Schiedamsche Courant.
Staatkundige regie.
De Staat als wanbetaler.
Uit Mt Indischs leven.
De wraakneming van den
slangenbezweerder.
TWEEDE BLAD
(Zaterdag 6 September 1919, No. 16151)
Over hét geüietel dringt men. terecht aan
op spoedige betaling van handelsschulden.
Zullen wij inderdaad de concurrentie met
het buitenland kunnen volhouden, dan is
een van do eerste vereischtan, dat wij vlug
de. zakten afwikkelen en alle onhoodige crc-
dieten vermijden. i
Zeer terecht Heeft men tegen "die vroe
ger overal voorkomende gewoonte om
schulden op jaarrekening te betalen een
campagne gevoerd in veel gevallen niet
.zonder succes. Veelal wordt thans vlugger
betaald dan vroeger en de gevallen, waar
men b.v. vleesohrekeningen. en. dgl een jaar
of langer bet staan, zijn te tellen. Wij
zijn bier zeer beslist vooruit gegaan. Met
één uitzonderingdo "staat, onzo 'hoogste
organisatie, BÉ© dus aan allen het voor
beeld moest geven, doet precies het te
genovergestelde ten wordt steeds slechter
betaler.
Er Zijn daarvan herhaaldelijk' in den laat-
sten tijd voorbeelden geweest. Wij hebben
er nu weer ieen voor oihs liggen. liet
betreft een levering aan een der departe-
jnlenten van algemeen bestuur. liet is een
jaarlijksche levering, die al sedert üentallen
jaren doorgaat tegen een vasten prijs. Over
de berekening van het bedrag lean dus
geenortei moeilijkheid rijzen. Vroeger wer
den do rekeningen in 2 of 3 maanden vol
daan, dooh langzamerhand is die betalings-
tgd toegenomen cn thans bedraagt hij reeds
ruim. 12 maanden. De rekening, die vele
honderden gulden bedraagt en dus voor
geen enkele zaak ta verwaarloozen hoe
veelheid is, is begin Augustus 1918 inge
diend en thans, nu wij 5 September 1919
schrijven, nog steeds niet betaald. Er is
herhaaldelijk op betel ing aangedrongen, zoo
direct als indirect, doch zonder eenig suc
ces m'en betaalt eenvoudig niet. Een
tweede rekening over nieuwe honderden is
begin Augustus 1919 ingediend ook' daar
van is natuurlijk hog niets' gehoord.
Ben zaak, die dus hoogstens zeven da
gen behoorde te kosten, waarbij "wij dan
nog rekenen, dat dit stuk op vijf Verschil
lende bureau's moet zijn nagekeken, met
de snelheid van één bureau per dag, dip
zaak traineert nu al ruim 380 dagen. Ge
durende 373 dagen heeft de een of andere
ambtenaar dus opzettelijk en wederrech
telijk dit stuk achtergehouden en daarbij
den crediteur van den staat een nadeel toe
gebracht, dat toch minstens op een f45
per duizend gulden mag worden geschat.
En aangezien niet is aan te nemen, dat
dit geval het ©enige is, moeten daar dus
aan de departementen ambtenaren zilten,
die jaarlijks Nederlandscho ingezetenen van
heel veel malen f 45 berooven.
Kan dat nu inaar tot ia het oneindige
gteduld worden? Is dit feit ihs- zo oré klei
nigheid, dat dit in Het gfehbel niet de aan
dacht der volksvertegenwoordiging behoort
te trekken? Of liever wrant de volksver
tegenwoordiging veamag heel weinig te
gen de lakshead 'der ambtenaren wijst
dit nu toch niet op onhoudbare toestanden?
Moet er nu toch niet eens eindelijk in
gegrepen worden? Is er geen middel om
zulke menschen, die dermate Kun plicht
verwaarloozen te ontslaan? 'Ofyzoo dat
absoluut onbereikbaar is kan men dan
de ambtenaren niet persoonlijk aansprakelijk
stellen voor de benadeeling, door hun laks
heid veroorzaakt. 1
Nu zal mien zeggen: maar gij Kuht den
Staat der Nederlanden toch aanspreken,
toch Verantwoordelijk stellen voor het ge
leden nadeel. Doch dat is theorie. Primo
is de zaak het niet waard, dat men op
deze wijze goéd gleld1 naar kwaad geld
gooit. En secundo is do leverancier in
kwestio bang, dat bij, als hij al te zcerl
aandringt, zijn leverantie voor hst Vervolg
kwijt zal zijn. Wij moeten dan. ook, of
schoon wij zoo nadrukkelijk mogelijk voor
Ide juistheid van hot gesteld© frit instaan,
(Een circusverhaal
Vrij naar het Engelsch van Alexander Fecly,
door T. de R.
(Nadruk verboden.)
Het is gebeurd in Kaapstad, toen mijn
broer Daniël en ik met den beroemden,
troep van Barnum mee waren als leeuwen
temmers. Er was een aardig Hindoemeisje
bij, ©en tijgertemster, die bijgenaamd werd
„Tijger Betsy" Ze was vooral bevriend
met mijn broer en mijzelf en alles was
goed en gelukkig tusschen ons, tofdat een
Indisch slangenbezweerder, Benjamin Loo,
bij onzen troep kwam. Hij gaf een prach
tige voorstelling met zijn slangen, maar
niemand van ons gaf veel om den man
zelf. Hij was geen prettig mensch on
betrouwbaar en grillig.
Na een poosje merkten we op, dat Ben
jamin Loo verliefd was geworden op „Tijger
[Betsy", hetgeen haar zeer irriteerde en
verveelde, want niet alleen dat ze niets
oni hem gaf, maar integendeel hield ze
veel van mijn broer, al deed natuurlijk
iedereen of hij niets daarvan merkte. Om
des lieven vredes wille was Betsy vrien
delijk ook tegen den Hindoe en ik geloof
niet, dat mijn broer opmerkte, hoe fljnk
de Hindoe het te pakken had, maar ik
merkt© het wel. Dikwijls wanneer hij naar
haar keek, zag ik hoe zijn donkere oog en
flikkerden en soms, als hij meendei, dat
niemand op hom left©, zag ik hoe (hij zuchtte
ons onthouden van Het noemjen van de|n
naam van den schuldeischér, van het ge
leverde artikel, dei grootheid dei' som en
den naami van het departement. De le
verancier wordt namens den Staat der
Nederlanden - wij mogen niet zeggen
bestolen, maar dan toch geld uit zijn za"k ge
haald En toch' mogl Hij1 zwijgen en af
wachten, totdat de een of andere ambte
naar eens op een goqiien dag een goeden
inval heeft, die stukken ©ens opscharrelt en
verder stuurt, zoo, dat ze niet in dp han
den vallen van weer pen anderen ambte
naar, die even ijverig 5s.
Waarlijk de toestand is ondragelijk.
De staat mag niet zoo in 't kwade voort
gaan. En daarom hopen Wij, dat nu toch
eens maatregelen zuilen worden genomen
ofml 'dergelijke formidable missandon te
keuren.
Wat ons in de kwestie met België wel
het meest hindert is Het totaal gemis aan
aanleg voor wat wij staatkundige regie
zouden willen noemen, hetgeen bij onze
politieke leiders is op te mierken.
Over ide merites van de verschillende
standpunten van België en Nederland be
hoeven wij Het nu niet te hebben. Zelfs
voor den fneest objectieven Nederlander,
die vast en zeker gelooft, dat in de kwes
tie tusschen Nederlander en buitenlander
de laatste altijd gelijk hoeft -de hemel
WfcfOt hoevejel duizenden zoodanige Ne
derlanders er wel zijn voor zoo'n Ne
derlander zelfs zal de Belg nu wel vol
maakt ongelijk hebben. Trouwens, de lou
che méthodes, waartoe men te "Brussel
zijn toevlucht neemt, bewijzen op zich
zelf al hoe slecht de zaak is waarvoor
men strijdt.
Doch in deze slechte wereld overwint
nu eenmaal niet altijd de waarheid, Het
recht, de zaak van den eerlijke. Wil men
dat de waarheid en hét recht winnen, dan
moat men die een handje helpen. Met be
hoor! ijkte middelen natuurlijk. Maar dan
toch hielpen. 1 I
EP dat doet men in Nederland onvol
doende.
Vroeger meende men hier zelfs, dat Het
voldoende was om gelijk te hebben als
men gelijk ■wilde krijgen. Langzamerhand
is nu echter de overtuiging gegroeid, dat
dit „gelijk hebben" niet voldoend© is, dat
men er althans naar moet trachten den
anderen duidelijk te maken, dat men ge
lijk heeft.
Dat schijnt mien nu wel ©enigszins te
doen. Doch' Ot Koe aarzelend, Hoe onvol
komen, hoe sukkelaéht'g en Ho© eenzijdig.
Het Nederlandscho standpunt wordt in „de
groote pers bijna niet verdedigd'.
Nu schijnt htet wel, dat er tegenwoordig
in' Nederland "een bureau is, dat het Ne
derlandscho standpunt in die pers tracht
te doen Hennen. Doch tien tegen een is
dat bureau te klein opgezet of onvoldoen
de georganiseerd en beschikt Het in elk
geval niet over voldoende fondsen. En
wij hebben Hot vroeger, toen wij al teen
nog maar op del instelling van zulk een
persschildwaclit aandrongen, zoo herhaal
delijk gezegd: de persschildwacht moet goed
of hij moet niet zijn. Want is liij half, dan
doet hij Half werk en goeft Hij heel ver
trouwen, hetwelk dan natuurlijk dubbel
ongemotiveerd is.
Dooh nu schijnt meln te mecnen, 'dat men
er met zoo'n halve of kwart-schildwacht
al is. En daartegenover diant uitdrukkelijk
gesteld": dat is volmaakt onwaar.
Zekfcr in gewonen tijd kan men daar
mee in don regel volstaan. Doch' in een
gansch ongëwonen tijd" als dezen, waarin
uit het zuiden veel ernstiger gevaren drei
gen, dan de gemiddelde Nederlander wol
wil toegeven, dient men ook ongdwone
imaatregelen te nemeln. Men moet Zéér
bizonder© dingeln doen, om zich gehoor
te Verschaffen. Hot is nu niet voldoende
om met krantenberichtjes 1© werken, men
moet a grande spectacle optreden. En zie
hier nu Helaas, waar onzie staatslieden h'un
gemis aan regie-bekwaamheid In don weg
zit.
Het is niet voldoende dat Mer een me
nigte, een 6 millioan menschen toohl, ver
en zenuwachtig zijn handen zat te wrij
ven, alsof hij Ijaar zóó zou hebben willein
oppakken en met haar wegtoopen. En soms
zag ik ook, hoe hij met jaloersche blikken
naar mijn broer keek. Op zulke oogenblik
ken gaf bij mij altijd den indruk een soort
van mcnsehelijhe slang te zijn en ik nam
mij voor op hem te blijven letten. Soms
sprak ik er over met Betsy, maar zij had
geen vrees, ,,'t Zal wel overgaan," zei ze,
„als hij ziet dat ik me niets aan hem laat
gelegen liggen."
Nu was er op zekeren dag een groot
bal in Kaapstad, waarheen velen van onzen
troep gingen. Botsy, Daniël en ik gingen
ook Benjamin Loo kwam iets later, toen
hij had gehoord, waarheen wij waren Ilij
was lichtelijk aangeschoten, kwam dicht hij
ons zitten dn keek met strakke oogen naar
Daniël. Als blikken hadden kunnen dooden,
zou Daniël op de plaats dood neergevallen,
zijn. De Hindoe leek wel over te koken,
van jaloezie. Dadelijk toen de dans was
afgeloopen, kwam hij naar Betsy toe en
vroeg haar om ©en volgenden. D© geluk
kig© glimlach verdween van haar gezichtje
toen ze vriendelijk antwoordde
„Het spijt me, Benjamin, maar ik heb
dezen, dans niet meer vrij." Hij schokt©
door elkaar; ©en ©ogenblik dacht ik, dat
hij jiaar aan zou vliegen, maar met een
soort van snauw draaide hij zich om, ging
weg en liep de deur uit. Betsy kwam hij
me met een heel verschrikt gezicht. Ze was
bang, dat Benjamin en Daniël samen zou
den gaan vechten.
„Ze mogen elkaar niet ontmoeten," zei
ze angstig. „Wil j© me ©en dienst bewij-
ontwaardigd is en goede redenen heeft
om den Belgen hun excessieve eischen te
weigeren. Men moet die* verontwaardiging
ook laten zien en hooren op het Euro-
pecschei nehouwtooneel. Doch de kunst
om 'die te laten zien en te hocuen, de
kunst van regisseeren, schijnt in Den Haag
niet te worden beoefend.
Er moesten hondenden verontwaardigde
vergaderingen zijn, er moesten extreme
veeleis chars en over vragers zijh, er moesten
stoeten door onze straten gaan, er moesten
zooveel honderdduizend wcrldicden met
staking dreigen, in do Kamer moest het
daveren en pro test-telegrammen moest het
regenen in Washington en Parijs, en mi
nisters moesten het land doorgaan. En dat
alles opdat Reuter en Havas en d© hun
nen van tijd tot tijd eens van al dat ge-
doente iets zouden overseinen naar de
groote wereldbladen.
En opdat de burgers in d© ander© Lan
den zouden kannen constate©ren, dat de
Nederlanders er toch tegen zijn en dat zij
toch argumenten hebban en dat hat toch
gevaarlijk is om do Belgen al te veel
koord vrij te geven, daar do Nederlanders
vastbesloten zijn©nz.
Doch er gebeurt niets van dat alles.
Hoogstens hebben de meest betrokkenen, de
wenschen vau Zeeuwsch-Vlaanderen en
Limburg iets van dezfö noodzakelijkheid be
grepen. Doch hun stem was zwak en do
Nederlandsclie stem zwijgt.
En zoo hoort hét buitenland me's van
Nederland en kan ruoenen, dat wij ons "bij
alles „neerleggen". Dat is gevaarlijk.
Te laat zullen wij ons beklagen over
ons gemis aan inzicht in deze regie-1
IV.
Nu over het modern© hotelwezen.
Het loopt tegen 7 uur in den avond.
Do dag was warm en vermoeiend. Heden
morgen gingen wov het was nog donker,
te Bandoeng in <lan expresl den beroem
den Java-expres zitten en onophoudelijk!
hebben we doorgereden. Eerst in de koel
te en tusschen de Haorlijike bergen van de
Pireanger regentschappen, maar sinds ©en
uur of elf zijn we al in de laagvlakte ©n
in de warmte. Het is gloeiend heet ge
weest. Nu brengt d© avond eepaigo ver
kwikking aan. 1
Suizend vliegt de trein met ©en snel1
heid van 75 KAL pea* uur voort. Maar
bet zal Ti aast gedaan zijp. Daar zijn
reeds de lichten van Goaboenjg, ©en der
voorsteden vpn Soerabaja.
Eindelijk staat d© trein met ©en nik
stil cn kunnen we uitstappen.
Oranje hotel, toean.
Hotel Simpang, njonja.
Hotel Emhong taaia,ng.
Zoo klinkt [het geroep. Ik had' ©en ka
mer besteld in het Grapje hotel en klamp
te dus den hotelbediende aan. Hij bracht
m© naar 'een groote. auto, waarin plaats
is voor velen. Weldra is ze vol. D© ha-
gag© boven 'op ©n we snorren de stad in.
Ver is 'het niet. iWjat is trouwens ver in
een auto?
Ik stap uit en over teen1 groot platform
waarop vclo tafels en stoelen, rel© gas
ten en Vele volle cn half volle glazen,
leege minder talrijk, ga ik naar binnen
en verneem aan het bureau wat mijré ka
mer is. Spoedig ben ik er.
Elke kamer Heeft ©en eigen, goed af
geschoten en net gemeubelde voorgalerij,
In elk© kamer keurig© meubelen, oen zin
delijk ledikant,, waterleiding, electrisch
licht,' 'telefoon, groote spiegels voor ten
voeten uit. Achter nog ©an deur. Z© geeft
toegang tot een eigen badkamer em een
eigen W .C. Alles even zindelijk em be
hoorlijk. Er is geen aanri/erking to maken.
De inrichting is keurig,
Ilet ©erst© work is zich ontdoen van
alle kleeding, zeep ©n handdoek ncman ©n
do badkamer in. Dat verfris oh t heerlijk,
dat prachtige heldere water van den op
grooten afstand gelegen Ardjoeaogroep,
langs een kolossale loding naar Soera
baja gevoerd en zoo overvloedig, dat do
gansclie stad er rijkelijk van voorzien
wordt. Daarna in "dein koffer gedoken en
zen, Alich? Volg Benjamin Loo en let op
hem. Als hij weer nuchter is, kan 't geen
kwaad. Maar nu heb ik angst."
Ik beloofde haar mijn best te zullen doen
en ging uit om den slangenbezweerder te
zoeken, dien ik al heel gauw vond, zoo
als ik had verwacht, in een herberg dicht
bij, met ©en groo-te kruik bier voor zich.
„Ik ben maar hierheen gegaan," brom
de hij. „Alleen leeuwen- en tijger temmers
zijn daar welkom. Slangenbezweerders zijn
niet noodig."
Een kwaadaardige blik lag op zijn gezicht,
toon hij er zachter aan toevoeg!)©:
„Maar ze zulten nog wol eens bemerken,
dat een slang kan bijten. Menige trotsche
tijger lieoft het afgelegd tegen den beet van
een verachtelijke slang."
Ik trachtte bom nog tot bedaren te bren
gen, doch bot lukte niet, cn eindelijk zei hij
„Jouw broer en Belsy zijn veel te dikke
vrienden naar mijn zin. Waarom mag hij
alleen met haar dansen en ik niet? Ik
hen toch net zoo goed als hij Maar ik zal
haar wel vernederen of mijn naam is geen
Benjamin Loo."
„Jouw broer denkt, dat Betsy en hij
samen zullen trouwen, maar dan heeft hij
het toch mis. Alles is geoorloofd in oor
log en liefde en hij zal haar nooit krijgen."
Wij zagen Benjamin niet meer in de
eerst© drie dagen, en we hoorden, dat hij
weer aan het drinken was geweest.
Eenig© dagen later hadden we 's avonds
©en bijzonder groote voorstelling ©n de
heele circus was stanjpvol. Alles ging goed
tot acht uur, toen ©en man ©n vrouw een
schoon ondergoed aangetrokken benevens
een schoon wit pak. Dan is alle vermoeid
heid vergeten. Mep -is mensch weer. Nu
naar het platform. Daar is bet gezellig.
Even getelefoneerd naar een kennis:
Ha Hol Willem ben jij daax?
All right. Dat ben ik.
Ik ben net aangekomen. Heb je tijd,
help me (dan oven met mijn whisky soda.
Dadelijk hoor. iïk kom.
Ik rga gitten en neem er een, zoo'n
gSrooto met (heerlijk ijskoud selzerwater.
riet glas (beslaat dadelijk. Het smaakt, als
of een epgol
Weldra is Willem, een mijner oudste
sohats of vrienden in zjjn rijtuigje gearri
veerd en zitten w© gezellig te hoornen. Van
tijd tot tijd word ik door dezen en genen
herkend en moet ik ©ven opstaan van
wege de beleefdheid. Men is in fndié al
tijd blij., als men elkaajr ziet.
Na <1© "whisky soda ©en bittertje (puit-
je) en 'dap wolrdt op de gong geslagen,
liet etensuur. Iedere gast heeft zijn eigen
tafeltje. Er is een overvloedig Euro
pees eh. menu, uilstekepd bereid, soep,
croquetjes of rizolles, visch en aardappe
len, yJoescH en groenten, gebraad en com
pote, pudding, vruchten, kofti© en Zon
dags nog iets extra's. Een goed, glas
wijn, of Ijever een glas goede wijn ©a ik
stap tevreden op om ©repos anders nog
wat 'te gaan zitten en d'au te slapen.
Een dergelijk hotel is {allergezelligst.
Zoo vindt mep ze te Botaria: Hote (lies
Indes, der Npdertaodea, Java Hotel, d©
l'Europe, enz. tie Bandoeng, te Djoeja, te
Setoarang, epz. K'pinere plaatsen hebben
hotels, die minder luxieus zijn ingericht,
dat is zoo, maar het toeristenverkeer dar
laatste jaren bpeft gemaakt, dat achter
lijke toestandpn als voor 30 jaar haast
niet mepr bestaap. Het mag in een bir,-
neplandsch eenvoudig zijn, men
moge er toanmerfepgen te maken hebben,
dal. komt misschien ook wel. omdat we
wel wat icirg vteeleischend rijn geworden.
Over het (algemeen is het er wel uit te
houden.
En vergeten Iwe dan 'vooral niet. dat
het hotelwezen Sn Euiropa pok nog lang
niet is wat het wjezen moet. Daar heb ik
voldoende van loeren meespreken Verge-
lijkingep vallen laag niet altijd uit ten
voerdeel© van Nededapd'.
In binnenplaatsen, (dip niet veel meen*
zijn dan (desa's rnoet mpn natuuirlijk zijn
eischen niet ile hoog stellen. Over 'liet al
gemeen wordt toen gemoedelijk en vrien
delijk ontvangen ien is men behulpzaam.
Verlangt men (nipt meer dan een. dege
lijke rijs (tafel, dan wordt m|3n goed. be
diend. Eischt men ©en Eutropeaschau maal
tijd, ja, dan laat d'at dikwijls te wenschpn
oveir. Maar dat weet men van te voren
ook wei.
Aardig had ik' het eens in het klein©
hotel biji den Boroboiploer, waar ik met
twee vrienden op ©en voetreis door het
gebeirg'p van Midden-Ja va was afgestapt
De hotelhouder, een Luxemburg^* van
geboorte, dipnde biefstuk, worteltjes,
doperwtjes en asperges op benevens kip.
Maar ho© bij het moest voordienen, wist
hij niet. Dus zette hij alles tegelijk voer
ons neer pn bleef staan kijken. Toon wc
wat genomen hadden, de een van dit, ©en
ander van dat. riep hij ia pensNeen,'
neen, da.t is voor jelui allo drie EprLijkf
deelen hoer en mat had h** foem lepel in|
de- hand en klotste op ieders bord uit ie
dere schaal een flinke portie, zooda.t wo
zaten te kijken tegein ©au hutspot van
Idp, biefstuk, aardappelen en drie groen
ten.
De man was zeer vriendelijk ©n heeft
nooit begrepen waarom we zoo onbe
daarlijk zaten te lachen.
Er zijn ook plaatsen, waar geen hotel
Lo vinden is. Maar men kan er dikwijls
toch onderdak komen. Er is n.h een pa-
sangtraban, een gouvernemeintsgcbouwtje<
Dit dient, vooral voor reizende en imspfo-
tceirende ambtenaren van B. B., van dan
Wptcirstaat, enz. Meestal treft men wel
een paar onbezette kamers da dan kan
men er bezit van nemen. Mcin betaalt aan
don bewaarder fl per dag en laat zijn
maal kjaar maken. Men zal echter dan
zelf zorg mooten dragen voor het noodige.
Op zulk leen tocht heeft men dan ook
voorstelling gaven van handig met messen
te gooien. „Tijger Betsy" zat in een schit
terend kostuum in haar loge te kijken, toen
een van de knechts haaslig kwam aanloo-
pen en haar toeriep: „Bruoe is los!"Bruce
was do groote tijger, pas uit de wildernis
en dien we nog maar pas hadden getemd,
liet was oen bizonder wild en verraderlijk
beest en wij waren allemaal altijd maar
weer blij als Betsy's voqrstellmg in zijn
kooi voorbij was. Betsy sprong verschrikt
op Bxuce los de circus stampvol
menschen en mijn broer en ik, die ze om
hulp had kunnen vragen, nergens te vin
den! Er was geen oogenblik te verliezen.
Haar gedachten moeten met een volmaakte
.zclfbeheersehing hebben gewerkt en door
tegenwoordigheid van geest voorkwam zij
een paniek. Een toeken gevend aan 't or
kest, om op te houden met spelen, zei ze
met rustige, klare stem togen "t publick:
„Dames en heenen, mrs. Cardonna, dio
het volgend nummer zou geven, is ziekjje-
worden, zoodat ik daarvoor in do plaals
mijn voorstelling met den wilden tijger
Bruce zal geven. Hij is losgelaten en zal
zoo dadelijk bier binnenkomen en ik zal
u iels laten zien, wat nooit eerder door
een anderen temmer is vertoond. Er is
hoegenaamd geen gevaar aan verbonden.
Blijft u dus rustig op uw plaatsen zitten.
Want wat u zien zult, is geen werkelijk
heid, maar alleen een godeelte van de
voorstelling.
Haar woorden werden met luid applaus
begroet. De bedienden, die van dit alles
niets begrepen, keken wel wat verbou
wereerd, maar vóór zo iets konden zeggen,
steeds koelie's bij zich, dl© d© batrang
(pakken en kisten dragen) en ik heb dan
wel gereisd met blikjes drwtensoepj groen
ten, cn stukken biefstuk. Aardappelen,
waren in de desa wei te krijgen en ander©
rijst Ook kip was te .bekomen. Zelf maak
ten we dan maar het maai klaar en zoo
beb ik wel eens eigenhandig (om met On
kel Birasig te spreken) biefstuk gebak-*
axon, cn andere dingen gedaan, waaraan
men anders zich niet bezondigt. Ook wijn
on bier neemt men me©.
In de posangrahan Pagar "goenoeng
komende, hadden wo, eenig© heeron op
tournee, niets meer bij ons. W© zoneten!
een koelie naar Grabak om bij ©en Chi
nees alios to balen. Inmiddels ontdekte
ik ergens flesschen bier. De bewaarder
zei me, "dat ze behoorden aan den inge
nieur, die daar eenig6 wekm bleef voor
bruggenbouw. Dat was ons te machtig en
do Pessehcn werden soldaat gemaakt. De
ingenieur kwam 'Huis en riep rijn be
diende om een fiesch Har. Tableau. Er
was niet meer.
Wij inriteev.cn hem op ©en "diner van
erwtensoep, hutspot cn asperges. Dit werd
dankbaar a'nvaard cn toen de tafel ldaar
was zagen we voor ieders bord oen hal-
vcn faescli wijn. ons door deu ingenieur
weer aangeboden. Onnoodig t© zeggen,
dat t,ocn we den volgenden morgen ver
trokken. de ingenieur wear genoeg bier en!
wijn had om zich er mee te baden. We
hadden alles van een Chineeschem toko
houder laten komen.
Op een anderen tocht kwamen we door
een desa, waar een Europecscb landheer
woonde. Hij had van onze reis vernomen
en ziet, zijn huis passeerende, stond zijn
bediende ons op te wachten met een briefje,
waarin de heer des huizes zijn leedwezen
uitdrukte over de afwezigheid van hem en
zijn gezin, maar ons verzocht zijn woning
als do onze te beschouwen. Hij had last
gegeven alles gereed te houden.
We hebben er kostelijk geslapen en de
tafel was uitstekend. Het doet me leed,
dat ik den man nooit ontmoet heb. maar
dat vermindert mijn dankbaarheid niet.
Ileeii er beelemaal geen invloed op.
Wel een aardig land toch dat Indië.
A. v. W.
JfijGMMSfifJUAfiltt.
Het nieuwe programma tnn de Engelscho
vereenlglng voor den Volkeren bord
Het Bestuur van de „CenLrate Organisalie
voor een Duurzamen Vrede" meldt:
ln een vergadering van 20 Mei 11. werd
door de 'Engelscite „League of Nations
Union e©n reoigaHsalie-commisria ingesteld
met de opdracht om te overwegen, wat
de Vcreeniging in verband anet de aanne
ming van bet Volkerenbond ver drag to Pa
rijs op 28 April in de to©ko|mst zou moeten
doen. In liam verslag, dat in de vergade
ring van 24 Juli behandeld werd, wees de
Commissie er op, ten eerste, dat in het
Volkerenbondmrexdrag van Parijs de idea
len, waarvoor de Vereenigïng opgericht
was geworden, niet volledig venvmealijlkt
zijn en ten tweed©, (duf zelfs, wanneer het
VoUccronbondverdrag aan alle waaschcn ge
heel zou voldoen, nog vea! arbeid verricht
zou moeten worden om te bereiken, dat
lief vd'ik in zijn geheet zijn kracklugem!
steun aan den Volkerenbond zal govern.
Met het oog hierop, verklaard© de Qom-
missiö, dat |d© Vereenigïng een "iubbel©
taak had te vervullen, n.L ©enerzijds om,'
te werken 'voor de verbreiding en ver
betering van het Volkeranhondsverdrag ten
anderzijds om Qe Iteginselen en do praötijk
van den Volkerenbond moer tot al genreen,
goed te maken en in bot algemeen meer
belangstelling op te wekken voor hei vraag
stuk van do international© \^rhoudingcm.
Do vergadering vcreenlgd© zich, behoudens
enkele wijzigingen, mot hot rapport van
deze reorganisa ie-commisste en besloot
over te gaan tot wijziging van hel doel pi
do middelen der Vereoniging.
Wanneer men in aanmerking uoamt, dat
Voorzitter van do Vcreeniging is Viscount
Grey of Failcxlon, dat het reorgamsaliiv
comité, waarin o. a. zitting hadden de hoe
rende Bruce den circus binnen en toen
zijn oogon op „Tijger Belsy" vielen, brul
de hij vrecselijk. De h oo f dbc dien do, die
genoeg tegenwoordigheid van geest bezat,
wierp haar ljc-ur zweep en revolver toe cn
gaf aan het orkest hel sein verder te spe
len, opdat vooral liet publiek zou denken,
dat dit alles hij de voorstelling Iioordej
Bruce kwam steeds meer vooruit met
zwaaiendcn staart, aldoor zacht grommend,
zijn oogen gloeiden als vuurballen.
Het moedige meisje stond in het midden,
van den circus. Ze keelc den tijger recht
en rustig aan. Zo kan maar heel weinig
hoop hebben gehad het wilde en verrader
lijke monster haas te kunnen worden,
maar er was geen enkele uitdrukking van
vrees op haar wit gezichtje. Toen Bruoo
dichterbij kwam, sloeg ze op haar gewone
manier met haar zweep cn riep hem bij
zich, maar hij luisterde met cn brulde alleen
tol antwoord. Ilij kromde zich voor «oen
sprong. Zij zag liet aankomen en schoot
een kogel pal voor zijn voorhoofd. Het
verschrikte hem oven cn hij viel naar één
kant, beduusd. Maar onmiddellijk daarna
stond hij weer op. Belsy had hoop hem
door do gordijnen terug te kunnen roepen,
do richting van zjjn kooi uit. Maar liij
was met in de stemming om le gehoor
zamen hot wide blood in hem had de
overhand 1 Met één sprong en een. afschu
welijk gebrul sprong hij recht op het moe
dige meisje af en gooide haar op den
grond. Eén klamv was diep in haar vlecsch
binnengedrongen. Toen pakte hij Ijaar bij
de schouders met zijn wreeden bek e'n ver
dween met haar door do gordijnen.
DER
WnM—■■BWWMBMMWBMBMBBBllWMCOW—BMM