Raadselhoekje.
zien", zei zij. Ze zijn. precies goed van -grootte
voor deze-schoentjes. 0 wat zou ik' gelukkig fijin,
als ik ze op liet piariijtje mocht dragen".
De oude heer schudde opnieuw het hoofd
eri zei:
,,Dat kan ik onmogelijk toestaan, lieve kind. Eens
zal echter naar ik 'lioop de dag aanbreken),
vaareb' je ze dragen zult, want ze zijn voor
jou, Nan".
Zij deed een luchtsprongelje van verrukking.
..Voor mij, grootvader, werkelijk voor 'mij?"
vroeg zij.
„Ja lieveling, voor jou. Maar je moogt ze nu nog
niet hebben. Ik mag ze je pas op je zestienden
verjaardag geven". I
Hij zuchtte diep. terwijl hij ze met de andere
edelst eenen weer 'in het kistje legde. Nan hoofde
haar grootvader zuchten en zij liet haar handje
in de zijne glijden. r
Grootvader", zei zij, „iemand. die zooveel dia
manten heeft, moet wel heel rijk' zijn".
„Denk jo dat, mijn kleine Nan? Ia., als al die
diamanten verkocht werden, zouden ze heel wat
geld opbrengen. Doch het zijfn familiejuweelen en
zij hebben een lange geschiedenis. Êeais zul je
die vernemen. Zij mogen niet te gelde gemaakt
Worden. Niemand heeft het recht dat te oischen".
I3ij deze laatste woorden ziuchtte meneer o-
lawny opnieuw. Nog slechts een kwartier geleden
had hij g ewenscih't, dat 'h'ij er eenige van verkoo-
pen kon.
Op dit oogenblik luidde de torenklok voor het
avondgebed. Nan trippelde vlug weg om zich te
verkleeden. j\let een gevoel van spijt trok zij de
goudleeren schoentjes uit,, want zij) kon de fon
kelende diamanten gespen maar niet vergeten. Aan
de andere diamanten dacht zij nauwelijks en het
liet haar onverschillig van wie zijl waren.
■Maar die gespen, welke van haar Waren en toch
ook weer niet van haar, schitterden haar nog
steeds voor oogen. Het was wel heel hard, dat
zij' ze niet dragen mocht, al was het dan ook
maar voor één keertje. Zij bedacht nu, dat zij het
met nog meer nadruk had moeten vragen. Groot
vader had haar immers nog nooit iets geweigerd,
als zij het vurig wensehite.
HOOFDSTUK IV
Een ontdekking.
Toen Nan den volgenden morgen wakker werd
hoorde zij den regen tegen haar raam kletteren.
"V'lug sprong z'ij uit bed liep over den eikenhouten
"loer en trok ihet gordijTn open. Zij hoopte, dat
liet maar een voorbijgaand buitje was. Doch ner
gens kon zij ook maar het kleinste stukje 'blauw
aan den hemel ontdekken er hingen dikhfe, grijfz©
wolken en de regen viel bïjf stroomea neer.
Nan's gezichtje stond al even betrokken als de
lucht, waar zij naar keek. want Rosa BoscaWen
zou dien middag komen en Nan wilde zoo graag
in 'het koepeltje thee drinken. Keziaih zou een
koek bakken en alle poppen waren uitgenoodigd.
Nan had den vorigen dag ter eere van haar
verjaardag algemeene kwïftschelding van straf
uitgeschreven. J
Doch de regen had dit heerlijke plannetje heele-
maal in de war gestuurd., Nan Wist maar al te
goed, dat al zohet tegen den middag nog op
klaren Keziah toch niet zou toestaan, dat <zij
buiten thee dronken. Het dak van het koepeltje
liet op verscheidene plaatsen den regen door,
zoodat het er erg vochtig was.
Nan ging van het raam weg en begon
langzaam aan te kleeden. Zelfs liet zien van haar
goudleeren schoentjes, die boven op baar latald
stonden, vroolijkle haar niet op Zij had er hele
maal niet aan gedacht, dat hei vandaag wel eens
zou kunnen regenen. En ze dronk zoo dolgraag
theo in "het koepeltje.
Zij was bijna aangekleed, toen Rupert de trap
kwam opstormen.
„Nan, kom je nog niet beneden? Ik feliciteer
je wel", riep li'ij dooi- het sleutelgat, „Maak eens
wat voort, want Tim Bennett is er. Hijl heeft wilde
aardbeien voor je verjaardag meegebracht Je zult
hem toch gaan bedanken, is Wet niet Nan? H§
wacht op bet oude vlindernet, dat ik dsem ie-
looid heb".
„Ik kom dadelijk' •beneden", antwoordde Kan
„0'. Rupert bet. regent".
Nan's stem klonk zóó terneergeslagen, dat Rupert
zijn best moest doen om niet te lachen.
..Daarom niet getreurd. Prinses Nan", riep-Jij
vroolijk uit. „liet zal misschien nog wel droog
worden. Jacob voorspelt ten minste, dat het zal
opklaren".
„Maar 't is toch te vochtig om 'in hiet koepelijs
thee te drinken. Ik wou maar. dat Rosa niet bram'
vandaag".
"s QVordt vervolgd).
Oplossingen der Raadsels uit t
vorige nummer.
VOOR GROOTEREN.
1 i OOIEVAAR.
0 0 I E V A A R
Oostzee
f t a 1 i
Ernst
Veen
Alt
A s
R
2. Laren, Zuidlaren,
3. Komkommer, Merk. Oo-m, M'ook, Koek, Rome
4. Dans onderwijs.
VOOR KLEINEREN.
1. Moet zij den grond tweemAAL in de wet*
nat opnemen? (aal)-
Eet je altijd zoo weinig vleeSCH, Ol-ga?
s (schoft-
De nieuwe tROlG- in den stal is flink mini.
i (rogf
is de nieuwe KAR PER "telefoon besteld?
'(karper).
Door den val is een SPIER iNGescheura
(spiering).
2. Haas, hoos, huis, hoes.
3. (Kl)ap, pelfsjappel.
4 D'OETINCHEM, 1
D' o n s
in O n d
k e E s
k r o T
stil
a N n a
C e n h,
c H e f
p i E r -
g r a M g