Schiedamsche Courant.
in en om .,de brandende
stad".
I
TWEEDE BLAD
c
I
l
1
De Derde Internationale Ar-
beidsconferentie te Geneve.
Vrijdag 4 November 192!. No. 16813).
8
ii.
Zaterdagmorgen, negen uur. De auto's
ronken voor het hotel „de Suède"; in een
{link vaartje snelden we door de straten.
Onze morgen zit als een legkaart inéén. Drie
belangrijke bedrijven, van verschillende af
meting, wachten ons bezoek; daarna offi-
'cieele ontvangst door den gouverneur der
provincie Luik in het oude, historische pa
leis van de oude "Westfalische prins-bisschop
pen. En daarnawat er volgen zal, den
geheelen dag door. Het zal een dag zijn van
indrukken van allerlei aard, waarin het ern
stige, hot ontroerende, het opwekkende el-
,kaar zullen opvolgen.
Allereerst gaat de tocht naar de „Société
Anonyme du Nord de Liége", waar de direc-
"teur, de lieer Frédérix, ons ontvangt met een
woord, dat als een verontschuldiging moet
dienen, voor de z. i. kleine afmetingen van
de industrie, waarmee we nu kennis zul
len maken. Inderdaad, wanneer men uit
Ougréo komt, lijkt alles klein, maar ook hier
zien we 'n groot, forsch bedrijf. Hier worden
metalen bruggen en overkappingen ge
maakt, waarin deze Société zich heeft ge
specialiseerd, voorts alle vast materiaal
voor spoorwegen en trams. Van deze fabriek
gaan de producten naar alle landen in
Europa en daarbuiten. Het terrein is over
dekt,bevindt zich in de stad zelf en loslaat
daar meer dan een hectare, waar driehon
derd arbeiders volop werk vinden. Aan brug
gen en overkappingen wordt jaarlijks het
cijfer van 5000 ton bereikt, aan vast spoor
wegmateriaal 3000 ton.
Als een bijzonderheid mag wel vermeld
worden, dat, toen de eerste directeur, do
heer Alpheuse Frédérix, die in 1866 het be-
bedrijf stichtte, gestorven was, diens we
duwe de zaak voortzette, beheerde en uit
breidde. Zij was opgewassen togen de moei
lijke taak: een maitresse femme; zij was de
ziel der onderneming en een schitterend
voorbeeld van den klaren geest, die Belgi
sche en Franscho vrouwen zoo dikwijls tot
kranige „femmos d'affaires" maakt. Zij was
de eerste gedecoreerde vrouw in Bclgié. In
de directiekamer hangt haar porlret naast
dat der andere directeuren. Onder den naam
der Vcnnootscgap staat terecht vermeld:
Ci-devant Vve Alplionse Frédérix.
Nu, bij ons bezoek, snorren de reuzen-
wielen, die door drijfriemen verbonden do
machines in beweging zetten; rails worden
gemaakt en wissels en draaibare platformen;
kranen worden opgebouwd en bruggen bi
jeengezet de reuzenhal vult zich met enorme
gevaarten, die slraks de ruimte zullen ver
aten en in de Argentijnscho Republiek,
in Brazilië, in de Congo zullen getuigen
van do Luikscho metaal-industrie.
Niet lang geleden was echter die reuzen-
hal leeg. De Duitschcrs waren gekomen en
hadden alles wat er in stond, do afgewerkte
en do niet afgewerkte stukken meegenomen.
Daarna hadden zij een dertigtal vrouwen
gezonden, dio alles, wat den grond bedelde,
tot de kleinste stukjes ijzer toe, opveegden.
Toen zij vertrokken, was hot er schoon.
Maar de onderneming had een verlies van
milliocncn te boeken.
Hel is waar. Men had den directeur de
keus gelaten tusschen: werken voorde Duit-
sobers of de gevolgen van een weigering af
wachten. Hij koos liet laatste. Do gevolgen
worden geïllustreerd door een foto, in Maart
1917 genomen: een verlaten eindeloosheid.
Alleen had de.directeur, die liet beslis
send gesprek met den Duitsoh.cn officier
had, de voldoening, dat deze hom zeide na
zijn weigering: „Mijnheer, ik wensch u ge
luk met uw antwoord; ik had niet anders
verwacht,"
Weer doorklieven we Luik met een snel
heid die in ons land tal van auto-vallen aan
het werk zou hebben gesteld. Do „Usines
Béduwó", eveneens een Naamloozo Ven
nootschap, gesticht in 1829 nemen ons op
in de intimiteit haror industrie. We gevoe
len ons hier dadelijk thuis trouwens,
waar zouden we ons niet thuis voelen
bij zoo gulle, joviale ontvangst, als ons hier
overal ten deel valt? want het eerste wat
ons oog treft, is oen reeks brandspuiten,
zooals we ze in ons vaderland kennen en
waaraan we onmiddellijk de op-en-neer
gaande armen van ccnige spuitgasten vast-
knoopen.
Want de hrandspuit-pompen-fabrieage
is langen tijd d e arbeid geweest van deze
fabrieken en is daarvan nog een groot en
belangrijk onderdeel. Wellicht zullen de
Jaarbeurs-bezoekers zich nog wel herinneren
hoe van T jaar te Utrecht een klein motor-
pompje tentoongesteld werd op twee wiel
tjes, dat buitengewoon gemakkelijk te trans
porteeren was? dat was afkomstig van do
„Usines Béduwé".
Maar, zooals gezegd, nog andere worden
or vervaardigd. Toen de fabrieken werden
uitgebreid, ging men over tot de fabricage
van de waterpompen voor do spoorwegen
waarvan ons land en onze koloniën, even
als van do brandspuitpompon, reeds vele
bezitten en tot die van allerlei pompen,
centrifugaalpompen en andere, tot zelfs
en vooral van pompen voor vloeibare
en vaste stoffen te gelijk. Do pompen in do
beetwortelsuikorfabrieken, die voor het op
pompen van aardappelen, grint, zand, ko
men van hier en als consequentie van het
principe, dat er aan ten grondslag ligt. heb
ben de „Usines Béduwó" transportabel
materiaal gemaakt, dat dient voor het op
pompen van kolen, minoralen of van vaste
bchamen in schepen, die gezonken zijn.
Ook hier weer herhaalde zich de historie.
De machinerieën, die gereed waren, en wat
er meer was, was naar Duilschland weggo-
sleopt. Golukkig is veel teruggevonden en
staan er nu'weer do mooi afgewerkte stuk
ken, sommige nog voorzien van het nummer,
dat de Duitschers er op aanbrachten. Doeh,
aangezien elk afgewerkt stuk met het fa
ll rieksnummer gefotografeerd wordt, was
het mogelijk in Duitschland veel op te spo
ren en te doen terugzenden.
Onze geleider, de sympathieke ingenieur
Crets, maant ons tot onzen plicht: „neeren,
we moeten verder!" En verder gaan we, de
nijvere Selessinbuurt in, waar de „Société
Anonyme des ateliers de construction de la
Meuse" haar geweldige établissementen
heeft. Hier zijn we dan weer bij onzen tocht
door de groot-industrie bij een der aller
grootste. Hoeveel kilometer hebben we af
gelegd onder die ijzeren overkappingen, tus-
scjien de wanden dier hallen, die elkaar op-
vólgen tot aan den gezichteinder. Het be
gon zoo rustig. In de ernstige zaal van den
Conseil d'Administration, waar we, begrij
pelijke ironie, de in drie talen verspreide
proclamatie van de Duitsche Kommandan-
tur bij de bezetting van Luik ingelijst von
den lussclien twee mooie portretten van Ko-,
ning Albert en Koningin Elisabeth, was
niets te bespeuren van de geweldige kracht,
die in de onmiddellijke nabijheid in wer
king was. Maar even later zaten we er mid
den tusschen in en zagen alle onderdeden
van het groot bedrijf, dat, in 1835 gesticht,
is voortgekomen uit het Etablissements
M. Ch. Marcellen en in 1872 in Naamlooze
Vennootschap overging. De terreinen be
slaan meer dan tien hectare; ruim vijftien
honderd weklieden en een honderdtal inge
nieurs, teekenaars en ambtanaren zijn er
aan verbonden.
De arbeid is te verdeden in twee groepen:
Afdeeling Locomotieven, die alle soorten
van locomotieven omvat:
Afdeeling Algemeene Mechaniek, voor de
constructie van het materiaal voor de mij
nen, voor de metaalbewerking, de stoom
machines, enz.
Ziedaar het groote terrein van arbeid aan
gegeven. Zooals men ziet, hier vallen de
kleine afmetingen weg.
Met bijzondere welwillendheid worden wij
in kennis gebracht met alle onderdeden;
drie deskundigen uit do fabriek zelf stellen
zich te onzer beschikking en, van de ontwer
pen der ingeniuers af tot aan de vol
komen gereed zijnde locomotief toe, zien wij
de conceptie van den vernufligen mensch
zich verstoffelijken in ijzer en staal. Het is
van stap tot stap een tocht vol verrassingen:
de gedachte op het papier gezet, do teeke-
ning uitgewerkt in houten vormen soms,
door zeer bijzonder kundige werklieden,
rechtstreeks als het ware uitgebeiteld in den
zandvorm, die hel gietsel moet opnemen
de houten vormen ingegraven in den bodem,
daarna bot hout verwijderd en de vorm met
vloeibaar ijzer of staal gevuld, dan de zorg
vuldige afwerking van do aldus verkregen
ijzeren of stalen onderdeden, eindelijk de
bijeenvoeging tot bot groote, kolossale ge
vaarte, dat een trein dwars door Amerika
twee oceanen zal doen verbinden. En inmid
dels, terwijl we dat zien, rollen over onze
hoofden do beweegbare bruggen met niet te
becijferen zware lasten, beuken de hamers
en dreunen ratelend do electrische drij
vers, die de bouten inklinken in de van te
voren met automatische kracht en mate-
mathisohe preciesheid ingeboorde galen.
Het is soms eon weelde van lijn en van kleur,
als het gesmolten staal in glooiende gulpen
den oven verlaat of wanneer pcezige mannen
armen de machines tc hulp komen en tliri-
geeron naar den wil van den meester. Bij
herhaling zijn liet tooncelen voor onzen
Iloyenbroek mot zijn voorliefde voor de
flitsende glansen van kokend metaal en de
victoricuse, domincercnde geste van den
gespierden arm. En evenals gisteren
denken we aan Verhaeren, dien geweldige'
en onwillekeurig zien we zijn „Passeur d'eau,
voor onze oogen, zijn „Passeur d'eau", clie
na alle teleurstelling:
Se prit travailler si fort.
Oue tout son corps craqua cl'efforts.
Et que son cocur trembla de fièvro ct
d'épouvante.
Want het is een glorieus schouwspel, dit
spel van den metaalbewerker met de gloeien
de ertsen.
En avant, chauffeuri
Het duizelt ons: de stilte buiten, de boog
ie van den hemel-koopol, de frissehelucht
werken even als een verdooving. Maar dat
gaal gauw voorbij. Terug naar het centrum
gaan we, naar liet oude, imponoorondc pa
leis van den gouverneur, dat terugwijst naar
de eerste helft der XVIe eeuw, toon hel de
zetel was dor vorsl-bisschoppen. Wc wor
den er begroet door den hoer Horrent, direc
teur-hoofdredacteur van het „Journal de
Liège", die ons voor de officieeion ontvangst
door den gouverneur der provincie aan de
zen voorstelt. In de groote rcceplic-zaal,
waarvan de oorspronkelijke renaissance
stijl, wat architectuur betreft, zuiver is be
waard, spreekt hij tot ons. Zijn eerste woord
is er een van dankbaarheid jegens Neder
land voor wat dit voor België en speciaal
voor de bewoners der provincie Luik heeft
gedaan, toen de Duitsche inval zooveel
rouw en ruïne bracht. Die hulp was niet vor-
geton en zou niet vergelen worden. Zij was
onafscheidelijk verbonden aan bet leed van
den oorlog. Sedert waren er hij wilde het
niet ontkennen moeilijkheden gerezen,
wrijvingen, dio een tijdelijke verwijdering
tusschen de beide volkeren hadden veroor
zaakt, doeh hij wilde die het liefst beschou
wen als malentendus, die zouden verdwijnen
on plaats maken voor de oude hartelijke
botrokkingen. Daarom achtte hij deze ont
moeting dor journalisten oen goede zaak. Zij
kon krachtig medehelpen om do vriend
schapsbanden nauwer aan te halen, hot oude
wederzijdsche vertrouwen te doen herleven.
Daarna sprak hij over de gruwelijke ver
woestingen, door de Duitschcrs aangericht,
en vestigde vervolgens de aandacht op den
krachtigen arbeid der reconstructie en van
hot economisch herstel, dat het land te zien
geeft, met name in de provincie Luik. Hij
was overtuigd, dat wij ons daarover zouden
verheugen, en terwijl hij ons onder de hoede
der Luiksclm gastvrijheid aangename uren
toewenscht, drukte hij de verwachting uit,
dat België en Nederland, beiden daarvan het
goede gevolg zouden ondervinden.
Het was een hartelijk en een ongekunsteld
woord, dat de lieer Grégoire had gesproken.
Daarop ingaande, sprak de woordvoerder
der Nederlandsehe journalisten over de
vriendelijke ontvangst, hun bereid, over
hun waardeering van deze officieele receptie
in het oude historische paleis en over de be
wondering, die zij gevoelden bij hetgeen
zij reeds aan herleving en aan verdubbelde
energie gezien hadden in deze mooie provin
cie, waar industrie en natuur wedijveren in
rijkdom. Hij meende, dat ontmoetingen als
deze groot nut konden hebben, omdat een
pers, die zich haar verantwoordelijkheid be
wust is, een machtige hefboom kan zijn om
de publieke opinie in goede richting te lei
den.
Met vreugde had hij de erkenning der
dankbaarheid vernomen, die dc Belgen
bewaarden voor Nederland's hulp, en met
niet minder voldoening de verklaring ge
hoord, dat de sedert ontstane wrijvingen
als malentendus moesten worden beschouwd
en zoo spoedig mogelijk dienden te ver
dwijnen.
Hij hoopte, dat dit bezoek daartoe mocht
medewerken en, terugkeerende tot het doel
van het bezoek, verklaarde hij, dat de Ne
derlandsehe journalisten niet al te zeer ver
wonderd waren over den wederopbouw cn
den nieuwen bloei der Waalscho industrie.
Zij wisten immers, dat deze provincie het
eerst den herstellenden arbeid zou aanvan
gen, zooals zij de eerste geweest was om het
hoofd te bieden en hoe! aan den ge
weldigen eersten aanval van den vijand. Hij
achtte den gouverneur gelukkig, oen derge
lijke provincie te regeeron en wenschte hem
toe hier en in zijn land do oude welvaart
te zien hersteld en aan België dc zegeningen
te zien hergeven Van een niet meer gestoor
den vrede.
De schuimende champagneglazen werden
omhoog geheven. Een handdruk besloot
dezo korte internationale gedachtcnwisse-
ling. Zelf geleidde de gouverneur ons rond
door het imposante gebouw, waar, behalve
zijn persoonlijke vertrekken, ook de zalen
der provinciale regeering en de zetel der
rechtelijke collegos zijn te vinden.
Hier en daar werd ons gewezen op histo
rische herinneringen: een kamer, waar Na
poleon sliep, enkele zeer mooie stijlmeuhe-
lon, gobelins van Vlaamsche meesters, boi-
series van onmiskenbare waarde. „Les Hol
landais sont des connaisseurs, je le sais,"
zeide de hoffelijke gastheer, en waarschijn
lijk maakte hij daarom zijn verontschuldi
gingen voor de waardelooze espagnolettes
en deurkrukken, „Oue vouloz-vous, Mes
sieurs, les AUernands ont pris ceux qui y
élaient avant; le beau cuivre bronzé a du
leur servir pour la fabrication do leurs pro
jectiles!"
liet bezoek was ten einde. Nog even sloe
gen we een blik op de opmerkelijke zuilen
gaanderijen, die twee groote binnenpleinen
omringen, cn weldra zaten vve in ons hotel
aan een lunch, waar behalve vertegenwoor
digers der Luihsche industrie, kolonel Naes
sens, de verdediger van hot lort Loncin
liet laatste fort dat in 1914 door de Duit
schors genomen werd, nadat het tot een
rumc was geschoten ons opwachtte.
Aan hem zijn wij een onvergetelijke her
innering verschuldigd, llij zou ons geleiden
naar do plek, waar tien I5en Augustus 1914
do strijd om Luik eindigde, toen, wat er van
dc bezetting restte, onder de puinhoopon
werd bedolven, en van waar hij zelf met
wonden ovcidekl, gedeeltelijk verbrand,
onder een stuk muur werd weggehaald, meer
dood dan levend: „un damnó évadc de
Tenter", zooals de historieschrijver hem
noemt. Hij en do weinige overlevenden had
den echter éénc glorie, deze, saamgeperst
in don uitroep: „Le fori dc Lonriii nc s'est
pas rendu!"
Neon, hel had zich niet overgegeven. Het
was in do lucht gesprongen. Zijn comman
dant en zijn troepen hadden bun woord, hun
wachtwoord, gehouden: „On ne se rendra
meer dwingende bepalingen," opgegeven.
Men heeft zich echter tegelijkertijd afge
vraagd of niet in den vorm eener aanbeve
ling een besluit op dit punt zou zijn tc tref
fen.
Er blijkt in het algemeen bezwaar te be
staan dat een min of meer dwingende re
geling in een aanbeveling zou kunnen wor
den neergelegd; een regeling die een land,
hoezeer overigens voor beperking van den
arbeidstijd in het landbouwbedrijf gunstig
gestemd, van toetreding zou weerhouden,
tengevolge van het daarin opgenomen stel
sel. Met een algemeene aanbeveling is dit,
gelijk door het Arbeidsbureau niet ten on
rechte betoogd wordt, geheel anders. Daarin
wordt slechts een wenschelijkheid uitge
sproken, een algemeene grondslag aangege
ven, waarop dezo wenschelijkheid is te ver
wezenlijken, maar de uitwerking dier ve-
wezenlijking wordt overgelaten aan ieder
land op zichzelf. Niet te ontkennen valt ech
ter, dat alleen die vraagstukken, welker op
lossing nog niet rijp voor directe afdoening
wordt geoordeeld, door middel eener aan
beveling worden geregeld. De achturige
arbeidsdag in het industrieele bedrijf werd
te Washington onmiddellijk in een overeen
komst omvat; de achturige arbeidsdag in
het scheepvaartbedrijf te Genua, zij het ook
dal deze is verworpen, eveneens.
Het pleit naar het ons wil voorkomen,
van een juist inzicht van het Arbeidsbureau,
dat het, geleerd vermoedelijk door de erva-
ingon van zijn twee jaren arbeid, ten aan
zien van den landbouw de zaken niet op de
spits wil drijcen en wil begrijpen dat juist
op dit gebied, waar de wettelijke regeling
nog tot de zeldzaamheden behoort, voor
zichtigheid in grooter mate dan elders nog
geboden is.
De wensclicn van arbeiders en regeeringen
blijken in het algemeen hier tegenover elkan
der te staan. liet rapport van het Arbeids
bureau maakt melding van het schrijven
van de vakorganisatie der Engelsche land-
bouwarbeiders, waarin aanvankelijk ge
dachte overeenkomst het minimum werd ge
acht van de verbeteringen, noodzakelijk
voor de arbeiders in den landbouw. In dit
schrijven word tevens betoogd, dat de aan
vankelijk gedachte reglementeering geen be
zwaar voor eenigeu nalionalen landbouw
zou kunnen opleveren, en dat er niet meer
aanleiding bestond tot een deferentiatie lus?
schon de industrie on den landbouw in het
algemeen dan tusschen verschillende takken
van nijverheid onderling.
De nota, reeds vroeger van de zijde van
Frankrijk, welks Minister van Landbouw
zich ook in de Kamer van Afgevaardigden
duidelijk uitliet, le dezer zake ontvangen,
neemt echter een geheel ander standpunt
in en ontkent de mogelijkheid van interna
tionale regeling op een terrein, dat nog nau
welijks door de nationale wetgeving is be
reikt.
Het Arbeidsbureau, dat naar het reeds
meermalen internationaal gegeven voor
beeld de oplossing der vraagstukken voor
bereidt door liet rondzenden van vragen
lijsten, waarin liet oordeel der aangesloten
landen worde ingewonnen over hoofd- en
ondergeschikte punten, is tot de conclusie
gekomen, dat zelfs do richtlijnen eener aan
beveling in de antwoorden moeilijk zijn te
vinden. Slechts van de zijde van Polen is
overweging gegeven een aanbeveling,
nemers. Het Arbeidsbureau wemscht alleen
dat zooveel mogelijk deze organisaties van
weerszijden worden versterkt. Inderdaad,
wil men naleving van bepalingen, weder
zijds aangegaan, dan dienen ook gelijkwaar
dige krachten tegenover elkander te staan.
Maar, geheel anders dan bij den achturigen-
arbeidsdag in do industrie en in de scheep
vaart, wórdt hier niet in reglementeering,
in het vaststellen, dus van een wettelijken
arbeidsdag kracht gezocht, doch in de ont
wikkeling van het vrij initiatief tusschen
de heide belanghebbende partijen.
Gemengd Nieuws.
pas:
Over dat bezoek uan hef fort cn onze laat
ste indrukken in de provincie Luik nog
oenige mcdcdeelingcn in deen derde artikel.
A. J. B. B.
ii.
Dc bezwaren, dio van verschillende zij
don tegen het programma dezer derde con
ferentie zijn ontwikkeld, wogen ongetwij
feld het zwaarste daar waar het aangaat het
eerste en het moest belangrijke agendapunt:
de regeling van den arbeidstijd in den land
bouw. Het mag bekend worden veronder
steld, dat de Minister van Arbeid juist dezer
dagen bij den Hoogcn Raad van Arbeid
aanbangig heeft gemaakt een voor-ontwerp
van een Landbouwarbeidswet, waarin in elk
geval de regeling van den arbeidstijd op zeer
soepele wijze, varieerende van 7 tot l" uur,
al naar gelang 'van lmt seizoen, wordt ge
regeld. Tegenover het denkbeeld echter,
dat le Genève een overeenkomst op dit punt
lean worden aangegaan, verzetten zich een
groot aantal Regeeringen. In het over dit
vraagstuk uitgebrachte rapport erkent hot
Arbeidsbureau, dat do algemeene toon van
dc antwoorden, van de aangesloten landen
verkregen, een zoodanige is, dat aan een
overeenkomst niet te denken valt; slechts
drie landen: Italië, Finland on Spanje zijn
gunstig daarvoor gostemd. Daartegenover
staat, dat van verschillende regecriugen wó
is ontvangen dc verzekering, dat aan liet
sociaal welzijn van den arbeider in den land
bouw evenzeer aandacht dient lo worden
geschonken als reeds jaren achtereen aan
dacht geschonken is aandit welzijn van den
arbeider in de industrie. Do Oostonrijkscho
regeering in haar verzekering, dat zij in zoo
sterk mogelijke mate de economische en so-
cialo bestaansvoorwaarden van den land
arbeider wil verzekeron, gaat wellicht het
vorste. Daarom is dan bij het Arbeidsbureau,
blijkens het voorloopig rapport, de gedachte
aan een overeenkomst, met altijd min of
waarin ieder lid van de arbeidsorganisatie
zou worden uitgenoodigd een beperking
van den arbeidsdag in den landbouw vast
le stellen, rekening houdende met de levens
voorwaarden van hef land en. zich daarbij
stellende op de nationale wetgeving. Daar
tegenover hebben Zweden en Zwitserland
eeds tevoren doen kennen, dat zij zicli tegen
een stelsel, hetwelk een nationale wetgeving
tot ondergrond heeft, zouden moeten ver
zetten. Daarbij moet betreffende het Pool-
sche denkbeeld worden opgemerkt, dal te
genover don larnlbouwarbeid naar het alge
meen oordeel niet een gelijke straffe hou
ding valt aan tc nemen als tegenover den
induslrieelen arbeid, waarvan do onder
scheiden elementen in elk geval meer dooi
den mensch worden hebeerscht dan hij den
landbouwavbeid liet geval is en ooit zal kun
nen zijn.
Dc aanbeveling, door het Arbeidsbureau
ontworpen en die leiding zal geven aan de
oveutueele beraadslagingen over dit eerste
agendapunt, richt zich dan ook niet recht
streeks op een beperking van den arbeids
dag in den landbouw. Zij kiest daartoe een
omweg door de Arbeidsconferenlie tc doen
verklaren, dat zij liet wenschelijk acht, dat
ieder lantl maatregelen neemt om de orga
nisaties in den landbouw aan te moedigen
te komen tot collectieve contracten lusseen
wergevers en werknemers, waarin het maxi
mum arbeidsuren per dag en ook dc gren
zen, binnen welke de arbeidstijd plaats heeft
worden vastgesteld in verband met de bij
zondere omstandigheden, in elk land be
staande. Wanneer, zoo heeft liet Arbeids
bureau geredeneerd on men zal niet kun
nen tegenspreken dat daarin een juist in
zicht pTcil de arbeidsvoorwaarden in den
landbouw aanmerkelijk achter staan bij die
in de. industrie of in do scheepvaart, is dat
voor oen deel, voor een groot deel vermoede
lijk te wijten aan het feit, dat in den land
bouw-de organisatie aanmerkelijk achter
lijk if bij de beide andere takken van be
drijf. Breng verbetering in deze organi
satie,' en vanzelf zal een verbetering intre
den in de arbeidsvoorwaarden. Verder gaan
acht dus blijkbaar ook het Internationaal
Arbeidsbureau niet gewenscht en, als lei
dende lot groot verschil van meening, moge
lijk. Inderdaad, gaat men in een andere
richting; ontwerpt men een overeenkomst
mol dwingende bepaling, of een aanbeve
ling, die do leden van cle arbeidsorganisa
tie geen vrijheid meer laat voor het telde
zen stelsel, dan is do kans op verwerping
van een dergelijk voorstel groot.
Intusschon is de ondergrond van do aan
beveling, door het Arbeidsbureau te Ge
nève voorgesteld, merkwaardig. Vooral
in dezen tijd en tegenover degenen, die mee-
nen, dat staatsinmenging voor alle kwalen
het heilmiddel kan brengen. Het Arbeids
bureau wijst op het nut en de noodzakelijk
heid van de vrije ontwikkeling van het di
rect overleg tisschen werkgevers en werk-
Het proces over een foilet-rektnhiy.
In de „Daily Telegraph" vinden weeenigo
cijfers va nde1 exorbitante toilet-rekeningt
van een Haagsche dame bij da foma Straussl
en Kaltn aldaar en waaromü'ent zooals wij
mededeeldon, in hooger beroep te Londen
werd beslist, dat het onbetaalde gedeelte!
6000 va n de 14.000) jniieit kon wee -
den teruggevorderd van do executeurs van
den Britschele officier, met wien de dame
had samengewoond. Op die rekening, loo-
pendp over nog geen twee jaar, kwamen
voor 25 bontartikefch ter waarde van
9050, 85 costumes voor 3384, 104
paar kousen 106), 41 hceden 14581
en 45 stalleh onderkleed ing 378). On
der da bontartikelen was do reeds genoemde!
mantel va'n sabelbont, die liet bagatel van
4000 kostte, vorder eon 'ehiilchdta-raaulet
van 1000 en een mantel met sabelbont
gegarneerd van '1070. Voorts kwamen
er nachtponnen op voor van 12 en IS
po-nd en ieen peignoir van 26 pond.
De lieer DiisturnaJ, die voor do firma
■'optrad, voerde nog aan, dat "het niet op
haar weg lag ma to gaan niet welk dool
deze kleedingstukkea weiden len geschenke
gegeven.
In zijn arrest wees Lord jus!ico Banken
erop, dat appellanten weigerden te .erken
nen dat zij iets anders afwisten omtrent
den aard ejn de antecedenten der dame,
dan dat zij met kapitein Platt leefde. Doch
een aantal employe's dier firma, die als
getuige waren gehooid, om de aflevering
der garderen te bewijzen, luidden verklaard
te weten dat mevr. Victor mei een zoo
niet twee zeer beruchte vrouwen omging
cn dat dezo alle 'groote, zoo niet de grootste
klanten dezer zaak waren. Rel was bun
bekend, volgens den rechter, dat dc vrouw
bereid was met iederen main le leven,
voor geldelijke belooning of giften aan Mee
ding eü. juweel enOok diende do aard der
geleverde artikelen te woideïr .overwogen
en do rechter in 'eerste instantie had uit
dien aard afgeleid, dat zij een deel vorm
den van het loon der dame en dat kapi
tein Platt nie.t haar beschermer zon ge
wonden zijn tenzij zij die artikelen kreeg.
liet was volgens den rechter in hooger
beroep volstrekt onmogelijk oen bepaalden
regel vast te leggen voor de gevolgtrek
kingen in gevallen als deze, te maken, om
dat voor ieder geval die gevolgtrekking
van de feiten afhing, maar hier golden
volgens dm Lord-justice dezelfde overwe
gingen als in l;ct vermelde geval, dat een
vordering 'tegen een vrouw van lichte ze
den word afgewezen wegens helaling van
ee|ir door haar gehuurd rijtuig, „met het
dool haar in staat te] stellen een vertoom
te maken guhstig voor haai' cvn,zedelijk!
doel", gdlijk de rechter in dal pmces het
had omschreven.
Mitsdien wjeid het beroep verworpen,
Faillissementen.
U i tg e sju-okqn:
N. Stavorinus, koopman, vroeger gewoond
hebbende te Lage Zwaluw, thans wonende
to Rotterdam. Reclhter-combi.mr. TI. W.
B. Thomas; curator: mr. ,T, II. van der
Meer.
II. L, C. Geene, uitoefenende h'et bankiers-
bedrijf, onder do benaming „Limburgsche
Bank", te Heerlen, Rechter-comm.dr. Ga-
diot; curator: im\ If. Paulussen.
Chv. van 'A'ste'u, dein Raag*. Rccldcrcomm. f
mr. C M. de ivuypcr; cur.mr. D. v. d.
Goot.
C. P. Schram, bouwkundige, te, Rijswijk-
.Rechter connn.AV. Lunsings Tonckenscu
rator: mr. II. P. jA'. Yollmar.
Uitgesproken:
J. TV. van Straten, caféhouder, Vrees
wijk. Rechtcr-coinm.jhr, mr. T. J. de
Marecs van Swinderen; curator: mr. P.
Kaag,
J. A. ltoza, koopman, Andel.' Rechter-
comm.: mr. dr. de Menthon Bake; curator;
mr. J. Camps.
O. Idsenga, koopman en rijwielhersteller,
llijlaard. Rechter-comm.mr. "E. baron v.
Imhoff; curator: J. Oosterwerff.
A. Boiuna, sigarenfabrikant, Leeuwarden.
Rcehter-comm. en curator als boven.
'A. Daemen', wonende te Blerick, genu
Maasbree, thans verblijvende ie Zeist. Rech
ter-comm.mr. Smit; curator: ml;. J. Vrees
man, Veiilo. i
N. V. Neptunus, reederij', visschcrij, con-
serven-iiuïchling, garnalenpellerij, zouLevij' en
drogerij, in liquidatie, to Zierikzee. Rech-
t er-comm.mr. IV. M, G. Jollescurator
mr. II. Polvliet.
P. AV. M. Kamphuijs, koopman, Hilver
sum'. Rechler-coinm.mr. B. M. do Vos;
curator: mr. J. II. Monnik, te Haarlem
Moj. D. M. Kphlkamp, AmsLordam. 1
ter-comm.mr. B. SI. de Vos-
mr. AV. A. Ubhens.
F. X. Kuiler, koopman, Amsleiy m, ReR.
ter-comm. en curator als von&r;"*A ,1
AA7. F. Kill it, caféhouder, an:
Rechter-comm.: mr. „B. M. do' Ates,^ 1
tor: mr. Pb'. J. Jürgens. tl
Vern ie tigd:
J. F. van Osselaer, vlasbewerker, Sluis
kil, gem. Terneuzen
J. Schermer, yee- en rijwielhandelaar, ie
Hoogwoud.
N. V. Tilburgscbe Kopergieterij cn Ma
chinefabriek v.h. Y. B. Smulders, Tilburg.
Opgeh'eve n: 11
J. F. Lankester, koopman, Amersfoort.
P. iSchftfer en S. Snijders, beiden te
Amsterdam.
C. Mengelknmp, koopman, RoLterdam.
HER
8$
s
-t
-i Si
in