Raadselhoekje, moest echter eerst haar pop halen om haar onder het heen en weer loopen in slaap Ie ■wiegen. Hob wilde we], dat hij ook zoo mooi zingen kon, want dan zou hij Zijn m-oedier in slaap kunnen zingen, als zij hootdpdjn had. Jansje's pop was pos nieuw. Zij had haar van een dame gekregen, die zoo nu en dan haar groot vader kwam opzoeken. Jansje hield heel veel van haar pop. Zij had haar Mina genoemd. Wat een leeüjke naam voor een pop rrep Rob uit i 'Maar nauwelijks had hij dit gezegd, of Jansje kwam met opgeheven hand op hem ai, alsof zij hem slaan wijde. Rob begreep heelemaal mei. waarom zij op eens-zoo boos was, totdat Mina zei: jJMaar Rob, ik heet immers ook zoo. Jansje heeft geen moeder meer, alleen maar een va der en een grootvader. En ik ben haar tante. Ik moeder zoo'n beetje over haar en daarom heeft ze haar poppekïnd naar mij genoemd". „O, dat wast ik net. Wees er maar niet hoos om", zei Rob. Jansje was nu weer vriendelijk en het bezoek ging veel te gauw om, vonden de kinderen. .Op den terugweg vroeg Rob aan Mina, hoe het toch kwam, dat haar vader heelemal niet brom mig was. Hij had immers - zooveel pijn. Mina keek heel ernstig en antwoordde: j^Pojn heeft Vader wel heel veel, maar geluk kig verliest hij er zijn goed humeur niet or". En toch kwam Jhet door meneer de Vrjes JLina's vader dat Rob in nieuwe moeilijk heden geraakte. Door meneer de "Vries en doordat zijn moeder niet thuis was. 'Als Rob iets graag wijde, vroeg hij hel altijd aan haar en zij luisterde steeds aandachtig naar hetgeen haar jongen haar te vragen of te ver tellen had. Het hielp hem niels, of ihjij Anna al iets vroeg. Meestal luisterde zij niet eens en zei alleen maar: jiou je nu toch eens even stil", of: „Wees toch niet zoo lastig met je eeuwige gevraag". Soms. eigenlijk heel dikwijls, zei ze niets an ders dan. „Nee". 'Dat alles* gaf Rob het gevoel, dat hij haai- maar zoc- weinig - mogelijk moest vragen en zelf be- oordeelen, "of hij iets zou mogen doen of niet. Ddt was erg jammer, want hij1 was daar na- tufarlijfc nog veel te klein voor. Hij verveelde zich bovendien weer en moest telkens aan de woorden van. Zijn moeder denken. "biWas net, alsof die in een hoekje van zijn hersens waren blijven hangen. Op een morgen zat hij in de keuken le kij ker naar Mina, die juist bezig was een pud ding voor jiaar vader te maken. Zij had mevrouw SBoutens geschreven, dat hij erg pijnlijk was en Robs moeder had geantwoord, dat Mina maar eens wat lekkers voor hem moest klaarmaken. Mina deed "dit natuurlijk graag, maar toch keek zij niet opgewekt. JKjj-k", zei zij, „nu heb ik een lekkeren pud ding, die goed is uitgevallen en waarvan mijn 'vad er zeker smullen zou, gemaakt, maar het is vanavond mijn uitgaansbeurt n:et en die ver velende Anna wil hern niet voor mij wegbrengen, al heb ik natuurlijk aangeboden in dien tijd-op jou te passen. Zij blijft liever thuis zitten lezen. Alles is dus voor niets geweest en mijn vader krijgt hem niet vóór morgenavond en dan is hij mtujurlijk niet goed meer met dit warme weer. Och, och wat jammer toch „Ja, dat is heel jammer", zei Rob. „Hij zou hem natuurlek erg lekker vinden en er Jansje Izjeker een stukje van meegeven. Denk je ook iniet?" .[Natuurlijk", antwoordde Mina. „Maar er is (hu eenmaal niets aan te doen". Z% keek bedroefd naar den pudding en Rob begreep, hoe teleurgesteld Mina's vader zou zijn, 'want zij had 'them beloofd. Plotseling viel hem iets in. „Waar woont je vader, Mina?" vroeg hij, „Dat ben ik vergeten". „Kerkstraat 7, drie huizen verder dan „De Groene Draak", luidde het antwoord. „Ik herinner mij „De Groene Dtraak", met het mooie uithangbord heel goed", zei Rob. Mina zuchtte diep. „Anna zou hem hese even kunnen wegbren gen,", zei zij. „Ze weel, dat ik met van mijn hnrnaak weg kan. Dae moet ik klaar hebben vóór iMevrouw terug komt". Gedurende eenige minuten was Rob heel stil. (Mina ging aan haar werk en scheen niet meer aan. den jongen te denken. Ra een tijdje ging zij naar boven en Rob dacht, dat nu het oogenblik gekomen was, waarop hij 'zlijn plan ten uitvoer kon brengen., I Ziijn hoed lag ojp itafe], wamt hij had dn den iLuin gespeeld. Hij zette dien haastig op en nam den pudding voorzichtig in zijia twee handen. Hij moest hem ech'.ePeven op den grond zetten om de deur open te maken, die hij voor 't gemak imaar achter zich open liet. Bovendien lxad hij haast om zich uit de voeten te maken. Mina mocht weer eens beneden komen en hem van zijn plan afbrengen. Dar., zou alle aardigheid er natuurlijk af zijn, \vant 'tmoest een verrassing voor haar blijven. (Wordt vervolgd') 9 r Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer. VOOR GROOTEREN. 1. Batavieren, bier, bever, tien. Batavia, nat. 2. ADRIANOPEL. Azië 0 D e r b o R d hooi h a A i 1 N k t O 1 ij f s p i i k e E 1 e e L 3. Kopenhagen, Koen, noga, kaap, page, baan-, 4. Alk, maar; Alkmaar. VOOR KLEINEREN. 1. Wat komt Tante laaT HE Oom? (Theo). Is die partij looD AANgekocht door de fir ma. (Daan). JA, Nu is de beslissing eindelijk geval len. (Jan).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 9