KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
TOCH BEVRIJD!
No. 44. Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 31 Oct. 1925
VAN DE
Naar liet Engel sch van Cr. MOCKLER.
Vrij' "bewerkt
Door C. E. DE L1LLE ItOGERWAARB.
1)
HOOFDSTUK I.
Een Gast.
„Ja zeker", zei Nel gewichtig, „hij' is onze gast,
heelcmaal van ons en wij moeten zorgen, dat hij
'plezier heelt. Hij komt morgen al".
Nel 'hield leven met spreken ojp en keek Liesjo
en Pim aan. Zij had hun juist eon nieuwtje veh
tcld, dat zij zelva nog geen vijf minuten geledcni
vernomen had.
Hun neefje Joop zou hij hen komen logeeren en
en moeder had gezegd, dal bij een prettig school
kameraadje zou zijn. 'Hij zon den gebeden dag
met hen spelen en zij moestem zorgen, dat jhi]
plezier had, in één wooid, hij was hun ,gas'ï en
niet die van vader of moeder.
,,0, wat heerlijk", liep Liesjc uit, Zij was een
jaar jonger dan Nel. en add jaa,r, terwijl Pim, duf
jongste net zeven was. biesje dacht altijd, dat
iets nieuws iets prethlig» was en toen Nel haai
en Pim alles verteld had, wat zij van Joop en
zijn bezoek wist, beigon zij vrecselijk naar den vol
genden dag te verlangen.
.,0, wat heerlijk", herhaalde zij nog eens, toen
Nel niet dadelijk antwoordde. „Tk speel graag met
jongens, zij weten altijd zooveel nieuwe spelletjes
en het is allang geleden, sinds wij met een jongen
gespeeld hebben."
„Ik hen een jongen, Lies", zei P'im trots, „ear
met mij kun je spelen".
„O, jij bent nog geen jongen, jij bont nog mam-
een baby. Ik bedoel", verbeterde zij zichzelve, to--».,
zij zag, dat Pim zich heleedigd gevoelde, „dat j'ij1
dat jij geen groolo jongen bent. Donk eens aan.
Joop is negen en oen half, nog ouder dan Nel".
„Ja, Joop is nogal oud", zei Nel ernstig, „en
ik hoop, dat hij ons niet kinderachtig zal vin
den; denk je va» wel. Lies?"
„Wij kinderachtig", riep L'csje vroolijk lachend,
uil. „Dat zon al beo! grappig zijn, want ik hen
acht en jij negen, maar een half jaar jongen*
dan Joop".
Nel bleef echter ernstig kijken.
„Hoeder zei, dat ,we hem plezier moeten uocn,
Liesjc. Wat zullen we. mot hem doen?"
„Hem de Gumocscihc biggetjes la'en aren en de
konijnen laten voeren", antwoordde Liesjc onmid
dellijk, „en hem wijzen, welke hoornen het prettigst
zijn om in te 'dimmen, o, en nog vcei meer. Wteet
je, wat wc nu vast moesten doen, Nel'? Ito hok
ken schoonmaken err er vereelt stro-o in leggen,
zoodat alles in orde is, als hij komt."
En Liesjc, die lrct heel gewichtig vond een
logé te krijgen, liep reeds naar het gedeelte van
den toin, waar de dieren woonden en toen Nel
en Pim daar ook kwamen, was Liosjc li druk ruin
het werk. Do arme konijntjes 'werden van flen
eenen kant van hot hok naar den anderen gedreven
Nel en Pim zagen, hoe Fla.poorljo en Grijs je
met de neuzen lussclrcn het stroo snuffelden om
te onderzoeken, of er ook iets eetbaars tusschen
was, maar Licsje Was! veel te druk bezig om daar
c^r. -te letten en rustte niet, vóór zijl kJaair was,
om daarna onmiddellijk naar de Guineesolre big
getjes te gaan.
„Ziezoo", zei zij1, toen zij hok daarmee gereed
was, nu nrag Joop komen. 01 hebben we misschien
nog wat op te knappen? IVacihf. onz© tuintjes.
'IZou vreeselij'k zijn, als hij' die vol onkruid zag
en met de groole paardenbloem midden In hot
jouwe, Nei".
„0, Lies, trek dia er toch niet uit", ;riep Nel
vcrscluikt, maar Liesje holde reeds over hot pad,
ïlat naar den moestuin leidde. Daar adder Jagen
hun tuintjes. „Laat hem todr staan, Lies", mep
Nel haar zusje nog „achterna.
Liesjc hoorde er echter niets meer van, zóó ver
was' zij al weg. Hoewel het heel warm was, liep
Nel nu <ook hard door den moestuin en bercikuo
langs het aardappelpaadjo en de bcssenstruiken
haar eigen gebied.
Nu had Licsje gelijk, dal Staar tuintje miel netjes
was, maar het zag er toch zoo beelderig uit.
Viooltjes en dubbele madeliefjes prijkten or in vel
schillende kleuren, een rij irissen vormde den ach
tergrond en tusschen de steonen, die de paden
afbakenden, groeiden vergeet mij nietjes. Doch 'de
eereplaats in het midden werd ingenomen door
een. groolo paardenblocmplanl met drie of vfer
mooie, goudgele bloemen, twee pluizen en ontel
bare knoppen ear frissohc, groene bladeren.
Er was ook uog eenig ander onkruid en legen
het uittrekken daarvan had Nel geen bezwaar. Zijl
ging op (haar huiken zitten en hielp druk mee.
Al hot onkruid gooide lij op een hoop1 en zij
was al aardig opgeschoten, toen Licsje er aan
kwam, gewapend met een hark, oen schoffel eu
een schop.
Prachtig", riep zij Vi-oolijk uit. „Ik kon rïe
schoffel eerst niet vinden, maar nu heb ik haar
toch eri kun je de paardenbloem mooi losmaken".
„Nee, nee", zei Nel haastig, terwijl zij haar