Langs dezen rusturen landweg komen geen port
wagens voorbij. Een rijtuig met vier paarden was
een o-ngehoorde verschijning.
Zij waren nu dicht bij den handwijzer en toen
zij dezen bereikt hadden. Het de oude heer den
pony stilstaan. Van den anderen kiant kwam een
licht wagentje den heuvel op met twee of drie
mannen er in. Het rijtuigje on de vier paarden
waren, met bloemen en groen versierd, terwijl
een vlag van den bok' wapperde. Zoodra zij den
ponywagen gewaar werden, begonnen zij! vroo
lijk' te roepen en met hun hoeden te zwaaien..
ïRupert sprong op en riep eveneens: „hoera"",
hoen el hij zelf niet wist, waarom hij dit deed. De
vreemden hielden stil om met grootvader te praten
want de postkoets had dien morgen belangrijk
nieuws medegebracht voor Bodmin. Er was n.!.
een groote slag geleverd bij Waterloo en de Fran-
scol,en waren verslagen, terwijl Napoleon de vlucht
-had genomen.
..Rupert, dat moet je aan de Pengelly's gaan
vertellen", zei meneer Trdawny, terwijl de an
deren weer verder reilen. Zij zouden er
Waarschijnlijk nog dagen onkundig ran blijven,
als jij 'thun niet ging vertellen. Zeg aan mevrouw
Pemielly. dat ik' haar de courant zal zenden,
zoodra ik. daartoe in de gelegenheid ben. Zij zal
verlangend zijn iets van haar zoon te ver
nemen".
„Ik geloof, dat ik dan maar alleen naar huis
ga, grootvader", zei Kan, „want mevrouw Bos-
cawen en Rosa-komen mij om twee uur halen en.
ik' zou niet graag te laat zijn".
„Nee. natuurlijk hiet'V antwoordde de oude lieer
glimlachend. Hij bemerkte, dat zelfs de tijding
eener groote overwinning Nan. geen oogenblik het
partijtje deed vergeten. „Rupert", ging hij voort,
„je kunt haar tot het begin der laan "brengen en
dan naar de familie Pengelly gaan. Vanmiddag
kun je dan je boodschap in de stad doen".
„Ik zou wel eens willen weten,' wat madame
van het nieuws zal zeggen", zei Rupert, toen zij
samen op den terugweg waren.
- „Zij zal natuurlijk' heel blij zijn", meende Nan.
„Zij haat Napoleon nog veel meer dan wij".
Rupert betwijfelde madame's vreugde. „Zij kan
het toch niet prettig vinden, dat wij de Franschen
verslagen hebben4', zei hij én even later ging liïj
vroolljk voort:
„Ha. daar luiden de klokken. Hioor je ze wel,
Nan?"
Na eenigen tijd scheidden hun wegen z'c-li en
toen Nan thuis kwam, had het nieuws he' kasteel
al bereikt en was Jacob naar de stad gegaan,
terwijl Kezïah in den tuin aan het werk was.
„Overwinning of geen overwinning, het werk
moet gedaan worden", zei zij tegen Nan, uit haar
humeur, omdat Jacob haar in den steek had ge
laten. „Hou mij alsjeblieft niet op jongejuffrouw,
ik heb het veel te druk om te luisteren".
Als Keziah uit haar humeur was was het altijd
maar het beste haar uit den weg te blijven. Nan
ging het huis binnen en betreurde het. dat zij
toch maar niet met Ruppert meegegaan was. Het
was nog geen twaalf uur en dus nog te vroeg
om zich te gaan verkleeden.
Na wat heen en weer geloopen te hebben, begon
zij zich te vervelen en gng eens naar de toren
kamer om naar haar poppen te kijken, die daar
nog waren van den vorigen dag. De theevisite'
was bijzonder geslaagd. Rosa zei bij het afscheid
dat zij. het „dol" had gevonden en zij zelve had
ook veel plezier gehad. De bloemen waren nu wel
niet zoo frisch meer, maar zij gaven de kamer
toch een gezellig aanzien. Nan lueld zich eanige
oogenblikken bezig door te spelen, dat het vandaag
de verjaardag van één der poppen was en dat
de anderen hij haar op visite kwamen. Doc.h dit
spelletje begon haar gauw te vervelen. Na de
opwindendeontdekkingen van den vorigen dag
vond zij het spelen in haar ééntje vrij saai.
Zij begon met de tafel opnieuw aandachtig te
bekijken, in de hoop er nog een tweede geheime
la in te ontdekken. Doch niettegenstaande zij de
geheele tafel nauwkeurig onderzocht, kon Zij geen
spoor van een ander laatje ontdekken. Zij maakte
nu de bewuste la open en zag een vergeeld stukje
papier, dat onder het blad der tafel geschoven
was. Voorzichtig kaalde zij het er uit, doch zij
kon niet verhoeden, dat de kanten scheurden.
Netjes streek zij het op de 'tafel glad. terwijl zij
in stilte wenschte, dal Rupert er was, Want ook
op dit papier stond een teekening en was iels ge»-
schreven.
Hel schrift was zóó flauW, dat ze hel pas lezen
kon, toen zij er mee bij de ramen ging staan. En
zelfs daar kon zij er met meer uit opmaken dan
Bibliotheek T. o. G. T. Derde. Indien doch
de rest van den zin was heel onduidelijk. De" tee
kening was een schets van één der boekenkasten
in de bibliotheek cm Nan nam een besluit. Er
stonden twee dunne kruisjes op de derde plank,
één onderaan en één aan den achterkant
Nan's oo-gc-n schitterden van opwinding en zij
bestudeerde liet stukje papier nog nauwkeuriger.
Het was haar nu duidelijk, wat die twee kruisje»,
beteekenden. Rupert en zij hadden dat den vo
rigen dag uitgevonden. Zij gaven de twee plaatsen
aan. waar men op drukken, moest, wilde de ge
heime bergplaats achter de plank opengaan. En
T.o. kon alleen „tegenover" beteekenen Raar wat
zou G. T. beduiden?"
Nan was nog bezig hierover na te denken, toen
haar plotseling het portret in de gedachte kwam,
dat boven den schoorsteen in de bibliotheek ge
hangen had, vóór alle schilderijen verkocht wa
ren. Het was het portret van een man met don
here oogeu, een spits baardje en een geplooiden
halskraag om. Grootvader had hiun verteld, dat dit
Gilbert Trelawny was. die met Francis Drake de
wereld omgezeild had en den robijnen ketting
had meegebracht. En T. o. G. T. beteekende dus 'de
boekenkast tegenover den schoorsteen.
Nan holde de trap af met het stukje papier in
de hand. Zij had geen geduld om Rupert's thuis
komst af te wachten. Verbeeld je. dait zij eindelijk
den robijnen ketting vinden zou en hem den vol
genden dag haar grootvader bij zijn thuiskomst
overhandigen kon.
Op de derde plank in de boekenkast tegenover
deus choorsteen stonden Rupert's boeken. Nan
nam ze van de plank en legde ze op den gromL
Zij zocht naar de twee plaatsen, welke op de
teekenihg door 1 .nisjes aangegeven waren en "duw
de er zoo krachtig mogelijk tegen, ais haar teere
vingertjes dit toelieten. Het hout week en een
klein deurtje in den wand sprong plotseling open.
Nan zag nu een smal, doch diep kastje. Het was
er donker in en zij kon slechts het voorste ge>-
deelte onderscheiden. Zij stak' er haar hand in en
haalde het fluweelen kistje te voorschijn.
Anne, kleine Nan. .Wat was zij "teleurgesteld. Zij
begreep, dat haar grootvader deze geheime berg
plaats kende en zij er den ketting Jus stellig n et