[Da kieine postillon d amour
Vereeniging op Nederlandsche exportarti
kelen, van groot belang is.
In de bijdrage „De NederlaiwHuic "Win
kelier en het Aederlandsch fabrikaat", wor-
den o. a. de verrichtingen van de bureaux
van advies besproken. De nadmk wordt
in deze bijdrage er op gelegd, dat het
van zoo groot belang is, met de midden
standers contact le zoeken.
De belangrijke serie „Eemge gegevens
over vakonderwijs", omvat ditmaal een
uiteeneztting omtrent de Hoogere Vakscho
len. Doze serie is in het hijzonder van
belang voor hen. die in verband met hun
beroepskeuze, een besluit moeten nemen
welk onderwijs zij na het beeindigen van
de gewone schoolopleiding moeten volgen.
In „Onder een geurige sigaar", wordt
op onderhoudende wijze verteld op welke
wijze een sigaar wordt vervaardigd.
In de bijdrage „Macbinalisatie" toont de
schrijver, dc heer G. de Clercq, de voor
deden aan van het machinalisecren van
het bedrijf terwijl wij tenslotte nog moe
ten vermelden de als steeds zoo belang
wekkende rubrieken „Van alles wat" en
„Van en voor de Vrouw".
Kerk en SchooL
•Xed. Herv. Kerk.
3edankt voor het beroep te War
mond ds. J. F. Rooth te Sloten (Fr|.); te
Montfoort (toez.) ds. 11. J. van Schuppen
te Groot-Ammers.
Opvolger re» prof B Uctr.-i.
Uit Leiden wordt gemeld:
!3ii| informatie naar het bericht van Aneta
is ons gebleken, dat inderdaad prof. dr. J.
Clay te Bandoeng is aangezocht voor de
leerstoel in de wijsbegeerte aan de universi
teit hier ter stede, als opvolger van prof.
iBtolland. Men maakt ons echter opmerk
zaam, dat als regel de voordracht uit drie
personen bestaat.
Swvrt.
Uit het wedstrijdprogramma voor a. s.|
Zondag.
Kam pi o ens-wedstxijden
Breda: N.A.C-Tte Quick.
Westelijke Afdeeling.
le. Klasse.
Haarlem: Haarlem3'auw Wit.
RotterdamV.-G.C.Ajax.
AmsterdamV.V.A.1H '3.3.
Den Haag: H.V.V.Feijeaoord.
Overgangsklasse.
Hilversum't GooiFxcelsior.
Den Haag: QuickA.D.O.
V.U.C.—D.E.C.
Amsterdam: A.F.C.Stormvogels.
Reserve le Klasse 3.
Schiedam: iBJD.V.S. 2—V.O.C 2.
Rotterdam: Sparta 2S.V.V. 2.
2e klasse C.
Vlaardingen: FortunaR.H.C.
i 3e Klasse E.
Dordrecht: Sport en StrijdSchiedam.
Reserve 2e Klasse C.
Schiedam: IH.-D.V.S. 3—D.H.C 2.
Korfbal.
tOm den Maasstadbeker.
Morgenmiddag heeft op het Schuttersveld
te Rotterdam de wedstrijd plaats om den
Maasstadbeker tusschen een Rot'erdamsch
en een Amsterdamsch 'twaalftal. Het Rot-
terdamsebe 12-tal is aldus samengesteld.
J. van Driel, aanvoerder; R. Go-emans
en mej. B. Laarhuis (Rozenburg) en mej. D.
Vijfwinkel (O.S.C.R.j; J. Mazure (Velox). J.
Dekker en mej. Adr. van Ankum (O.S.C.R.J
en mej. R. Zeef (Telox); A. Hoil, P. Ver
meulen en de dames F. Dekker en E. den
Ottolander (O. S. C. R.J.
De wedstrijd, die om 2 uur begint, staat
onder leiding van den heer S. A. Wilson.
Faillissementen,
Uitgesproken:
L. Scbaafsma, huisschilder en bande
laar in verfwaren. Heikel en Schaft. Rech-
ter-comm jhr, mr. E. van Meeuwen; cu
rator: mr. II. P. Loeff, 's-llertogenboscli.
L kauwenberg, slager. Heerlen, llech-
ter-cumm, dr. Gadiot; curator: mr. R.
Vrijens, Maastricht.
J. ter Mijtelon. koopman, Enschedé. Rech-
ter-couim. mr. A. C. Loendertz; curator:-
mr. J. P. J. Gewin, Enschedé.
P. Kliphuis, Groningen. Reclïter-comm.
mr. C. 'R. Lobman; curator: mr. S. K.
de Waard, Groningen.
P. L. Tu. Bigot, Dussum. Recliter-comm
mr. P. van Regteren Altena; curator: mr.
Th. F. Boerlage.
D. Hessels, Amsterdam. Rechter-eomm. -.
uu\ P. van Regteren Altena: curator: mr
E. van Bolhuis.
W. Jansen, kousenfabrikant, te Utrecht
Reehter-comm.mr. M. E Havelaar; cu
rator: mr. J. W. Flieringa, Utrecht.
W. Vrijland t, landman, Winkel. Rech-
cotnm.mr. A. Maclaino Pont; curator:
mr. P. Tideman, Haarlem.
J. Kuijper, koopman, Hdlegom. Rechter-
ter-comm.mr. X. Muller; curator: mr.
H. D. A. v. Reenen, Alkmaar.
P. L. Wage, husivrouw van AI. Abben
broek, koopvrouw, 'Middelburg. Rechter
ccmm.mr. P. J. van Bortel, curator: mr.
I. F. van Deiase, Aliddclburg.
Handelsvennootschap ouder de firma L.
van den Boer en Co., gevestigd geweest
te Tilburg, thans in liquidatie en tiaar hoof
deiijk aansprakelijke vennooten P. H. F j
X. van de Laar en Willemen, Tilburg. Rech
ter-comm.: nrr. J. E. Hoekstra; curator:
mr. G. E Passtoors, Tilburg.
K. G. Kuiper, schilder en koopman, Stads
kanaal. Reehter-comm.: mr.
curator, mr. P. de Groot, Winschoten.
Th. de Koe, veehouder, flaskerwijken
Rechter-comm.mr, J. J. E. Boscldoo;
curator: mr. T. Taconis. Hecrenveen.
J. E. Alinne Jr., handelsbediende, te
Amsterdam. Rechter-comm. en curator als
voren.
(Hadruk verboden).
Als Petertje hoos werd, donkerden zich
zijn grijze oogen en drongen tranen naar
de zware, zwarte wimpers. Wu was liij
razend. Zijn -automobielije was tegen een
I boorn opgereden, het voorwiel verbogen,
I en zijn handje gekwetst.
„Dat lamme ding ook P'gromde liij, ter-
j wijl hij er naar trapte. Rukkend probcer-
|de hij de kar weer recht te krijgen, maar
j met 't bloedende vingertje lukte dit slecht.
Zóó vond hem Lady Linda.
„Peter! Petertje!" riep ze verschrikt,
„kaïn eens gauw met me mee."
Peter, hel karretje in den steek latend,
liep dadelijk op 'n holletje achter de
j pleegzuster aan, het groote huis in, de
j koele hall binnen.
,Kind, hier met je handje- Ik zal Ur
'n verbandje om leggen, nu zorgen dat
Ier geen" stof in komt. Heeft het erge pijn
1 gedaan
Peter schudde van noen, opeens heel
trotsch met het verband.
.Zou Jack, de Reuzen-dooder, 't naar
[vinden?" vroeg hij.
„Natuurlijk", antwoordde de zuster, „wij
vinden het allemaal naar als Peter zich
pijn doet."
Zij nam hem even op schoot en kuste
zijn hef. blond kopje.
„Wat is hij al lang weg, vindt u niet?"
Sesseiagd Nieuws,
De grasoogst
Ai en meldt uit Kampen:
De laatste partijen Kamper-edander-hboi
werden deze week verhandeld voor 50 tot
55 gulden per 500 K.G. Wanneer niet spoe
dig regen en warmte komt, bestaat er groote
kans, dat de grasoogst volkomen mislukt.
Hoog water.
Men meldt uit Tiel:
De waterstand van de Waal is zoo ver
gedaald, dat de gierpont wel er dienst kan
doen.
De soaking der Scheveningsche visyJws
Woensdagmiddag omstreeks kwart voor
4 had zich een menigte visschers verza
meld aan de haven te Scheveningên bij het
uitvaren van den logger „Hoogerheide". De
visschers, die het uitvaren wilden beletten,
namen daarbij een dreigende houding aan.
Zij voldeden niet aan een bevel der politie
om uiteen te gaan en moesten tenslotte
met gebruik van den wapenstok verdreven
worden.
Onzichtbare en geruischlooze
vliegtuigen.
De Engelsch'e bladen melden, dat er in
het geheim proeven worden genomen met
vliegtuigen, die zoo goed als onzichtbaar
en geruischloos zijn. De onzichtbaarheid
wordt verkregen door het toestel in een
kleur te verven, die maakt, dat het niet
meer tegen de lucht afsteekt. Het geluid
van de schroeven is tot, een minimum
gedempt
Het bombardeervliegtuig van de toekomst
zal feitelijk met te hooren en te zien
zijn voor de menschen -op den beganen
grond.
Jh A. .erika zijn dergelijke proeven gaande
met een toestel, dat in het hijzonder be
stemd is voor aanvallen op oorlogsschepen.
Het eenige bezwaar is nog, dat het onzicht
baar gemaakte vliegtuig een schaduw op
het water werpt, tri aar de vakmensehen
verklaren, dat daar ook verbetering in ge
bracht kan worden en werken nu in hel
geheim aan een inrichting, die de schaduw
zal wegnemen door eon deöectie van de
iich^fralea.
Ja, een bec-i langen tijd. maar hij zal
wel gauw terug komen."
Het knaapje ke.k naar haar op en vroeg:
„Is u blij?"
Lady Lmda gaf geen antwoord, maar
drukte hem inniger tegen zich aan.
Die nare, ouwe boeman ook," mom
pelde hij zacht, ,,"t is zeker die ouwe
boeman, die hem heeft weggezonden."
„Peter," antwoordde de zuster streng.
Peter, zoo mag je meneer Norden niet
noemen, meneer is 'n ouden man, en daar
enboven is bij ziek.'
..En 't is toch 'n boeman," hield Pe
tertje vol, „en ik ben hang voor hem. En
hij heeft .Tack, den Reuzen-dooder, wegge
zonden."
„Ja, dat deed bij. omdat Jack 'n stoute
jongen was en niet wilde dom, wat hem
gezegd werd, evenals jij nu en dan."
„Waarom was .Tack 'n stoute jongen?"
„Dat doet er nu verder niet toe...... Kom.
zal ik je nu gauw 'n sprookje vertellen?
„Ja; 'n sprookje," stemde Poter in, ter
wijl hij zich behagelijk tegen d->- beminde
pleegzuster aanvlijde.
Nadat 't verhaal verteld was. zat hij
geruimen tijd stil. Niet zonder verassing
en verbazing hoorde zij hem op-ens vra
gen
„Waarom was Jack 'n stoute jongen?'
Een schaduw gleed over haar gezicht.
„Omdat hij niet deed wat zijn oom, me
neer Norden, van hem verlangde, daar
om zond zijn oom hem op een verre reis."
„Wanneer komt hij terug?"
„Ik denk de volgende week," en me
teen zette m den jongen op den grond.
„Ik vind 't dol om hem terug te zien,"
zei hij, „en u
„Natuurlijk, ik ook," antwoordde Lady
Linda.
„Nu, dag, ik ga naar mijn kar, dag!"
Alaar bij de deur draaide hij zich nog
even om.
„Jack, de Reuzen-dooder, houdt niet van
juffrouw Parker, maar wel van u".
„Peter, Petertje, zeg toch zulke zotte din
gen niet. Wie heeft je dat nu verteld?"
„Mot-der vertelde 't aan mevrouw Wil
liams
Aleteen vloog hij het huis uit, de trap
pen af, de laan door, terug naar zijn auto
mobieltje. Het ding zag er leelijk uit en
behoefde ernst'g- reparatie, voordat hij er
weer triomfantelijk mee in 'n reuze-vaatt
de straat af en de hoeken om zou zwen
ken, één arm wijd-uitges'.rekt, meteen ver
vaarlijk toeterende.
„Razende Roland", noemden dei buren
km
Nu, mot de machine achter zich aan zvu-
iond, kwam hij thuis.
„Wat is er, hoe kom je aan dat ver
hand?" vroeg zijn moeder bezorgd, ter-
vijl zij tiet handje bekeek.
„Lady Linda deed 't erom, en 't mod
er niet af, heeft ze gezegd."
„Peter, heli je weer op 't buiten van
meneer Norden gespeeld? Je wéét, dat ik
het verboden had, die meneer houdt niet
van lawaai.
„Maar ik hen boel stil geweest on die
laan is de eenige in de buurt, waar je nu
eens goed naar bereden kunt tuffen
en Jack, de Reuzen-dooder, komt de vol
gende week thuisJack houdt niet van
juffrouw Parker, wél moeder?"
Zijn moeder voelde instinctmatig deze
vraag niet als onschuldig.
„Heb je dat ook tegen Lady Linda g-e^
zegd?"
De jongen zag op moeder's gozicht een
uitdrukking, die hij niet heelmin al ver
trouwde.
„Neen", loog hij zacht én rende me
teen weg.
t Was Peter gebleven, dan had hij al
licht weer eon en ander kunnen opvan
gen uit een gesprek van z'n moeder met
een vriendin over wat „men" over de
groote villa met zijn bewoners vertelde
Hce de oude, zieke meneer Norden het
lot van zijn neef, dien hij als zoon had
opgevoed, in een bepaalde richting trachttee
te sturen, door zelf oen vrouw voor hem
te kiezen, waarvoor hij zijn heel aparte
redenen scheen te hebben.
Hoewel het gebabbel nimmer binnen de
muren van de groote villa doordrong, was
I-ady Linda, zooals Peter haar noemde,
jj te p.enter om niet te begrijpen hoe „men"
z.ch met de bewoners bezighield, wat
H. Kuipersj haar danig hinderde.
Eenige dagen na bovengenoemd voorval
riep Lady Linda Peter tot zich en ver
telde hem, dat ze heen zou gaan.
„En komt u nooit meer terug?" vroeg
hij met groote, verwonderde oogen, dia
opheldering zochten in haar droeven blik.
Aleer kon hij niet direct zeggen, hij hé-
greep 't niet.
„Ik kom misschien eens terug om jou
weer te zien."
Hij b'.eef zwijgen, aandachtig naar haaf
opkijkende.
„En zul je me niet vergeten, vent?'
Haar vraag klonk bijna smeekend, maar
nog altijd zei hij niets tot, eindelijk, hij
'iws'i plechtige stem vroeg:
„Wat zal Jack de Reuzen-dooder daar wel
van zeggen?"
Zij drukte hem tegen zich aan, en gaf
geen antwoord.
„U huilt!" constateerde hij, met 'n soort
van aanklacht, terwijl zijn eigen lipje ook
begon te trillen.
„U moet niet weggaan, u moet niet weg
gaan u moet wachten, totdat hij terug
komt."
Bijna geërgerd stampte hij met zijn voet
op den grond.
„Stil, stil, kom nu nog eens gezellig naast
rne, dan vertel ik je voor 't laatst nog *n
sprookje
Er was eens 'n machtig Koning, die leef
de op een groot kasteel dichtbij de zee..."
Peter's oogen droogden zich dadelijk,
maar Lady Linda was niet op dreef; hei:
vertellen vlotte niet, telkens veegde zij tra
nen weg; eindelijk kon zö weer tegen hem
lachen en direct vroeg het kind
..En trouwde de prins met de dochter
van den zwanen-hoeder?"
„Ik weet 't met meer," antwoordde de
pleegzuster onzekir, terwijl er opnieuw1
tranen over haar wangen rolden.
Toen zette ze 't kind op den grond en
nam afscheid; kort daarna reisde ze af.
Prter was naar buiten gemind, den land
weg uit, bij een kromming kon hij den
trein het viaduct zien passeeren.
Hij wuifde met zijn mutsje cn bemerkte
niet een auto, die van d-n amleren kant
aangereden kwam.
„Peter, Piper, Petertje!" hoorde hij op-
uo laatste jaren, maar ik had je zoo graag
getrouwd gezien, en toni je met je studie
klaar was, meende ik den dag aangebro
ken. Alaar je luVldt je afzijdig, tk had j<q
kunnen dreigen met mogelijke onterving;
toch zou dat dwaasheid geweest zijnal
les, waf ik bezit, is voor jou, maar je kent
mijn grooten wonsch en ik wilde je woord
hebben, dat je alles zult doen om dien
wonsch te vervullen. Je moet me niet vra
gen waarom, want dan zou ik mijn beeld
ziel voor je moeten blootleggen en dat te
beter van niet; ik bob 'U geheim al deze
jaren gedragen. Raat ik je alleen bekennen,
dat ik eens 'n lafaard ben geweest, maar
vraag ine niets verder.
Ik dacht, dat je van een ander hit ld,"
vervolgde de oude man; „ik was er niet
zeker van, hoewel ik bang was. Daarom
yvroeg ik je een tijdlang op rjis le gaan
toen de pleegzuster even vóór jo terugkeer,
vertrok, was mijn achterdocht nevestigd
Maar ik heb me vergist, nietwaar? Jé hebt
nooit meer iets van haar vernomen?"
Hij zag den jongeman scherp in de oogen
„Neen," antwoordde Jack rustig.
„Je zoudt, had! je haar edit liefgehad,
trouwens wel 'n middeL bedacht hebben
om haar te zien," zei de heer Norden, ter
wijl er een opluchting in de stem weer-
klonk.
Jade kneep de lippen pijnlijk op elkaar;
do woorden sneden dieper dan de oude
vermoedde.
„Dat is dus alles voorbij; wil je mij dan
nu je woord geven?"
Zijn smeekende stem klonk zwak en hol
stonden de oude oogen.
„Ja", beloofde Jack ferm.
Toen zonk de zieke terug in de kussens
„dank, kmd", hoorde .Tack hem fluistc^n.
Zij zag hém aan met iets vnn m«ia
tijden .in haar blik." s'
„Ik -heb vooi jou, boven
andere
Korten lijd na dit gesprek was Petertje
het groote huis binnengehuppeld met 'n
briefkaart in de knuistjes. Jack tilde ah
gewoonlijk het ventje ïn zijn stevige ar
men omhoog, maar werd gecommandeerd:
„Hier, lezen, 't is van Lady Linda".
Hij las:
„Heeft „de Razende. Roland" nog altijd
een kapotte kar?"
Dat was alles; er was geen adres, al
leen bet postmerk Chicago.
„En kijk nu eens hier de prent", be
val Peter opmeuw.
Jack draaide de kaart om en zag een
teekening van 'n heerlijk, licht park, in
één der hoeken stond: „droomenland".
AIet een pijnlijk lachje gaf hij de brief
kaart 't jongetje terug,
„Is 't niet leuk? en denkt u, dat u er
ook een zult krijgen?"
„Neen, dat -denk ik niet."
„Waarom niet?"
„Omdat ze mij vergeten heeft."
Er kwam 'n eigenaardige, vragende uit
drukking op Peter's gezichtje: maar op
eens werd het ventje weer afgeleid door
een groote bromvlieg, dia hij lachende ach
terna joeg.
vooi jou, boven nlte
mannen, die ik onlmoet lïeb, steeds
meeste sympathie gekoesterd, dat zat' a™
dan de liefde zijn. Wel geloof ik, dat it
anders hen dan de meeste vrouwen en dn
ik nooit heel diep iemand kan liefheb
ben'Maar een ander dan jij js er nootï
in mijn leven geweest, Jack."
Even -aarzelend, vroeg ze daarop
positief:
„Ik .geloof, dat het met jou anders CP
steld .is, niet waar? Ik h'eb dat in je ooeen
gelezen, toen Petertje ons hét sproot;'
vertelde. En nu wil je mij toch' trouwen.
omdat .je een gelofte hebt gedaannf
we nu gelukkig zonden worden?.'. ft
betwijfel het
„Alaar je weet toch; dat ik je heelmae
mag, wij zijn immers samen opgegroefcf
„Ja, dat weet ik; misschien was alles
goed gegaan, als er geen ander tussch'en-
beiide .was gekomen. ATaar zoo iels is niet
te voorkomen."
Zij lei haar handen zacht op zijn schou
ders en keek hem heel ernstig aan:
„Jouw oom heeft eens mijn moeder lief,
gehad, maar hij was een verlegen man en
stelde zijn aanzoek uit. Moeder wachtte
vele jaren, tot eindelijk vader kwam en
met haar trouwde. Dit bracht een onher
stelbaar leed in het leven van je oom. Nie
mand heeft zijn geheim gekend. Nu wil
hij nog van over het graf jouw leven in
een bepaalde richting drijven. Alaar dat is
niet goed, Jack, dat is niet goed
Eenige seconden lang sprak geen van
beiden een woord.
„Eens heeft hij zichzelf een lafaard ge-
noemd in mijn tegenwoordigheid," zei Jack
„maai- ik begreep niet, waarop dit sloeg."
„Ik hoop, dat je dat nooit van jezelf
zult behoeven te zeggen."
„O, maar dat is alles voorbij," riep Ui;
uit, bijna boos„praat daar niet meer over.
Ik heb mijn toekomstplannen gemaakt Zou
je me dan voor zoo trouwloos houden?"
Hij zag van haar weg, en zij lei zacht
haar hand op zijn arm.
„Jij weet best, dat je haar liefhebt, Jack.
Er zal een dag komen, dat je haar terug
zult zien. Het lot beschikt soms atdus. Ver
tel haar dan alles. Het zou voor jou droef
heid beteekenc-n, een huwelijk met mij. Ik
zou dat niet willen, onmogelijk."
eens en meteen was hij omboog gelieven
en lag hij in de sterke armen van zijn
dierbaren vriend Jack
„Kerel, ik kan je bijna niet "nicer tillen,
en hoe gaat 't met den „Rasenden Ro
land?"
Peter kon niet dadelijk sproken, hij juichte
van de pret.
„Mijn kar is kapot," vertelde hij, ter
wijl hij zich tiet meenemen in de auto. Maar
toon hij er miss Parker in zag zitten, die
hem vriendelijk toeknikte, kon hij opeens
moeilijk verder vertellen en werd hij ver
legen.
Toen zij het groote huis naderden, zat
de oude roeneer Norden op do veranda en
naasl hem ontdekte Jack een vreemde, in
't wit-gekleede gedaante. Hij werd stil en
nadat hij met miss Parker even naar binnen
gegaan was, liep hij ijlings terug naar de
auto en vroeg snel aan 't ventje., of Lady
Linda vertrokken was.
„Ja," antwoordde het kind verdrietig, „en
ik zei haai- nog, dat zij op u moest
wachten."
Jack keek hem vreamd aan, wat 't kind
deed vragen, of hij verdriet had.
„Heel erg, vent. En zei ze ook "waai- ze
heenging?"
Neen, alleen heel ver weg. Afaar ze
komt weieens terug om mij te zien," en.
bij deze woorden kesk bij trotsch naar zijn
afgod op.
Peten, als ze komt, of als ze schrijft,
wil j© mij dat komen vertellen? direct?"
Peter beloofde 't en huppelde wonderlijk
gestemd, terug naar huis.
Maar weken, maanden, gingen zonder
nieuws voorbij. De wond in Peter's ha.dje
was spoedig genezen, maar nicit in dat van
zijn vriend Jack.
Toen de winter aanbrak, voelde de oude
meneer Norden zijn krachten sterk vermin
deren en op 'n avond riep bij Jack brj
zijn bed.
„Ik zal 't niet lang meer maker, jongen,
maar ik zou zoo graag rustig widen ster-[reeds geweten, dat ik met" jou zou trou
ven, en jij weet hoe jij mij dien zegen wen. Nadat moeder was gestorven en mijn
Peter leerde in die dagen een andere
dame kennen, die hem echter zijn Lady
Linda nooit deed vergeten.
Miss Parker werd n.L een geregelde be
zoekster van de groote villa; zij was heel
mooi, maar haar oogen stonden koel. Peter
had een heimelijke angst voor haar, hoe
wel hij die trachtte te verbergen, t
„U kent zeker geen sprookjes, zooals
Lady Linda, wel?" vroeg hij eens.
..Neen," stemde zie toe, met zekere h-
scbreomdJieid. „Lady Linda moet wel een
buitengewoon iemand gewéest zijn."
Zij zaten met Jack blij liet vuur; de
schemering viel en stil keken ze naar de
grillige vuurtongetjes in den haard.
Opeens vroeg Peter:
„Gelooft u, dat de dochter van ,den
zwanenboeder gelukkig werd?"
„Ik weet hét niet, hoor, vertel mij maar
eens, wie zo was," zei Jack.
„Nu, er %vas eens een groot koning,
die in een heel groot kasteel leefde bij
de zee. begon de vent, maar hield
plotseling op.
„Zoo begon hét," vervolgde hij weer.
Lady Linda heeft het verhaaltje nooithee-le
maal vc. eld, Inaar wel, dat de dochter
van den zwanen-hoeder heel mooi was, en
dat de koningszoon erg veel van haar hield,
maar dat zijn vader heel "hoos daarover
zou zijn. Maar op zekeren dag ontdekte
de koning, dat geheim en toen werd de
prins het land uitgestuurd. .Eindelijk keerde
hij terug en toen vroeg de koning of hij
nu de prinses wilde trouwen. „Ik moet
eerst de dochter van dan zwanenboeder
terugzien,' zei hij, want hij hield zoo erg
veel var haar en zij van hem
Toen zei de koning: „Ik heb haar uil
hét land gebannen.'" Dat was niet waar;
toen zei de prins: „Ik wil haar zien....
Toen schreide zij erg opeens.
„Wie?" vroeg miss Parker.
„Lady Linda schreide heel erg en om
helsde me en zei dat ik haar nooit ver
geten moest.
„Lady Linda? Waarom Peter, waarom?"
rie,p Jack plotseling gejaagd uit.
Alaar direct beet hij zich op de lippen;
hij voelde hoe een paar koel-blauwe oogen
hém opnamen.
Korten tijd na dit kleine voorval stierf
de oude heer Noiden. Toen Jack het be
stuur over hét fortuin en de goederen
volkomen in handen had, wist hij, dat nu
ook het tijdstip was aangebroken, waarop
hij zijn afgelegde gelofte ten uitvoer moest
brengen.
Nadat hij met miss Parker over de toe
komst bad gesproken, vroeg ze hem:
„Weet jij, waarom je oom er op gesteld
was, dat je mij zoudt trouwen? Precies
weten, doe ik het niet, maar ik heb een
sterk vermoeden."
Jack zag haar vragende aan.
„Toen ik nog heel jong was, heb ik
kunt bezorgen."
De jongeman boog zijn hoofd.
vader en meneer Norden zulke dikke vrien- j
den werden, is het afgesproken. Al deze
a
Ik ben niet steeds gemakkelijk geweest jaren heb ik er op gewacht.
Na deze openhartige mededoeling volgde
spoedig een wonderlijke verrassing. Toen
Jack op zekeren dag buiten kwam, rende
Peter hem tegemoet, met den uitroep:
„Zij js hier, zij is hier."
Hij greep naar Jack's hand, om hem mee
te trekken, maar het gezicht van den
jongeman versomberde.
„Zij kwam vanmiddag om mij te zien,
kom gauw mee, ze gaat dadelijk weer
weg."
Jack aarzelde.
„Kom, nu, gauw. Ik héb haar geschre
ven, dat u haar terug wilde zien, dus
kom nu."
„Jij schreef haar? Hoe kon dat?"
Maar Peter wou geen woord meer zeg
gen, en trok hem mee zijn huis m, naar
de kamer, waar Ladv Linda was en waar
uit een verstandige moeder meteen het
knaapje wegvoerde.
„Het is lang geleden, dat ik u niet ge
zien heb. ATaakte u een mooie reis?"
Jack knikte verbijsterd.
„Vanaf den dag. dat ik vertrok, keek ik
uit haar den dag dat ik terug zou komen,
en 'toen ik eindelijk thuis kwam. was u
heengegaan." antwoordde hij
Zij kleurde.
„Misschien begreep u, waarom "ik zoo
handelde," polste ze.
Neen, toen begreep ik hét niet, maar
ik heb nu eenig vermoedenHet is zoo
heerlijk om u terug te zien, zeide hij
zacht, herinnert u zich nog de lieve mo
menten, die u en Peter en ik samen heb
ben doorgebrachte Hij was bet eenige wat
u me naliet."
Zij glimlachte en Jack had alle moeite
om haar niet in zijn armen te nemen.
„Zeg, wat is toch 'dat verhaal van die
dochter van den zwanenboeder?" vroeg hij
plotseling.
„O, waarom heeft hij u dat overver
teld?" vroeg zij smeekend en kleurend.
Linda, Linda," fluisterde hij 'opeens en
nam haar in zijn armen. „Waarom ben je
weggegaanajs je geweten hudt, hoe moei
lijk ik je kon missen."
Geruimen tijd hield hij haar vast en zacht
fluisterden hun stemmen. Het was zoo stil
in «je kamer, dat zij gemakkelijk Peterijés
stapjes in de gang konden opvangen. Zij
verwachtten dat hij zijn kopje door de por
tieres zou steken.
„Kom, Peter," riep Jack lachend, „kom
eens hier."
Peter rende naar binnen, in zijn handen
had hij een besmeurd couvert.
„Kijk," zei hij, „dit heb ïk
Linda geschreven."
Sedert wanneer leerde jij
schrijven?" vroeg Jack.
„Lees -maar," beval de jongen.
Veel stond er niet in; alleen dat Lady
Linda maar gauw weer terug moest ko
men. Alaar geheel aan het einde stond er:
„Jack, de Reuzendooder, wil het ook zoo
graag. Hij wacht, wacht, wacht, en ge
looft nu, dat u hem vergeten heeft. Wilt
u niet komen?"
En "eenige kabalistisché teekenen en Jans
sen vormden als onderteekening het woordje
„Peter".
Jack bestudeerde aandachtig het sennn-
„O, nu begrijp ik alles. Kijk eens, dat
is liet handschrift van miss Parker," riep
hij uit.
Hij keek naar Lady Linda. Haar oogen
stonden ernstig en een bijna plechtig lachje
speelde om haar fijnen mond.
„0, Jack," fluisterde ze, „zij heeft.je
ook lief en dat heb je niet begrepen. Ho®
kunnen wij haar deze daad ooit vergel*
den?"
Lieveling, door altijd heel gelukkig sa
men te blijven," lachte Jack overmoedig,
alle verdere bezwaren wegkussendé---, -
aan
Lady
zoo gauw
1 V". .e