„Een beetje geel, een tikje
rood"
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN.
1 Rijn ge-heel wordt me. 10 letters geschre
ven e noemt een bloem.
Een 5, 2, 3, 7, 8 kan veel leven, maken.
Een 1, 4, 6 is een br'oi
Een 10, 9 kan rauw, ge^coofcl en gebakken
worden g egeten
Een 5, 2, 3 is een knaagdier.
1, 9, 10. 5 is zeegras
2. Kruisraadse.
Op de beide kruisjeslijinen komt de naam
van een natuurverschijnsel
X
.X.
.X.
.x.
.X.
X
X
le rij een. medeklinker
*2e rij een scherp voorwerp.
3e riji een diersoort.
4e rij een stad in (Gelderland.
5e rij 't gevraagde woord.
6e rij' een hoorn, die langs een schut.ing öf
muur geleid wordt.
7e rij iets. wat wijl 'dagelijks eten.
Se rij een kleedingstuk.
9e rij een medeklinker.
3. Rijn geheel is een nuttig voorwerp, dat met
9 leLers geschreven wordt.
Een 8, 1, 3 is een boom.
Een 5, 1. 7. 3, 8, 9 ka,n goed springen.
4, 1, 2 is een metaal.
Een 7, 0, 8 is een nuttig viervoetig dier.
4. 1, 8, 2 is een getal.
3. 6, 9, 4 is hot tegenovergestelde van lang.
4 Rijn eerste hoort b'ij een zuigflesch, mijn.
tweede is een plant en mijn geheel een
bloempje, dat in het voorjaar bloeit.
VOOR KLEINEREN.
1. Verborgen plaatsen in ons land.
Zal deze lekkernij me genoeg voeden (2)
Liever eet ik iets stevigs,
- Iioe kwamen we er toch toe, zoo dom
te zijn?
Al is ze ziek, ze is toch voortdurend op
gewekt.
Je moet maar niet te laat weggaan.
1 2. Riot W hoor ik bij oen vesting met B- ben
ik een rond voorwerp, met. G een bitter
vocht en met D bevind ik mij altijd, tulsschen
bergen. t
3 Wel s spreekwoorden maak jo door tie
puntjes door letters te vervangen van:
B. m..g..s.o.d h.e.t g,. .d .n d.n
m .n.
11nd hdbtn nt
N. r.g.n k.m. a jn.s.lun
4. Ret H ben ik van hout of ijzer, met B
een lichaamsdeel van een dier, met L een
rivier in ons land, met N een lichaamsdeel
en met R dien ik otn iets in iof op te zetten.
De koningin der elven geeft
een iuist'rijk zomerfeest
zooals er inliet heele land
nog nooit een is gewees'.
De bloemenkind']»! wijd en zijd
in veld en bosch verspreid,
zijn uitgenoodigd tot 'tfestjn,
het wordt een drukke tijd
Geen bloempje vindt zich mooi genoeg
dat 's zeker en gewis
het stoof zooveel, het was zoo warm,
geen kleedje is meer frisch.
Gelukkig is het elvenvolk,
als altijd bij de hand;
met een palet vol kleuren trekt
het ijv'rig door het land
Eer beetje geel, een tikje rood
en hier een veegje blauw,
zoo prijken al de bloemetjes
in veld en bosch weer-gauw.
liet kleuren frisch en tinten fijn
ter eere van het feest
en nooit nog is de zomertijd
zoo heerlijk schoon geweest.
HEKHANNA.
XXXXXXXXX
.x.
'v