rnsimismi
ft-
h
w
fUb
If
Stephan
nioot i>»jsiag be tillen met op tie prenik^l niet ovo'rdomlercn.
maar op de uitktxu-ingen. Eindelijk achtl Groot tumult. De voorzitter dreigt met
spr. de mtkeedog aan ongehuwd en veel I scholing.
te Koog; daardoor hebben zij "niet voJ-| F© voorzitter ik vei zoek u mij de
doendeu pukkel om werk te zoeken. leiding niet te ontnemen.
*P°.v- 'Melen, directeur vuil het» De litter Stephanik bon geen Kwaje jon
Arbeidsbureau te Utrecbt, liepleit baud-1 gen. Ik verlang het woord'.
Slaving van de snmeiiwetkiug tusschen rijkI l)o voorzitter: u zult het woord' heb-
en gemeenten, hetgeen de administratie» bon, wanneer u zich fatsoenlijk gedraagt,
minder omvangrijk maakt. Voor de kleine I De w ethouder van den Poldoordat die
..he Touquet En jij?" zoowel voor mijn vriend ais voor mij." den zijn: iets van de uitrusting van .den
„Over de hibde wereld geweestMexico,„Hoor eens, meneer," dondeitle hij mot geest van Bea- -etr-Boyd. Dwaasheid.""
Peking eert jaar weg." knauw huidige, flikkerende oogen mij tegen, „Nog niet zoo dwaas," itntwooWde ik
„Goeie hemel. Ouwe jongen, wat ben ik ken u mot en ik wensch u mict te „Er zijn genoeg meuschén, die in geesten
ik blij je terug te zien." kennen, cn ik heb geen lust mijn opinie gelooven. Wanneer je in oen Koelen g$«st
„Maar genuist heb je mij tooh niet?" j to geven dan alteen over u zelf en wel kunt geloovem, hoofd, lichaam en
Lk zag Gilbert Durness aan, den kloc- dat u een vervelend individu is, heel nen heusch, werkelijk, dan as het "veel
ken sportsman, reiziger en correspondent,vervelend." gemakkelijker te gelooven in een klein,
en ik antwoorddej Toen werd ik kwaad. onbelangrijk deel van een geest Wanneer
minder omvang nj a maakt. oor tie kleiael De wethouder van den Pol. doordat die I „Neen, miijk gezegd, neen lk mis je „Pas op, meneer, ik ben van het be- je geloof kunt hebben in een geheel, ai
gemeenten r> (het van, ontzaglijk veel waaide,! kasgoldteening zal moeten worden afgelost, alleen als ik je zie. Wanneer een alle- stuur van deze Club." is het met wat moeite, dan is het h
als ze -zich gerugg< steund weten doei een I /al de belasting boog moeten blijven, dat I daigsch man op reis is, informeert men' Op dit oogen blik te ui er iets ongeioo- verhouding eenvoudig om in onderdeden
centraal lichaam. Het zal met in hel be 11-, de schuld van den secretaris. I naar hem, maar is een man als jij weer felijks plaats. Durness bief zijn hand smee- te geïooven."
lang van de zaak zijn, als er plaatselijk I R© heer S'tcphau ik blijf bij het voor- I eens bannen onzen gezichtskring, dun vraagt kond omhoog, als om zijn veronlwaarcli Burn ess wierp die heel© theorie ver
telkens beslissingen vallen, die met elkaai I stel om den secretaris te ontslaan en dat
iii strijd zijn. De medewerking dor orga I doe ik omdat u, meneer de voorzitter,
msaties zal men niet moeten gering schat-1 dan in het gedrang komt. ïlet spijt me,
ten. Een scherppe controle is haar eigen an meneer'de Vries, die zal zich wel
belang; ze zal de uitkeeringen, en (tu.-l verautw oorden voor Ged. Staten
ook de contributies, lager houten. I De voorzitter: ik vind' bet vreeselijkihard
Spr. kan zich zeer goed vereeiu'geu metIden se;reUiris te ontslaan Ik wensch dam'
het stelsel, door den .heer Stenhuis voor I niet aan mee te doen. liet verwondert
men zich af waar hij vandaan komt. Ertging te beteugelen,
is toch hiets ,hoop ik?"
van zich'.
Geërgerd, ven-volgde ik: „Beaver-Boyd
Zijn hand ging duidelijk door het mid stierf in Australië een paar jaar geleden
De stevig gebouwde maar elastische man denvlak van de bakkebaarden van den man. We hooiden juist van den portier, dat deze
met zijn zonverbrand gezucht en krullend, Precies midden et door. Ontzet, verward, man, Cunumdge, uit Australië terug
dik blond baardje aarzelde even: schrok ,i.k terug, mompelend, ik weet niet gekomen. Onthoud 'nu goed, ik zet geen.
„Ja, daar is iets heel' Vreemds met wat. bepaalde theorie vast, maar mij schijnt
me. Ik heb heel veel gezien; veel door- In mijn idee droeg de man don geest het heel goed mogelijk, dat de man met
Van verplichte verzekering nog m denIde boel is niet in orde en we willen Ged. jen het is in den namiddag. IHer is St. me gebeurde?
loop van 1923 mogelijk zal zijn Waar dej Staten tot een onderzoek nopen,
heer Veenstea meent, dat zijn stelsel zoo-j De lieer D'ieterieh: meneer de oorzit-
veel goeikooper zal zijn, wijst spr. hem Iter, u heeft altijd getracht den secretaris
op al den giatis-arbeid wat betreft coil-Ier uit te knikkeren Het is urel degelijk
teibutie-inning en controle door de vak uw schuld'.
vm-eenigingsbestuxen. Hoe hoog zal do pre-1 Do heek Hulst is tegen, het voorstel. B.
mie wel moeten zijn, als inca mt de kas-Jen W. zijn mede schuldig
sen naast de lutkeering nog de kosten» De secretaris licht toe, dat er in do
van werkverschaffing wil betalen? Voortszaak mets zit. Het gaat alleen om eeru
as er een belangrijk aantal gemeenten met» kasgcldleening die verleden jaar niet af-
een grootte ;ujb«deiisbevolking, die de gelost kon worden.
kosten van de bestrijding der werkloosheid! Het voorstel wordt aangenomen met 3
niet kunnen opbrengen. Als de staat deze-.tegen 1 stem.
gemeenten niet bijtepringt, vloeit daaruit I Daarna warden de diiecteur en admini-
voort, dat de meest kapitaalkrachtigen in strateur den- gasfabriek gehoord,
het land er geen cent mm bijdragen I Do heer Stephan verwijt den directeur,
.De heer Ameloink, secretaris. Cbr. Nat. I dat diens boeken met in orde zijn.
Vakverbond, ziet in de denkbeelden van De directeur dat is niet waar, dat heb
den heer Veemstra geen oplossing voor» je pertinent gelogen.
geen reden "om te denken dat hij Ver-
James straat en we zijn in de twintigste Durness' houding ook, scheen wonder- moord weid. MaaT begrijp wel, het tragi-
eeuw." lijk. Hij bleef maar zitten staren, door gisché van het geval, als er iets in. mijn
„Ik begrijp er niets van." schrik bevangen, naar den man met theorie steek houdt
„Ik ook niet" de rooie das. De man met do rooie das Dienk je de positie van zoo'n Curmnidge,
Opeens bemei-bte ik de uitdrukking! van bleef maar aldoor lezen in de courant veronderstellend, idat hij schuldig aan den
afschuw op ziju gezicht, toen hij flu is- lk kreeg een idee. moord. is. Volgens het verhaal van den
'terde: Haastig stapte ik naar den portier in portier van zijn Club was hij" gladgeschoren
„Heb je dien gladgeschoren man in de de hall. en is liïj dat nog. Toch, in de oogen
andere zaal züen zitten?" Drostel 1, de beste, de onschatbare was van menschen ais Drostel! cn -mijzelfdraagt
„Ja, maar hij is niet glad geschoren; op zijn post hij een vol paar witte bakkebaarden, de
hij draagt als uitrusting een stel drade- Ik nam hem mee naar de glazen deur. wiïbte uitrusting van zijn slachtoffer. Stel
rige bakkebaarden." „Wie is die meneer daarginds?" je gjoed "de positie Voor van Cummidge.
„Er zit maar één man hiernaast." „.Met meneer Durness, meneer?" Hij heeft een man met bakkebaarden ver-
„Ja, dat weet uk, hij draagt een rooie ,,Ja." moord en wanneer hij liu 'hetzij in
das Durness me in de rede vallend, „Hij is geen lia van ons Hij behoort de straat, in een theater, in een club, ju
viel uit: tot de Consolidated Club. Maar Mj lijkt de tegenwooidighekl komt van een vriend
De duivel staat op zijn gezicht te sterk op meneer Beaver-Boyd, die niet van Jteavei'-Boyd, wordt die gjeest-ultrus
lezen."
„Maar hij is niet gladgeschoren; bijdraagt
1923. Spr. wil alle kassen in stand hou-l De heer Stephan- ik ben niet bang voor bakkebaarden, enorme bakkebaarden, bak
den, ook als zij meer dan 250 proc. toe-1 je.
slag uoodig hebben. I De voorzitter- ik ontneem u beiden het
De heer Decker, bestuurder A. N. VI woord,
wil evenmin het maximum van de sabs:-| Daarna uit de heer Stephan weder een
dies vaststellen op 250 proc. I beschuldiging aan het adres van den dirflé
De heer A. Folmec, directeur Rijks-1 beur betreffende diens boeken,
dienst voor de Werkloosheid, is het er j De voo(rzitte!r roept den heer Stephan
mede eens, dat in de administratie en de I tot de orde.
controle gestreefd moet worden naar die I De heer Stephanals u zoo doorgaat, I de courant,
grootst mogelijke bezuiniging. Hij waar-1 ga ik weg. „Kijk," zei ik,
kebaarden zooals Beaver-Boyd."
„Ik ken geen Beaver-Boyd. Deze hier
is gladgeschoren."
„Ga dan kijken."
Hij .^olgde mij.
ting van den vermoorden man zichtbaar
aan zijn gezicht."
Zenuwachtig barstte Burmess -in lachen
uit.
„Maar dat is maar een geringe straf
voo-r zulk ©en misdaad gesteld dat hij
lang geleden gestorven is."
Hijgend vroeg ik:
„En waarom vindt je, dat Kij op meneer
Beaver-Boyd Jijkt?"
„Wel. meneer, hij draagt dezelfde soort
van bakkebaarden."
De. .zelfde... bakkebaarden? Ren rilling hem bedreef.'
voer me door de leden. - „Heeiemaal niet," gaf ik ten antwoord.
„Vraag den portier van de Consolidated „Het is een straf, zoo ontzettend, zoo on-
Toeh ik den hoek omliep, zag; ik den hoe zijn naam is." geioofelijk, dat het iemand op den duur
man met de rooie das. Hij las nóg steeds Terwijl hij naar den-portier stapte, stapte krankzinnig maakt."
ik naar Bqgjiess, die me reeds tegemoet Buïness dacht een oogeribEk na.
zag je ooit, jij, die kwam in de hall. «En toch beste vriend, heusch, je
schuwt echter tegen vermindering van del De voorzitter: ga maar weg. Je hebt Beaver-Boyd niet gekend heb, ooit zulke De beide portiers keken door de glazen thieoïiën vind ïk absoluut onzannigi. Maar
controle. Goede controle van gemeente-1 bedankt, wat doe je hief. Je bent jeheele j lange baliebaarden?" deur Keen, zulk een gemeeane tronie als deze man
wege is noodzakehjk. Spr. meent te weten j leven de ruziemaker hier geweest. Hij wendde zich driftig naai- me om', i „Hoe is de naam van dien meneer met heeft, zag ik nog nooit'-
dat de minister van arbeid op het stand
punt staat, dat bij behoud van de huidig©
regjeling heel wat te vereenvoudigen en
te bezuinigen is.
De heer Vonk. de Both, burgemeester
Groote hilariteit.
De vergadering wcf
gesloten.
De onuitroeibare
Is u niet bang, dat uw naam zal wat een lengte.'
van Tilburg, wil de subsidie niet hioogerl uitsterven mat u, als u niet trouwt?
gesteld zien dan 200 proc. I Heefemaal niet. Mrjn. naam is Meijer,
De heer de Bordes, burgemeester vanï;™r—
Bnssum, voorzitter Van de vereeniging,|ug UlfrUStlllQ VSI1 t SPOOR,
Keeft bezwaar tegen bet denkbeeld vanl 3r
den heer Veenstra om van de werkloos
heidsverzekering een irijeszaak te maken.
„Je bent gek, stapel gek." Durf je nu de "vitte bakkebaarden daar ginds," vroeg In dit o ogenblik trad .Harry Beaver-
heusch beweren, dat deze man bakkebaar- Brostell. Boyd, een jo-nge man van even in de twin-
den draagt?" i „Daaï zit geen meneer met bakkebaar- ijg jaar, in lichten rouw, de zaal binnen.
En of. Het is toch duidelijk zichtbaar; den, maar wel een gladgeschoren Op zijn bleek gezicht droeg bij een uit-
meneeri" i drukking' van angst
fNadruk verboden.)
Het was een gemeen gezicht; het was j
Het is heter dat een rijkssubsidie strekke I werkelijk buiten twijfel een gemeen ge-
Je bent krankzinnig met je bakkebaar- BuTness knikte me op tartende wijze Zonder mijn tegenwoordighfeid te bsmer-
den. Je vindt ze misschien geestig?" toe. ken, bestelde lij een glaasje cognac, dat
Buiten twijfel." j „Daar is maai- één meneer in de zaal," jhïj in één teug ledigde; toen kreeg hij mij
.Het is nu niet hét o ogenblik voor snauwde Brostell, „die met de rooie das ,in het gezicht
grapjes." en de witte bakkebaarden.„Goeie hémel," ziei hij,, „ik ben zoo
Zijn oogen keken me kwaad aan. j „Ja, er is er een met een rooie das, even zoo geschrokken. Toen ik ia de
.,Je schijnt zoo veel van bakkebaarden maar zonder witte bakkebaarden," gaf de Club kwam, meende ik heusch, dat ik mijn
te houden, dat je ze ziet, ook waar er ander ten antwoord." vader in den stoel zag zitten. Je -weet (nog
tot aanvulling van hét particulier initiatief. I zicht. Zwarte, onrustige stekende oogjes j geen zijn." „Nou, hoe noem jij dan bakkebaarden web vader droeg zulke lange bakkebaar-
Spr. gelooft overigens, dat sterke mede-1glansden van onder dikke, borstelige wenk-1 E.n meteen greep zijn stevige Band mij op de Consolidated Club'. heb nooit den."
werking van de vakorganisaties on mis-1 brauw n, en de huid van 'smans gelaat bij mijn schouder en vroeg miji strak: girooter gezfen in mijn leven, misschien „Ga zitten, Harry," zei ik, „ik moet
baar is. Iwas geel en grof en diepe groeven trok-j „Kun je nu niet eens even rustig zijn? dan alleen van meneer Beaver-Boyd. En je wat meededen."
De bewering, dat de kosten moeten war-1 ken schérpe lijnen om de kleuriooze lip-1 Het is nu niet hét moment om over hakke- deze... deze zijn van die maait."_ Ik stelde hem Bumess voor en vertelde
den verlaagd, acht spr. een frase. Verge- j pen. Hoewel hij absoluut kaal was, op ©en baarden te praten." t „Maar, Brostell, deze Keer is heusch hem alles. Zijn wit gezicht stoma vertjrok-
de werldoozenverziekering. I bakkebaarden, van ongewone lengte en j ik de zaak zou opknappen. Vol ernst stelde Austrabë terugkwam en 15j is bet nu tb'ony Cummidge?"
De prae-adviseurs voeren d^uirop nog jdraderig, Waren draderig en vlassig en j ik daarom nog eens de vraag: nog. Je hebt stellig iets aan de oogen, „Ik weet bet niet," zei ik, „ik weet
het woord en handhaven ten volle het I wapperden vanaf zijn jukbeenderen als „Beste Burness, zie je niet dat de bakke- goeie BrosteLI." njet zijn voornaam. Zag jij hem ooit,
in hun prae-adviezen ingenomen standppnt twee geweldige sneeuwwitte triangles om-1 baarden van dien man h'eel lang zijn en Het was voldoende nn. Hairy?"
Gemengd Meuwa.
[laag. Bijna idioot om de veronderstelling, spierwit?
maar ze schenen veel ouder van datum „Jij
dan de werkelijke leeftijd Van den eige-1 „Zeker."
naar en het sdieen duidelijk, dat ze eigen-1 „Wie van ons is er gek? Jij of ik
lijk niet bij hém pasten. De eigenaar droeg of die duivel daar?"
buitendien een rood© das, heeiemaal niet „We kunnen hét vragen?'
Een nieuwe Zweedsehe uitvinding
De nieuwe Zweedsciie uitvinding, het J in stijl met die bakkebaarden.
verhittingssysteean.Wek, dat in bet bijzon-1 Het vreemde, onsympathieke gezicht trof
der geschikt is voor de mechanische in-j™h teen ik door de rookzaal van de
dustrie. scheopsbouwwerven, zaagmolens, I 111 f1 PLl'J eh-
1 u m. I Het was Augustus en de Club was ver-
papierfabneken en ijzerfabrieken heeftkten_ d^Con-so!idated CIub gerestaU
reeds groot sucldes gehad. Contracten totl werd, had de North Club baar haar j elkaar gedoken
belangrijke bédragen voor den uitvoer zijn gastvrijheid 'aangeboden,
reeds gesloten.
Wc beten biet aan de portieri over „Neen, maar ik Weet, dat hij een. groote
om de zaak uit te maken, zoo Bet mogelijk zakenvriend 'van Inijn vader is. Samen
i was. gingen ze naar Austealië, ein ik Koord©,
Bumess en ik liepen naai- de rookzaal dat Cummidge terugkeerde met een groot
tem® en naar den man mét de rooie fortuin. Zooais je weet, kwam vader nooit
das. Neen, niet naar den man met de rooie weerom."
das; instinctmatig g%em we aan Karn „Heb ge nooit een foto van dien man
Volkomen, maar de zaak moet opgie- voorbij én zochten den divan op in een gezien, Harty?"
helderel." der achterzalen. Het was niet het oogen- „Ja, en ik herinner me, dat hij een
„Wat meen je?" blik om wat cognac te gebruiken of een gemeen geziöb+ had."
„Wil je dus nu dien man daar aanspre- sigaar op te Steken. Elk van ons bed- „Was hij gL-Igeschoren?"
ken die daar zit in dien stoel in den staarde den anderen aan. Eindelijk „Ja, gladgeschoren."
gruwelijk?" was Bumess 'de eerste, die spaakgejaagd Automatisch, als van zelf, stonden we
„Ben je nu ernstig?" s'-ste Ej.
Afijn goeie vriend, natuurlijk za! ik zei Iiij:
op en gingen naar de groote zaaL Harry
Als bestuurslid van de North-Ciub kendehem aanspreken en hem vragen, of hij „Dankje." "stapte met rustige, gedecideerde passen
iic bijna alle leden van gezicht De man j bakkebaarden draagt of niet. De kwestie „Waarvoor?' op den man met de rooie das toe. Ik ging
met de bakkebaarden en de roode das zal Kern waarscMjnlijk wel ©enigszins „Voor jhet niet zeggen van: Er zijn op een sofa zitten op enkele meters af-
Verrnoedeiijk ïs bij
jarige arbeider in de vlammen omgekomen. J bakkebaarden -.varen
daar deze nog steeds vermist Wordt.
zei Harty, „is Beaver-
De brand te Tourcoing.
r»!A c/U.„:rte ,i,in KVnn/i in pen omnnpriiI behoorde stellig tot de Consol-Club. Gebo-1 vreemd voorkomen, zeer vreemd. En wel meer dingen tusschen hemel en aarde, etc., stond. Naast mij was Bumess. We luister
Ite schade rij den brand m een spnuxenj over keek ik af en omdat mijn beste Bumess, zijn bakkebaar-©te. Horatio.'- den.
to Toureoang bedi^gi drie mtLioen aanos. ,,oe met venvolKiening naar Hem. Die bakke-1 den het meest frappante aan hem is, uit- j „O, natuurlijk niet." „Mijn naam,
©rrnoedetifk is bij den brand, een b- I baardc-n hinderden mij. Niet alleen omdat j gezonderd dan misschien de buitengewoneToen stak ik een cigjariette op. Boyd,"
larden -varen onhygiënische slechtheid van zijn gezicht." j - „Kun je er een touw aan vastknoopen Met een schok keek de man met de
opschik man-- omidat ze mij toeschenen „Ah. Heb je dat ook opgeleti Iets, al is het ook nog zoo mal?" j rooie das op van zrjn courant
niet bij hem te behooren. Maar bij wien „Ja zeker, hét is ©en gemeen gezicht j „Niets. Maar laten we de feiten nog „En uw naam is Anthony Cunnnidg©
dan wei Ik spitste mijn herinnering. Plot-1 Het is een gezicht met het brandmerk eens opnieuw beschouwen."
Nieuwe goudvelden
Volgens een bericht uit Kaapstad strek
ken de goudbevattende Conglomerate-riff en
in de Noordelijke Transvaaidisb'icten zich
uit over een afstand van 70 mijlen. Do door
de officiieele mijinautotritoiten genomen proe
ven leverden een goede "analyse op, of
schoon de tot nu.toe ingekomen berichten
geen "definitieve medededuigen bevatten
over de voomitzichten.
üit den Elburgschen raad.
Eoo'n bend"- als' hef in de laatste El-
burg«che Raadsvérgad.ering is geweest, dat
is te "Og niet voorgekomen, zegt het
Hardtteh^il. »-
I en zingend' en joelend publiek verdrong
ziet voor dén ingang van het gemeente-'
huis Bri> het binnenstormen bezweek de
déur der Raadszaal.
Alhoewel punt 1 d'er agenda was het
voortstel dér heeten Stephan en Van den
Pol tot ontslag van dén secretaris, was de
'éetriste aanval géricht tegen dén burgemees
ter.
De héér Stephan: meneer de voorzitter,
1 Die onderkaak van den man zakte orn-
seling wist ik hét bij Beaver-Boyd. van n... n voorafgaande schuldïgverkla-„FeitenBurness' handen trilden. „Durf laag; hét scheen of zijn oogen uit de
Arme Beaver-Boyd Ead een dergelijk sie! ring." je spreken van feiten in verband "hief-kassen zouden rollen,
gedragen. Hij was bekend (en als Hij niet Burness bracKt zijn gezicht dicht bij iets als dit?" J3ij God. Ik zie bloed in uw bakke-
dood Was, zou ik bijna zeggen berucht), Ket mijne. Zijn woeste oogen brandden mij. „Zeker, Bumess, allereerst dat geen van'baaiden."
om den vmvonderlijken groei van dat tot in mijn hersenen. j ons beiden gek is. Diat is al iets <om mee - En dat was er inderdaad'.
juist wel daarom dat ik Kern maar j te lachen. [en den portier van de Consolidated." Iman. .Wij hadden Augustus en het was
heel weinig kende. Hij was een onrustig j „Wat weet ik van hem af? Ik zal er, „Juist, en dit wijst op iets of mis- namiddag; en vlakbij lag de SL James
financier. Vandaag ging Hot om een zink-1 naar vragen... voorzichtig natuurlijk, Vra-tschïen ook op een muur, waartegen we?straat; we leefden in de twintigste eeuw;
mijn op Borneo, morgen om een patent gen, of Mj bakkebaarden draagt, ja ofons doodioopen. Moglelijk zullen wij de een zachte regen viel neer op de regen
van een of andere uitvinding.^ Steeds bood. neen."_ j conclusie trekken uit die doodlooperij. Het jassen van de huurkoetsiers, die aan het
hij zijn vrienden een kans rijkdommen te j En kriebelig voegde Ik er aan toe:
veroveren, die eens reeël zouden zijn. Elke „En dan hoop ik, dat, na al dit ge-
club telt onder zijn leden een dergelijk j zeur, jij je naar zijn uitspraak zult sdhik-
soort van menschen, Ik was echter te ken."
weinig met hém bevriend, dan dat ik Toen trad ik op den gricziifgen man toe.
iets van mijn moeizaam verdiende geldje „Ik hoop, meneer, dat u mij wilt excu-
supernaturalistische ïs ©en doodlooperij
van Kët intellect.-
„Ga door, ik zal próbeereri je te vol
gen."
„Zonder nu opgeblazen of pedant te
zijn, zou ik tooh' dürVen zeggen, dat er
erbij verloor. Toen het nieuws van zijn seetren. Ik heb niet de minste brutaliteit intussohen Brostell m mij n'< t directe ver-
dood, een paar jaaT gieleden, ergens in j den zin. Mijn vriend Mer heeft echter dein wantscKap bestaat, alleen dan hierdoor,
Australië, bij het nasporen van een mijn laatste!^ tijd heel veef gereisd en zijn dait we beiden BeaVér-Royd hébben gje-
mij bereikte, voelde ik, dat ik den I gezondheid Iaat, vrees ik, iets te wenschen
vriendelijken, ouden ketel in hboge mate over." f
dankbaarheiu verschuldigd was voor hetj Zrn wenkbrauwen trokken samen; zij
geld, dait ik er niet bij inschoot t I dekten heeiemaal zijn oogen. Eu met een
nbadt zich omtrent de kasgeldleening ook' j Maar Kier nu dezie man mét het noisdhfe, koele uitdrukking antwoordde hjj
wei wat op die hoogte kunnen stellen. f slechte gezicht droeg zijn bakkebaartlen. I „Uw vriend ?-egt mij niets, meneer. Ik
Dé voorzitter: ik verzoek! u dergelijke] Vreemd, heel', heel Vreemd. I kan u geen meening zeggen over zijn ge-
,'iaiitijgingen voor u tó houden. j Ik had er een eed op kunnen doen. I giezondhéid. Be ben geen medicus.
De heer Stephan: u zult er vanavond Ik liep de groote zaal 'door, den Koek I (Bumess was vlak in zrjn buurt gaan
„Wat heeft hij daarinee te maken?"
„Massdhïen veel, Burti-e&s. Je hébt moe
ten opmerken, dat Brostell constateerde,
ren, dat die man daarginds, dezelfde bakke
baarden droeg als Beaver-Boyd. Eh nu
Vraag ik, is hét niet mogelijk, flat de bakke
baarden, die Brostell 'en ik zagen, aan
open raam voorbij reden.
Langzaam breidden de vlekken zich uit
over de witte bakkebaarden van deu man.
Hoe lang dit alles duurde, kan 'ik niet
zeggen. -Het scheen of de tijd geen voort
gang had. Het gezicht van Cuminidge stond
ontzet <-n vertrokken. Nooit zag] ik zulk
een uibliuklring en inmiddels1 verdubbelden
rich de .vlekken op de bakkebaatrjefett;
bloeditood werden m, als vlammende ton
gen, die tegen de wangen brandden.
„Groote genade," fluisterde Burness, „de
man sterft.'
Plotseling weerklonk er een rochélénd
geluid, een izmuwtriUing doorv-oer de ge-
héele gestalte Van Cumnindge. Plotseling
stond Mj overeind met samengeknepen vin-
het gezicht ,van dien man, alléén voor gjeis. Toen sloeg hij voorover neer,
bekaaid afkomen. om naar de aoMerzaal, waar ik een brief! ritten. ons zichtbaar zouden zijn, omdat we' Het lichaam (van ©en gladgeecboren rn'ain
Tf|d:svodtótter: meneer Stephan,uheeft ging-schrijven, „Ik aanvaara uw antwoord, Meld ik Beaver-B; v,d gekend hébben?" viel zwaar ter aarde.
*V
I
Sfv'
fe-"
Ks*
A%
sv
-ij -
trjfi ycT--" "i
k/a I
j|f f-bVtv?
-hi
„Ja.'
„'Onzin.
^inhta ri o L* L-eten n TkTo.n rlcVi" mnjfe -TWAyor T 1 tl t.l.'l. J1
tar zonder witte bakkebaarden." oaf de fJnh irmim munta a- Kan<»4. An* ;.t- m«.
1«.w /7a I vvxiVvTTxrji WTV» Ifcip-n nnn rï
rr Iw~i
wvn WoïVhöi vrrvol/Trv ilr ilr I criAO^nnrTTTpflf? \TrYhP<? flr iptfc -fot wptjcrhTion
tcv*1 -nrin+ /vrv vfloJ rwhcr1 l'rin'noTi cfrvl Jon f clp/^.Tïl^P OlATTirtTlif'. i
oVn o'ïhli «v^VrwYi.£*r» nm n n nr* A o o n l WJai" n!r prpll hnpf I 73 f fPTl
nnc- y-tVtiThanV .T-anlrTpr» «rmv rtmrïnrh wa TTpif innn aom /vtn©Wn
fefr
A -j/ 1 Es s< A
K'
t^sr* -i-f-
V n t - V N t I t K 'vjkf's Sl(