I
.1
Bi
na.
Schiedamsche Courant
xxï
tweede blad
IS
ior
Juffrouw Anna Ingleside
zoekt een bezigheid.
Sfeè
•yv»
mm
Vrijdag 25 Novemba 1921. Ho 1883U.
ItfMESXANI).
Minister van Karnoljeek te Washington.
Uit Washington wordt aan do N. R. Ct,
gemeld1
Minister van. Karnebeek was Woensdag
ui-tronoodigd door, do Federal Council of
Churches.Re inleider had gesproken ovei
de Nedeilandsch-Amerlkaanscho geschiede
nis en wcdorzijdsche gevoelens on had ook
gesproken over den Volkenhond.
Minister van Karbeneek bedankte en
wide over den Volkenhond, wetend dat
de openbare meening van Amerika daar
over veuleeld is, bot toch.' te wagen de
meening nit te spreken, dat do beteekenis
van den Bond meer-bestaat in de nood
zakelijkheid en de nuttigheid Van interna
tionale samenwerking, tot zegen van de
menschheid, die de Bond belichaamt, dan
m bepaalde regels van convenant. De mi
nister zei verder, zeker te zijn, dat hel
nut van dergelijke samenwerking onbetwist
baar is en dat de conferentie te Washing
ton een bevestiging "daarvan scheen. De
heer van Kaxnobeek eindigde met do over
tuiging uit te drukken, dat de Volken
bond, nu werkelijkheid zijnde, een zegen-
njken invloed" op do internationale zaken
zou hebben, ofschoon d'o invloed nog aan
bepcikingen onderworpen is.
latte
eren
rmen
naai
|k te
EN.
en
ezoek
30 CO
X
OM.J,
een
3M,
jeike»
Ilct nationaal belang der Vcreeniging
„Ncderlandseh Fabrikaat".
Onderstaand artikel troffen wij aan dn
do zoo juist verschenen aflevering van het
orgaan dezer Vcreeniging
Dezer dagen ontving de redactie van
een onzer leden een brief, waarin het vol
gende voorkomt:
„Geachte Redactie.
Mag ik uw aandacht voor het volgende
flen lid deelde mij zijn voornemen mede
voor N. F. te bedanken.
Ik vroeg hem: waarom.
Rij vond, zeide liij, het eigenlijk dwaas
om lid te zijn vair deze Vereemging. Fa
brikanten moesten hier maar voor zorgen.
Ik wees .hem op het onjuiste ervan,
en dat het doel dor Vcreeniging was be
vordering van nationaal belaug, feitelijk in
hoofdzaak werkverschaffing, zoowel aan
werknemers als werkgevers, dus een hij
uitstek vaderlandsch belang.
Wellicht .wilt u aan dit onderwerp eens
spoedig een redactioneel artikel wijden dat
klinkt als een klok." i
Natuurlijk voldoet de redactie zeer gaarne
aan liet voorstel van het belangstellend'
lid.
Hot is altijd aangenaam als vanuit den
ledenkring belangstelling voor het doel van
do Vcreeniging blijkt en het bewijs wordt
gegeven dat men medeleeft mot de Ver
eemging.
Hoe meer zulks geschiedt, des te krach
tiger kan do Vereoniging haar werkzaam
heden ontplooien en hot is zoo volkomen
waar wat - in het bovenstaand berichtjci
in enkoio woorden wordt gezegd: de Vcr-
I eeniging is geen Fabrïkantenvereoniging, zij
is hot nooit geweest en zij hoopt het
nooit to \yorden, Herhaaldelijk is èn in
woord èn in geschrift liierop gewezen1.
Zou men weibel ijk bij benig doordenken
j kunnen meenen, dat do belangstelling voor
voorwerpen van eigen nijverheid oen uit
sluitend fabrikantenbplang is 1
Bij eenig nadenken is het toch zoo ge-
j makkelijk te begrijpen, dat dit absoluut
piet liet geval is. 1 t
Het zou natuurlijk onzin 'zijn te beweren
dat een /abiikant, wiens producten go-
reede aftrok ruiden, hiervan niet do goede
gevolgen ondervindt, maar evenzeer is hel
onzin te beweren, dat hiermede uitsluitend
het belang van dien ecnon fabrikant is
gemoeid. i
l Maar wat noodig is om. do zaak te
begrijpen, is, dat men het nationaal econo-
pusch leven in zijn geheel overziet
Moot een fabrikant zijn fabriek sluiten
omdat hij geen afzet voor zijn artikelen
vindt, dan slaan zijn arbeiders op s'raat,
evenals zijn kantoorpersoneel, terwijl de
leveranciers, van degenen, die hij hen in
betrekking zijn. hiervan natuurlijk ook direct
do gevolgen ondervinden.
Dit is nu een zeer eenvoudige en popu
laire uiteenzetting, en. wij schrijven dit alleen
hoer opa don niot-begrijper of dengeon, die
maar met het werken van onze Vcreeni
ging wil hegrijpen, zoo kort mogelijk een
indruk te geven van een eerste gevolg
■Van het voorbijgaan-van de Nederlandsche
Nijverheid, De kwosfcio is nalruiriijk veel
ingewikkelder en (Je zaak ryordt met een-
voudiger gemaakt door do omstandigheden
waaronder- wij tegenwoordig leven,
De geheole wereld is immer boheorscht
door de eenvoudige wet van vraag en aan
bod, zoo is het altijd geweest en zal het
altijd wel blijven. t 1 t
Is het zoo moeilijk -to 1 ingrijpen, dat,
wanneer onze eigen nijverheid eenmaal af
doende is genokt, wanneer" de buitenland-
sclio concurrenten geen rekening meerlieb-
ben te houden mot hun Nederlandsche coi-
lega's, do mogelijkheid geenszins is uit
gesloten, dat hetzij van vreemde Rcgoorings-
^egc, hetzij door die buitenlandsclic con
currenten zelve gebruik wordt gemaakt
'Tan den toestand, waarin Nederland is
gebracht? i
Is men dan zoo kort van geheugen, dat
jnen mi al geheel vergoten is, wat de oor-,
jogsjaren ons hebben geleerd? Hebben wij
do nadeelige gevolgen niet geducht onder-
tonden van het feit, dat Nederland zelf
geen zout opleverde, dat de Nederlandsche
steenkool met voldoende was om te voor-
®eu in de nationale behoefte, dat de Ne
derlandsche! bodem niet genoeg graan op-
toverde om ons geheele volk met brood
t° voeden, dat voor artikelen op chemisch
gebied Nederland, zij het niet geheel, dan
toch voor con zeer groot gedeelte afhanke-
Jljk was van de voorwaarden, en bepa
lend bliefde id stellen; en zoo zouden
wij Voort kmmen gaan, maar gelooven,
dat deze korte opsomming voldoende zal
zijn om 'dggorsen die hooren willen, te
doen hooren. Een voorbijgaan van de Ne
derlandsche industrie beteekent eeu totale
verarming van het geheelo land.
Begrijpt men dan waarachtig niöt, dat
gebruikmaken van de aanbiedingen, die tot
ons komen, in den vorm van gezellig er
uitziende, van tal van verlokkende afbeel
dingen voorziene prijscom anten van buiten-
landsche warenhuizen, schade aanbrengen
voor ons land? Een schade, die onbereken
baar is in zijn gevolgen, een schade,
waarlijk niet alleen komend op het hoofd
van den Nederlandschen tabiikant, maar
een schade, die zich uitbreidt als een 'olie
vlek on steeds grooter afmetingen zal aan
nemen.
Het behoort dus voorzeker tot de taak
van een onpartijdig lichaam, om de be
langstelling voor de voortbrengselen van
do vaderlandsche nijverheid op te wekken,
maar hiernaast staat, dat oen tweede nood-
- zakelijkheid is de vinger te leggen op
wondo plekken en als het geval zich voor
doet dat een Nederlandsche fabrikant mis
bruik maakt van do omstandigheden, zijn
afnemers ringeloort en zijn verbruikers
bocht levert, inplants van behoorlijke waar,
dan moet dat zelfde onpartijdige lichaam
do kracht hebben om tegen zulke uitwas
sen op te komen, en het was ten dcele als
gevolg van klachten, geuit door den tas
schenhandel, dat het Bestuur van de Vcr
eeniging „Nederlandsch Fabrikaat" in het
najaar van 1918, een onderzoek instelde
naar de vorstandhouding tusschen den Ne-
deilandschen fabrikant en den Nederland
schen wedorverkooper Hot resultaat van
dit onderzoek en wat daarvan het gevolg
is destijds opgenomen m de Jaar-
was,
beursaLlevering van het orgaan onzer Vcr
eeniging in 1918, onder den titel „Een
scheidsgerecht voor geschillen tusschen Ne-
deilandsche fabrikanten en handelaren".
Maar overigens is er voor oen onpar
tijdig lichaam zoo ontzettend veel te doen
om voikeerde meedingen, „het elkaar niet
goed hcgTijpen", enz., weg te nemen.
Uit den aard der zaak zijn zulke ge
vallen gewoonlijk niet geschikt om alge
meen bekend le maken, maar wel kunnen
wij verklaren, dat het (menigmaal gelukt is jn
zulk soort gevallen, met zeer gunstig ge
volg op to troden, zoowel ten bate van
producent als van verbruiker,
Het bevorderen van don verkoop van
Nederlandsche artikelen is geen eenzijdig
fabrikantenbelang, bij een gezonde ont
wikkeling" van dit beginsel zijn zoowel fa
brikant als tusschenhandelaar en verbrui
ker gebaat en dit wederzijds belang kan
en dit zal toch door niemand kunnen
worden tegengesproken het best wouden
gediend door een onpartijdig lichaam.
Wil een land zijn nationale onafhanke
lijkheid bewaren, dan is liet een eerste
vereischle, dat hot zorgt baas te zijn èn
baas te blijven in eigen huis, en afhan
kelijkheid van het buitenland zal steeds
grooter afmetingen aannemen, indien: tegen
zulk een afhankelijkheid niet wordt g<>
streden zooveel zulks mogelijk is.
Én als men hiervan as overtuigd, dan
begrijpt men ook al heel gemakkelijk, dat
het bevorderen van do belangstelling in de
vadeilandscho industrie is een algemeen
nationaal belang.
Wie op hot ondgnyerp dieper Wenseht
in te gaan, zij oen herlezing van het ar
tikel „Nationale onafhankelijkheid der nij
verheid", kan tie band van Professor Ir.
J. P. do Vaoijs, opgenomen in de afleve
ring van 3Q Februari 192Q, van bet or
gaan onzer Vcreeniging, ten slotte ten zeer
ste aanbevolen.
Hij trachtte een gesprek te beginnei*
en kteek me zoo strak aan, dat ik toegafi
Wij spraken af voor dielns volgenden dagj
En toen wandelden we langs dan vijver,
waarhij .hij over het weer, over romans, on
poëzie praatte. i
Pas na langen tijd sprak hij ovdr trou
wen: Ik zei hem, dat ik' al verloofd was,
toen vroeg hij of hij toch mijn kameraad
mocht blijven. Nadat ik mijn verloving hadi
afgebroken heb ik hem aan mijn moedeij
voorgesteld, waarbij hij zich zoo aardig wisfi
voor te doem, dat zij dadelijk toestemde. O pi
Paschen zou die verloving plaats hebben,
maar hij kwam niet ten schreef een brief
met verontschuldigingen. Later kwam hij
toch terug ten tegen den zin van mijn moe
der hervatte ik onzen omgang. En op zo»
kenetn dag !nam hij me mee naar zijn huis on
herhaalde zijn aanzoek. Zijn hoelo huis
stond vol bloemeln. 1
De getuige is stoeds zenuwachtiger ge
worden en barst nu in snikken uit,
Toen gaf hij mij mijn verlovingsring.
En nu worden de herinneringen Kaar
weer te machtig. Hot" verh'oor wordt ge
schorst. Na cenigen tijd komt zij opnieuw
voor. i
Ik dacht nog telkens aan mijn eerstim
verloofde. Maar Guillet drong zoo aan, dat
ik eindelijk toegaf; ik hen mot hem samen
gaan' wonen. Verscheiden malen ben ik mee
geweest naar Gambais. Alles maakte daar
een gunstigen indruk.
Nooit heb is er iets van een bijzonderen,
aanvoer van kolen gemerkt Ook nooit van
eenïge bijzondere lucht
Op een vraag van de Moro Giafferi zegt
zijini het Kuis dikwijls te hebben gekookt
Zij beeft b'ot fornuis verschillende taaien uit
gehaald, maar in de asch nooit beenderen
of iets bijZonder-s gevonden, nooit tot op
den dag van Landnx's arrestatie 'heeft zij
eenigo verdenking tegen hem gehad.
Na dit verhoor komen do medische des
kundigen. Pr. Vailon heeft Landru in 1904
onderzocht en plaatste Landru 'toen op
do grens van krankzinnig" ->d. Zijn toe
rekenbaarheid was iets veaminderd.
Verschillende taaien ini zijn leven bad
hij aanvallen gehad van gedeeltelijke ver
lamming. Hij 'lijdt eenigszins aan lypéma-
nie (zwaarmoedigheid.;
Dr. Roepies do Fursac heeft bij 'den' be
klaagde 'geen spoor van eonige psychose
ontdekt, evenmin als dr. Roubinovitch.
Landru waagt vervolgens het woord.
Ik dank de deskundigen voor bun
rappoit Een normaal mensch pleegt geen
elf m°orden, dat doet alleen een gek. "Heb
ik bet gedaan, dan ben 'ik gek, ben ik
niet gek, dan heb' 'ik het niet' gedaan. U
kimt me dus niet straffen.
Ten .slotte weiden Landiu's geldmidde-
Ja, heuscE Luister Maar. Ik héb op
een advertentie geschreven.
Geschreven al?'1 i 1
Ja. U zei immers, dat eUco vrouw in
haar levensonderhoud moest kunnen voor
zien? Luister maar."
„Aan hen, die van honden houden.
Een gezellig en smaakvol tehuis wordt
aangeboden aan een dame, die helpen wil
in het verzorgen van rashonden met een
stamboom. Te schrijven onder no. 20, aan
het bureau van dit blad.'-
En,"- vroeg mr. Ingleside, „wat heeft
dat te maken met het verdienen van je
eigen geld? Er staat heelemaal niets in
van salaris of zoo.'1
[Maar ik zon u toch veel minder kosten
aan inwoning en eten," zei Anna. i
,11eb ik dat dan gewaagd?" vroeg mr.
Ingleside, „Je zou bovendien: even goed
hier kunnen komen en mij gezelschap hon
den.'1 i- i
,Dat weet ik heel goed," zei'Anna, „en
ik zou ook veel liever niet van u weggaan.
Maar ik dacht, dat Ji mij graag onafhankelijk
zag en daarom schreef ik op die adverten
tie. Het zou toch best iets heel goeds kun
nen zijn. Het zou b.v. best kunnen zijn, dat
ik iets leerde over bet dresseeren' en op
voeden van honden en dat is tegemvooidig
erg in do mode. Er was op school leen
meisje en haar moeder kleedde zich heele
maal van wat ze verdiende aan de jongen
van haar Fransche poedel. Waarom 'zou
ik ook geen honden dresseeren
[Wat hebben ze je geantwoord?" vioeg
de oude man. -
En Anna vertelde hem, dat no. 20 geant
woord had, dat als mejuffrouw Ingleside
Dinsdag naar Reigate zou wülen komen
met den trein van1 10.15, zij 'aan het sta
tion een geverfden poimy-wagen zou vindon,
die haar naar het gezellig en smaakvol
tehuis zou brengen. i -■
Toen! 't Dinsdag was, trok Anna opge
wekt en vol enthousiasme naar Charting
Cross, vanwaar de trein naar Reigate ver
trok. Daar vond zij den pony-wagen staan
wachten, zoo klein, dat hel wel een muizen
val leek en erin zat een bejaarde dame,
met een hoofd vol gele krullen en naast
haar zat oen dikke Puck.
„U bent zeker juffrouw Ingleside?" vioeg
de dame. i
Anna knikte.
„Ik ben mrs, Bonham-IIervey," zei do
dame. „Komt u er maar in. In een half
uurtje zijn' we er. Ik hoop maar, dat u van
Puck en houdt," ging ze voort. „Hoewel hel
niet zoo heel erg is, want eigenlijk zijn
Pucken toch niet ons genre. Deze" hier is
een engel. Ben je niet, Siegfried?" zei ze
de Puck streelond, die deze liefkozing be
antwoordde door een asthmatisch 'kuchje
Ion behandeld. Da politie meent to hebben f en een wanhopige poging om eenige bewe-
kumien nagaan, dat hij sinds hij in. 1914 j ging ,"te krijgen in zijn krulstaart „Wij
Gemengd Meuws.
Landru.
Het getuigen vei hoor, waarop liet publiek
al zoo lang met verlangen had. gewacht,
hééft plaats gohad. El" zijn twee vrouwen
geweest, die met Landru to Gambais zijn
geweest, en dat hebben overleefd wel
licht zullen zij ook ham overleven ma
dame Falguo en madelle Segrot. De eerste
ls ziek. Uit haar schriftelijke verklaring
blijkt dat Landru tweemaal geld van haai'
ïeeft trachten los te krijgen Vorder heeft
zij in 1918 liet villatja te Gambais bezocht,
waarbij haar vooral het 'keukenfornuis op
viel, wagons de klamheid tui yerband mof
bet fait, dal men er zop goed op koken kon)
Landru had haar toon (gezegd: „0,daaraf
am je.alles branden, wat je maar wilt". Da
advokaat-genieraal vond deze uitlating zoetf
belangrijk, Landru niet, hij zoide daar al
leen mee baloeld to hebben, dat kolen,
anthraeïet, hout, alles oï in brandde. En
ook ons lijVt de beteekenis die de advo
kaat-generaal er aan toekende, lichtelijk)
gezocht. Man lean zich Kot tooneol, zooalsl
hij zich dat vooislelt, zop voorstallen. Laai-
iru, die als da wolf-groqlmoeder tegenover
Roodkapje over zijn tandon, over zijn for-
mus opschept, mtat ee,h duivefechQiii (gbmlucW
op zijn gelaat!
Het fornuis, het griezelige foriibis mep1
moet de couranten mat hita realistische be-
ïCilmjvb'Lgen "van grijnzende hoofden ert
trekkende ledematen maar eens lezen
was als pièce do frósistance op de terecht
zitting aanwezig cm trok haast evenzeer
de belangstelling als madelle Segret.
Deze zou reeds den vorigon dag gehoord!
zijn, maar bleek toen tegen de emotie niet
bestand: zij viel flauw. Thans ging het
beter. Dit meisje scOiijnt "de eenige te hijnl
van wieLaïidru gehouden heeft, tot wie
hij telkens en telkens weer terugkeerde.
En zij, ze bbjkt geheel onder zijn invloed
en buitengewoon aan hem gehecht te zijn
geweest.
Hier volg-ön eenigo fragmenten uit haat
getuigenis
Ik heb hem leereii können in de tram,
waarin hij voor me opstond toeli 't voll
was. i
Dcztó verklaring zal velen heeren woluclit
genoegen doen. Niemand kan nn meer van
hen ieischen, dat zij iu een volle tram voor
.,- tiu, uc vuuinaoiuou, hm» „-j— een dame op zullen slaan om dan dadelijk
Ijnjjen, welke het buitenalnd aan Neder- vau, Bandm-neigingon verdacht te werden.
uit de gevangenis is ontslagen, niets door
cenigen handel heeft verdiend. Maar Lan
dru zegt, 10.000 fr. van de erfenis van'
zijn ,vader to hebben gehad en 20 000 van
een oplichting en Moro Giafferi voegt darir-
aan toe, dat zulks uit een ambtelijk ge
vangenisrapport blijkt.
Naar 't Engelscli vau
E'. V. LUCAS. i
Door T, de R.
Er was niet heel veel tijd voor noodig
geweest voordat Anna begreep, dat' het
eenige, wat haar vader van haar vei langde
was om alleen te worden gelaten, opdait
hij kalm en rustig zijn gang zou kunnen
gaan, Eu toon mr. Ingleside op een mor
gen aan het ontbijt vroeg, of ze er niet
overdacht eon of ander werk onder Landen
te nemen, trof dat voorstel haar jiiet on
voorbereid,
„Ik verlang niet meer geld dan ik al
heb," zei hij, „maar liet is altijd goed
voor een mensch iets te doen' en geld te
verdienen, jlet geeft je een onafhankelijk
gevoel." i
„Ik gou het heerlijk vinden, als jk Werk
kon vinden," zei "Anna f
„Wel," zei mr. Ingleside, ,jwat ken ie
alzoo? Kun je zingen:?"
Anna zei, dat ze niet zingen kon.
„Kun je goed genoeg piano spelen pm
als een „professional" ,te spelen?"
Anna lachte.
„Kun je comedie spélen?"
„Voor niets ter wereld," zei Anna,- zou
ze kunnen cornediespelen,
„Kun je op bloote voeten dansen?"
Weer moest Anna lachen.
„Kun je schilderen?"
Anna icon niet schilderen, alweer voor
niets ter wereld.
„Verlang je er naar te kunnen schrij
ven?" i i
„0 noen, dat deed ze heoletaaal niei
„Nu," ze'i mr. Ingleside, „dan vind ik
je een abnormale vrouw. Een vrouw, die
er niet eens naar verlangt te schrijven.
Het-is ongeloofelijk. Maar," voegde hij er
zuchtend aan toe, „nu weet ik ook niets
meer op te noemen. Ik heb mezelf uitgeput
met het opnoemen van al die kunsten.
Nu zullen we eens gaan denken over de
lagere soorten van arbeid, die voor vrou
wen openstaan. Kun je hoeden opmaken?
tAlnna yoelde absoluut niets voor het
opmaken van hoeden.
„Kun je nieuwe modes uitvinden?"
Anna wou dat heelemaal niet doen.
„Kun je les geven?" i
Anna rilde. 1
„Kun je oude dames voorlezen?"
Anna dacht van niet,
„Je bent erg geborneerd," zei haak
vader. „Ik heb, geloof ik, mijn geld voor
je opvoeding op die kostschool weggegooid.
Je kunt zelfs niet chauffeeren? Dat wordt
tegenwoordig ook door vrouwen gedaan. Ik
zal er nu maar verder niet over praten
en als je iets op het oog mocht hebben,
hoer ik er wel van."
„Vader,"'zei Anna, een paar dagen later,
„ik geloof, dat ik een baantje week"
„Onzin," zei mr. Ingleside, i i
hebben hoofdzakelijk," ging de oude dame
voort, „Schippertjes en Yorkshire terriers.
Majoor Bonham-IIervey, mijn echtgenoot,
zegt dat ze insecten zijn' en absoluut geen
honden, maar dat is een wiste aardigheid
van hem. Ze zijn werkelijk schatten en
mijn zuster en ik zijn: er dol op."
Voor oen wit Lek hielden ze stil. Anna
deed het open en ze volgden den weg,
die hen voer oen klein huis bracht, dat
ééns wit was geweest Boven op hot bor
desje zat in een soort dek-stoel èen he-
jaaid uitziend man, mot een opgewonden,
rood gezicht en een zware, grijze snor
zijn krant te lezen. i
„Renton," zei des dame, „dit is "nu juf
frouw Ingleside." i
De majoor bromde wat in zijn haard,
wat wel een goeden morgen kon hebben
beteekend. i
„Hc hoop, 'dat u het hier prettig zuil
vinden," gromde de majoor, „ik vind het
allerminst. Hoort n ze wel? Het lijkt meer
op insecten-gezoem dan op hondengeblaf.
Mijn voorstelling van een hond is een
groote bloedhond of een Deensche dog.
Insecten baJi." i i
.Mag ik ze eöns gaan zien?" vroeg
Anna.
-„Niemand "zal n weerhouden," gromde
de majoor, „maar als ik u was, zou ik
dat maar zoo lang mogelijk "uitstellen."
„Maar waarom houdt u ze dan, als
u ze zoo vreeselijk vindt," vroeg Anna.
met het gebrek aan tact, eigen aan haar
jaren en wezen. i
De majoor werd vuuürood. t
„Omdat dit een vervloekt ondankbaar
land is," zei hij. „Een troep gemeene hon
den. Omdat ik wel moet hij-verdienen bjj
dit eHendige pensioen. Dahrom, begrijpt u,
d.iirom. Denkt u, dat ik anders hier zou
zijn gaan wonen?" 'In deze wildernis? Ik
niet. Maar al die hondjes, dat is voordeelig
en mijn vrouw is er verduiveld knap in.
Speelt u bridge?"
De laatste vraag kwam zoo onverwacht
en sloeg zoo weinig op het voorgaande;
dat Anna niet dadelijk in staat was te
antwoorden. f
'„Speelt u bridge," herhaalde de majooT
nn ongeduldig. i
„Neen, alleen bezique," antwoordde ze.
„Bezique,'- mopperde hij. „Daar heb ik
dan niet veel aan. En ik had nog zoo
gezegd ook bridgq in de advertentie te zet
ten, Idioten. Er gebeurt ook nooit iets,
zooals ik het wil. Denkt u, dat 'u het gauw
zoudt-kunnen loeren?"
„Dat denk ik wel," zei Anna.
Hij scheen' wat op te fleuren, „'s Avonds
is hier nooit wat te doen," legde liij uit'.
In de huiskamer, waar ze lunchten,
merkte Anna overal het geldgebrek op en
alles wees op voortdurend gomis aan op
gewektheid, die een gevolg is van aarihou
dende geldzorgen. Ieder keer, dat de deur
open ging, trippelden nieuwe honden maar
binnen. Onder den maaltijd hoorde Anna
wat haar plichten zouden zijn. Miss Anstru-
ther, de zuster van mrs. Bonham-Bervey,
had "jaren lang voor de honden gezorgd.
0,Honden, noem je ze?" viel de majoor
in de rede. „Ik noem ze altijd insecten,
juffrouw Ingleside. Mijn voorstelling van
een hond is een bloedhond of pen Deensche
dog."; Maar ze was niet sterk genoeg meer
om do vermoeienis van hot heen en weer
reizen met de honden naar tentoonstellingen
te kunnen verdragen en daaïom moest
Mrs. Bonham-Herve'y's zuster, die even dik
was en oven geel haar had als haar zuster,
maar alleen ouder en minder sterk was,
vertelde mee. „Het was een allerheerlijkst;
leven," zei ze. „Ze waren zoo allerliefst,;
dio diertjes. Haar hart brak als ze eraan
dacht, het to moeien opgeven." En zo zette
haar kopje neer, nam de dikke Puck togen
zich aan en omhelsde liet dier. Toen kustto
zo nog drio andere honden.
„Je hadt'juEErouw Ingleside wel een sma
kelijker maaltijd mogen voorzetten," bromde
do majoor. „Ik zag den slager toch aan
de deur vanmorgen?"-
Mrs. Bonham-IIervey legde uit, dat de
slager er alleen was geweest om wat afval
voor Iseult to brengen, die op het punt
was do huishouding met eenige jongen
te verrijken en daarom door den veearts
krachtig voedsel was voorgeschreven!
„Arme Iseult," zuchtte ze.
„Ja," zuchtte de zuster. T,Arme Iseult.
De liefste hond, dio er ooit geleefd heeft,
juffrouw Ingleside, en de vriendelijkste van
allo moeders."
„Juffrouw Ingleside," snauwde de majoor,-
„volgens mijn meening is Iseult het meest
onmogelijke beest, dat op vior pooten rond
loopt. Een' Yorkshire terrier heet het, maar,
het is een insect. Een mug, een muskiet
Heeft niets mot een hond te maken,'1
„Mijn man maakt maar aldoor grapjes,'!
zei mts. Bonham-Hervoy. „'Altijd maar grapM
jes. Hij noemt onze houden altijd insecten.
En alleen maar, omdat hij er eigenlijk nooit)
notitie van neemt, juffrouw Ingleside. Je|
moet een hond winnen net als een menscliei
lijk wezen. Hij verwacht, dat alle hotuden)
maar inodns op hot eerste gezicht van hem!
zullen houden en als ze dat niet doen, is
hij hoos op ze Maar wacht maar tot er jon
gen zijn, dan is hij blij genoeg." i
Misschien werd 'de majoor lichtelijk ont
roerd door da herinnering aan hot noodig^
geld, door don verkoop van de honden-»
jongen, in liuis gebracht. (Althans was zün
toon iets minder hard, toen hij haar üd
verdere bizonderhedon van het fokken den
honden trachtte uit te leggen.
„En hu," vroeg mrs. (Bonkam-Hcrvey, toen
het maal was afgdoopen en de majoor zijn!
pijp had aangestoken en hen verlaten had,
„wat denkt u etr nu van? Gevoelt u lust
bij ons te komen? U zoudt als onze ab-
soluut-gelijkte worden behandeld; u zoudt
uw eigen kamer hebben; en de onkosten:
die u mocht makem, wanneer u naar fen-
toonslellmgem rosden, zouden natuurlijk
worden vergoed." 1
„En zou ik dan geen salaris ontvangen?"
vroeg 'Ahna. 1
„Neen, dat niet. Iemand, did geld noodig
heeft kunnen we n,-ot gebruiken. We bieden,
een gezellig thuis aaïi len een bezigheid,'
die buitengewoon inlonecsant is."
„Ik denk locb r iet, dat het heelemaal!
is, wat u bcdodde," zei Anna, begrijpend)
dat alleen eoilijkhoid haar redden, kon I
„En waarom niet?" vroeg mrs Bonham-"
Ilervoy scherp.
„Ik deuk, dat ik Liter niet gelukkig zou
kunnen zijn," zei Anna. „Ik houd niet van
het buitenleven cm niet van dit soort hon
den. Ik houd alleen van groote honden. Eni
bovendiein is hieraan geen salaris verhon
den. Ik ga hut van Huis, tenzij ik iets zou
kunnen verdienen."
„Denk er hog eens ovter," zei mrs. Bon-
ham-IIervay U ziet het niet goed in. Ik zeg
het voor uw bestwil. Ik mag u graag. U
zoudt 7,oo goed liwar bobben gepast. Mijn)
echtgenoot mocht u ook giaag. Dat zag ik
dadelijk. Hij is anders zelden zoo vriendelijk)
legen vreemden. Merkte je wel," dit tegen!
haar zuster, „hoe vriendelijk Ronton tegen
juffrouw Ingleside was?" I
voor eon. plaatsvervangster worden getergd.[gevraagd
„Ja," antwoordde deze „En donk boven
dien eens hoeveel u zien zoudt op al cüej
reizen naar tentoonstellingen. En al de pret
tige dingen daaraan verbonden 1 Soms koml)
de Koninginlll |en de deftigste mensclien
doen soms mee. Onze lieve Sigurd, die al
achttien eerste prijzen heeft gewonnen"
hera Sigurd en ze nam een klein schoot
hondje op ten drukte het tegen zich aan
„had op eten tentoonstelling een hokje vlak)
naast het Puckje van prinses Schwallcnsteini
en zij ten ik werden werkelijk goeie vrien
den. Soms krijgt mteu alleraardigste kennis
sen alleen al door de honden. Herinner je
je nog. Elleto, hoe vriendelijk de gravin was,
toon ze onze Iseult noodig had als klein
vrouwtje voor haar kleinen. Kitchener? Ik)
zeg u, dat ik altijd met hel grootste ver
langen uitziel naar die tentoonstellingen. Ik
heb |cr zooveel vrienden gemaakt! U hoeft)
mijn haam maar te noemen -en dadelijk
bent u in diö besle kringen daar. Ileusch,
juffrouw Ingleside, het is in uw eigen na-
deel als u dozen werkkring niot aanneemt.
Denk toch aan al de introducties, die ik)
ji zou kunnen geven!"
Maar het gelukte Anna toch eindelijk aan
de beide dames te verzekeren, dat ze niet
hierin liaar levenstaak kon zien, en vanaf
dat oogenblik verdween hun belangstelling
in liaar geheel. 1
„Het spijt me," zei mrs. Bonham-IIervey
„klaar er is vanmiddag niemand om u naar
hel station te rijden. Mijn man en ik moeten
een bezoek maken en onze koetsier is ziek.
De beste trom zal die van vijf uur zijn."
Anna kwam den majoor ieen minuut of
tien voorbij liet huis tegen.
„En?" vroeg hij. „Blijf u hij ons?" t
Anna vertelde hem, dat ze naar huis ging.-
Ilij zei, dat het hem speet. „Als ik had
geweten, dat u wegging, had ik u evcnl
met hst karretje weggebracht. 'Als n nu
even doorloopt, ga iknaai' huis terug omj
den pony in fa spannen en dan haal ik u
wel m. Ik heb toch nicls le doen vanmid
dag." I
„O zekeir, hebt u dat," lachte 'Ahna,_ „U
hebt met uw vrouw ergens een visite' té
maken." I
„Zei za dat?" zuchtte Üe majoor. „God.,
God wat zijn Üie vrouwen toch süm." i
„En ik heb haast (èfa moet verder," zei
Anna en haastte zich naar het station. 1
Ze liep flink door, gelukkig in het'bézit
van baar vrijheid ten ook gelukkig, omdat'
ze zooals het een goede dochter betaamt,
eetn grappig verhaal zou< hebban te vertel
len aan tafel! Meer; yepl, yooxioopig nM
<mLTS5immti3at
MM
UW
-24,
2 80
I*.
it
1 i_t_.__i? _Jn Ahkavi n/w\Mfrn1r/ilnlr mrtna LJ ahHa