KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
EEN BEKENTENIS.
lo. 38. Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 19 Sept. 1925
VAN DE
Kaar het Engel sch van H, CLARKE.
Vrij bewerkt
Door C. E. RE LlLLE HOGERWAARD'.
P)
Doch niettegeastaan.de Nan zichzelve dit telkens
inhield, was bet toch een ongelukkig klein
lisje, dat met Rupert op het bordes stond om
ir het ponyjwagentje uit te kijken. Zij "beefde
:r al haar ledematen uit angst, dat bij vragen
i haar schoentjes nog eens te mogen zien. 't
wel, ot het rijtuig nooit zon komen. En toch
tide zij zich niet veel gelukkiger, toen zijl het
«lelijk1 zag. Zij had. zich zoo op het partijtje)
theugd en nu was het net, alsof al het pleizier
a fvvas,
HOOFDSTUK VI.
De vuren op de Rots v,a.n
Dfows land.
iapert ging dleri middag niet naar de stad, want
riah zei hem, dat zij mets in h'uiis had Voor het
indelen, zoodat hij 'zijjn visehtuiig opnam om
probeerea, of hij ook wat forellen k'on visscbein.
lij uracht een heerlijken middag in de buiteai-
iit door en kwam thiuis met een halve mand fo-
elen. Er waren er te veel voor het avondeten!
hij nam er twee of drie grooten uit en hracb!)
aan juffrouw Carah, de vrouw van den bosch-
chter, wier dochten ziek Was. Hun hutje stond
het bosch, niet ver van het kasteel en hij! was
«dig weer thuis. Juffrouw Oaxah "had hem ver-
dat ér dien avond vuren ontstoken zouden
idea op de Rots van Dowsland ter eere van de
«te overwinning op Frankrijk?.
ret avondeten ging Rupert er heen.
■oor de bosschen was het kortst en verder een
a kings den weg, dien mevrouw RosoaWen en
meisjes dien middag genomen hadden om naar
mooie huis vara meneer en. mievrouw Chilcot fin
dorpje Dowsland te gaan. Eerst volgde de weg
®™T> doch daarna nam Rupert hlet pad, dat
eds hooger om de rots van Diowsland heenliep,
rivier beneden voortstroomde. Langs de
- heihng van dezen weg had Rupert de varens
n he gevaar schuilde in die helling, want
®as gemakkelijk genoeg den weg zielif te volgen,
waren juist ontstoken, toen Rupeiit
kwam. Er waren heel Wat menschen op
teen, sommigen uit de stad en anderen pit
Dowsland. Rupert had er veel bekenden onder en
maakte met verschillende bezoekers een praatje.
Het was een indrukwekkend gezicht op dien
mooi en" zomeravond; de hoog op laaiende vuren,
die de gezichten der omstanders hel verdichtten.
Dodhi al genoot Rupert er ook nog zoö van, hij
vergat toch iniet de belofte, welke Mj KieziahJ en
Jacob gedaan had; dat Mj niet te laat zou thuisi-
komen. Terwijl het vuur nog in vollen gang was.,
ondernam hij dm terugtocht, Het veriiidhitte zijn
pad, toen hij den heuvel weer afliep en ,Mj kon de
bremstruiken, de hei en de stukkien rote even
duidelijk; onderscheiden, alsof het midden overdag
was.
Even bleef hjij stilstaan oin het schouwspel
nog eens tie bewonderen, doch het vuur zelf 'kon
hij nu niet meer zien; alleen den rossen gloed en
een rookkolom. Beneden was alles stil en hoorde
hij slechts het stroomen der rivier; boven zich,
hoorde hij echter een gegons van roensdheinstem-
men. Juist wilde hij Weer doorloopen, toen hij leen
ander geluid hoorde; het ratelen van een rijtuig,
dat uit de richting van Diowsland kwam.
Opnieuw bleef hij stilstaan, daar hei heel goed
het pony-wagentje van mevrouw BoscaWen kon
zijin en Mj| dat niet graag wilde ontmoeten, pij
wandelde veel liever naar huis dan dat Mj| reed.
en als mevrouw Boscawen hem zag, zou zij! hem
zeker vragen in te stappen.
Langs den weg liep aan den ééruen kant een
heg en aan de andere zijde de rivier, terwijl hier
en daar groepjes boomen stonden, waar de eksters
hun nestien hadden gebouwd. Hïjf verstopte zich
tusschen de struiken en liet het rijtuigje voorbijt
gaan.
Nam was heel stil op den terugweg. Zelfs ,het
zien der vuren bracht haar niet in verrukking,
hoewel de gewoonlijk zoo rustige Rosa er dóór
van baar zitplaats opsprong, zoodait haar moeder
li1 ar aanmaande stil te blijven zitten, daar de pony-
schichtig werd door het vreemde licht, dat over
den weg vóel.
Het parfijltje was alleraardigst geweest de groote
zaal was met Waggen en groen versierd en tot
was net een bal geweest als voor groote menschen,
met drie gedekte tafels voor het souper. Nan bad
haar menuet met Rosa gedanst en jeen enkelen
dans overgeslagen. Doch hoewel zij heel prettig
danste op haar goudleeren schoentjes en de gespen
in het schijnsel der waskaarsen hel schitterden,
wenschte zij toch voortdurend, dat zij maar Weer
thuis was en de gespen veilig in het fluweelen
kistje geborgen bad. Zij zag, dat mevrouw "Chilot
en nog enkele andere dames er naar keken en zij|
boorde één hunner zeggen, dat Zij werkelijk schit
terden. als -echte diamanten. Zijr was blij toen het