KINDER-BLAD
SCHIEDAMSOHE COURANT
GOED BEDOELD!
No 29. Bijvoegsel van cle Schiedamsche Courant van 18 Jul 1925
VAN DE
Naar het Fngelsch van
L. E. TIDiDiEMAN.
Vrij bewerkt
Door C. E. DE LILLE I10GERWAARD.
3)
HOOFDSTUK UI,
Twee bezoeken hetzehf.d.e
adres.
Het was een bijzonder warme morgen ©n Rob
zat in de kinderkamer. Hij was bez g met potlood
allerlei dieren op een stnk paper te teekenen
en dacht er juist over n^ of hij nu eens leen
kat of een varken zou teekenen.
'Al peinzend© beet hiji op zijn potlood, zoodat
de punt er afbrak en daar Anna even niet in tde
kamer was, ging bij naar de keuken om Mina
te vragen, ©en punt aan zijn potlood te slijpen.
„Mina" zei hij, terwijl hij stond te wachten,
„ik zou zoo graag met je uit Wllen. Je gaat
vanmiddag immers uit?"
„En waarom wil je zoo graag met "mij uit?"
„Het is een geheim", fluisterde Rob.
„Voor wie?"
„Voor Anna".
„Vertel het mij' dan maar, ik kan heel goed
een geheim bewaren".
Mina boog voorover en Rob fluisterde haar
in 'toot: -
,,Ih wil koo giraag met je ;uAgaan, omdat ik veel
meer van jou houd dan van Anna. ]k vind haar
eigenlijk heelemaa] niet aardg, maar dat mag
je haar natuurlijk aiet vertellen"
„Nee, dat zal ik zeker niet doen".
„Beloof je het?"
Mina beloofde het.
A tag ik idan met je mee, Mina?" pleitte
Rob opnieuw.
„Ik zal bet Anna eerst vragen. Praat jij er
dus maar niet over en wees lieel zoel van
morgen".
Op dit oogenblik hoorde Rob, dat Anna hean
riep. Vlug liep hij dus de trap weer op en ging
hij naar de speelkamer terug.
„Waar ben je nu weer geweest?" vroeg Anna.
„Bij Mina.. Ze 'heeft een punt aan mij'n pot-
tidod geslepen',
Rob was dien morgen heel zoel, in de hoop,
's middags met Mina uit te mogen gaan.
Dadelijk na tafel kwam. Mina binnen. Zij gaf
Rob een knipoogje, zonder dat Anna liet /.ag De
jongen was in gespannen veruadmng H!ij hoorde
Mina en Anna saanen praten en he., slot van het
gesprek, waren Mina's woorden
„Laat Rob dan maar met mij meegaan".
De zaak was dus tot groot genoegen van den
kleinen jongen geregeld. i:J|j kon bijna met stil
blijven staan om zich te laten aankleeden. Toen
zijn. krullebol geborsteld was en hij een schoon
linnen pakje aanhad, zag bij er keurig uit.
Mina was troisch opr hem en hliji gat haar heel
vertrouwelijk een hand. Mina had wel wanne
vingers, maar dat vond hij niet erg. Hpjj wandelde
veel liever met haar dan met Anna, al had deze
alüjd een keurig witte jurk aan.
„Waar gaan we naar toe?" vroeg Rob,
Mima glimlachte en wide nies zeggen. Dat
was ook al niet erg. 'tZou. zeker prettig zijn.
Mina vitte ook niet op hem, zooals Anna altijd,
deed en laardoor zijin plezier bedieif.
Eindelijk kwamen Zij' in een smal straatje, waar
zij' bijl een heel klein huisje stlbielden.
De deur stond open en zij traden er binnen.
Rob werd een kleiin beetje vertegen, maar hij deed
zijn best dit niet te laten merken.
Mina's vader zat in een leunstoel. Wat zag hij
er bleek en mager uit.
Rob vroeg vriendelijk
„Hoe gaat het met u?"
Maar de oude man was doof en dacht, dait
Rob iets gezegd had over het warme weer,
„Ja, ja, jongenheer", antwoordde hij, „T is wel
vreeseiijk warm."
Mina en Rob begonnen nu te lachen, evenals
het kleine blonde meisje, dat vanuit een hoek
der kamer hem stond aan te staren. Zij riep in
het oor van haar grootvader, wat de jongen ge
vraagd had.
Rob en liet kleine meisje waren dadelijk go<ede
maatjes, Zij was een jaar ouder dan hij en kon
a.He<rïei dingen doen, w&arvan Rob nog' mei neb
minste begrip had.
Hij zou al heel "vreemd staan kijken, als hij een
kachel moest aanmaken, terwijl lansje zoo
heette het meisje dit wel kon.
Er scheen geen eind aan haar knapheid te ko
men, ze kon aardappelen schillen, den ketej
vullen, het eten voor haar grootvader opwarmen
en nog veel meer, maar zij kon lang niet zoo
vlot lezen als Rob.
Rob had dit zonder veel inspanning bij zijn
moedei geleerd, terwijl Jansje slechts met veel
moeite het onderwijs op school kon volgen
Jansje vertelde Rob, dat Zij lieel mooi zingen
kon en hoen de jongen haar om een liedje
vroeg, was zij hiervoor dadelijk te vinden. Zij