Zusje
Geitje.
Raadselhoekje.
"Van alles wat.
afkomen Ik zal je geen oogenblik uit het oog ver
liezen.!"
Vordt vervolad
Zeg, ken jullie mijn zusje niet.
Dat poppetje, dat schatje?
En heb je haar nog noo.lt gezien.
Wanneer ze moet in "badje?
En weet je ook, haar naam niet eens
Ze heetnu, raad maar even,
Of willen jullie net als wijl
Haar lieve naampjes geven?
Wanneer mijn zus uit wand'len gaa',
Zoo deftig met mijn moetje,
Dan steekt ze 't neusje in de lucht
En loopt steeds zonder hoedje,
Want 't mooie, zachte, bruine haar
Met 'tlichte, blauwe lintje
Staat zooveel leuker dan een boed
Aan ons lief, sohattekindje
Ze stapt dan voort als een mevrouw
En groet steeds alle mensehen.
En heel veel Mammies zeggen dan.
Diat z* ook zoo'n kindje vensdhen.
Ze eet haar bo'erham steeds op
En vraagt nooit om te snoepen.
Ze praat nog maar een enkel woord,
Mamma kan ze goed roepen.
Als 'k groot ben en een sterke baas
En niet meer boei te leeren.
Dan zal ik van mijn eigen geld
Mijn zusje eens tralcteeren.
Dat: mag ze ranja of citroen
Of roode limonade,
Ofen dat zal ze 'tlietste doen:
Een hed' stuk chocolade.
Wanneer je eens komt faijlken, zeg,
'Naai mijt; zoo heel lief zusje,
Ik vind het dol, al geeft ze ook
.Aan niemand ooit een kusje.
Een handje krijg je wel van haar,
Bat zal j' ook prettig vinden.
Moes zegt: Haar zoentjes raakt ze kwijl
Want Zus heeL duizend vrinden.
TRUUS SALOMONS.
INfndje, windje was aan 't blazen
Geitje weitje ]"ep te grazen.
razen grasjes, zoetjes-zach'.
Geitje, op geen kwaad bedacht.
t liedje, windje, voei met vaartje
Hénen geitje's blanke staartje;
Eenzaam staartje" héél alleen
Zonder geitje, huppeld' heen
Geitje blaatte, windje loeide
Al maar meer met geutje moeide,
>eg in vlugge, vlugge vlucht
Bei klein' oortjes in de lucht.
Doove geitje blaa'te, blaatte
Windje mal geheimpjes ptraat'e,
Die todh geitje n'et verstond
Floep, vloog geitje's baardje rond.
En zijn haartjes, jongen jongen. r
Al zijn haart'es van hem sp O'gcn
Rend'arm geitje kil en kaal
Rillend, g. end aan den haai.
Windje geitje was te vlugjes,
Rap me slimme suize-zuchljes.
Ving hem, dirwd' hem onder heg
Bliesal vier zijn pootjes weg.
Geitje kreund'en "geitje woelde,
Windje, al maas* wiindje voelde,
Oogjes vielen geitje toe.
Geitje matjes, geitje moe. i
Toen zonnestraal langs blank ge;'je gleed
Het blij' klein oogjes opendeed.
'Ging vlug op al zijn pootjes staan.
Had bei zijn blanke oortjes aan,
Zijn haartjes en zdjii baardje weer,
V rifd' staartje op en staartje neer
Stout windje leek wel ingetoomd
Hoe dat toch al zoo kon??
Wel, geitje had voor storm beschroomd.
Stil onder 't hegje diep gedioonjd
To. 'L xc-ntje van de zon.
CLARA WITfF.
Oplossingen der Raadsels uit '1
vorige nummer.
VOOR GROOTEREN.
1. Assen, Delft; Assendelft.
2 GRONINGEN.
Groningen jt
Roermond.
0 s t e n d e.
N a p" e 1 s.
I n d i
Noot
Gal
E 1
N
3. Krommenie.
•1. Poot.
VOOR. KLEINEREN.
1. 't Is vieR UUR, LOdeWIJK; je mos naar
lvuis. (Ruurlo en" Wijk).
Zij vindt, dat JacoB ROEK&toos was
(BroekJ.
Denk er aan, BROEiR! MOND je dicht
(Roermcndj.
Is d't VEL Papier dik genoeg? (Ve'pj.
Ik lieb, DIE RENpartij b'jgewo nd (Dfe en'.
2. Bol, mol, wol, rol.
3. Noot, Toon.
4. Ledikant, Nelirle, kat, dik, lade, klein.
FOOR GROOTEREN.
1. Mijn geheel *'s een bekend spreekwoord,
dat met 4 woonden en 16 letters geschreven
wendt
Een 14. 15, 9. 4, 5, 16 is oen groote vrucht.
Een 14, l'Ó, '13, 11, 12 is oen maat
Een 1, 12, 8, 6, 7 is een roofvogel
Een 7, 8, 9. 13, 1 is een riviermond.
2. 4, 6. 3, 10, 16 isgeen groote stad in
Europa