels en stoelen, rel© gas ten en Vele volle cn half volle glazen, leege minder talrijk, ga ik naar binnen en verneem aan het bureau wat mijré ka mer is. Spoedig ben ik er. Elke kamer Heeft ©en eigen, goed af geschoten en net gemeubelde voorgalerij, In elk© kamer keurig© meubelen, oen zin delijk ledikant,, waterleiding, electrisch licht,' 'telefoon, groote spiegels voor ten voeten uit. Achter nog ©an deur. Z© geeft toegang tot een eigen badkamer em een eigen W .C. Alles even zindelijk em be hoorlijk. Er is geen aanri/erking to maken. De inrichting is keurig, Ilet ©erst© work is zich ontdoen van alle kleeding, zeep ©n handdoek ncman ©n do badkamer in. Dat verfris oh t heerlijk, dat prachtige heldere water van den op grooten afstand gelegen Ardjoeaogroep, langs een kolossale loding naar Soera baja gevoerd en zoo overvloedig, dat do gansclie stad er rijkelijk van voorzien wordt. Daarna in "dein koffer gedoken en zen, Alich? Volg Benjamin Loo en let op hem. Als hij weer nuchter is, kan 't geen kwaad. Maar nu heb ik angst." Ik beloofde haar mijn best te zullen doen en ging uit om den slangenbezweerder te zoeken, dien ik al heel gauw vond, zoo als ik had verwacht, in een herberg dicht bij, met ©en groo-te kruik bier voor zich. „Ik ben maar hierheen gegaan," brom de hij. „Alleen leeuwen- en tijger temmers zijn daar welkom. Slangenbezweerders zijn niet noodig." Een kwaadaardige blik lag op zijn gezicht, toon hij er zachter aan toevoeg!)©: „Maar ze zulten nog wol eens bemerken, dat een slang kan bijten. Menige trotsche tijger lieoft het afgelegd tegen den beet van een verachtelijke slang." Ik trachtte bom nog tot bedaren te bren gen, doch bot lukte niet, cn eindelijk zei hij „Jouw broer en Belsy zijn veel te dikke vrienden naar mijn zin. Waarom mag hij alleen met haar dansen en ik niet? Ik hen toch net zoo goed als hij Maar ik zal haar wel vernederen of mijn naam is geen Benjamin Loo." „Jouw broer denkt, dat Betsy en hij samen zullen trouwen, maar dan heeft hij het toch mis. Alles is geoorloofd in oor log en liefde en hij zal haar nooit krijgen." Wij zagen Benjamin niet meer in de eerst© drie dagen, en we hoorden, dat hij weer aan het drinken was geweest. Eenig© dagen later hadden we 's avonds ©en bijzonder groote voorstelling ©n de heele circus was stanjpvol. Alles ging goed tot acht uur, toen ©en man ©n vrouw een schoon ondergoed aangetrokken benevens een schoon wit pak. Dan is alle vermoeid heid vergeten. Mep -is mensch weer. Nu naar het platform. Daar is bet gezellig. Even getelefoneerd naar een kennis: Ha Hol Willem ben jij daax? All right. Dat ben ik. Ik ben net aangekomen. Heb je tijd, help me (dan oven met mijn whisky soda. Dadelijk hoor. iïk kom. Ik rga gitten en neem er een, zoo'n gSrooto met (heerlijk ijskoud selzerwater. riet glas (beslaat dadelijk. Het smaakt, als of een epgol Weldra is Willem, een mijner oudste sohats of vrienden in zjjn rijtuigje gearri veerd en zitten w© gezellig te hoornen. Van tijd tot tijd word ik door dezen en genen herkend en moet ik ©ven opstaan van wege de beleefdheid. Men is in fndié al tijd blij., als men elkaajr ziet. Na <1© "whisky soda ©en bittertje (puit- je) en 'dap wolrdt op de gong geslagen, liet etensuur. Iedere gast heeft zijn eigen tafeltje. Er is een overvloedig Euro pees eh. menu, uilstekepd bereid, soep, croquetjes of rizolles, visch en aardappe len, yJoescH en groenten, gebraad en com pote, pudding, vruchten, kofti© en Zon dags nog iets extra's. Een goed, glas wijn, of Ijever een glas goede wijn ©a ik stap tevreden op om ©repos anders nog wat 'te gaan zitten en d'au te slapen. Een dergelijk hotel is {allergezelligst. Zoo vindt mep ze te Botaria: Hote (lies Indes, der Npdertaodea, Java Hotel, d© l'Europe, enz. tie Bandoeng, te Djoeja, te Setoarang, epz. K'pinere plaatsen hebben hotels, die minder luxieus zijn ingericht, dat is zoo, maar het toeristenverkeer dar laatste jaren bpeft gemaakt, dat achter lijke toestandpn als voor 30 jaar haast niet mepr bestaap. Het mag in een bir,- neplandsch eenvoudig zijn, men moge er toanmerfepgen te maken hebben, dal. komt misschien ook wel. omdat we wel wat icirg vteeleischend rijn geworden. Over het (algemeen is het er wel uit te houden. En vergeten Iwe dan 'vooral niet. dat het hotelwezen Sn Euiropa pok nog lang niet is wat het wjezen moet. Daar heb ik voldoende van loeren meespreken Verge- lijkingep vallen laag niet altijd uit ten voerdeel© van Nededapd'. In binnenplaatsen, (dip niet veel meen* zijn dan (desa's rnoet mpn natuuirlijk zijn eischen niet ile hoog stellen. Over 'liet al gemeen wordt toen gemoedelijk en vrien delijk ontvangen ien is men behulpzaam. Verlangt men (nipt meer dan een. dege lijke rijs (tafel, dan wordt m|3n goed. be diend. Eischt men ©en Eutropeaschau maal tijd, ja, dan laat d'at dikwijls te wenschpn oveir. Maar dat weet men van te voren ook wei. Aardig had ik' het eens in het klein© hotel biji den Boroboiploer, waar ik met twee vrienden op ©en voetreis door het gebeirg'p van Midden-Ja va was afgestapt De hotelhouder, een Luxemburg^* van geboorte, dipnde biefstuk, worteltjes, doperwtjes en asperges op benevens kip. Maar ho© bij het moest voordienen, wist hij niet. Dus zette hij alles tegelijk voer ons neer pn bleef staan kijken. Toon wc wat genomen hadden, de een van dit, ©en ander van dat. riep hij ia pensNeen,' neen, da.t is voor jelui allo drie EprLijkf deelen hoer en mat had h** foem lepel in| de- hand en klotste op ieders bord uit ie dere schaal een flinke portie, zooda.t wo zaten te kijken tegein ©au hutspot van Idp, biefstuk, aardappelen en drie groen ten. De man was zeer vriendelijk ©n heeft nooit begrepen waarom we zoo onbe daarlijk zaten te lachen. Er zijn ook plaatsen, waar geen hotel Lo vinden is. Maar men kan er dikwijls toch onderdak komen. Er is n.h een pa- sangtraban, een gouvernemeintsgcbouwtje< Dit dient, vooral voor reizende en imspfo- tceirende ambtenaren van B. B., van dan Wptcirstaat, enz. Meestal treft men wel een paar onbezette kamers da dan kan men er bezit van nemen. Mcin betaalt aan don bewaarder fl per dag en laat zijn maal kjaar maken. Men zal echter dan zelf zorg mooten dragen voor het noodige. Op zulk leen tocht heeft men dan ook voorstelling gaven van handig met messen te gooien. „Tijger Betsy" zat in een schit terend kostuum in haar loge te kijken, toen een van de knechts haaslig kwam aanloo- pen en haar toeriep: „Bruoe is los!"Bruce was do groote tijger, pas uit de wildernis en dien we nog maar pas hadden getemd, liet was oen bizonder wild en verraderlijk beest en wij waren allemaal altijd maar weer blij als Betsy's voqrstellmg in zijn kooi voorbij was. Betsy sprong verschrikt op Bxuce los de circus stampvol menschen en mijn broer en ik, die ze om hulp had kunnen vragen, nergens te vin den! Er was geen oogenblik te verliezen. Haar gedachten moeten met een volmaakte .zclfbeheersehing hebben gewerkt en door tegenwoordigheid van geest voorkwam zij een paniek. Een toeken gevend aan 't or kest, om op te houden met spelen, zei ze met rustige, klare stem togen "t publick: „Dames en heenen, mrs. Cardonna, dio het volgend nummer zou geven, is ziekjje- worden, zoodat ik daarvoor in do plaals mijn voorstelling met den wilden tijger Bruce zal geven. Hij is losgelaten en zal zoo dadelijk bier binnenkomen en ik zal u iels laten zien, wat nooit eerder door een anderen temmer is vertoond. Er is hoegenaamd geen gevaar aan verbonden. Blijft u dus rustig op uw plaatsen zitten. Want wat u zien zult, is geen werkelijk heid, maar alleen een godeelte van de voorstelling. Haar woorden werden met luid applaus begroet. De bedienden, die van dit alles niets begrepen, keken wel wat verbou wereerd, maar vóór zo iets konden zeggen, steeds koelie's bij zich, dl© d© batrang (pakken en kisten dragen) en ik heb dan wel gereisd met blikjes drwtensoepj groen ten, cn stukken biefstuk. Aardappelen, waren in de desa wei te krijgen en ander© rijst Ook kip was te .bekomen. Zelf maak ten we dan maar het maai klaar en zoo beb ik wel eens eigenhandig (om met On kel Birasig te spreken) biefstuk gebak-* axon, cn andere dingen gedaan, waaraan men anders zich niet bezondigt. Ook wijn on bier neemt men me©. In de posangrahan Pagar "goenoeng komende, hadden wo, eenig© heeron op tournee, niets meer bij ons. W© zoneten! een koelie naar Grabak om bij ©en Chi nees alios to balen. Inmiddels ontdekte ik ergens flesschen bier. De bewaarder zei me, "dat ze behoorden aan den inge nieur, die daar eenig6 wekm bleef voor bruggenbouw. Dat was ons te machtig en do Pessehcn werden soldaat gemaakt. De ingenieur kwam 'Huis en riep rijn be diende om een fiesch Har. Tableau. Er was niet meer. Wij inriteev.cn hem op ©en "diner van erwtensoep, hutspot cn asperges. Dit werd dankbaar a'nvaard cn toen de tafel ldaar was zagen we voor ieders bord oen hal- vcn faescli wijn. ons door deu ingenieur weer aangeboden. Onnoodig t© zeggen, dat t,ocn we den volgenden morgen ver trokken. de ingenieur wear genoeg bier en! wijn had om zich er mee te baden. We hadden alles van een Chineeschem toko houder laten komen. Op een anderen tocht kwamen we door een desa, waar een Europecscb landheer woonde. Hij had van onze reis vernomen en ziet, zijn huis passeerende, stond zijn bediende ons op te wachten met een briefje, waarin de heer des huizes zijn leedwezen uitdrukte over de afwezigheid van hem en zijn gezin, maar ons verzocht zijn woning als do onze te beschouwen. Hij had last gegeven alles gereed te houden. We hebben er kostelijk geslapen en de tafel was uitstekend. Het doet me leed, dat ik den man nooit ontmoet heb. maar dat vermindert mijn dankbaarheid niet. Ileeii er beelemaal geen invloed op. Wel een aardig land toch dat Indië. A. v. W. JfijGMMSfifJUAfiltt. Het nieuwe programma tnn de Engelscho vereenlglng voor den Volkeren bord Het Bestuur van de „CenLrate Organisalie voor een Duurzamen Vrede" meldt: ln een vergadering van 20 Mei 11. werd door de 'Engelscite „League of Nations Union e©n reoigaHsalie-commisria ingesteld met de opdracht om te overwegen, wat de Vcreeniging in verband anet de aanne ming van bet Volkerenbond ver drag to Pa rijs op 28 April in de to©ko|mst zou moeten doen. In liam verslag, dat in de vergade ring van 24 Juli behandeld werd, wees de Commissie er op, ten eerste, dat in het Volkerenbondmrexdrag van Parijs de idea len, waarvoor de Vereenigïng opgericht was geworden, niet volledig venvmealijlkt zijn en ten tweed©, (duf zelfs, wanneer het VoUccronbondverdrag aan alle waaschcn ge heel zou voldoen, nog vea! arbeid verricht zou moeten worden om te bereiken, dat lief vd'ik in zijn geheet zijn kracklugem! steun aan den Volkerenbond zal govern. Met het oog hierop, verklaard© de Qom- missiö, dat |d© Vereenigïng een "iubbel© taak had te vervullen, n.L ©enerzijds om,' te werken 'voor de verbreiding en ver betering van het Volkeranhondsverdrag ten anderzijds om Qe Iteginselen en do praötijk van den Volkerenbond moer tot al genreen, goed te maken en in bot algemeen meer belangstelling op te wekken voor hei vraag stuk van do international© \^rhoudingcm. Do vergadering vcreenlgd© zich, behoudens enkele wijzigingen, mot hot rapport van deze reorganisa ie-commisste en besloot over te gaan tot wijziging van hel doel pi do middelen der Vereoniging. Wanneer men in aanmerking uoamt, dat Voorzitter van do Vcreeniging is Viscount Grey of Failcxlon, dat het reorgamsaliiv comité, waarin o. a. zitting hadden de hoe rende Bruce den circus binnen en toen zijn oogon op „Tijger Belsy" vielen, brul de hij vrecselijk. De h oo f dbc dien do, die genoeg tegenwoordigheid van geest bezat, wierp haar ljc-ur zweep en revolver toe cn gaf aan het orkest hel sein verder te spe len, opdat vooral liet publiek zou denken, dat dit alles hij de voorstelling Iioordej Bruce kwam steeds meer vooruit met zwaaiendcn staart, aldoor zacht grommend, zijn oogen gloeiden als vuurballen. Het moedige meisje stond in het midden, van den circus. Ze keelc den tijger recht en rustig aan. Zo kan maar heel weinig hoop hebben gehad het wilde en verrader lijke monster haas te kunnen worden, maar er was geen enkele uitdrukking van vrees op haar wit gezichtje. Toen Bruoo dichterbij kwam, sloeg ze op haar gewone manier met haar zweep cn riep hem bij zich, maar hij luisterde met cn brulde alleen tol antwoord. Ilij kromde zich voor «oen sprong. Zij zag liet aankomen en schoot een kogel pal voor zijn voorhoofd. Het verschrikte hem oven cn hij viel naar één kant, beduusd. Maar onmiddellijk daarna stond hij weer op. Belsy had hoop hem door do gordijnen terug te kunnen roepen, do richting van zjjn kooi uit. Maar liij was met in de stemming om le gehoor zamen hot wide blood in hem had de overhand 1 Met één sprong en een. afschu welijk gebrul sprong hij recht op het moe dige meisje af en gooide haar op den grond. Eén klamv was diep in haar vlecsch binnengedrongen. Toen pakte hij Ijaar bij de schouders met zijn wreeden bek e'n ver dween met haar door do gordijnen. DER WnM—■■BWWMBMMWBMBMBBBllWMCOW—BMM

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1919 | | pagina 5