Sggrjz&i d« ssi 'A ,fr*rvroog t
't Bezoek bij een Rus,
al, te zija den tijd van Toornen, g dS
.Ms
Men acht lift vootis lam; niet onmogelijk
dat He besmetting is ontsautn op eon tor-
rein tussehen Amstenlam.M-lien stnuitweg on
het AlenvedeknnanJ, waar ©enig-en tijd gelo-
lien oude spoorwagons, die dienst hadden
gedaan in oorlogstijd oor liet ervoer van
krijgsgevangenen, zijn verbouwd en greehikt
gemaakt als spoorweginateriaal bestemd
voor do Belgisch© spoorwegen.
Die wagens zijai op dit terrein gereinigd,
schoongemaakt, inwendig veranderd, waar
bij natuurlijk allerlei atval van die wagens
is terecht gekomen op "het omliggende em
placement. Met de gevolgen van (lieu, lien
mogelijkheid vau besmetting, die daarom
vooral zoo groot is, omdat iu do oorlog
voerende landen en speciaal in Vlaanderen,
gedurende do oorlogsperiode veel besmet
telijke geelzucht onder de troepen is voor
gekomen, waarbij, voornamelijk ratten de
overbrengers der besmetting zijn geweest,
in wier bloed men daarvoor de gegevens
vond.
Het spoorwegmatenaal dat nabij Utrecht
gereinigd is, heeft van deze ooxlogsterreinen
af, krijgsgevangenen vervoerd mui elders.
Onder de oorlogvoerende troepen heeft deze
besmettelijke geelzucht heel v at slat htoffers
doen vallen; ex wordL aangenomen,"lat on
geveer 60 tot 70 pC-t. der gevallen een
doodeüjken afloop hebben" gehad. De ziekte-
deed zich daar dan ook veel heviger vooi
dan nu hrêr te lande, oa. rondom Flmek-
wijk het geval is geweest; de daar aange
taste. kinderen vertoonden wel een liooge
temperatuur, maar waren over het alge
meen niet ernstig ziek. Ztij zijn "dan ook
allen genezen. Voor zoover bekend, is
slechts één patiënt aan besmettelijke god
zucht overleden iu een der Utrechtscbe-
ziekenhuizen, thv. een man van middel
baren leeftijd. In alle andere gevallen, bjjv.
de tien gevallen in Ei inckw ijk, venl vol
komen genezing bereikt.
Indien het U. IX wél is ingelicht heb
ben zich sedert dien geen nieuwe gevallen
in Elinckwijk voorgedaan.
Een ieker van Cornells de Witt.
Edmond Haraucourt, directeur van het
Cluny-museiun te Parijs vertelt het volgende
vermakelijke staaltje van slordigheid bij een
Duitsch geleerde:
Onlangs heeft barones Saloni-on de Roth-
3? schild haar prachtig huis en kunstschatten
den staat benevens den musea van 't. Louvre
en Cluny nagelaten. De verzameling was in
1882 al z)oo de moeite waard, dat de bezitter
de catalogiseering aan een Duitsch geleerde
opdroeg, F. 'Luthmer, directeur der school
voor industrieele kunst te Frankfort.
Bij de eigenaardigste stukken der verza
meling is er een, dat voor Nederland's ge
schiedenis van groot belang moet zijn. Het
is een ontzaglijke bokaal van bewerkt goud,
Waarvan een lint in metaal het hengsel
siert, geschilderd en opgewerkt, dat in de
rondte een zeeslag weergeeft. Komend uit
het ruime sop en zacfh. naar de kust richtend,
bedekken groote schepen de zee, alle met
het oranje wit en blauw, in top. Het is de
vioot, aldus verduidelijkt Haraucourt voor
de lezers van de „Information", die in 1667
gedurende 21, 22 en 23 Juni Engeland deed.
sidderen, terwijl Cornel is de Wrtt en de
Ru.yter de Theems trachtten binnen te drin
gen. *n Schip onder van B.rakel stuift tegen
den ketting dwars over den mond deiri
vier gespannen, en de ketting knapt af.
Londen is op dat oogenblik aan. de genade
der aanvallers overgeleverd, die de kust
bcmbardeeren en al troepen ontschepen.
Te land vluchten Engetsche boeren met
hun kudden. Steden met kerken en forten
staan in brand. Opdat niemand zich ver-
gisse, heeft de kunstenaar boven eiken
brand den naam der plaats gegraveerd, Cha
tLam, Queensboro, fort Sheenieas. Ro
chester enz.
Helaas, de Duitsehe geleerde heeft zijn
bril niet opgezet. In plaats van Rochester
las hij Rochesle. Dit vertaalde hij met la
Roebelle. De drieMear hypnotiseerde hem,
de Hollandsche vlag zag hij: voor de Fran-
sche aan. Dus herkende bij daarin het be
leg van la Rocheile door de Fransche vloot
onder leiding van Richelieu. Wist de geleer
de niet, dat de Fransche vlag het werk
der revolutie is Edelmoedig kent hij ze aan
Lodewijk XIII toe.
Hij- heeft eenvoudig vergeten, den beker
te openen, anders zou hij aan den binnen
kant van het deksel gezien hebben, "dat
daar in het Nederlandsch het volgende ge
grift staat, waarvan, volgens den heer Ha
raucourt, nu voor 't eerst de vertaling be
kend wordt: „uittreksel uit de beknopte
acten van 2 Juli 1667. Op voorstel der
heeren algemeene raden bestuiten de Staten
dat aan Goamelis de Witt, gevolmachtigde
der republiek op "de vloot des lands geleid
•hebbende het fameuze wapenfeit, 21, 22
en 23 Juni 1667 op de rivieren van Londen
en Rochester volvoerd, een gouden beker
zal worden aangeboden, op denwêlke het
genoemde wapenfeit zal worden afgebeeld,
opdat hij een gedenkstuk voor zrjn familie
en nakomelingschap zij. Voor copie con
form der resolutie van de staten, de se
cretaris: Herbert van Beaumont."
Rte ©uiige conclusie, welke men ui-t een
en ander kan trekken, is, dat vutte maan
in den nacht au 31 Maait op I April
niet na middernacht, maar daarvoor in
treedt, liet oogenblik, waarop dat gebeurt,!
is niet precies aan te geven. F.n gebeurt
het voor middernacht, dus feitelijk op 31
.Maart, dan zou men inderdaad met een
gerust hart zijn Paaschbrood kunnen eten
op 1 April.
Hopen we, dal er geen Aprilgrap in
het spot is.
Pastoor Stoei te Abcoude schrijft aan
de „Tijd"
„Wegens mogelijke lw twijfeling van tic
iuisitheid dei keikiïijke lierekening van het
P.mschfeesil, wat het jaar 1923 betreft,
lijk! het mij niet onnuttig op de viong
even -te antwoorden. Dat antwoord is zeer
eenvoudig.
Vo'g-ns de kei kei jk
nieuwe en volle maan is liet volle maan
op Zaterdag 31 Maart. Pen daarop v
geilden Zondag, in ca.su 1 April, is het dus
Pasehen IV kerk houdt geen rekening nu-t
de .istronomisclie ware maanpliaseii, maar
alleen met den gemiddelden loop der maan,
zeoda t de datums der pliasen wet eens ©eli
dag verschillen. Raar den keikelijkea com
putus heeft het jaar 1923 de epacta 13,
Zie het dietorhuu en het traclaat voor
in de Paxslueinalis van liet Brevier. Xu
Zijn (jas.
tien uiet al te snugger student ontving
privaatlessen ten huize van zijn lei-ra
m de natuuikunde. Deze behandelde de
verse billende soorten van gassen. 0
noemde hij op waterstofgas, lichtgas, riool
gas.
Noemt u nog eens mi soort gas
vroeg hij den student. Deze moest liet ant
woord schuldig' blijven.
- Wel mijn gas. zeido de leeiaar.
0, ja, zei de student me! een brij ge
zicht van begrijpen, terwijl bij naar
'sleeraars brandende giskroon opkeek, uw
g-'-e.
Kwaadaardig.
Feu bedelaai lield-o op zeker doip aan
het huis van den veldw adder. Diens
vrouw, welke nu niet bepaald een schoon
berekening van de|iu%W «as. duwde dm, man toe:
Als je wist, met wie je te doen bad.
zou je Her niet bellen. Mijn man is veld
wachter en ais hij je zag, zou hij je
zeker pakken.
De man keek haar vedboleekened aan
en zei toen droogweg:
.Ta, als tie jou gepakt lieefidan
pakt ie iedereen.
Het
De datum, van Paschen.
,N. v. d. Dag'" schrijftSommige
onzer lezers begrijpen niet goed, hoe het
kan, dat atle kalenders het Paasehfeest
dit jaar op 1 eri 2 April aangeven, terwijl
het, volgens de tot dusver gevolgde for
mule, eigenlijk op 8 en 9 April zou moe-
ton. worden gevierd.
Inderdaad is de thans aangenomen ter
mijn vreemd.
JDie ifcerkviergjadering te Nicaea (325) stelde
het Paasehfeest vast op den eersten Zon
dag ma de volle maan, volgende op dg
voorjaarsnachteven i ng. Het woordje na
•wordt daarbij zoo opgevat, dat het feest
"een week later wordt gehouden, wanneer
de eerste volle maan na de voorjaars-
nacbteveningi op een Zondag valt. Het feest
kan dus niet vallen voor den 22s-ten Maart
an niet na den 25sten April, en zoui, daar
hafc in 1923 Zondag 1 April Voile maan
iïr, eerst Zondag 8 April gevierd moeten
-worden.
ffek 'bij toepassing van de formule van.
gauss vindt me-h Paschen op 8' April.
Als twee vechten
Mevrouw Jansen: Ja, die twee heb
staat-in liet ketkdijk kalendariuni voor is 1,<M1 voortdurend ruzie. Ze zoggen alle
Maart liet epacten cijfer 13, zoodat 18 M** dat ze de mooiste kinderen uit de
Maart lunn i en Zateidag 31 blaart luna L^ad hennen.
XI <1. i. volle maan, is. De zaak is dus Zoo, eu wie heeft ze wel
volkomen in orde. Mevrouw Jansen: Heen van bnden
Toevallig valt dit jaar het Joolsche 1(C 'le^ ('c mooiste.
Paasehfeest met liet onze samen. Volgens
den Joodschen kalender Is het weliswaar j Vit de kazerne
eveneens op 31 Maart volle maan, maar SergeantWat is je hoofd?
volgens een der vijf Rabbijnsche uitzon- Reciuut: Een knobbdvormig uitsteek-
derings wette tl moeten de nieuwe- en voile- set, dat dient tot het dragen win de kepi
maandagen di-t jaar een dag verzet wor-1
den, zoodat de 15de Nis.ui ,d. i. de eer- J Afschrikwekkend
ste 'dag van het Paasehfeest, op 1 April Ma: Nu, Jantje, zou je ook geen
valt. Met deze uitzonderingswetten in den bankier willen worden, net als je oom?
Joodschen kalender houdt de kerk gieea Jantje: Moe, kan ik geen bankier
rekening. Volgen den algemeenen regel worden, zonder op oom te lijken
van hun kalender zouden de Joden Zater- j
dag 31 Maart Paschen moeten hebben. Troef.
Er is derhalve geen vergissing in het Rechter: Ik denk dat je gewetens-
spel, noch van dein icant der kerk, noch j Jev<jn. zwart is als je haard
van den kant der astronomen. BeschiddigdeAls ik naar den baard
moest oordeelen, z-ou ik zeggen, dat u
Het Egyptische koningsgraf. I in 't geheel geen geweten hebt, «lelacht-
Er zijn aangaande de schatten, in het bare!
voorvertrek van Toetankhamens graf tombe j
gevonden, reeds verschillende theorieën ge- j - sq e
opperd. Men. meende, dal zijn tijd niet zeer, I-*■u aarom is het plotseling zoo
rijk -was geweest aan kunstenaars en dat J JI1 <*e za£)l geworden
de aldaar gevonden vooirwerpen geenszins j -'a- z,_e le' do meeste heeren
behoefden te lioören tot zijn eigen periode, I dachten m jou n echten deurwaarder te
doch zeer goed uij vroeger jaren konden I herkennen,
stammen. Zelfe weid de theorie geopperd,
(Nadruk verboden)
dat, daar Toetankhamen de laatste zi jner
dynastie was, zoodat een ander geslacht
zou moeten gaan negeeiren, trouwe aan
hangers zijner dynastie alle 'voorwerpen
van waarde uit het paleis verwijderden,
om te verhinderen, dat zij in andere han-R- .a.,. ogenblik-ken kwam de
den zouden geraken. Thans is echter op oogenölikken lev. a.m ue
ii» x- v i I bedicnue term* Tnet de wooïM'cnl
zeer toevallige wijze het bewijs gdeverd, ai™-*. Njf-hols n binnen te
dat die kunstvoorwerpen wel degelijk werk J
dier periode zx> Fkai^he geiemdeu n l m ideld de deur open en ik trad een
die in de buurt van DmT el m^na aan k bmnen met u7tzicht op .n tuin
Sf gSS dat Tar scSf S Iaa« ^emp" ^licht:
S-Ef^Se firkonSt tts, SwT OnmiddeU|k ondmging ik de gewaarw-or-
omtreut geen verdere aanwijzingen beston-1 Tfevinv nJin, e?'
J3 at i -t. i "ïi w I omgeving, zeer A^ersonillena aan wat ik-
den. Men kon int mets opmaken, wie daar -if L u,
t J Z zelf meebracht aan stemjming door mijn
i te but h" Bokbara-lapijt, lol aan ,1»
zeer öelangrtjk is, moet men ze van mu |mmir j^g. vervolgens gleden ze naar hel
tengewoon gewicht achten m zooveire dat venster, waar toeffen rozen
toningstomte eavond», v aarioor da, hu- p^n mttSS, lïn Tt
wezen zou zijn, dat de kunstvoorwerpen bezoeken
»-<J de^bjl uit dan tijd va, den koning r h kuntoorpeteoneel
STSiX he' sehrijEmaebines t-«l se-
kunstenaain geleefd heeft, daal- bet anders V'X-Tki. iot?n°"J
z -x ri-j r„ Tm onder-dnecieur, nadat de zaken waren af-
Z1J t]jd mei ongeveer gehjke handeM. -L Is altijd een genoegen een
afheeldimgen en voorwerpen zou zijn ver-|?„_-,1 „LJ/Lu
sierd.
vriend te ontmoeten van baron Geiden.
Als antwoord opende ik een cigaretten-
koker. -
Historische anecdoten. J „Dank u, ik rook niet," zei hij luchtig;
De prins de Linge had onder zijn kennis-1 op dat oogenblik trad de knecht binnen,
sen twee broers, een markies en eien graai. I met koffie en likeur.
Die eerste was geestig, de tweede vesrvé-1 Meneer Nichols bediende me; hij zelf
lend. Als de bediende aankondigde: AD. nam alleen -een klein kopje koffie, de al-
de Montaüleur, dan zei de prinsAls 't cohol negeerend.
marki-es de A tori tailleur is, goed, mais si I „U geeft u aan geet. dezer onschade-
c'est le compte de mon tailleur, mepci! I lijk-© ondeugden over?" ,roeg ik.
Uw woord is goed gekozen," antwoord-
Professor Göttling in Jena bezat een zeer I de de ander lachend. „Sedert de mensch
ireffenden humoir. Eens bezocht hij met een ondeugden heeft ontdekt, zooals u ze
aantal jongere docenten en eenige studen-1 noemt, heeft hij vergeten wat genoegen is.
ten het archeologisch museum. Wat mij betreft, ik geef er de voorkeur
Zij stonden juist voor een antieke statue I aan mijn hoofd helder en mijn zinnen ge
en de jonge dr. G. kon zich niet weerhou-1 scherpt te houden voor het genoegen, als
den aan zijn dweepzieke vereering voor I dat mocht komen, dan toe te geven aan
ouoheden mtdrukkiiig te geven door de I de nerveuse voldoening van vergif te slor-
woordenO, als ik een stuk echt an-1 pen of van mijn mond 'in fornuis te maken,
lick zie, dan komen mij de tranen in dei Wat er in deze opmerkingen' misschien
oogen. 1 j opzettelijks mocht geklonken hebben "bij
Dat is voortreffelijk, liet de oude Gött-1 een ander, werd bij dezen man getemr
ling hoorenwann-eer we een antieke perd door de mooie, warme stern, alsook
statiue voor ons hebben en we weten niet door de ondefinieerbare charme van zijn
of ze echt is, zoo plaatsen we hem er-1 h-eeie wezen.
voor, en als hij weent, dan is ze zeker echt. j Hij was eeen foische man, die zichech-
Iter met groote gratie bewoog; het grij-
ln de Zweedsche stad Knutsfond bestaat zende haar droeg hij kortgeknipt op Duit-
nog een oud gebruik uit de dagen van ko-1 sche manier en onder 't spreken tintelden
ning Knut, namelijk figuren van wit zond I soms onverwacht zijn grijze oogen in bui-
op de straatsteenen te maken. Die oor- j-tengewone levendigheid,
sprong van dit gebruik, dat gewoonlijk' voor „Voordat ik mijn fortuin verloor, was 't
huwelijken bewaard wondt, is, dat koning!alles andere," ging hij vender, sprekende!
Knut, toen hij de heek overstak, op den j over zijn fortuin als over 'n juist-gemaiv,
oever aan de overzijde ging zitten om het I keerden trein. „Toen amuseerde ik me
zand uit zijn schoenen te schudden en. I zelf met zooveel mogelijk alles te bezit-
terwijl hij dit deed, een bruidstoet voor-1 ten, wat denkbaar was, en op een wijze,
bij kwam. Hij wenschte bet bruidspaar ge-1 zoo gecompliceerd mogelijk. Ik had tot
luk en strooide het zand voor! hen, zegiiop zekere hoogte de vulgaire manie van
gende: Moogt gij zooveel kinderen krij-1 ooliectioneeren en -erbij te poseeren als 'n
gen, als hier zandkorrels liggen. I kenner. Ik bezat een landgoed in Zuid-
Als men voor een huis in Kmitrtond halve j Rusland, een pal-eis in Rome, een aparte-
maantjes -en andeire figujren van wit zand,1 j ment in Parijs, stallen te Chantiily, eemi
op de straatsteenen riet, is dit een toeken; 1 villa in .Marocco, -een vfctouw, dochters, bui
dat daar een. -trouwfeest is geweest -Itengewone vrienden, alles en nog wat...
Nu de revolutie «lies heelt genomen, treur
ik daar niet over. Misschien heeft de zie
kelijke toestand, die mijn land heeft ge
ruïneerd, mij ook aangeuist onder een
anderen vorm, en ben ik nu eenigszina
behept met afkeer voor hel eigen bezit
Vreemd nietwaar?"
,,!k vind uwe gelatenheid zeer bijzonder,
zei ik.
„Docli men kent iels dergelijks ook in
MiddeiiFuropu."
„Iu een wereld vau uw leveusbescliou
wang zou ik gelaten zijn geweest, dacht u?
gat' de Rus scherp terug. „Ah! alles ge
had te hebben, zoo goed de kunst van te.
leven verstaan le hebben, alles te hebben,
bezeten, wat het loven mooi maakt, en datj
iu één oogenblik, in één oogopslag
te zien weggevaagdIn 1914 was er,
ge-en wensch, dien ik niet had kunnen be
vredigen, eu in 1920 stierf mijn moeder,
die tachtig jaar oud was, door ontbering
eu kou. In de Ukraine heb ik onder den,
sterrenhemel de wegen rondom! afgelooi
pen; langs de vlakke, slapende landen ben
ik gegaan, die eens de mijne waren, alle
de mijne en in een toestand van wanhoop:
van tranen, omdatik honger luid. Neen,
honderdmaal noen; was het leven, 't levap
waarin u gelooft, deze idiote, zielloozei
hutspot vau melodrama en biruut geweld
dan had ik al huig mij een kogel door deu
kop gejaagd. Maar daar is een andere we
reld, en die is altijd om ons, om ons
fn do koude, slapende eenzaamheid van
mijn land, in de boomen, de zonnestralen,
ja, zelfs Her in deze saaie, nietszeggende
Duitsehe straten en die heeft me In
't loven gehouden."
„U is waarschijnlijk 'n spiritualist?'
vroeg ik.
„Waarom niet?" gaf hij ten antwoord.
Ik heb zelfs ledenen om te gelooven
dat ik een van de grootste mediums teï|
wereld ben op 't oogenblik. Zoo'n gave
maakt liet leven dragelijk, vindt u ook
niet? Ik heb waargenomen en gesproken
met al zeer bijzondere luitjes vrij wat
interessanter ten minste dan die men ooit
in Duitschlunjd ontmoet mot Byron
den grooten Erederik, Toergenieff, Anto-
nius, Sden mooien „barbaar", dien Cesar
lief haid
In die kamer vol stemming rprak het
als van zelf, dat men onder de bekoring
kwam van dezen boeienden verteller zon
der zich door zijn conversatie te laten
beetnemen. Berlijn telt op dit oogenblik
een 200.000 Russen onder zijn bevolking
en het allereerste, wat -een ieder diezér,
uitgewekenen u zal vertellen, is, dat hij
een groot fortuin heeft verloren, en dat
deze wereld niet dat is, waarvan zij den
schijn heeft. Van een fortuin, dat nooifj
anders dan 'n droom was naar een we
reld, die niet bestaat. Dit beteekent niets
voor een volk, dal, tot een zeldzame hoog
te, de gave voor kleurrijke eigen-levens-1
beschrijving bezit. Alles in hunne verha
len, wat bij een ander vervelend, allei
daagsch, opsnijerig, vertoon of goedkoope
vroomheid zou zijn, wordt gezuiverd door
de macht van hunne directe, ras-eigene
charme.
Ja, zei de onder-direct eu r, „ik heb ges
weten, hoe het leven te leven, 't Leven,
heeft mij rijn vruchten en bloemen gebo
den; ik heb in de uiterste mate genoten
van al de goede dingen, welke deze we
reld haar kinderen biedt onbegrensden
rijkdom, het jagen op wilde beesten, on
eiligheid in 't bijzijn van dierbare vrieiii
den, liefde en gevaar, gevaar en iiefdeJ
V Laatste boven all-es. Ik ben -volmaakt)
wonderbaarlijk gelukkig geweest en mis
schien omdat ik nooit l geluk hen achter
na gehold, zooals velen plachten te doen.
Mij heeft het meermalen toegeschenen, dat
liefde, voor vele menschen hier in West-)
Europa, een soort van brutale bedwelming;
is, die gejaagd, met -verdeeld hart, ais af
cohol of tabak wordt genomen. Glas nai
glas, de eene idiote cigaret na de andere,
tot men versuft is en ergens wordt heen
gevoerd, om op een goeien morgen te ont
wakenalleenmet een barstende
hoofdpijn. Hoeveel verstandiger is het om
geduid te hebben en te wachten op het
hemelsohe, het onvermijdelijke oogenblik,
dat zich aanbiedt, inplaats van hijgend,
verhit, %-erlegen en buiten adem ais dwaze
minnaar achter zijne beminde aan te ja
gen
„In Samarcand waar ik eens toefde...
laten we zeggen als 'n soort van officieel
persoon heb ik een symbolieke voor
stelling bijgewoond in den geest waar-op
ik doel. Kent u Turkestan? Het is een
wondermooi land, onvergelijkelijk schilder
achtig. Na zonsondergang zijn de straten
verlaten en als er een inboorling buiten
gesnapt wordt, wordt hij afgeranseld. Men
zoukunnen spreken van een stad van,
graven onder een blauwen maanhemel. De
Turksche gouverneur rijdt doen- deze ver-I
laten, ruimten, omgeven door een wacht
van mannen tin 't wit, die met lange zwee-
pen zwaaien in de straten. Sedert Alexan
der is het leven er uiterlijk weinig ver
anderd. De vrouwen bijvoorbeeld lijken opj
op groote bundels witte lompen, rnfet twee
zwarte gaten als oogenmen bootrt ze
nooit spreken en, als ze het deden, zou
hun gesprek niets menschelijks hebberp
Zij rijn slechts als 'n broedsel van wit
gevogelte, noodig voor het voortbrengen
van jongen.
„In den avond ziitten de hoofdmannen
buiten onder de sterren, gekleed in prach
tig© tunica's, waaraan vele munten glin
steren, -evenals edelsteenen fonkelen in de
sneeuwige -plooien van hun tulband, Djan
komen één voor één de heele j'onge danse
resjes en voeren vreemde passen uit in hal
licht der vuren. .Zrj zijn gjeheeJ. naakt en
zonder versierselen, uitgezonderd één roode
roos hoven het por, die gloeit als een
juweel van. bloed, en als een lauwe veder
tooi op het warme brons .hunner jonge
schouders zijn. de lange haren gespreid.
iWanneer de dans geëindigd Hs, gaat elke
danseres trc hem, die giekozien werd en
vleit rich aan zijn voeten. Maar waarom
spreek ik van liefde ïn meervoud, ai&of
er meerdere kmmen zijn. Er is maar één
liefde in die beteekems-.
„D© eerste?" -
,,lk' versie, ja. En de reden, is
niets vergeleken kan wotden bij de jw.
waar wordingen van zou een nacht mrt
de later zoo gemakkelijke ontmoetingen
die hel leven iemand kan schenken.
„IJ spreekt vau liefde in de physieke
Liettoekeniis."
Die Rus glimlachte.
„Physieke liefde, des le hoogpr liefde/'
zei hij.
„Zal ik u oen geschiedenis vertellen, eon
die schijnbaar met ia betrekking staat tot
wat wij nu bepraten? Na de revolutie
zaten wij gevangen - vijftig van ons
in de Peter en P-ndnsvesting. Mijn
vriend was er on a eijwij warén samen
onder het commando van admiinal Kot-
schrik. IIij was een buitengewoon bemin
ne-lijke jongen, de laatste van mi zeer
oud geslacht, welks vitaliteit door één op
fierste poging in liem haar hoogste kracht
zou tonnen, alvorens te vergaan. Welnu,
eiken avonu voor middernacht werd iu een
bundel licht achter de hooge Ir,dién der
gevangenis een mooie jonge kerel zicht-
baar m unifonn, een Leldie de trappen
halverwege afdaalde en lui ie opriep, steeds
met lachend gelaat, de namen van de
verootdechteii. Dikwijls, in mijn dioomen,
zie ik opnieuw die witte tanden se hit
teren in liet licht der lampen ell die volle
lippen, scharlaken rood, als waren ze ge
scldlderd.
Onze veroordeelde kameraden zegden ons
dan vaarwel, gelaten of ontzet, al naai
gelang van hun temperament, en zij volg
den den Let de treden op en kort ilaarna
weerklonken de geweerschoten...
Eindelijk waren er neg maar een twaalf
tal van ons over. Alles was even on
wezenlijk, men kreeg het gevoel of men
deel uitmaakte van een hisiorische nacht
merrie, of dat men poseerde voor het doek
van de Fransche, romantische school.
Zooiets als het laatste appél der slacht
offers van het Schrikbewind. zult nau
welijks willen goiooven, dat er één onder
ons was, die onder dergelijke omstandig
heden nog zou slapen; maar toch, dat
deden we, en, wat mij aangaat, ik, heb
altijd kunnen slapen, als ik het wenschte.
en zoo lang als ik zelf wilde. Ik geloofde
toen, dat ik niets om liet leven gaf en ik
wist dat mijn vriend zou worden vrijge
sproken, want hij had vrienden in deu
krijgsraad, de kleine schelm, en hij was
buitendien -een vreemdeling. Om kort te
gaan, op een nacht si iep ik door dat ver
vloekte „appèl" heen en werd wakker door
een weer terugkaatsend geluid. Mijn buur
man tikte mij op den aim; hiji schreide.
,,'tls alles voorbij nu met hem," zei hij.
„Met wien?"
„Met Paul, Zij hebben hem nu vermoord.
De Let riep uw naam op en hij heeft
voor u geantwoord.
„Dat had die vriend gedaan, zoo maar
stilletjes, in allen -eenvoud. Ea geen woord,
geen regeltje," besloot meneer Nichols, ter
wijl ihij zich door het grijz.crute haar streek.
Geen gebaren. Hij was geen Rus, weet u."
Heit was nu niet het oogenblik om na
te vragen, hoe meneer Nichols zelf kans
had gezien om te ontkomen aan het lot
dier anderen en ik ontdekte tot mijn ver
driet, dat het tijd werd dat ik mijn be
zoek beëindigde. Voor mezelf geloofde ik,
dat de vesting Peter en Paul even onwerke
lijk als feit was gjeweest in het lieven
van. den onder-directeur als de villa in.
Marokko, lnaar het was onmogelijk om
niet rijn ras-eigen gave van verhalen hoo-
gielijk ito bewonderen.
„Laat ik u mijn kaartje geven," zei hij
bij "het weggaan; „ik hoop zeer dat v\e
elkaar nog eens zullen ontmoeten."
Toen ik buiten in het zonlicht onder
de wuivende groene hoornen stond, waarvan
hij gezegd had, dat ze waren instinct met
werkelijkheden, ons onbekend, bezag ik
even het mij gereikte kaartje, waarop ge
schreven was
Prins YUPINOFF,
Kamerheer van Z. M. den Keizer Nico-
laas If.
Faillissementen.
Uilgesprc xen:
C. Koppert, Berkei Recbiter-comim.'ivr,
H. E. Oost Budde: curator: nu\ V. M'.
Donker Curtius.
P. Visser, Den Haag. Rechter-comm.W.
J. Berger; curator: mr. L. Th. Dienekamp.
B. Fresco, Den Haag. Rechter-comjn.
mr. P. W. .T. Reijnen; curator: mr. J.
AndreoM.
Pieter van der Gaag, te Rotterdam. Cur.
ml'. P. A. N. Houwing.
A. van 't Ha'rt, te Rotterdam, waxmoe-
zier. Cut*.: mr. P. Ph. Kooien,
H. Engelmoer, stoker, Rotterdam1. C'ur.:
mr. H. J. SjolJema.
B. 'G. Roozendaal, koopman, 1e Rotter
dam. Cur.mr. G, Nauta.
L. C. Stenstra, schoemvinkelieri te Rot-,
terdam. Gut'. mr. L. K. E. van Eyck.
Jean Voss-eur, koopman, -te Rotteldam'-
Cur.m!r. M. G. de Baat.
R.-ci.in deze faillissementenmr. J.
G. Huyser.
AL J. Falrls, koopman en winkelier in
lederwaren, te Rotterdam. Cur.: mie. Cr.
A'. de Gocq; r.-c!.mr II. de Bie.
Vernietigd: t
N.V. Stoomcairtonpapieï'fabriek Wilhelmi-
na, Oude-Pekela.
F. A'. Bos, met A. J. J. Staalenhoef, te
zamen handelende onder die firma J. F.
A. Bos -en Co., en A. .T. J. Staalenhoef,
met J. F. A'. Bos, tezamen handelende on
der de firma J. F. A'. Bos en Co., aan
nemer, bedden te Amsterdam.
Geëindigd: - 1
J. J. Rroeck, hotelhoud-etr, vroeger Ber
gen op Zoom (Hotel .Williatmi).
J. Ch. Homs, koopman en winkelier in
kruideni-etewaren, Ossendrecsht.
C. Th. Ruyghok, stalhouder, Amersfoort-
Hajrtog Cohen, 'Assen. I 1
J. P. de Roeper, koopman', Utrecht,
J. B-randsma, manufacituirier, Bordulo.
A'. Snijders, weduwe J. Ovediberg, Coe-
vonden, i I -
L. -Schoenmaker, Ahnjelo'. I
C. 'AL van den Laan, destijds hogehbaas,
Oosterbeek.
K
1