Van alles wat, Abtar o', hoe zag Iüj' tegen, dat bezoek op. Juffie bracht hém en Dolly d'en nrddag naar „het Huis", A nil on was er nog lang niet gerust op, of hij toch geen straf zou krijgen. Toen! juffie aangebeld en. de huisknoclit openge daan had, nam aij afscheid van do kinderen. Deze warden in oen kamer gelaten,' waar mijnheer ten ïDoro zat te schrijven. Hij keek hen zoo vrien delijk ]aan, terwijl hij hun een hand toestak, idaf Anion nu tocli gerustgesteld was. r Dolly klom dadelijk op eon "knie van mijnheer ten\ Hove en zei: „lk vinid u heel aardig'*. ..•Afoot", antwoordde hijf lachend' en 'zich tot Anil on wendend: ,;,En jij bent dus de jongen, tlie oen lak heeft afgesneden van één van mijn dennen, waarop ik zoo trotecli hein?" ,-,Ja mijnheer",, antwoordde Anton met neerge slagen oogen. ,',En: je deed dat om deze kleine jongedame een; Kerstboom te verschaffen?" „Ja, mSj'nhder". ..'fftoh je er dan heefchiaal niet aan gedacht;, dat je dat. 'toeh niet doen modd?" 4?ee mijnheer". Alijmjheer ten Hove glimlachte weer en zei: „Dat was wel erg ondoordacht van je, maar ik zal iftr je toch niiet voor straffen. Hoo kwam het, dat je er later wel ajan, dacht?'* .'„Omdat u dat zei van het bord bijl ilet hek", antwoordde Anton. Alijriheor ten iHiove lachte nu hartelijk en zei: _<Jk zal je niiet naar het politiebureau brengen, maar je je jas teruggeven die mijn zoo-n'je van 't liek gehaald heeft. Ik zal het je Keelomaoi vergeven,, echter op twee voorwaarden) en die zijn ten eerste: ,4Wil je voortaan beter nadenken en van mijn clen- niabloome.n afblijven?" ,j,Ja„ mijnheer", antwoordde Anton dadelijk". ,eEn ten tweede mijnheer ten Hove sprak 'nu heel langzaam wil je met je zusje naar de aan grenzende kamer gaan en daar blijven, totdat ik jullei zeg, dat je naar huis mag gaan?" ,',.Ta, mijnheer", zei Ant.on, weer. Hiij keek mijn heer ten iHiove nu aan en zag aan diens gezicht dat hij 'lieeiemaal niet hoos was, al sprak hij op ern|stigen toon. Hij begreep alleen niet goed. wat er in, die kamer gebeuren zou. Mijnheer ten Ho-ve bracht nu de kinderen in het blewuste vertrek. Toen hij de deur ervan open deed, zei hij hun, dat zrj 'daar binnen moes'.,en gaan. En wat denken jullie, dat zijl daar zagen? Een kamer vol jongens en meisjes en midden f;n een prachtigen Kerstboom, zóó mooi, als zij er nog niooit een gezien hadden. Terwijl zij naar binnen g'ngen, kwamen de twee meisjes, die zij in, den winkel gezien had den, hun tegemoet. Zij zeidon: „Vader zegt, dal wij goede vrienden moeten zijn en jullie krijgt oen massa moois en lekkere dingen, die aan den boom hangen". Dolly klapte in de handen van pitte er, toen zij dit hoorde. Allen lachtien, toen mijnheer ten Hove zei: 1 .(Henry, jij hebt oen blauw oog. Hier is nog oen jongen met een blauw oog. Jullie zij'n dus dot- genooten". En terwijl de beide vyens elkander de hand schudden, ging hij voort: /,Ik geloof dat jullie er niiof minder goede vxiaa- dei\ om zuil zijn, nu je woel, dat jo niet bang voor elkaar bent". - Bet word een, heerlijke middag en mot allerlei schalten beladen gingen Anton en Doily naar huis. .„Ik heb no™ nooit zoo'n aard;gen. mijnheer ge zien,", zei Anton liegen juffie, toen hij deze alles van hun bezoek aan „liet Huis" verleid had. R o u z e n. On'der reuzen verstaal men personen die even als do dwergen van de gewona mensoh'elij'ke lengte afwijken, met dat verschil echter, dat reuzen veel girooter zijn dan het gemiddelde., tondij'l dwergen ver orfder het gemiddelde blijven. Zoo moeten in vroeger Lijden menschen van een buitenigen one lengte bestaan hebben. Oude oorkon den) bevatten verhalen van reuzen en het gebeente, dal nhi en dan in do aarde ontdekt wordt, spreekt dikwijls van reusachtige diierenj welke uit een voorwereld afkomstig zijlij, doeili thans niet meer levend bestaan. Reusachtige hoornen en planten daarentegen komen nog steeds voor op sommige punten Van den aardbol, voorname]ijk in de heole luchtstreken,. D'e huuhefceddcfij of grafheuvels,) 'welke- langs do kusten der Oostzee en ook in ons vaderland (donk aan Drente) worden gevonden, danken hun oor sprong aan tel vroeger* neuzengeslacht,, waarmee dio gewesten in la.ng vervlogen eeuwen bevolkt waren. Dit tonnen vooral do o'gonaan-dlge 'aanleg cm inrichting dier graven, die door zulike zware stieen|bloikken ingesloten en gedekt zijn, als alleen door buitengewoon groot© en sterke menschen ver. voord en op elkander gestapeld kunnen worden. D'e inihoud d.'er graven, wijst eveneens op een grijze oudheid, wan|t zij bevatten meestal urnen, steenem rinjgen, offermessen, strijdbijlen en 'dergelijke voor worpen, uit den lie.denschen tijd afkomst'g. Isf de reeds genoemde reizen van Gullive wordt ate tegenhanger van het beschreven dwergvolkje, even geestig geschetst de in een andere larulsitreék door hem bezochte r&usadb'.iige bewoners, bij welke hij, wegens zijn betrekkelijk klein» ges',hl te, even veel verbazing' wekte, als bij de dwergen wegens zijne in hun oog bijna onmogelijke grootte. D, w erge n. Dwergen vormen, geen afzonderlijk soort van mensohengcslacht, geen zoogenaamd1 ras. Zij z'ifn afwijkingen of spelingen der natuur en komen niet alleen onjder de menschen, maar ook onder de die ren voor. Dwergen, zijn menschen., welke bijzonder klein zij'n, doch zij behoeven volstrekt niet gebrek kig te wezen. Met de dieren en planten is het ovenzoo gestold. Er zijn b.v. paarden in de Schotsehe 5Hooglanden, die hijzonder klein zijn, terwijl ei' zeer lage gewhs- se.n bestaan.', die op gebergten groeien. Van deze laatste worden in den tuinbouw onder de dwergen gerangschikt d.e hoornen, waarvan de stemmen niet in de h oogte schieten* maai' zich oven bovcm den woitel in takken vordeelen. Zij kunnen echter zeer goede vruchten dragen. In het algemeen leveren eenige doelen van dén

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 11