Schiedamsche Courant. in en om .,de brandende stad". I TWEEDE BLAD c I l 1 De Derde Internationale Ar- beidsconferentie te Geneve. Vrijdag 4 November 192!. No. 16813). 8 ii. Zaterdagmorgen, negen uur. De auto's ronken voor het hotel „de Suède"; in een {link vaartje snelden we door de straten. Onze morgen zit als een legkaart inéén. Drie belangrijke bedrijven, van verschillende af meting, wachten ons bezoek; daarna offi- 'cieele ontvangst door den gouverneur der provincie Luik in het oude, historische pa leis van de oude "Westfalische prins-bisschop pen. En daarnawat er volgen zal, den geheelen dag door. Het zal een dag zijn van indrukken van allerlei aard, waarin het ern stige, hot ontroerende, het opwekkende el- ,kaar zullen opvolgen. Allereerst gaat de tocht naar de „Société Anonyme du Nord de Liége", waar de direc- "teur, de lieer Frédérix, ons ontvangt met een woord, dat als een verontschuldiging moet dienen, voor de z. i. kleine afmetingen van de industrie, waarmee we nu kennis zul len maken. Inderdaad, wanneer men uit Ougréo komt, lijkt alles klein, maar ook hier zien we 'n groot, forsch bedrijf. Hier worden metalen bruggen en overkappingen ge maakt, waarin deze Société zich heeft ge specialiseerd, voorts alle vast materiaal voor spoorwegen en trams. Van deze fabriek gaan de producten naar alle landen in Europa en daarbuiten. Het terrein is over dekt,bevindt zich in de stad zelf en loslaat daar meer dan een hectare, waar driehon derd arbeiders volop werk vinden. Aan brug gen en overkappingen wordt jaarlijks het cijfer van 5000 ton bereikt, aan vast spoor wegmateriaal 3000 ton. Als een bijzonderheid mag wel vermeld worden, dat, toen de eerste directeur, do heer Alpheuse Frédérix, die in 1866 het be- bedrijf stichtte, gestorven was, diens we duwe de zaak voortzette, beheerde en uit breidde. Zij was opgewassen togen de moei lijke taak: een maitresse femme; zij was de ziel der onderneming en een schitterend voorbeeld van den klaren geest, die Belgi sche en Franscho vrouwen zoo dikwijls tot kranige „femmos d'affaires" maakt. Zij was de eerste gedecoreerde vrouw in Bclgié. In de directiekamer hangt haar porlret naast dat der andere directeuren. Onder den naam der Vcnnootscgap staat terecht vermeld: Ci-devant Vve Alplionse Frédérix. Nu, bij ons bezoek, snorren de reuzen- wielen, die door drijfriemen verbonden do machines in beweging zetten; rails worden gemaakt en wissels en draaibare platformen; kranen worden opgebouwd en bruggen bi jeengezet de reuzenhal vult zich met enorme gevaarten, die slraks de ruimte zullen ver aten en in de Argentijnscho Republiek, in Brazilië, in de Congo zullen getuigen van do Luikscho metaal-industrie. Niet lang geleden was echter die reuzen- hal leeg. De Duitschcrs waren gekomen en hadden alles wat er in stond, do afgewerkte en do niet afgewerkte stukken meegenomen. Daarna hadden zij een dertigtal vrouwen gezonden, dio alles, wat den grond bedelde, tot de kleinste stukjes ijzer toe, opveegden. Toen zij vertrokken, was hot er schoon. Maar de onderneming had een verlies van milliocncn te boeken. Hel is waar. Men had den directeur de keus gelaten tusschen: werken voorde Duit- sobers of de gevolgen van een weigering af wachten. Hij koos liet laatste. Do gevolgen worden geïllustreerd door een foto, in Maart 1917 genomen: een verlaten eindeloosheid. Alleen had de.directeur, die liet beslis send gesprek met den Duitsoh.cn officier had, de voldoening, dat deze hom zeide na zijn weigering: „Mijnheer, ik wensch u ge luk met uw antwoord; ik had niet anders verwacht," Weer doorklieven we Luik met een snel heid die in ons land tal van auto-vallen aan het werk zou hebben gesteld. Do „Usines Béduwó", eveneens een Naamloozo Ven nootschap, gesticht in 1829 nemen ons op in de intimiteit haror industrie. We gevoe len ons hier dadelijk thuis trouwens, waar zouden we ons niet thuis voelen bij zoo gulle, joviale ontvangst, als ons hier overal ten deel valt? want het eerste wat ons oog treft, is oen reeks brandspuiten, zooals we ze in ons vaderland kennen en waaraan we onmiddellijk de op-en-neer gaande armen van ccnige spuitgasten vast- knoopen. Want de hrandspuit-pompen-fabrieage is langen tijd d e arbeid geweest van deze fabrieken en is daarvan nog een groot en belangrijk onderdeel. Wellicht zullen de Jaarbeurs-bezoekers zich nog wel herinneren hoe van T jaar te Utrecht een klein motor- pompje tentoongesteld werd op twee wiel tjes, dat buitengewoon gemakkelijk te trans porteeren was? dat was afkomstig van do „Usines Béduwé". Maar, zooals gezegd, nog andere worden or vervaardigd. Toen de fabrieken werden uitgebreid, ging men over tot de fabricage van de waterpompen voor do spoorwegen waarvan ons land en onze koloniën, even als van do brandspuitpompon, reeds vele bezitten en tot die van allerlei pompen, centrifugaalpompen en andere, tot zelfs en vooral van pompen voor vloeibare en vaste stoffen te gelijk. Do pompen in do beetwortelsuikorfabrieken, die voor het op pompen van aardappelen, grint, zand, ko men van hier en als consequentie van het principe, dat er aan ten grondslag ligt. heb ben de „Usines Béduwó" transportabel materiaal gemaakt, dat dient voor het op pompen van kolen, minoralen of van vaste bchamen in schepen, die gezonken zijn. Ook hier weer herhaalde zich de historie. De machinerieën, die gereed waren, en wat er meer was, was naar Duilschland weggo- sleopt. Golukkig is veel teruggevonden en staan er nu'weer do mooi afgewerkte stuk ken, sommige nog voorzien van het nummer, dat de Duitschers er op aanbrachten. Doeh, aangezien elk afgewerkt stuk met het fa ll rieksnummer gefotografeerd wordt, was het mogelijk in Duitschland veel op te spo ren en te doen terugzenden. Onze geleider, de sympathieke ingenieur Crets, maant ons tot onzen plicht: „neeren, we moeten verder!" En verder gaan we, de nijvere Selessinbuurt in, waar de „Société Anonyme des ateliers de construction de la Meuse" haar geweldige établissementen heeft. Hier zijn we dan weer bij onzen tocht door de groot-industrie bij een der aller grootste. Hoeveel kilometer hebben we af gelegd onder die ijzeren overkappingen, tus- scjien de wanden dier hallen, die elkaar op- vólgen tot aan den gezichteinder. Het be gon zoo rustig. In de ernstige zaal van den Conseil d'Administration, waar we, begrij pelijke ironie, de in drie talen verspreide proclamatie van de Duitsche Kommandan- tur bij de bezetting van Luik ingelijst von den lussclien twee mooie portretten van Ko-, ning Albert en Koningin Elisabeth, was niets te bespeuren van de geweldige kracht, die in de onmiddellijke nabijheid in wer king was. Maar even later zaten we er mid den tusschen in en zagen alle onderdeden van het groot bedrijf, dat, in 1835 gesticht, is voortgekomen uit het Etablissements M. Ch. Marcellen en in 1872 in Naamlooze Vennootschap overging. De terreinen be slaan meer dan tien hectare; ruim vijftien honderd weklieden en een honderdtal inge nieurs, teekenaars en ambtanaren zijn er aan verbonden. De arbeid is te verdeden in twee groepen: Afdeeling Locomotieven, die alle soorten van locomotieven omvat: Afdeeling Algemeene Mechaniek, voor de constructie van het materiaal voor de mij nen, voor de metaalbewerking, de stoom machines, enz. Ziedaar het groote terrein van arbeid aan gegeven. Zooals men ziet, hier vallen de kleine afmetingen weg. Met bijzondere welwillendheid worden wij in kennis gebracht met alle onderdeden; drie deskundigen uit do fabriek zelf stellen zich te onzer beschikking en, van de ontwer pen der ingeniuers af tot aan de vol komen gereed zijnde locomotief toe, zien wij de conceptie van den vernufligen mensch zich verstoffelijken in ijzer en staal. Het is van stap tot stap een tocht vol verrassingen: de gedachte op het papier gezet, do teeke- ning uitgewerkt in houten vormen soms, door zeer bijzonder kundige werklieden, rechtstreeks als het ware uitgebeiteld in den zandvorm, die hel gietsel moet opnemen de houten vormen ingegraven in den bodem, daarna bot hout verwijderd en de vorm met vloeibaar ijzer of staal gevuld, dan de zorg vuldige afwerking van do aldus verkregen ijzeren of stalen onderdeden, eindelijk de bijeenvoeging tot bot groote, kolossale ge vaarte, dat een trein dwars door Amerika twee oceanen zal doen verbinden. En inmid dels, terwijl we dat zien, rollen over onze hoofden do beweegbare bruggen met niet te becijferen zware lasten, beuken de hamers en dreunen ratelend do electrische drij vers, die de bouten inklinken in de van te voren met automatische kracht en mate- mathisohe preciesheid ingeboorde galen. Het is soms eon weelde van lijn en van kleur, als het gesmolten staal in glooiende gulpen den oven verlaat of wanneer pcezige mannen armen de machines tc hulp komen en tliri- geeron naar den wil van den meester. Bij herhaling zijn liet tooncelen voor onzen Iloyenbroek mot zijn voorliefde voor de flitsende glansen van kokend metaal en de victoricuse, domincercnde geste van den gespierden arm. En evenals gisteren denken we aan Verhaeren, dien geweldige' en onwillekeurig zien we zijn „Passeur d'eau, voor onze oogen, zijn „Passeur d'eau", clie na alle teleurstelling: Se prit travailler si fort. Oue tout son corps craqua cl'efforts. Et que son cocur trembla de fièvro ct d'épouvante. Want het is een glorieus schouwspel, dit spel van den metaalbewerker met de gloeien de ertsen. En avant, chauffeuri Het duizelt ons: de stilte buiten, de boog ie van den hemel-koopol, de frissehelucht werken even als een verdooving. Maar dat gaal gauw voorbij. Terug naar het centrum gaan we, naar liet oude, imponoorondc pa leis van den gouverneur, dat terugwijst naar de eerste helft der XVIe eeuw, toon hel de zetel was dor vorsl-bisschoppen. Wc wor den er begroet door den hoer Horrent, direc teur-hoofdredacteur van het „Journal de Liège", die ons voor de officieeion ontvangst door den gouverneur der provincie aan de zen voorstelt. In de groote rcceplic-zaal, waarvan de oorspronkelijke renaissance stijl, wat architectuur betreft, zuiver is be waard, spreekt hij tot ons. Zijn eerste woord is er een van dankbaarheid jegens Neder land voor wat dit voor België en speciaal voor de bewoners der provincie Luik heeft gedaan, toen de Duitsche inval zooveel rouw en ruïne bracht. Die hulp was niet vor- geton en zou niet vergelen worden. Zij was onafscheidelijk verbonden aan bet leed van den oorlog. Sedert waren er hij wilde het niet ontkennen moeilijkheden gerezen, wrijvingen, dio een tijdelijke verwijdering tusschen de beide volkeren hadden veroor zaakt, doeh hij wilde die het liefst beschou wen als malentendus, die zouden verdwijnen on plaats maken voor de oude hartelijke botrokkingen. Daarom achtte hij deze ont moeting dor journalisten oen goede zaak. Zij kon krachtig medehelpen om do vriend schapsbanden nauwer aan te halen, hot oude wederzijdsche vertrouwen te doen herleven. Daarna sprak hij over de gruwelijke ver woestingen, door de Duitschcrs aangericht, en vestigde vervolgens de aandacht op den krachtigen arbeid der reconstructie en van hot economisch herstel, dat het land te zien geeft, met name in de provincie Luik. Hij was overtuigd, dat wij ons daarover zouden verheugen, en terwijl hij ons onder de hoede der Luiksclm gastvrijheid aangename uren toewenscht, drukte hij de verwachting uit, dat België en Nederland, beiden daarvan het goede gevolg zouden ondervinden. Het was een hartelijk en een ongekunsteld woord, dat de lieer Grégoire had gesproken. Daarop ingaande, sprak de woordvoerder der Nederlandsehe journalisten over de vriendelijke ontvangst, hun bereid, over hun waardeering van deze officieele receptie in het oude historische paleis en over de be wondering, die zij gevoelden bij hetgeen zij reeds aan herleving en aan verdubbelde energie gezien hadden in deze mooie provin cie, waar industrie en natuur wedijveren in rijkdom. Hij meende, dat ontmoetingen als deze groot nut konden hebben, omdat een pers, die zich haar verantwoordelijkheid be wust is, een machtige hefboom kan zijn om de publieke opinie in goede richting te lei den. Met vreugde had hij de erkenning der dankbaarheid vernomen, die dc Belgen bewaarden voor Nederland's hulp, en met niet minder voldoening de verklaring ge hoord, dat de sedert ontstane wrijvingen als malentendus moesten worden beschouwd en zoo spoedig mogelijk dienden te ver dwijnen. Hij hoopte, dat dit bezoek daartoe mocht medewerken en, terugkeerende tot het doel van het bezoek, verklaarde hij, dat de Ne derlandsehe journalisten niet al te zeer ver wonderd waren over den wederopbouw cn den nieuwen bloei der Waalscho industrie. Zij wisten immers, dat deze provincie het eerst den herstellenden arbeid zou aanvan gen, zooals zij de eerste geweest was om het hoofd te bieden en hoe! aan den ge weldigen eersten aanval van den vijand. Hij achtte den gouverneur gelukkig, oen derge lijke provincie te regeeron en wenschte hem toe hier en in zijn land do oude welvaart te zien hersteld en aan België dc zegeningen te zien hergeven Van een niet meer gestoor den vrede. De schuimende champagneglazen werden omhoog geheven. Een handdruk besloot dezo korte internationale gedachtcnwisse- ling. Zelf geleidde de gouverneur ons rond door het imposante gebouw, waar, behalve zijn persoonlijke vertrekken, ook de zalen der provinciale regeering en de zetel der rechtelijke collegos zijn te vinden. Hier en daar werd ons gewezen op histo rische herinneringen: een kamer, waar Na poleon sliep, enkele zeer mooie stijlmeuhe- lon, gobelins van Vlaamsche meesters, boi- series van onmiskenbare waarde. „Les Hol landais sont des connaisseurs, je le sais," zeide de hoffelijke gastheer, en waarschijn lijk maakte hij daarom zijn verontschuldi gingen voor de waardelooze espagnolettes en deurkrukken, „Oue vouloz-vous, Mes sieurs, les AUernands ont pris ceux qui y élaient avant; le beau cuivre bronzé a du leur servir pour la fabrication do leurs pro jectiles!" liet bezoek was ten einde. Nog even sloe gen we een blik op de opmerkelijke zuilen gaanderijen, die twee groote binnenpleinen omringen, cn weldra zaten vve in ons hotel aan een lunch, waar behalve vertegenwoor digers der Luihsche industrie, kolonel Naes sens, de verdediger van hot lort Loncin liet laatste fort dat in 1914 door de Duit schors genomen werd, nadat het tot een rumc was geschoten ons opwachtte. Aan hem zijn wij een onvergetelijke her innering verschuldigd, llij zou ons geleiden naar do plek, waar tien I5en Augustus 1914 do strijd om Luik eindigde, toen, wat er van dc bezetting restte, onder de puinhoopon werd bedolven, en van waar hij zelf met wonden ovcidekl, gedeeltelijk verbrand, onder een stuk muur werd weggehaald, meer dood dan levend: „un damnó évadc de Tenter", zooals de historieschrijver hem noemt. Hij en do weinige overlevenden had den echter éénc glorie, deze, saamgeperst in don uitroep: „Le fori dc Lonriii nc s'est pas rendu!" Neon, hel had zich niet overgegeven. Het was in do lucht gesprongen. Zijn comman dant en zijn troepen hadden bun woord, hun wachtwoord, gehouden: „On ne se rendra meer dwingende bepalingen," opgegeven. Men heeft zich echter tegelijkertijd afge vraagd of niet in den vorm eener aanbeve ling een besluit op dit punt zou zijn tc tref fen. Er blijkt in het algemeen bezwaar te be staan dat een min of meer dwingende re geling in een aanbeveling zou kunnen wor den neergelegd; een regeling die een land, hoezeer overigens voor beperking van den arbeidstijd in het landbouwbedrijf gunstig gestemd, van toetreding zou weerhouden, tengevolge van het daarin opgenomen stel sel. Met een algemeene aanbeveling is dit, gelijk door het Arbeidsbureau niet ten on rechte betoogd wordt, geheel anders. Daarin wordt slechts een wenschelijkheid uitge sproken, een algemeene grondslag aangege ven, waarop dezo wenschelijkheid is te ver wezenlijken, maar de uitwerking dier ve- wezenlijking wordt overgelaten aan ieder land op zichzelf. Niet te ontkennen valt ech ter, dat alleen die vraagstukken, welker op lossing nog niet rijp voor directe afdoening wordt geoordeeld, door middel eener aan beveling worden geregeld. De achturige arbeidsdag in het industrieele bedrijf werd te Washington onmiddellijk in een overeen komst omvat; de achturige arbeidsdag in het scheepvaartbedrijf te Genua, zij het ook dal deze is verworpen, eveneens. Het pleit naar het ons wil voorkomen, van een juist inzicht van het Arbeidsbureau, dat het, geleerd vermoedelijk door de erva- ingon van zijn twee jaren arbeid, ten aan zien van den landbouw de zaken niet op de spits wil drijcen en wil begrijpen dat juist op dit gebied, waar de wettelijke regeling nog tot de zeldzaamheden behoort, voor zichtigheid in grooter mate dan elders nog geboden is. De wensclicn van arbeiders en regeeringen blijken in het algemeen hier tegenover elkan der te staan. liet rapport van het Arbeids bureau maakt melding van het schrijven van de vakorganisatie der Engelsche land- bouwarbeiders, waarin aanvankelijk ge dachte overeenkomst het minimum werd ge acht van de verbeteringen, noodzakelijk voor de arbeiders in den landbouw. In dit schrijven word tevens betoogd, dat de aan vankelijk gedachte reglementeering geen be zwaar voor eenigeu nalionalen landbouw zou kunnen opleveren, en dat er niet meer aanleiding bestond tot een deferentiatie lus? schon de industrie on den landbouw in het algemeen dan tusschen verschillende takken van nijverheid onderling. De nota, reeds vroeger van de zijde van Frankrijk, welks Minister van Landbouw zich ook in de Kamer van Afgevaardigden duidelijk uitliet, le dezer zake ontvangen, neemt echter een geheel ander standpunt in en ontkent de mogelijkheid van interna tionale regeling op een terrein, dat nog nau welijks door de nationale wetgeving is be reikt. Het Arbeidsbureau, dat naar het reeds meermalen internationaal gegeven voor beeld de oplossing der vraagstukken voor bereidt door liet rondzenden van vragen lijsten, waarin liet oordeel der aangesloten landen worde ingewonnen over hoofd- en ondergeschikte punten, is tot de conclusie gekomen, dat zelfs do richtlijnen eener aan beveling in de antwoorden moeilijk zijn te vinden. Slechts van de zijde van Polen is overweging gegeven een aanbeveling, nemers. Het Arbeidsbureau wemscht alleen dat zooveel mogelijk deze organisaties van weerszijden worden versterkt. Inderdaad, wil men naleving van bepalingen, weder zijds aangegaan, dan dienen ook gelijkwaar dige krachten tegenover elkander te staan. Maar, geheel anders dan bij den achturigen- arbeidsdag in do industrie en in de scheep vaart, wórdt hier niet in reglementeering, in het vaststellen, dus van een wettelijken arbeidsdag kracht gezocht, doch in de ont wikkeling van het vrij initiatief tusschen de heide belanghebbende partijen. Gemengd Nieuws. pas: Over dat bezoek uan hef fort cn onze laat ste indrukken in de provincie Luik nog oenige mcdcdeelingcn in deen derde artikel. A. J. B. B. ii. Dc bezwaren, dio van verschillende zij don tegen het programma dezer derde con ferentie zijn ontwikkeld, wogen ongetwij feld het zwaarste daar waar het aangaat het eerste en het moest belangrijke agendapunt: de regeling van den arbeidstijd in den land bouw. Het mag bekend worden veronder steld, dat de Minister van Arbeid juist dezer dagen bij den Hoogcn Raad van Arbeid aanbangig heeft gemaakt een voor-ontwerp van een Landbouwarbeidswet, waarin in elk geval de regeling van den arbeidstijd op zeer soepele wijze, varieerende van 7 tot l" uur, al naar gelang 'van lmt seizoen, wordt ge regeld. Tegenover het denkbeeld echter, dat le Genève een overeenkomst op dit punt lean worden aangegaan, verzetten zich een groot aantal Regeeringen. In het over dit vraagstuk uitgebrachte rapport erkent hot Arbeidsbureau, dat do algemeene toon van dc antwoorden, van de aangesloten landen verkregen, een zoodanige is, dat aan een overeenkomst niet te denken valt; slechts drie landen: Italië, Finland on Spanje zijn gunstig daarvoor gostemd. Daartegenover staat, dat van verschillende regecriugen wó is ontvangen dc verzekering, dat aan liet sociaal welzijn van den arbeider in den land bouw evenzeer aandacht dient lo worden geschonken als reeds jaren achtereen aan dacht geschonken is aandit welzijn van den arbeider in de industrie. Do Oostonrijkscho regeering in haar verzekering, dat zij in zoo sterk mogelijke mate de economische en so- cialo bestaansvoorwaarden van den land arbeider wil verzekeron, gaat wellicht het vorste. Daarom is dan bij het Arbeidsbureau, blijkens het voorloopig rapport, de gedachte aan een overeenkomst, met altijd min of waarin ieder lid van de arbeidsorganisatie zou worden uitgenoodigd een beperking van den arbeidsdag in den landbouw vast le stellen, rekening houdende met de levens voorwaarden van hef land en. zich daarbij stellende op de nationale wetgeving. Daar tegenover hebben Zweden en Zwitserland eeds tevoren doen kennen, dat zij zicli tegen een stelsel, hetwelk een nationale wetgeving tot ondergrond heeft, zouden moeten ver zetten. Daarbij moet betreffende het Pool- sche denkbeeld worden opgemerkt, dal te genover don larnlbouwarbeid naar het alge meen oordeel niet een gelijke straffe hou ding valt aan tc nemen als tegenover den induslrieelen arbeid, waarvan do onder scheiden elementen in elk geval meer dooi den mensch worden hebeerscht dan hij den landbouwavbeid liet geval is en ooit zal kun nen zijn. Dc aanbeveling, door het Arbeidsbureau ontworpen en die leiding zal geven aan de oveutueele beraadslagingen over dit eerste agendapunt, richt zich dan ook niet recht streeks op een beperking van den arbeids dag in den landbouw. Zij kiest daartoe een omweg door de Arbeidsconferenlie tc doen verklaren, dat zij liet wenschelijk acht, dat ieder lantl maatregelen neemt om de orga nisaties in den landbouw aan te moedigen te komen tot collectieve contracten lusseen wergevers en werknemers, waarin het maxi mum arbeidsuren per dag en ook dc gren zen, binnen welke de arbeidstijd plaats heeft worden vastgesteld in verband met de bij zondere omstandigheden, in elk land be staande. Wanneer, zoo heeft liet Arbeids bureau geredeneerd on men zal niet kun nen tegenspreken dat daarin een juist in zicht pTcil de arbeidsvoorwaarden in den landbouw aanmerkelijk achter staan bij die in de. industrie of in do scheepvaart, is dat voor oen deel, voor een groot deel vermoede lijk te wijten aan het feit, dat in den land bouw-de organisatie aanmerkelijk achter lijk if bij de beide andere takken van be drijf. Breng verbetering in deze organi satie,' en vanzelf zal een verbetering intre den in de arbeidsvoorwaarden. Verder gaan acht dus blijkbaar ook het Internationaal Arbeidsbureau niet gewenscht en, als lei dende lot groot verschil van meening, moge lijk. Inderdaad, gaat men in een andere richting; ontwerpt men een overeenkomst mol dwingende bepaling, of een aanbeve ling, die do leden van cle arbeidsorganisa tie geen vrijheid meer laat voor het telde zen stelsel, dan is do kans op verwerping van een dergelijk voorstel groot. Intusschon is de ondergrond van do aan beveling, door het Arbeidsbureau te Ge nève voorgesteld, merkwaardig. Vooral in dezen tijd en tegenover degenen, die mee- nen, dat staatsinmenging voor alle kwalen het heilmiddel kan brengen. Het Arbeids bureau wijst op het nut en de noodzakelijk heid van de vrije ontwikkeling van het di rect overleg tisschen werkgevers en werk- Het proces over een foilet-rektnhiy. In de „Daily Telegraph" vinden weeenigo cijfers va nde1 exorbitante toilet-rekeningt van een Haagsche dame bij da foma Straussl en Kaltn aldaar en waaromü'ent zooals wij mededeeldon, in hooger beroep te Londen werd beslist, dat het onbetaalde gedeelte! 6000 va n de 14.000) jniieit kon wee - den teruggevorderd van do executeurs van den Britschele officier, met wien de dame had samengewoond. Op die rekening, loo- pendp over nog geen twee jaar, kwamen voor 25 bontartikefch ter waarde van 9050, 85 costumes voor 3384, 104 paar kousen 106), 41 hceden 14581 en 45 stalleh onderkleed ing 378). On der da bontartikelen was do reeds genoemde! mantel va'n sabelbont, die liet bagatel van 4000 kostte, vorder eon 'ehiilchdta-raaulet van 1000 en een mantel met sabelbont gegarneerd van '1070. Voorts kwamen er nachtponnen op voor van 12 en IS po-nd en ieen peignoir van 26 pond. De lieer DiisturnaJ, die voor do firma ■'optrad, voerde nog aan, dat "het niet op haar weg lag ma to gaan niet welk dool deze kleedingstukkea weiden len geschenke gegeven. In zijn arrest wees Lord jus!ico Banken erop, dat appellanten weigerden te .erken nen dat zij iets anders afwisten omtrent den aard ejn de antecedenten der dame, dan dat zij met kapitein Platt leefde. Doch een aantal employe's dier firma, die als getuige waren gehooid, om de aflevering der garderen te bewijzen, luidden verklaard te weten dat mevr. Victor mei een zoo niet twee zeer beruchte vrouwen omging cn dat dezo alle 'groote, zoo niet de grootste klanten dezer zaak waren. Rel was bun bekend, volgens den rechter, dat dc vrouw bereid was met iederen main le leven, voor geldelijke belooning of giften aan Mee ding eü. juweel enOok diende do aard der geleverde artikelen te woideïr .overwogen en do rechter in 'eerste instantie had uit dien aard afgeleid, dat zij een deel vorm den van het loon der dame en dat kapi tein Platt nie.t haar beschermer zon ge wonden zijn tenzij zij die artikelen kreeg. liet was volgens den rechter in hooger beroep volstrekt onmogelijk oen bepaalden regel vast te leggen voor de gevolgtrek kingen in gevallen als deze, te maken, om dat voor ieder geval die gevolgtrekking van de feiten afhing, maar hier golden volgens dm Lord-justice dezelfde overwe gingen als in l;ct vermelde geval, dat een vordering 'tegen een vrouw van lichte ze den word afgewezen wegens helaling van ee|ir door haar gehuurd rijtuig, „met het dool haar in staat te] stellen een vertoom te maken guhstig voor haai' cvn,zedelijk! doel", gdlijk de rechter in dal pmces het had omschreven. Mitsdien wjeid het beroep verworpen, Faillissementen. U i tg e sju-okqn: N. Stavorinus, koopman, vroeger gewoond hebbende te Lage Zwaluw, thans wonende to Rotterdam. Reclhter-combi.mr. TI. W. B. Thomas; curator: mr. ,T, II. van der Meer. II. L, C. Geene, uitoefenende h'et bankiers- bedrijf, onder do benaming „Limburgsche Bank", te Heerlen, Rechter-comm.dr. Ga- diot; curator: im\ If. Paulussen. Chv. van 'A'ste'u, dein Raag*. Rccldcrcomm. f mr. C M. de ivuypcr; cur.mr. D. v. d. Goot. C. P. Schram, bouwkundige, te, Rijswijk- .Rechter connn.AV. Lunsings Tonckenscu rator: mr. II. P. jA'. Yollmar. Uitgesproken: J. TV. van Straten, caféhouder, Vrees wijk. Rechtcr-coinm.jhr, mr. T. J. de Marecs van Swinderen; curator: mr. P. Kaag, J. A. ltoza, koopman, Andel.' Rechter- comm.: mr. dr. de Menthon Bake; curator; mr. J. Camps. O. Idsenga, koopman en rijwielhersteller, llijlaard. Rechter-comm.mr. "E. baron v. Imhoff; curator: J. Oosterwerff. A. Boiuna, sigarenfabrikant, Leeuwarden. Rcehter-comm. en curator als boven. 'A. Daemen', wonende te Blerick, genu Maasbree, thans verblijvende ie Zeist. Rech ter-comm.mr. Smit; curator: ml;. J. Vrees man, Veiilo. i N. V. Neptunus, reederij', visschcrij, con- serven-iiuïchling, garnalenpellerij, zouLevij' en drogerij, in liquidatie, to Zierikzee. Rech- t er-comm.mr. IV. M, G. Jollescurator mr. II. Polvliet. P. AV. M. Kamphuijs, koopman, Hilver sum'. Rechler-coinm.mr. B. M. do Vos; curator: mr. J. II. Monnik, te Haarlem Moj. D. M. Kphlkamp, AmsLordam. 1 ter-comm.mr. B. SI. de Vos- mr. AV. A. Ubhens. F. X. Kuiler, koopman, Amsleiy m, ReR. ter-comm. en curator als von&r;"*A ,1 AA7. F. Kill it, caféhouder, an: Rechter-comm.: mr. „B. M. do' Ates,^ 1 tor: mr. Pb'. J. Jürgens. tl Vern ie tigd: J. F. van Osselaer, vlasbewerker, Sluis kil, gem. Terneuzen J. Schermer, yee- en rijwielhandelaar, ie Hoogwoud. N. V. Tilburgscbe Kopergieterij cn Ma chinefabriek v.h. Y. B. Smulders, Tilburg. Opgeh'eve n: 11 J. F. Lankester, koopman, Amersfoort. P. iSchftfer en S. Snijders, beiden te Amsterdam. C. Mengelknmp, koopman, RoLterdam. HER 8$ s -t -i Si in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1921 | | pagina 5