KINDER-BLAD
HET KLAVERBLAD.
SCHIEDAMSCHE COURANT
No. 22. Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 30 Mei 1925
VAN DE
G)
Naar bet Engelsch van L, E. Tl DDE MAN.
Vrij bewerkt door
C. E. DE LILLE ROGERWAARD.
HOOFDSTUK VI.
Een ongeluk.
Iedereen wee', da' or bij een huwelijk in den
regel allerlei feestjes en p,e.jcs zijn. Cathrieutje
en Liesbelh waren och er nog kinderen en hadden
natuurlijk lang nio. zooveel ondervind ng als
grooite measehen, zooitu. zijl er geen flauw be
grip van hadden, wat voor heerlijks hun allemaal
wachtte... Toen Zij hoorden, dat zij juflrouw Ar-
mitage's bruidsmeisjes mochten zijn. waren zij in
de wolken van pleizier.
„.I afhouw Armitage is veel te oud om nog braids
meisjes te hebben. Is heeletnaal onzin'', merkte
Rosa Neville op.
„Dat is. omdat ze 'tjon niet gevraagd heeft'",
aufwootdde Liesbelh onvriendelijk.
Nauwelijks had zij dit och er gezegd, of zij
had er spijt van, doch zij kon haar woorden
natuurlijk niet ongezegd maken.
,.A1 had ze 'tmij honderdmaal gevraagd, dan
zou Ik het nog niet gedaan hebben", ziea Rosa.
Maar ik geloof dat het ook hier weer de oude
kUcstie vat; dc zuie druiven was.
11e! huwelijk had plan s in het begin van Sep-
lember en he! gehcele dorp had dien dag vrij.
..Als je iets doe', moet je het goed doen", zei
de kolonel. ,D:t is dc gelukkigs dag in mijn leven
en daarvan wil ik anderen ook laten genie ca"
Ju een groote s 'uur r'chtte hij1 een maaltijd
aan voor alle dorpelingen. Ook de kinderen werden
niet vergelen, daar lolonel Cornwall is een gtoot
kindervriend was.
„We gaan allemaal naar een buitenpar ijl, ver
telde Calhrientje al een maand te voLen aan Lies-
beth.
..Heerlijk", riep de laatste uit.
„Ja, daar zijn schommels en wippen en zweef
molens en we worden er ook gerao'ee d. De heeie
school wordt uitgenoodigd en Mceder is de gast
vrouw. Praat er nog ma tr niet met de ande
ren over".
„Jullie tweeën fluis'eren altijd", zei Rosa Nev.lte.
Geheimen", an.woordden de vriend nnet'es.
„Kinderpraat", vond llosa. „Jullie zijn nog net
é|n paar kleine kinderen".
Eindelijk brak dan toch de deide Sep ember
aan .liet was een prachtige dag; de zou scheen
helder en de lucht was mooi blauw. Kolonel Coru-
waliis en zijn btuid zagen er zoo gelukkig uit,
dal. Cahrientje en Liesbeth wel widen, dat zij
ock al zoo ver waren.
Uok waren de hinderen niet bedroefd, toen het
gelukkige paar wegreed om op wis te gaan. Zij
zouden immers binnen cuhwè weken hun intrek
op Buitenlus: nemen.
Om vier uur gingen de kinderen een eenvoud'ger
urk aantrekken Er wachtte hun nog het. feest la
Halfweg,, waar Jo, Bob en Lick ook op verzocht
waren. Zij hielden allemaal veel van Gathrientje
en beschouwden haar als hun tweede zusje.
Majoor Danvers was ook van de panijl en zat
n een rolstoel. Dit was op z'chzelf al een heel
feest, want het bewees, hoee eel sterker de majoor
in den laat sten tijd was geworden. Hij zag er dan
ook al veel beter uit*
„tk voel mij als een kmd. dat op een buiten
partij is", zei hij glimlachend.
„O Vadertje, he- is zoo heerlijk, dat u er ook bij
bent", riep Calhrientje uit.
Mevrouw Danvers had tranen in haar oogen.
Niet dat zij bedroefd was. integendeel zij was
heel gelukkig Dioch sonrs kwamen de tranen ook
van geluk. Haar man was op den rand van het
graf geweest en juist vandaag had de dokter
gezegd, dat hij weer heclemaal de oude zou
worden.
Dit was een heerlijk denkbeeld. Hij zelf had
nooit gedacht, dat hij nog heter kon worden.
Moedig en geduldig had hij biet feit onder
de o ogen gezien, dat hij van zijn vrouw en doch
tertje afscheid zou moeten nemen. Dit viel hem
dikwijls zwaar, want hij hield zielsveel van deze
twee En nu zou hij weer sterk en gezond wor
den en nog jaren kunnen leven, ja mis
schien een oude man wotden.
Iliijl was zóó gelukkig, dat hij er veel jonger
uitzag en zijn vrouw en dochtertje waren al even
gelukkig. Calhrientje babbelde over de bru'Ioft,
over de buitenpartij en allerlei andere prettige
dingen en toen hel !ijd was oin thee te gaan drin-