- Sprookjes voorlezen.
2. Verborgen fcleedingslukketi.
Je weet: ruiten maken breed.
Ga je mee? .Ta Steven, ik' ben klaar.
De kalk viel bijt brokken neen
Tante Ko, u staat daar niet gemakkelijk.
Mevrouw Loman telde steeds verkeerd.
2. Kruis raadsel.
Op de beide kiuisjeslifnen komt de naam
van een stad in ons land.
X
.X.
.X.
XXXXXXX
"X"
'X'
X
le rij een klinker.
2e rij een bepaald soort teekening.
3e rij een jongensnaam.
4e rij 't gevraagde woord.
5e rijt eer product, dat in warme landen
vooral Westladië verbouwd wordt.
Ce rif een uitroep.
7e rij' een medeklinker.
4. Mijn eerste kian een vloeistof bevatten, mijn
tweede is een lidwoord, mijn derde is, als
men er een letter achter ziet, schoeisel en
mijh geheel komt bij kaarsveriichting te pas.
Door C. E. DE LILLE IiOGERWAARD.
01 't buiten stormt en regent.
Dat hindert ons geen zier;
Als Lena-zus wil lezen,
Dian hebben wij plezier.
|Ve zitten samen knusjes
En luist'ren allen goed.
'k Geloof: niet één kan lezen,
Zoo mooi als zij het -doet.
«Van prinsen en prinsessen
Dit 't dikke Sprookjesboek,
'tIs bij'na stuk gelezen:
Nog uit de Jeugdvan kloek
We hoeren de verhalen
Wat graag, 't is altijd laat.
Vóór je het weet en Moeder
Plots in de kamer staat.
Moes zsegt dan: nu, lees morgen
Maar verder, lieve kind,
Vlug allen nu naar bed toe.
Geen, die dit prett'g vind:.
Maar als wij slapen droomen
Wij van de sprookjes, fijn,
Zou Ulïef en Jdein pr.nsesje,
Al in haar bedje zijn?
Zeg, kom je ook eens luis'tren
Naai- 't mooie Sprookjesboek?
Wie rustig is- enstil zit, f
Is welkom als bezoek.