f
Dit de Tweede Earner.
¥oof onze Jeugdig© Lezeps*
li"''
DE WiTTE VOS.
A\ at hebben wij do Savoniln Loin nan
en Lo-eff gemist Dinsdag 1.1. m de Tweede
Kamer. Alen kon noch van den grooton
leider der CliristelijkHstorschen, noch van
dit kopstuk der Katholieken zeggen, dal
ze oimoodng buiten liet gareel liepen, of.
aan, Reclitliaberei leden, maar zoodia het
om de Grondwet ging, waren zij onver
biddélijk. Zij zouden niet meegedaan beb-
ben met de Rechterzijde, die art 43 van-
de Tariefwet zonder bkkken of blozen
lieeft geslikt. Het is een eigenaardige ge
schiedenis, die van art. 43
Alen 7-tl zich herinneren, dat Minister
Coüjn in zijn Tariefwet, ter compensatie
van bet liooger© invoerrecht, andere reeds
belaste artikelen van dat recht heeft vrij
gesteld. Toen kwam in het Voorloopig Ver
slag over de wet de vraag, of liet opheffen
van bestaande rechten niet een voor de
nijverheid te gewaagde proef zon wezen
De Minister ging daar gaarne op in, en
kwam bij de Memorie van Antwoord niet
het fameus© art 43, waardoor de Regee-
ring buiten de S t aten-Cr on e r a a 1
om zal kunnen uitmaken, welke van de
tot dusver belaste goederen, die ;n liet
oorspomkeüjk ontwerp-Colijn waren vnjge
steld, toch weer aan het oude invoerrecht
zullen worden onderworpen. De Minister
heeft wat die artikelen betreft van de
Kamer, dat is dus in dit geval van de
Rechterzijde plain pouvoir gekregen, want
het artikel luidit, nadat de Mini sier eenige
wijzigingen. had aangebracht, die door de
Commissie van Rapporteurs werden ge-
wenscht, aldus:
„Zoolang daar om trent geen
nadere v-ettelijke regeling be
staat, zal van de door Ons bij
algemeen en maatregel van be
stuur aan te wijzen goederen,
waarvan tot aan het inwerking
treden dezer wet een invoer
recht werd geheven, doch welke
volgens het bij deze wet behoo-
rend tarief niet aan invoerrecht
onderworpen, zijn, het vroegere
invoerrecht gehandhaafd blij
ven."
Men, ziet het, de Mimister krijgt het in
deze voor het zeggen, en schakelt, in
strijd met art 175 van den Grondwet,
do Staten-Generaal geheel uit Genoemd
artikel zegt dat geen belastingen ten be
hoeve van "s Rijks Kas kunnen worden
geheven, dan uit krachten van een
wet En een wet kan nooit het Staats
blad bereiken, als niet heide takken van
de Staten-Generaal daaraan hunne goed
keuring hebben gehecht
En het is maar niet zoo toevallig, dat
dit artikel 175 van de Grondwet slaat. Want
de parlementen zijn, om zoo te zeggen ont
staan, uit de steeds meer gevoelde behoef
ten des volks, om de uitgaven van de Re-
geering te controleeren, om te weten waar
aan nieuw opgelegde belastingen zouden
worden besteed. Het budgetrecht is dan ook
het voornaamste recht deir Parlementen, en
het is niet voor niets, dat het zevende
hoofdstuk van onze Grondwet, dat over
de Financiën handelt, al dadelijk voorop
stelt, dat er geene Rijksbelastingen mojgen
worden geheven zonder toestemming van
de Staten-Generaal.
De geschiedenis leert ons dan ook, b.v.
-in Karei I van Engeland, dat vorsten, die
naar het absolutisme neigden, begonnen
met zonder parlement te regieeren, opdat
ze van die lastige controle op liun finan
cieel beheer bevrijd zouden zïjn
Het is een hoogst gewichtig le.s, dat de
vraag aan, Waarom men art. 43 niet onnoo»
dig heeft gebraakt, dooir in do Wet op te ne
men de artikelen, voor welke de oude Ta-
netwetregeling gehandhaafd bleef. De Mi
nister, die ondertusschen moest erkennen,
dat art. 43 „eene vlek" op de wet was,
trachtte zich er uit. te redden door de ge
boorte van dit artikel op rekening van den
aandrang van de Kamer, bedoeld was de
meerderheid der Kamer, te schuiven,
aan welker aandrang blij toch zeker moest
toegeven.
Net alsof ook een aandrang uit de Ka
mer een dienaar der Kroon zou kunnen
ontslaan van don plicht zoo nauwlettend
mogelijk voor de ongereptheid van de
Grondwet te waken En de heer de Monté
Verloren, voorzitter van de Commissie van
Rapporteurs, kwam zoowaar het art 43
veidedigen, met de practische opmerking,
dat zonder dit de Minister niet zou kun
nen voldoen aan de vetpiMiting, om de
aangenomen tariefwet in werking le stel
len Hier kwam de aap loelijt uit de
mouw, maar het zal wei geen betoog be
hoeven, dat als wij! wetten maken, die
weer in werking kunnen komen, zander
dat men de Grondwet geweld aandoet,
het dan toch maar heter is, dat de Kamer
die verwerpe. En daaraan zouden, als
ze vrijstonden zeker tal van ktden van
Rechts meedoen, maar ze zijn met handen
en met voelen aan de Coalitie, in dit
geval door Minister Coüjn gepresenteerd,
gebonden
De beer Oud trachtte door een amen
dement op art 43 de Grondwet veilig
te stellen, Snaar dat amendement werd
natuurlijk met Rechts tegen Links ver
worpen
Vóór men aan art. 43 ging, waren het
aniendenient-Snoeck Kenkemans, jzcovel als
de andere amendementen van links op
den post .garens" verworpen De amende
menten van de hoeren Boon en Vliegen
weiden, als te duur, met Rechts tegen
Links onthalsd, het amendement Snosck-
Henkemans, dat de buitenlandsche garens
ten kosten van het touw wilde ontlasten,
kreeg behalve van de eigen parüjgenooten,
slechts den steun Van de Sociaal-demo-
craten en van twee Katholieken. D|e heer
Dtresselhuys zag zij:n reeds in ons vorig
overzicht besproken amendement, dat ten
doel had. den inVoer van hulpmiddelen
voor industrie, landbouw, tuinbouw, vee
teelt en vissclherij, vrij tè maken, niet
aangenomen. De Minister had hem Ver
zocht de kenteekénen aan te geven van
wat onder hulpmiddelen'moest worden
verstaan, maar de leider van de Vrijheids
bond was naar het oordeel van de Mi
nister daarin niet geslaagd. Er kwam na
tuurlijk bij, dat het een hap uit de invoer-
reahtenkoek zou hebben weggenomen, en
zoo werd het met Rechts tegen Links
Verworpen
Zijn partijgenoot Gerritzen kreeg gelukkig
nog gedaan, dat alle artikelen, bestemd
vooer openbare musea of verzamelingen,
om daarin bewaard te blijven, zullen kun
nen worden vrijgesteld van invoerrecht
De behandeling van de wet is ten eindie
gebracht, en de voorzitter stelde tovm. voor
de eindstemming over het ontwerp op 12
dezer te doen plaats hebben Daartegen
kwam de heer (Wijnkoop in verzet, die
eerst wilde afwachten, hoe de interpellatie
Gerhard over de salarissen der ambtenaren
zou afloopen. De leider van. de Commu
nisten heeft zich zeker van den kook
wetsseheanib incluis» is niets te vreezen.
Daar de heer Wijnkoop voor zijn voorstel
van n.emand steun kreeg, behalve van
zijn partijgenoot van Ravestoijn, en men
met zijn vijven moet wezen, om een voor
stel in behandeling te krijgen, bleef de
zaak, zooals zo was, en zal do ends tem
ming op 12 November plaats hebben, en
de wet met Rechts tegen Links warden
aangenomen.
En toen ging de Kamer aan eene andere
indirecte belasting, de verhoog-mg van den
Tabaksaccijns. Een teer plantje, ook >-oor
een Rechts ministerie, daar do Tabaksao-
eajais indertijd door Minster de Vries aan
de Rechterzijde is afgedwongen, zoozeer
zelfs, dat do Katholieke beer Stulemeijfei-
daarlfij mededeelde, dat hij terwille van
de Coalitie gedwongen werd te stemmen te
gen 's Lands belang en tegen zijn eigen
geweten
Het is dan ook niet gemakkelijk gegaan
voor den Minister; de 15 ii 16 imllioen
die hij oorspronkelijk uit de verhooging ml
do hebben, zijn tot 5l/2 millioen terugge
bracht. Toevallig had de Monaster telkens
„meevallers", die hem in staat stelden min
der te vragen. Dp sigaren, oorspronkelijk
mot 20 procent meer belast, blijven wat ze
Waren, on de sigaretten met 40 procent be
dreigd komen er mot 25 af, en ook van
hoogere opbrengst van. den acdijtns op rook
tabak, ziet de Minister af.
Dta sociaal-democraat IJzerman, die niet
zeer scherp tegen liet ontwerp optrad,
opende het debat. En sprak de iioop uil.
dat bat met hulp ider Kathol teken zouwor.
den verworpen. Wat bewijst, dat hij eetu
nieuweling is m de politiek, anders zou
hij begrijpen, dat de groote concessie, die
de Minister doel, door atih. met 1/3 van
hetgeen hij oorspronkelijk vroeg tevreden
tó stellen,"juist de vrucht is van het
bkmeiikajnerscii overleg tusschen den Mjt-
uister en'de Katholieken. Maar van vaste
lijn of weloverwogendheiid geeft dit bij den
heer Colijh alweer geen blijk. Men vraagt
geen 15 miihoen meer van een. reeds zeler
impopulairen accijns, als het met 5 toe
kan. En dat alles gaf aan de sprekers,
die als Üe heer IJzerman wat tegenspub
terden, het recht om te vragen of die 5
millioen nu eigenlijk ook wel noodig wa
ren. Waarop de Minister natuurlijk met
den grootsten nadruk bevestigend ant
woordde Het bleek wel, dat nu de siguiem
niet door hooger belasting gedrukt zullen
worden, dit een pak van het hart was. En
het ontwerp werd met 56 tegen 22 stem
men aangenomen. Vóór: "de Rechterzijde
©n de Vrijheidsbond.
ver; ze was er een, om, opschorting voor
hoe lang werd er met bij gezegd van
het nieuwe Bezoldigingsbesluit, en geen
andere kortsng dan do pensiaenspremie en
do 5 percent, terwijl het thans reeds vooi
allen 10 percent is, en voor do ongehuiw
den na 1 Januari meeir zal warden. Die
AL uister antwoordde dan ook op deze vraag
ontkennend, omdat dut met het oog op
den toestand van de Rijksüinancicn on
verantwoordelijk zou wezen.
Do tweede vraag was heel cxndukielijik
Ze luidde toch„Is do Regeering bereid te
verklaren, dat, welke ook de besdissmig
zij omtrent het bedrag der koirtjng, bedoekt
in de vorige vraag, zij vóór 1 'Januari 1926
met terugwerkende kracht tot 1 Oiitobea
1924 geen verdere kortingen zal opleggen?"
En inderdaad, de Munster begreep, blij
kens zijh antwoo-rd de vraag niet, en wij
ook met, want hoe kan de heer Gerhard
bevreesd zijn, dat de Regeering vóór 1 Jan.
1926 nog verdere kortingen zal opleggen,
terwijl de meevaller van 7 millioen rut de
Rijksmiddelen allen ambtenaren ten goede
komt en de gehuwden onder lien, nog 4 a
5 millioen krijgen uit de Rived belastingen
het te hoog geraamd tekore op de Spoor
wegen? Earful, wij vertrouwen, dat "deze
zaak bij de verdere discussie wel duidelijk
/.al worden. 1
O p vraag 3, 0111 liet Georganiseerd Over
leg te herstellen, antwoordde de Minister
dat dit niet behoefde, omdat het nooit Was
afgebroken, voegde Kij er aan toe, en daar
in had hij zeker gelijk1, niet dat Overleg
maar de Regeermg moet tenslotie heslissen
wat er kpn en moet gedaan worden.
De laatste vraag, of niet iedere ambte
naar een salaris moet hebben, dat hem
een behoorlijk maatschappelijk bestaan
waarborgt, was ietwat naïef, en werd na
tuurlijk door de Regeering met een vol
mondig ja beantwoord.
Toch was er winste, en wel deze, dat de
Premier verklaarde, dat het hoogst oil-
w a a x s c h' aj n 1 ij k >is, dat de Regeering van
hare bevoegdheid om verder te gaan zal
moeten gebruik maken, Het zij zoo.
(Wordt vervolgd
Rechterzijde zij eet op 't oogenbh'fc uit'
de hand'van Minister Colijn, en zou be-"laten brengen door een art.kei van den
reid zijin erger te stikken door aanvaar- Haagschen Briefschrijver in De Tijd, die zijn
ding van art. 43 de beteefcenis van 't Grond- partijgenoaten gewaarschuwd heeft bij die
wetsartikel 175 heeft verzwak:. Oaze lezetrs interpellatie niet ia de sociaal-demoerati-
zien, dat wij door het woord „verzwakt1' sche kaart te spelen, omdat daardoor wel
te gebruiken, ons zorgvuldig van d.e sterke eens een Kabinetscrisis- zou kunnen out-
uitdrukkingen onthouden, die de zaak on-'staan, die dan. alleen, door Kamerontbin-
noodig zouden opblazen. Maar zelfs het ding zou op te lossen wezen, en die zeer
minste geweld de Grondwet, dien hoeksteenin het nadeel zou zijn van de Rechter-
van onze volksvrijbe.d, aangedaan, blijft zijde, die dan met het feit, dat de Coalitie
voor ons van het grootste gewicht, omdat in verbroken was, voor de kiezers zouden
deze materie meer nog dan bij de gewone moeten komen.
wet, het: Wacht u voor den eersten stap,5 Wij meenen, dat de Haagsche Briefschrij-
van bijzondere kracht is. 1 ver spoken op klaarlichten dag ziet Van
De 'heeren Dresselhinjs, Vliegen en Oud, ©en Rechterzijde, die o-ok wat haar vod-
bobben niet nagelaten op dit alles te W$ bloed vrijhandedaars betreft, om politieke
En toen kregen wij de sociaal-Gemoera-
tische interpolatie over de ambtenaren
salarissen, en die werd niet gehouden door
den heer J. ter Laan,' wien dn de fractie
andere het opkomen voor zijn collega's
ambtenaren is gedemanldie-erd, miaar door
den heer Gerhard. Die heer J. ter Laan,
hoewel aanwezig, moest om gezondheids
redenen. zijn gemak houden.
Dat de heer Gerhard de interpol] aüd
hield wil zeggen, flat ze een diepe teleur
stelling moet geweest zijn voor die amb
tenaren, die in iden waan. verkeeren, dat
er kracht zou kunnen liggen in dikke woor
den, waaraan zoovel-en van ide sprekers
in de salaxismeetuig, hunne verantwoorde-
lijkheid blijkbaar niet voelende, zich op
zoo ergerlijke wijze zijn te buiten gegaan.
Die heer Gerhard is een man van groote
kunde en menschenkeimi's, -e)n in de KameS
bij iedereen geacht, die nooit de bedo;
ling van kwaad bij een ander, ook niet bij
een regeering, die niet van zijn kleur is,
veronderstelt, vóór hij daarvan hot bewijs
heeft En dus wend zijn interpellatie in
zeer waardigen toon gehouden.
Maar toch mag de vraag gesteld worden,
of de heer GerhaTd gelukkig is geweest
anet zijn Interpellatie, en die kunnen wij
niet anders dan ontkennend beantwoorden.
Zeker, ze was goed geschilderd, die onge
wisheid, waarin de Regeering de ambte
naarsgezinnen laat, door nooit precies te
zeggen wat zij wi, en door bij "iedere
luidruchtige betooging in te binden Maar
van een interpellatie mag verwacht wor
den, dat de wagen daarbij gesteld, zóo
scherp zijn geformuleerd, dat ze heel veel
Jieteekenen, en tevens nfiet voor tweeder-
led uitleg vatbaar zijn. Ein dat was aflen
zen. De laatste kwam met de zeer juiste redenen, deze Tariefwet dikt, de Grond-'minst het geval. De eerste vraag giing te
DE AVONTUREN VAN HEER AAP.
Uit het Kjroutisch van I. L
Dicht in de buurt van het dorp ligt een
uitgestrekte weide. EjgerEhjk is het bedien
ten dage geen wewle meer dat was het
vroeger heden is het een blraak stuk
land, Waarop van alles in 'twild groeat
In de buurt daarvan is een wiigenbosdhje
brj het boschja stroomt een heekje en daar
aan grenst een heel oud bosoh.
Dit onbebouwde veld is van jongster
de geüefsoosde verblijfplaats van z'geuners
geweest. Zij vinden er gras, zij vinden er
Water en hout is er volop voorhanden 111
het diepe oude woud. En wat het voor
naamste betreft, het do-rp is viaikbrj. Jam
mer alleen dat m het dorp het gemeente
huis staat en daarin de burgemeester mei
den forscihen knevel bevel voert. De butfge^
meester, zeggen de Zigeuners, is scherp
als een zeis en kent geen pardon. Onlangs
heeft hij zelfs nog de oude verordeningen
doen verscherpenmet langer dan tier en
twintig uren mogen de Zigeuners zclh op
dit onbebouwde SiOK weide ophouden.
Vat maakt dit u t voo-r den Zigeuner,
zoolang het bosch groen getooid te en de
merel Unit. AVaar hij heden zij dbtiood
eet, gebruikt hij' morgen nief middag
maal. Maar als het koud wordt re nootr
denwind het witte veld op ziijte wijze began,
te liefkoozen, dan heeft hij het bosdli noo
dig en het dorp ook.
Wie kent niet den Zigeunei Alek.c en
zïjn talrijk gezin, vrouw1, zes kinderen en de
oude moeder? Alekic heeft met zijn beele
familie hij het wi.lgenhosch halt gehouden,
Ee kinderen zoeken in het Woud doike
lakken bijeen, de vrouW is water gaan ho
len, de oude grootmoeder heeft zich als
een kluwen opgerold onder een kro-m wil-
geriboompje zij lijkt zelve op zoo'n ouden
knoestig-on stam Alekic is juist van plan
zijn oude tent op te slaan als de gemeente
veldwachter ten tooneele verschijnt.
„Zoo, Zigeuner Alekic, sla je hier je tent
op?
„Ja, meneer, 'tis hier mijn staanplaats
zoo-'n beetje, betovergrootvader, oveigrooi-
vader, grootvader hadiden hier oo-k altijd
hun tent".
Da politie an Dierenland had pogingen, aangewend om een giraffe
te vangen, die al een bijzonder zwart verleden had. Heer Aap toog
erop >uit en wist den gezochte te vinden. Deze stond bij een hoorn
met een touw om zijn hal® en Heer Aap zat met «ten sprong o-p zijn
rug om het touw te meten en te probeeren den arrestant vast te bin
den aan den boom. Het leek allesf zeer eenvoudig, maar toen Héér
Aap eindelijk zoover Iwas, dat hij den giraffe zou gaan vastbinden,
begon deze hem zoo een treurig verhaal- te vertellen, dat Hóór Aap
er tranen van in de oog en. kreeg. Het scheen, dat de giraffe zich had
willen ophangen, -maar "dat hij nergens ©en botom had kunnen vinden,
welke hoog genoeg was'.
Maar de giraffe wist zoo sterk op het gemoed van den detective te
werken, dat de laatste zich gevoelde als een klein kindje, zóó aange
daan iwas hij door de verhalen van den giraffe. Heer Aap nam zijn
zakdoek en veegde daarmee zijn ©ogen af, maar van ditoogehblik!
maakte de giraffe gebruik om met zijn kop tusisehen zijin lange po-aten
door te gaan en de staart van Heer Aap stevig tusschen zijn tan-den
te nemen Het leek wel, of de giraffe een stukje van dé staart wildé
afbijten en daarom brulde Heer Aap: „Laat los!" Doch de giraffe
riep terug: „Eerst het touW los!" „Laat mijh staart log, dan zal ik het
touw los!aten 1" antwoordde Heer Aap, maar de giraffe ging er niet
op in en zoodoende moesit die knappe detective het eèrst toegeven.
Toen Heer Aap weer vrij was| en op den grond stond, liep d© giraffe
hard weg -en Heer Aap dacht bij zichzelf: „Ik heb hem niet kunnen
vangen, maar "liever, zoo, dan dat ik mijn arrestant en mijn staart d
"altebei kwijt Zou zijn geraakt!"
„Bat is lang geleden, vriendje. Tegen-
woordig geldt een andiere wet011. mor
gen oppakken, hoor, hier vandaan, of.,..
anders helpen Wijl mee pakken".
„O meneertje, doe me dat niet aan",
roept Alékio uit en maakt met zijn handen
een smeekend gebaar.
„Biedenk toch!, hou koud het reeds is;
het veld ligt dik berijpt, alles om ons. heen
.s wit van de sneeuw, geen grassprietje valt
er meer te bekennen. Maar het do-rp is dicht
bij en hout. is er bij massa's
De man van de wet antwoord niet op
deze woorden, Jtij keert om en loopt vertier.
De dag gaat voorbij, de nacht ©veneens
cn Wederom een dag en de veldwachter
stolt den Burgemeester in kennis met biet
feit, dat do Zigeuner Ateldci nog altijd op
de weide huist, als had hij plan liier het
mildere seizoen af te Wachten.
Do burgemeester zegt niets, Riiji stofjlkt
alleen maar veelbeteefcenend langs zjh. snor.
„Ik zal je Wel, Alekic; morgen voreb
je in 'thiolk gesmeten en je familie Wordt
netjes over de gemeentelijke grenzen gaziet,"
denkt htj' stil biji zichzelf.
Nauwelijks hoeft het m'oiigenrood den He
mel rose geverfd of menefinde hu-rgeniieestec
verschijnt voor de Zigjeuneiistent op de wei
de. Hij heeft het jachtgeweer omgehangen,
verschijnt voor de Zigeunertent op do wei-
zijn gele hond springt hem om Üe beenen.
'Hij gaat stellig op jac'h't, hij" staaf bekend
als een Hartstochtelijk jag-er.
Een hlaan, als een rooie tulp, fladdert de
tent uit en kraait.
JZoo, zoo, Zigeuner, houdt jij er '11 haan
op na?" vraagt do burgemeester.
„Je zeker, meneer. In mijn huis is van
alles."
„Heb je ook kippen?"
„Ik heb er eentje bezeten, maar ze is
„Wat heb je dan nu aan een haan?"
door oen havik gepakt."
„Die begroet het morgenrood, evenals
hoog bezoek."
„Pas maar op, de vos kan beun te pak
ken krijgen".
„Daar zegt u de WaarhJe.d, meneer. Mjn
liaan koestert meer vrees voor den vos dan
arme ziondaais voor de hel. En hij' vreest
hem niet voor metswant dein heelen nacht
sluipt de witte vos hier rond, en ioe op
hem, 'tis een zuiver Witte, van kop tot
staart, melkwit. En mijn baan zoekt dan
de stookplaats op als een hondje".
„AVat zeg je daar- van ©en witten vos?
Ik heb gehoord, dat er in het ho-og© Noor
den wtte vossen waren, maar bijl ons hier
alleen maar gele."
,jH|ew, bij uW eeiwaardigen haaird. Jk
ben nuchter, ik zeg de Waarheid, geloof
mij, bpj mijn gezondheid, gediuirenidie den
heelen nacht sluipt de Witte vos langs mijn
temt en wit is hij als melk. De witte, Zegt*
men, vallen ook mensahen aan. Daarom
bibheren mijn kinderen en de paarden
beven".
In het gemoed van den "burgemeester
groeit de begeerte om op den Witten vos| te
jagen. H|ij Wilde eigenlijk den .Zigeuner doem
vertrekken, maa^tiu, is de jachtbuit bol voor
naamste doel.
„Genadige beer, dat u gezond ,moge blij
ven. Jaag den armen Zigeuner ,bij deze
koude met weg God zal u loonen."
„Blijf. Als biet opmeu'W nacht geworden
is, kom ik met mijn hond in deze buurt
en als Jk den Witten vos modht vangenn,
mag jij", jc kunt me ,op mijii eerewoord
gelo-oven, tot aan St. George-dag ,hier ver
blijf houden", zegt de burgmmlder en W,1
h!een gaan.
„Geef den Zigeuner een pijpje tabak, heer
dat hij zijn knevels tenminste Wat verwar-
mua kan."
De ander reikt hem een sigaar.
Inmiddels Wippen de Heintjes u't ver
borgen blo-eken te voorschijn en springen
als haasjes voor de voeten van den burge
meester. Hij telt ze met de oogen, tast
iii zijn zak en gooit Zes muntstukken m de
ho-ogte, Waar ae blootvoets in de sneeuw
naar grabbelen, Waarop hij zich weghaast
voordat de oudé en de jonge vrouw! ver
schijnen.
Innerlijk vergenoegd stapt hiji verder, Wat
Zal Zijin. vrouW een plezier hebben als zij
nog deZen Winter met een mooien witten
vos op baar mantel Mm pronken.
Op dezen dag was het do-rp vol Zigeu
ners. Alekic slaat hooi in; zijn vrou-w, biet
kind in een doek met zich dragend, loopt
langs de hiuiaen met bedelstaf en bedelzak.
En de kinderen kijken met groote nieuws
gierigheid ieder boerenerf af en blijven bij
eikem hof staan. De mensdhen staan ver
baasd, dat de burgemeester geen kik laat.
Zif Weten niet van dien witten Vo®, maar
de ech'tgenoote van den burgemeester ver
wondert zich heelemaal niet, maar stopt
zelfs de kinderen brood ©n lekkernij in de
handen.
Toen de naclht aanbrak, stopte üe burge
meester in eiken loop van zijn geweer vgf
groote hagelkorrels, Waarmede men wolven,
schiet, hing het geWeer om, nam den hond
bij den riem mee en begaf zich' naar het
terrein, op jacht naar ongewone buit
den Witten vos.
In het wilgenboscb verborg\Hij1 zich ach
ter ©en dikken stam, die geheel met rijp
bedekt Was, recht tegenover de Zigeuner-
tent, terwijl de hond zich rustig aan rijn
roeten neerlei.
Er Whait een koude nachtwind en het
vriest sterk. De maan komt achter de hoo
rnen van het Woud te voorschijn en de
sterren fonkelen aan den hemel De ripP
zet zicjh' vast aan rijn zwarten baard en
het lijkt Wei of bij in deze paar uur wachL
tens heelemaal grijs geWorden is. (Blij "ba
lanceert van het eene been op 'tander en
de bond gromt en steunt, bij Kan niet (sla;
pen, Want ook bij is met rijp bedekt en hiji
durft niet zïjh vei af te schudden.
Uit de tent stijgt naar alle vier kanten
de rook omhoog, Daai* binnen is alles stil;
alles slaapt. Alleen Alekic zit bijl biet vunir,
pookt er in en rookt Zijn pijp. Tandaag Kan^
hij gemakkebjlk Zijn pijpje rooken, Want 'is
niet voor de eerste keer de genade van dien
strengen heer over hem gekomen en Werd
z'ij'n tabaksZak in het milde dorp niet vol
gestopt? N
De burgemeester M'ijft 'vdfharden, maar
(3.tï
my
i jt-
Iff*
■p..
„KiterLki".
li&K
„t t tP S i'
<r