piot gezegd, da'., hij de eieren gestolen lieeft. Zon je nu niet 'Strang mee naai- het partijtje willen gaan? Ik zal grootvader vragen, of je mag." ..Ik wil er niet lieen",, antwoordde Rupert nog tamelijk boos. ..Ik' blijf Liever thuis". Maar IN"an kon dit niet gelooven. Het had haar oprecht gespeten voor haar broertje, dat „groot vader hem niet toegestaan had de uitnoodiging van mevrouw Chiloot aan te nemen, omdat liij zijn lessen-niet goed geleerd had. ...0. Rupert, je moet *er bij zijn. ,Te moet ine zien dansen". 2ei zij ,,Ik zal een menuet dansen niet Rosa, 'k Weet zeker, dat grootvader het goed zal vinden, als ik hem vertol, welk ,een mooi cadeau ik van je gekregen heb". Rupert was echter niet te overreden. ,.Ik blijf liever thnsi", zei hij en hij sprak de volle waarheid. Alleen kleine meisjes dragen graag mooie Hoe ren en vinden het prettig naar partijtjes te igaan", kwam lacob Rup-ert lachend te hulp: „Jongens zijn verstandiger, nietwaar, jongeheer?" ..Rupert moest toch (eigenlijk graag met mij meegaan", zei Xan. terwijl! zij haar hoofdje ach1 terover wierp. ..."Mevr. Boscawen was lieel verbaasd., toen zij hoorde dat jij niet ging, Rupert. Zij e.n Rosa komen mij in het pony-wagentje halen. Jacob. Wat zal Rosa kijken naar mijn schoentjes. Zijn zij niet beelderig?" „En wat een lieve kleine gespjes", zei Kezïah. „Je liebt toch maar eert broer uit duizenden, jonge juffrouw. Dat hij daar zóó voor gespaard heeft. Vergeet dat nooit, liefje". „Kee. zeker niet", zei Xan, doch weer kwam de gedachte in haar op, dat de gespjes wat te klein waren. Je kan ze nauwelijks zien. Jacob was naar buiten gegaan om te sluiten en Rupert zat weer in zijn boeken verdiept Xan vond. dat zij lang genoeg in de keuken was ge weest, nu Keziah alleen nog naar haar keek. „Ik ga naar de bibliotheek", kondigde zij ;pui, „en zaï grootvader mijn schoentjes laten ziem". Rupert keek op van zijn hoeken. „Waolil tot het avondgebed, Xan", zei hij. „Xee, ik ga nu". „Grootvader is bezig. Xan. Hij heeft gezegd, dat je niet komen moest en deed de deur op slot". ..Ga je eerst boven verkleeden, liefje" ried Keziah aan. Maar Xan voelde daar al heel weinig voor. Zij ging zonder een woord meer te zeggen de kamer uit en bleef voor de deur der bibliotheek stilstaan, terwijl Zij trachtte deze te openen. D-e deur was echter op slot, zooals Rupe'rt reeds gezegd had. Zij bleef een oogehblik staan wachten, zelf eigenlijk niet wetend, of ze fdoppen zou of niet Plotseling kwam er een ondeugende flikkering in haar oögen. Vlug liep rif de breeds trap naar de galerij op. Van .deze galerij kwam men door een klediï, smal deurtje in het eikenhouten paneel in een dergelijke galerij, welke om de bibliotheek heen liep. De deur ging open, wanneer men opl een 'go hedme veer drukte Rupert had haar dit kunstje geleerd. Er waren meer zulke deunen. Er Was er één midden op de trap in de» ouden vleugel- van bet kasteel en deze leidde naar een -onder aards cihe gang. welke het huis met een gedeelte van den. tuin verbond. Grootvader had hun ver teld, dat 'tna liet beleg van Exeter in de burger oorlogen aan Kolonel Trelawny-gelukt was, door deze gang het kasteel te bereikten, waar hij! zich eemge dagen verborgen hield, totdat de mannen, van Cromwell hem elders gingen zoeken. Xan drukte op de voer en de deur week juist voldoende om haar door te laten. De bibliotheek was een heel groot vertrek met een gewtelfd 'dak, als van een kerk, dat heel-eiuaal eikenhout was. De twee kaarsen op de schrijftafel vormden al een lieel sobere verlichting en Heten de galerij, in liet duister gehuld. Xan bcog zich, over de balustrade heen en keek naar beneden. Ziji "kon haar grootvader duidelijk! onderscheiden. Hij zat met den rug naar haar roe en keek peel aam duchtig naar iets, dat hij in de hand hield. Xan vroeg zich af, wat dit zijn k'on. Toen hij het neer\ legde, zag zij het schitteren; bet schoot wo-nder- sehoone stralen, zooals de diamanten uit moeder's rang altij'd deden. Het 'trapje, dat van de galerij naar de biblic*- Lheek voerde, was vlak bij haar. Zij sloop er op haar teenen heen, want zij wilds haar grootvader verlassen. Toen z|ij zich echter halverwege het trapje bevond, keerde bijl zich haastig om. „Wie is daar?" riep meneer Trelawny uit. en toen hüjl het kleine figuurtje in het wit gewaar werd. vroeg hij: ..Xan. wat doe je daar?" Zijn stem klonk zóó streng en vreemd, dat Xan er wel even van schrikte. Zij was echter te veel grootvaders lieveling 0111 er lang van onder den indruk te zijin. „Ik wou u mijn nieuWe schoentjes laten zien, grootvader",, zei zij. terwijl Zij vlug de onderste treden afliep en naar hem toe danste. „Rupert heeft ze voor mijn verjaardag gekocht voor het geld. dat hij kreeg voor de varens, welke hij op de Rots van Dowsland geplukt heeft. Zijn ze niet beelderig? Ik zal ze op het partijtje dragen. .En dit is mijn jurk,'die Madame voor mij gemaakt heeft van een oude japon van moeder. Ch wat een prachtige dingen. Grootvader. Mag ik ze eens even zien?" Bij liet eerste geluid op de trap liad de oude heer de diamanten met zijin hand bedekt. ".Maar dn bewondering voor Xan liad hij zijn hand Weg genomen. „Zijn die van u, grootvader?" vroeg zij. De oude man schudde glimlachend het hoofd. „Xee. lieveling, ze zij'n niet van mij", antwoordde liij'. „Als ze van mij waren, zouden ziij al lang ge leden verkocht zijin. Van avond wensohie ik juist dat ze van mjij waren, doch het was een dWaz-e wensch". Xan begreep er niets van. „Kunt u niet zeggen, van wie ze Zijn. Grootvader?" vroeg zij. „Nee plan; 't is beter, dat je het niet weet. Zij werden mij in bewaring gegeven, al jaren geleden, Xu zal ik ze weer {Wegleggen, maar je mag tegen niemand zeggen, dat je ze gezien hebt, kleine maid. Jij hadt ze eigenlijk ook niet mogen zien". Hij legde ze echter nog niet dadelijk tin {het kistje. Zijn kleindochtertje keek Zóó bewonderend naar de gespen, dat hij nog even talmde met ze weg te bergen. „Pas ze eens op je mooie schoentjes", glélcüa hij voor. „Je moet mij daar straks nog meer van vertellen, Xan". Met een kreet van verrukking nam zij ze nu op en probeerde dadelijk hoe ze stonden. Haar groot vader keek haar vol bewondering aan: Xan whs zijn lieveling. Plotseling kfeek zij op en zuchtte diep. „Ik heb nog nooit' in mijn leven zulke mooie gespen jge!-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 9