[Da kieine postillon d amour Vereeniging op Nederlandsche exportarti kelen, van groot belang is. In de bijdrage „De NederlaiwHuic "Win kelier en het Aederlandsch fabrikaat", wor- den o. a. de verrichtingen van de bureaux van advies besproken. De nadmk wordt in deze bijdrage er op gelegd, dat het van zoo groot belang is, met de midden standers contact le zoeken. De belangrijke serie „Eemge gegevens over vakonderwijs", omvat ditmaal een uiteeneztting omtrent de Hoogere Vakscho len. Doze serie is in het hijzonder van belang voor hen. die in verband met hun beroepskeuze, een besluit moeten nemen welk onderwijs zij na het beeindigen van de gewone schoolopleiding moeten volgen. In „Onder een geurige sigaar", wordt op onderhoudende wijze verteld op welke wijze een sigaar wordt vervaardigd. In de bijdrage „Macbinalisatie" toont de schrijver, dc heer G. de Clercq, de voor deden aan van het machinalisecren van het bedrijf terwijl wij tenslotte nog moe ten vermelden de als steeds zoo belang wekkende rubrieken „Van alles wat" en „Van en voor de Vrouw". Kerk en SchooL •Xed. Herv. Kerk. 3edankt voor het beroep te War mond ds. J. F. Rooth te Sloten (Fr|.); te Montfoort (toez.) ds. 11. J. van Schuppen te Groot-Ammers. Opvolger re» prof B Uctr.-i. Uit Leiden wordt gemeld: !3ii| informatie naar het bericht van Aneta is ons gebleken, dat inderdaad prof. dr. J. Clay te Bandoeng is aangezocht voor de leerstoel in de wijsbegeerte aan de universi teit hier ter stede, als opvolger van prof. iBtolland. Men maakt ons echter opmerk zaam, dat als regel de voordracht uit drie personen bestaat. Swvrt. Uit het wedstrijdprogramma voor a. s.| Zondag. Kam pi o ens-wedstxijden Breda: N.A.C-Tte Quick. Westelijke Afdeeling. le. Klasse. Haarlem: Haarlem3'auw Wit. RotterdamV.-G.C.Ajax. AmsterdamV.V.A.1H '3.3. Den Haag: H.V.V.Feijeaoord. Overgangsklasse. Hilversum't GooiFxcelsior. Den Haag: QuickA.D.O. V.U.C.—D.E.C. Amsterdam: A.F.C.Stormvogels. Reserve le Klasse 3. Schiedam: iBJD.V.S. 2—V.O.C 2. Rotterdam: Sparta 2S.V.V. 2. 2e klasse C. Vlaardingen: FortunaR.H.C. i 3e Klasse E. Dordrecht: Sport en StrijdSchiedam. Reserve 2e Klasse C. Schiedam: IH.-D.V.S. 3—D.H.C 2. Korfbal. tOm den Maasstadbeker. Morgenmiddag heeft op het Schuttersveld te Rotterdam de wedstrijd plaats om den Maasstadbeker tusschen een Rot'erdamsch en een Amsterdamsch 'twaalftal. Het Rot- terdamsebe 12-tal is aldus samengesteld. J. van Driel, aanvoerder; R. Go-emans en mej. B. Laarhuis (Rozenburg) en mej. D. Vijfwinkel (O.S.C.R.j; J. Mazure (Velox). J. Dekker en mej. Adr. van Ankum (O.S.C.R.J en mej. R. Zeef (Telox); A. Hoil, P. Ver meulen en de dames F. Dekker en E. den Ottolander (O. S. C. R.J. De wedstrijd, die om 2 uur begint, staat onder leiding van den heer S. A. Wilson. Faillissementen, Uitgesproken: L. Scbaafsma, huisschilder en bande laar in verfwaren. Heikel en Schaft. Rech- ter-comm jhr, mr. E. van Meeuwen; cu rator: mr. II. P. Loeff, 's-llertogenboscli. L kauwenberg, slager. Heerlen, llech- ter-cumm, dr. Gadiot; curator: mr. R. Vrijens, Maastricht. J. ter Mijtelon. koopman, Enschedé. Rech- ter-couim. mr. A. C. Loendertz; curator:- mr. J. P. J. Gewin, Enschedé. P. Kliphuis, Groningen. Reclïter-comm. mr. C. 'R. Lobman; curator: mr. S. K. de Waard, Groningen. P. L. Tu. Bigot, Dussum. Recliter-comm mr. P. van Regteren Altena; curator: mr. Th. F. Boerlage. D. Hessels, Amsterdam. Rechter-eomm. -. uu\ P. van Regteren Altena: curator: mr E. van Bolhuis. W. Jansen, kousenfabrikant, te Utrecht Reehter-comm.mr. M. E Havelaar; cu rator: mr. J. W. Flieringa, Utrecht. W. Vrijland t, landman, Winkel. Rech- cotnm.mr. A. Maclaino Pont; curator: mr. P. Tideman, Haarlem. J. Kuijper, koopman, Hdlegom. Rechter- ter-comm.mr. X. Muller; curator: mr. H. D. A. v. Reenen, Alkmaar. P. L. Wage, husivrouw van AI. Abben broek, koopvrouw, 'Middelburg. Rechter ccmm.mr. P. J. van Bortel, curator: mr. I. F. van Deiase, Aliddclburg. Handelsvennootschap ouder de firma L. van den Boer en Co., gevestigd geweest te Tilburg, thans in liquidatie en tiaar hoof deiijk aansprakelijke vennooten P. H. F j X. van de Laar en Willemen, Tilburg. Rech ter-comm.: nrr. J. E. Hoekstra; curator: mr. G. E Passtoors, Tilburg. K. G. Kuiper, schilder en koopman, Stads kanaal. Reehter-comm.: mr. curator, mr. P. de Groot, Winschoten. Th. de Koe, veehouder, flaskerwijken Rechter-comm.mr, J. J. E. Boscldoo; curator: mr. T. Taconis. Hecrenveen. J. E. Alinne Jr., handelsbediende, te Amsterdam. Rechter-comm. en curator als voren. (Hadruk verboden). Als Petertje hoos werd, donkerden zich zijn grijze oogen en drongen tranen naar de zware, zwarte wimpers. Wu was liij razend. Zijn -automobielije was tegen een I boorn opgereden, het voorwiel verbogen, I en zijn handje gekwetst. „Dat lamme ding ook P'gromde liij, ter- j wijl hij er naar trapte. Rukkend probcer- |de hij de kar weer recht te krijgen, maar j met 't bloedende vingertje lukte dit slecht. Zóó vond hem Lady Linda. „Peter! Petertje!" riep ze verschrikt, „kaïn eens gauw met me mee." Peter, hel karretje in den steek latend, liep dadelijk op 'n holletje achter de j pleegzuster aan, het groote huis in, de j koele hall binnen. ,Kind, hier met je handje- Ik zal Ur 'n verbandje om leggen, nu zorgen dat Ier geen" stof in komt. Heeft het erge pijn 1 gedaan Peter schudde van noen, opeens heel trotsch met het verband. .Zou Jack, de Reuzen-dooder, 't naar [vinden?" vroeg hij. „Natuurlijk", antwoordde de zuster, „wij vinden het allemaal naar als Peter zich pijn doet." Zij nam hem even op schoot en kuste zijn hef. blond kopje. „Wat is hij al lang weg, vindt u niet?" Sesseiagd Nieuws, De grasoogst Ai en meldt uit Kampen: De laatste partijen Kamper-edander-hboi werden deze week verhandeld voor 50 tot 55 gulden per 500 K.G. Wanneer niet spoe dig regen en warmte komt, bestaat er groote kans, dat de grasoogst volkomen mislukt. Hoog water. Men meldt uit Tiel: De waterstand van de Waal is zoo ver gedaald, dat de gierpont wel er dienst kan doen. De soaking der Scheveningsche visyJws Woensdagmiddag omstreeks kwart voor 4 had zich een menigte visschers verza meld aan de haven te Scheveningên bij het uitvaren van den logger „Hoogerheide". De visschers, die het uitvaren wilden beletten, namen daarbij een dreigende houding aan. Zij voldeden niet aan een bevel der politie om uiteen te gaan en moesten tenslotte met gebruik van den wapenstok verdreven worden. Onzichtbare en geruischlooze vliegtuigen. De Engelsch'e bladen melden, dat er in het geheim proeven worden genomen met vliegtuigen, die zoo goed als onzichtbaar en geruischloos zijn. De onzichtbaarheid wordt verkregen door het toestel in een kleur te verven, die maakt, dat het niet meer tegen de lucht afsteekt. Het geluid van de schroeven is tot, een minimum gedempt Het bombardeervliegtuig van de toekomst zal feitelijk met te hooren en te zien zijn voor de menschen -op den beganen grond. Jh A. .erika zijn dergelijke proeven gaande met een toestel, dat in het hijzonder be stemd is voor aanvallen op oorlogsschepen. Het eenige bezwaar is nog, dat het onzicht baar gemaakte vliegtuig een schaduw op het water werpt, tri aar de vakmensehen verklaren, dat daar ook verbetering in ge bracht kan worden en werken nu in hel geheim aan een inrichting, die de schaduw zal wegnemen door eon deöectie van de iich^fralea. Ja, een bec-i langen tijd. maar hij zal wel gauw terug komen." Het knaapje ke.k naar haar op en vroeg: „Is u blij?" Lady Lmda gaf geen antwoord, maar drukte hem inniger tegen zich aan. Die nare, ouwe boeman ook," mom pelde hij zacht, ,,"t is zeker die ouwe boeman, die hem heeft weggezonden." „Peter," antwoordde de zuster streng. Peter, zoo mag je meneer Norden niet noemen, meneer is 'n ouden man, en daar enboven is bij ziek.' ..En 't is toch 'n boeman," hield Pe tertje vol, „en ik ben hang voor hem. En hij heeft .Tack, den Reuzen-dooder, wegge zonden." „Ja, dat deed bij. omdat Jack 'n stoute jongen was en niet wilde dom, wat hem gezegd werd, evenals jij nu en dan." „Waarom was .Tack 'n stoute jongen?" „Dat doet er nu verder niet toe...... Kom. zal ik je nu gauw 'n sprookje vertellen? „Ja; 'n sprookje," stemde Poter in, ter wijl hij zich behagelijk tegen d->- beminde pleegzuster aanvlijde. Nadat 't verhaal verteld was. zat hij geruimen tijd stil. Niet zonder verassing en verbazing hoorde zij hem op-ens vra gen „Waarom was Jack 'n stoute jongen?' Een schaduw gleed over haar gezicht. „Omdat hij niet deed wat zijn oom, me neer Norden, van hem verlangde, daar om zond zijn oom hem op een verre reis." „Wanneer komt hij terug?" „Ik denk de volgende week," en me teen zette m den jongen op den grond. „Ik vind 't dol om hem terug te zien," zei hij, „en u „Natuurlijk, ik ook," antwoordde Lady Linda. „Nu, dag, ik ga naar mijn kar, dag!" Alaar bij de deur draaide hij zich nog even om. „Jack, de Reuzen-dooder, houdt niet van juffrouw Parker, maar wel van u". „Peter, Petertje, zeg toch zulke zotte din gen niet. Wie heeft je dat nu verteld?" „Mot-der vertelde 't aan mevrouw Wil liams Aleteen vloog hij het huis uit, de trap pen af, de laan door, terug naar zijn auto mobieltje. Het ding zag er leelijk uit en behoefde ernst'g- reparatie, voordat hij er weer triomfantelijk mee in 'n reuze-vaatt de straat af en de hoeken om zou zwen ken, één arm wijd-uitges'.rekt, meteen ver vaarlijk toeterende. „Razende Roland", noemden dei buren km Nu, mot de machine achter zich aan zvu- iond, kwam hij thuis. „Wat is er, hoe kom je aan dat ver hand?" vroeg zijn moeder bezorgd, ter- vijl zij tiet handje bekeek. „Lady Linda deed 't erom, en 't mod er niet af, heeft ze gezegd." „Peter, heli je weer op 't buiten van meneer Norden gespeeld? Je wéét, dat ik het verboden had, die meneer houdt niet van lawaai. „Maar ik hen boel stil geweest on die laan is de eenige in de buurt, waar je nu eens goed naar bereden kunt tuffen en Jack, de Reuzen-dooder, komt de vol gende week thuisJack houdt niet van juffrouw Parker, wél moeder?" Zijn moeder voelde instinctmatig deze vraag niet als onschuldig. „Heb je dat ook tegen Lady Linda g-e^ zegd?" De jongen zag op moeder's gozicht een uitdrukking, die hij niet heelmin al ver trouwde. „Neen", loog hij zacht én rende me teen weg. t Was Peter gebleven, dan had hij al licht weer eon en ander kunnen opvan gen uit een gesprek van z'n moeder met een vriendin over wat „men" over de groote villa met zijn bewoners vertelde Hce de oude, zieke meneer Norden het lot van zijn neef, dien hij als zoon had opgevoed, in een bepaalde richting trachttee te sturen, door zelf oen vrouw voor hem te kiezen, waarvoor hij zijn heel aparte redenen scheen te hebben. Hoewel het gebabbel nimmer binnen de muren van de groote villa doordrong, was I-ady Linda, zooals Peter haar noemde, jj te p.enter om niet te begrijpen hoe „men" z.ch met de bewoners bezighield, wat H. Kuipersj haar danig hinderde. Eenige dagen na bovengenoemd voorval riep Lady Linda Peter tot zich en ver telde hem, dat ze heen zou gaan. „En komt u nooit meer terug?" vroeg hij met groote, verwonderde oogen, dia opheldering zochten in haar droeven blik. Aleer kon hij niet direct zeggen, hij hé- greep 't niet. „Ik kom misschien eens terug om jou weer te zien." Hij b'.eef zwijgen, aandachtig naar haaf opkijkende. „En zul je me niet vergeten, vent?' Haar vraag klonk bijna smeekend, maar nog altijd zei hij niets tot, eindelijk, hij 'iws'i plechtige stem vroeg: „Wat zal Jack de Reuzen-dooder daar wel van zeggen?" Zij drukte hem tegen zich aan, en gaf geen antwoord. „U huilt!" constateerde hij, met 'n soort van aanklacht, terwijl zijn eigen lipje ook begon te trillen. „U moet niet weggaan, u moet niet weg gaan u moet wachten, totdat hij terug komt." Bijna geërgerd stampte hij met zijn voet op den grond. „Stil, stil, kom nu nog eens gezellig naast rne, dan vertel ik je voor 't laatst nog *n sprookje Er was eens 'n machtig Koning, die leef de op een groot kasteel dichtbij de zee..." Peter's oogen droogden zich dadelijk, maar Lady Linda was niet op dreef; hei: vertellen vlotte niet, telkens veegde zij tra nen weg; eindelijk kon zö weer tegen hem lachen en direct vroeg het kind ..En trouwde de prins met de dochter van den zwanen-hoeder?" „Ik weet 't met meer," antwoordde de pleegzuster onzekir, terwijl er opnieuw1 tranen over haar wangen rolden. Toen zette ze 't kind op den grond en nam afscheid; kort daarna reisde ze af. Prter was naar buiten gemind, den land weg uit, bij een kromming kon hij den trein het viaduct zien passeeren. Hij wuifde met zijn mutsje cn bemerkte niet een auto, die van d-n amleren kant aangereden kwam. „Peter, Piper, Petertje!" hoorde hij op- uo laatste jaren, maar ik had je zoo graag getrouwd gezien, en toni je met je studie klaar was, meende ik den dag aangebro ken. Alaar je luVldt je afzijdig, tk had j<q kunnen dreigen met mogelijke onterving; toch zou dat dwaasheid geweest zijnal les, waf ik bezit, is voor jou, maar je kent mijn grooten wonsch en ik wilde je woord hebben, dat je alles zult doen om dien wonsch te vervullen. Je moet me niet vra gen waarom, want dan zou ik mijn beeld ziel voor je moeten blootleggen en dat te beter van niet; ik bob 'U geheim al deze jaren gedragen. Raat ik je alleen bekennen, dat ik eens 'n lafaard ben geweest, maar vraag ine niets verder. Ik dacht, dat je van een ander hit ld," vervolgde de oude man; „ik was er niet zeker van, hoewel ik bang was. Daarom yvroeg ik je een tijdlang op rjis le gaan toen de pleegzuster even vóór jo terugkeer, vertrok, was mijn achterdocht nevestigd Maar ik heb me vergist, nietwaar? Jé hebt nooit meer iets van haar vernomen?" Hij zag den jongeman scherp in de oogen „Neen," antwoordde Jack rustig. „Je zoudt, had! je haar edit liefgehad, trouwens wel 'n middeL bedacht hebben om haar te zien," zei de heer Norden, ter wijl er een opluchting in de stem weer- klonk. Jade kneep de lippen pijnlijk op elkaar; do woorden sneden dieper dan de oude vermoedde. „Dat is dus alles voorbij; wil je mij dan nu je woord geven?" Zijn smeekende stem klonk zwak en hol stonden de oude oogen. „Ja", beloofde Jack ferm. Toen zonk de zieke terug in de kussens „dank, kmd", hoorde .Tack hem fluistc^n. Zij zag hém aan met iets vnn m«ia tijden .in haar blik." s' „Ik -heb vooi jou, boven andere Korten lijd na dit gesprek was Petertje het groote huis binnengehuppeld met 'n briefkaart in de knuistjes. Jack tilde ah gewoonlijk het ventje ïn zijn stevige ar men omhoog, maar werd gecommandeerd: „Hier, lezen, 't is van Lady Linda". Hij las: „Heeft „de Razende. Roland" nog altijd een kapotte kar?" Dat was alles; er was geen adres, al leen bet postmerk Chicago. „En kijk nu eens hier de prent", be val Peter opmeuw. Jack draaide de kaart om en zag een teekening van 'n heerlijk, licht park, in één der hoeken stond: „droomenland". AIet een pijnlijk lachje gaf hij de brief kaart 't jongetje terug, „Is 't niet leuk? en denkt u, dat u er ook een zult krijgen?" „Neen, dat -denk ik niet." „Waarom niet?" „Omdat ze mij vergeten heeft." Er kwam 'n eigenaardige, vragende uit drukking op Peter's gezichtje: maar op eens werd het ventje weer afgeleid door een groote bromvlieg, dia hij lachende ach terna joeg. vooi jou, boven nlte mannen, die ik onlmoet lïeb, steeds meeste sympathie gekoesterd, dat zat' a™ dan de liefde zijn. Wel geloof ik, dat it anders hen dan de meeste vrouwen en dn ik nooit heel diep iemand kan liefheb ben'Maar een ander dan jij js er nootï in mijn leven geweest, Jack." Even -aarzelend, vroeg ze daarop positief: „Ik .geloof, dat het met jou anders CP steld .is, niet waar? Ik h'eb dat in je ooeen gelezen, toen Petertje ons hét sproot;' vertelde. En nu wil je mij toch' trouwen. omdat .je een gelofte hebt gedaannf we nu gelukkig zonden worden?.'. ft betwijfel het „Alaar je weet toch; dat ik je heelmae mag, wij zijn immers samen opgegroefcf „Ja, dat weet ik; misschien was alles goed gegaan, als er geen ander tussch'en- beiide .was gekomen. ATaar zoo iels is niet te voorkomen." Zij lei haar handen zacht op zijn schou ders en keek hem heel ernstig aan: „Jouw oom heeft eens mijn moeder lief, gehad, maar hij was een verlegen man en stelde zijn aanzoek uit. Moeder wachtte vele jaren, tot eindelijk vader kwam en met haar trouwde. Dit bracht een onher stelbaar leed in het leven van je oom. Nie mand heeft zijn geheim gekend. Nu wil hij nog van over het graf jouw leven in een bepaalde richting drijven. Alaar dat is niet goed, Jack, dat is niet goed Eenige seconden lang sprak geen van beiden een woord. „Eens heeft hij zichzelf een lafaard ge- noemd in mijn tegenwoordigheid," zei Jack „maai- ik begreep niet, waarop dit sloeg." „Ik hoop, dat je dat nooit van jezelf zult behoeven te zeggen." „O, maar dat is alles voorbij," riep Ui; uit, bijna boos„praat daar niet meer over. Ik heb mijn toekomstplannen gemaakt Zou je me dan voor zoo trouwloos houden?" Hij zag van haar weg, en zij lei zacht haar hand op zijn arm. „Jij weet best, dat je haar liefhebt, Jack. Er zal een dag komen, dat je haar terug zult zien. Het lot beschikt soms atdus. Ver tel haar dan alles. Het zou voor jou droef heid beteekenc-n, een huwelijk met mij. Ik zou dat niet willen, onmogelijk." eens en meteen was hij omboog gelieven en lag hij in de sterke armen van zijn dierbaren vriend Jack „Kerel, ik kan je bijna niet "nicer tillen, en hoe gaat 't met den „Rasenden Ro land?" Peter kon niet dadelijk sproken, hij juichte van de pret. „Mijn kar is kapot," vertelde hij, ter wijl hij zich tiet meenemen in de auto. Maar toon hij er miss Parker in zag zitten, die hem vriendelijk toeknikte, kon hij opeens moeilijk verder vertellen en werd hij ver legen. Toen zij het groote huis naderden, zat de oude roeneer Norden op do veranda en naasl hem ontdekte Jack een vreemde, in 't wit-gekleede gedaante. Hij werd stil en nadat hij met miss Parker even naar binnen gegaan was, liep hij ijlings terug naar de auto en vroeg snel aan 't ventje., of Lady Linda vertrokken was. „Ja," antwoordde het kind verdrietig, „en ik zei haai- nog, dat zij op u moest wachten." Jack keek hem vreamd aan, wat 't kind deed vragen, of hij verdriet had. „Heel erg, vent. En zei ze ook "waai- ze heenging?" Neen, alleen heel ver weg. Afaar ze komt weieens terug om mij te zien," en. bij deze woorden kesk bij trotsch naar zijn afgod op. Peten, als ze komt, of als ze schrijft, wil j© mij dat komen vertellen? direct?" Peter beloofde 't en huppelde wonderlijk gestemd, terug naar huis. Maar weken, maanden, gingen zonder nieuws voorbij. De wond in Peter's ha.dje was spoedig genezen, maar nicit in dat van zijn vriend Jack. Toen de winter aanbrak, voelde de oude meneer Norden zijn krachten sterk vermin deren en op 'n avond riep bij Jack brj zijn bed. „Ik zal 't niet lang meer maker, jongen, maar ik zou zoo graag rustig widen ster-[reeds geweten, dat ik met" jou zou trou ven, en jij weet hoe jij mij dien zegen wen. Nadat moeder was gestorven en mijn Peter leerde in die dagen een andere dame kennen, die hem echter zijn Lady Linda nooit deed vergeten. Miss Parker werd n.L een geregelde be zoekster van de groote villa; zij was heel mooi, maar haar oogen stonden koel. Peter had een heimelijke angst voor haar, hoe wel hij die trachtte te verbergen, t „U kent zeker geen sprookjes, zooals Lady Linda, wel?" vroeg hij eens. ..Neen," stemde zie toe, met zekere h- scbreomdJieid. „Lady Linda moet wel een buitengewoon iemand gewéest zijn." Zij zaten met Jack blij liet vuur; de schemering viel en stil keken ze naar de grillige vuurtongetjes in den haard. Opeens vroeg Peter: „Gelooft u, dat de dochter van ,den zwanenboeder gelukkig werd?" „Ik weet hét niet, hoor, vertel mij maar eens, wie zo was," zei Jack. „Nu, er %vas eens een groot koning, die in een heel groot kasteel leefde bij de zee. begon de vent, maar hield plotseling op. „Zoo begon hét," vervolgde hij weer. Lady Linda heeft het verhaaltje nooithee-le maal vc. eld, Inaar wel, dat de dochter van den zwanen-hoeder heel mooi was, en dat de koningszoon erg veel van haar hield, maar dat zijn vader heel "hoos daarover zou zijn. Maar op zekeren dag ontdekte de koning, dat geheim en toen werd de prins het land uitgestuurd. .Eindelijk keerde hij terug en toen vroeg de koning of hij nu de prinses wilde trouwen. „Ik moet eerst de dochter van dan zwanenboeder terugzien,' zei hij, want hij hield zoo erg veel var haar en zij van hem Toen zei de koning: „Ik heb haar uil hét land gebannen.'" Dat was niet waar; toen zei de prins: „Ik wil haar zien.... Toen schreide zij erg opeens. „Wie?" vroeg miss Parker. „Lady Linda schreide heel erg en om helsde me en zei dat ik haar nooit ver geten moest. „Lady Linda? Waarom Peter, waarom?" rie,p Jack plotseling gejaagd uit. Alaar direct beet hij zich op de lippen; hij voelde hoe een paar koel-blauwe oogen hém opnamen. Korten tijd na dit kleine voorval stierf de oude heer Noiden. Toen Jack het be stuur over hét fortuin en de goederen volkomen in handen had, wist hij, dat nu ook het tijdstip was aangebroken, waarop hij zijn afgelegde gelofte ten uitvoer moest brengen. Nadat hij met miss Parker over de toe komst bad gesproken, vroeg ze hem: „Weet jij, waarom je oom er op gesteld was, dat je mij zoudt trouwen? Precies weten, doe ik het niet, maar ik heb een sterk vermoeden." Jack zag haar vragende aan. „Toen ik nog heel jong was, heb ik kunt bezorgen." De jongeman boog zijn hoofd. vader en meneer Norden zulke dikke vrien- j den werden, is het afgesproken. Al deze a Ik ben niet steeds gemakkelijk geweest jaren heb ik er op gewacht. Na deze openhartige mededoeling volgde spoedig een wonderlijke verrassing. Toen Jack op zekeren dag buiten kwam, rende Peter hem tegemoet, met den uitroep: „Zij js hier, zij is hier." Hij greep naar Jack's hand, om hem mee te trekken, maar het gezicht van den jongeman versomberde. „Zij kwam vanmiddag om mij te zien, kom gauw mee, ze gaat dadelijk weer weg." Jack aarzelde. „Kom, nu, gauw. Ik héb haar geschre ven, dat u haar terug wilde zien, dus kom nu." „Jij schreef haar? Hoe kon dat?" Maar Peter wou geen woord meer zeg gen, en trok hem mee zijn huis m, naar de kamer, waar Ladv Linda was en waar uit een verstandige moeder meteen het knaapje wegvoerde. „Het is lang geleden, dat ik u niet ge zien heb. ATaakte u een mooie reis?" Jack knikte verbijsterd. „Vanaf den dag. dat ik vertrok, keek ik uit haar den dag dat ik terug zou komen, en 'toen ik eindelijk thuis kwam. was u heengegaan." antwoordde hij Zij kleurde. „Misschien begreep u, waarom "ik zoo handelde," polste ze. Neen, toen begreep ik hét niet, maar ik heb nu eenig vermoedenHet is zoo heerlijk om u terug te zien, zeide hij zacht, herinnert u zich nog de lieve mo menten, die u en Peter en ik samen heb ben doorgebrachte Hij was bet eenige wat u me naliet." Zij glimlachte en Jack had alle moeite om haar niet in zijn armen te nemen. „Zeg, wat is toch 'dat verhaal van die dochter van den zwanenboeder?" vroeg hij plotseling. „O, waarom heeft hij u dat overver teld?" vroeg zij smeekend en kleurend. Linda, Linda," fluisterde hij 'opeens en nam haar in zijn armen. „Waarom ben je weggegaanajs je geweten hudt, hoe moei lijk ik je kon missen." Geruimen tijd hield hij haar vast en zacht fluisterden hun stemmen. Het was zoo stil in «je kamer, dat zij gemakkelijk Peterijés stapjes in de gang konden opvangen. Zij verwachtten dat hij zijn kopje door de por tieres zou steken. „Kom, Peter," riep Jack lachend, „kom eens hier." Peter rende naar binnen, in zijn handen had hij een besmeurd couvert. „Kijk," zei hij, „dit heb ïk Linda geschreven." Sedert wanneer leerde jij schrijven?" vroeg Jack. „Lees -maar," beval de jongen. Veel stond er niet in; alleen dat Lady Linda maar gauw weer terug moest ko men. Alaar geheel aan het einde stond er: „Jack, de Reuzendooder, wil het ook zoo graag. Hij wacht, wacht, wacht, en ge looft nu, dat u hem vergeten heeft. Wilt u niet komen?" En "eenige kabalistisché teekenen en Jans sen vormden als onderteekening het woordje „Peter". Jack bestudeerde aandachtig het sennn- „O, nu begrijp ik alles. Kijk eens, dat is liet handschrift van miss Parker," riep hij uit. Hij keek naar Lady Linda. Haar oogen stonden ernstig en een bijna plechtig lachje speelde om haar fijnen mond. „0, Jack," fluisterde ze, „zij heeft.je ook lief en dat heb je niet begrepen. Ho® kunnen wij haar deze daad ooit vergel* den?" Lieveling, door altijd heel gelukkig sa men te blijven," lachte Jack overmoedig, alle verdere bezwaren wegkussendé---, - aan Lady zoo gauw 1 V". .e

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1922 | | pagina 6