SNEEUWPRET,
Knapper dan de juffrouw.
Raadselhoekje.
STADSNIEUWS.
Verslag Tan den Gemeenteraad.
Vergadering van Vrijdag 28 Jan..
's namiddags 2 uur.
VI.
l> e v i' n i r a le s 1 a e h t p 1 a n.l s.
(Vervolg).
lVe hoer Cnllé zal niet de kwestie
i.espreken, el' de medewerking van lï. en
\V. ar.u het plan der slagers Verleend, al
dan niet loyaal is geweest. Ieder Raadslid,
die de geveerde c-oi\ espondeivlie heelt ge
lezen, zal daaromtrent wel een meening
hekhen gevormd,
Spr, wil echter iets opmerken over het
persoonlijk element, dat de heer Re ttruin,
na oen interruptie van spr. in het debat
heeft gekneld. IV wethouder heelt zich
n.l. veroorloofd spr. te betitelen met revue-
artisf.
IV Voorzitter: t' moet zakelijk Wij-
ven!
t>e heer Col ié: DtiL had u tegen den
heer De Bruin moeten zeggen. Toen had
U in het debat moeten ingrijpen!
IX? Voorzitter: k heho-eft mij niet.
ie zeggen, wat. ik doen moetl
IV lieer Co 1 !tKn ik zal weten, wat
ik zeggen moet.
Spr. wordt tenslotte nog liever betiteld
met. den naam Van revue-artist, die dan toch
nog een zekere verdienste heeft door de
uitbeelding van de werkelijkheid, dim als
volgeling van Afurx zich aan te dienen
en tegelijkertijd nan het hoofd ie staan
van een bedrijf, dal die zelfde Marx /oi
gerangschikt hebben onder de vampyr-be-
d rij ven.
Be annexatieplannen zou deen een slag
in het aangezicht zijn van Schiedam, vol
gons den heer De Bruin. Toen deze eer
gisteravond zijn partijblad ter hand heeft
genomen en
De Voorzitter: We spreken hier
niet over de rVoorwaarts"!
De lieer Col hé: Ik spreek niet over
de ..Voorwaarts"! Ik spreek ov'er hoi. an
nexatieplan in verband rn-et de abattoir-
kwestie. Als de heer Do Bruin over die
mededeelingen in de Voorwaarts" zoo ver
ontwaardigd doet, dan lijkt dan we! een
opvoering met: lachen, lachen, lachen!
De Voorzit ter: Vu spreken we daar
niet verder over!
De heer Col hé: Dat is ook niet meer
noodig. De heer De Bruin is thans wakker
geschrokken. Spr zou willen, dal neg
even hij Rotterdam eeïnformee.d. werd, wat
men daar van plan is mol het abattoir,
maar dan moet niet te lang meer gewacht
worden, met eventueel hier 'n eenvoudige
slachtplaats te slichten, gezien de dingen,
zcoals ze nu eenmaal1 uil het Oosten komen.
Den heer Die R rul in spijt het, dat
twee heeren zich nog al geprikkeld ge
voelen door zijn opmerkingen, maar men
moet in aanmerking nemen, dat de Raad
een openhaar lichaam is en we hier de
dingen zeggen, zooals we ze zien.
't Is eigenaardig, dat juist die groep,
waarvan de meeuing bestaat, dat zij do
dingen altijd nog al kantig zegt, een beetje
in haar wiek geschoten is, nu spr. van
die- groep niet van iemand persoonlijk
gezegd heelt, dat zij bedoeld of niel-
bedoold obstructie voert.
De heer ir. In gel se: tk ontken Ion
sterkste, dat dit bet geval zou zijn.
De heer De Bruin: De Ctw.-llist fmc-
tio luid de vorige vergadering geweldige
bezwaren tegen het verleenen v,ui mach
tiging aan en W. om de plannen voor
het stichten vim een centrale slachtplaats
ter hand te nemciD Vu is men Van die
zijde niet vragen gekomen, die volgens
spr. nicls beteekenen, die naar de mee
ning vjan anderen toch nog wel iets goeds
bevatten. En nu slaat de heer Slavenburg
tijdens dit debat weer een andere richting
in. Deze wil nu een commissie benoemen,
die met de omliggende gemeenten over
leg z'al moeten plegen oVer een te stichten
abattoir. De lieer Slavenburg heeft toch
wol eens meer gezien, hoe openbare licha
men zaken doen!? Het voorstel van l>. en
W' .brengt de Zaak oen slap verder lil
het College is eenige jaren studie van de
ubaRoirkwestie gemaakt eti mcnschen. die
zoo maar gegrepen worden liie: en daar.
zullen over een paar weken niet met een
degelijk advies kunnen komen. Als men
zoo'u commissie toch wil. dan spreekt
daaruit vatrouwen jegens het College, want.
daarmee wordt gezegd: We zullen eou
paar kerels uit den Raad aanwijzen en
die zullen het heler doen d-ui B. en W
Spr.'s uitlating over tiet tegenhouden van
den wagen luid geen persoonlijk karakter,
maar spr. heeft er een hekel aan dal op
deze wijze iets tegengehouden wordt, wat
men niet wil. Men mioet tenslotte berusten,
als de meerderheid zich h'eeft uitgespioken
civer iets.
Wat liet geaente medelid de heer Cotló
heeft opgemerkt, daarover zal spr. maar
liet zwijgen doenl
De lieer Colié: AmenI
IX? heer v. d Tem piel zegt, dal 11. en
W. grligeot zullen blijven, maar hoe zij
dal opvatten, blijkt wel uit het volgende.
Volgens liet verworpen abattoir-plan was
In t ook do bedoeling een portierswoning
te stichten. Toen mei den directeur Vuj
het Aikmiaarsche -abattoir oVer de. Schio-
damsclie. plannen weid gesproken, merkte
deze op: „Hoe komen jullie er hij, een por
tierswoning bij het abattoir te bouwen.
Zoo'n portier loopt je maar den geboden
dag tusschen de boenen I"
Dat was een stem uil de praciajk en
rechtvlaardigt. wel eouig wantrouwen te
koeslereen ten opzichte Van de plannen,
die B. en W. evtantueel zullen ontwerpen.
IX? heer De Bruin: Dus wantrouwen
in 13. en AY.I
De heer Sla, veuhurg oisclil hot recht
op als Raadslid nog iets te mogen zeggen.
De hoer De Bruin wil, dat wij witloos vol
gen en doet niets om een brug le slaan.
Zijn advies is slecht-: Volg mijhiaarl Spr.
wijst or op. bij liet beg i u van het debat
te hebben gezegd gaarne de mogelijkheid
onderzocht le willen zien om een semi-offi.
eicel lichaam het beheer van de centrale
slachtplaats op te dragen. Ten stelligste ont
kent spr., dat hier sprake zou kunnen zijn
van obstructie!
De heer v. d. Hoek: Alen zou het ook
lijdelijk verzet kunnen noemen'.
Re lieer S1 a v e n b u r gDal is nog veel
erger1
lAls ecu gemengde commissie wordt be
noemd, kan die zich in verbinding stellen
niet de omliggende gemeenten. De com
missie inzake de pensioenregeling voor de
wethouders heeft dat ook gedaan. Alleen
zou "spr. in dit geval op bizondoron spoed
willen aandringen.
De heer De Bruin: De heer Slaven
burg kan verontwaardigd zijn maar daar
voor bestaat geen reden. Hij bepleit mi van
het abattoir een semi-offieieel bedrijf te
maken, maar iets dergelijks Imstant bi) ons
weten in heel ons land hiel. Bij dojbehati-
deling der begroeting kwam hij nok al met
oen plan om den bedrijfsvorm van het Ha
venbedrijf <o wijzigen. Maar hoe stelt h'ij
zich zoo'n semi-officieel bedrijf voor? Moe
ten de slagers zlah financieel inlcressee-
ren bij het abattoir?
De heer Slaven b urn: Daarover laat
ik me thans niet uit
De heer De Bruin: In welke richting
moet die commi.ssic die de heer Slavenburg
wil, gaan? Moet z ijadvie» uitbrengen over
een gemeentelijk abattoir of over een be-
driiBvorm ah de lieer Slavenburg wens dit?
De heer Slaven b u I gDie Commissie
moet advisoeren over den bedrijfsvorm.
Welke flat zal kunnen zijn, kunnen wo haar
niet voorschrijven.
De heer De Bruin.: wan krijgen we
principieel© geschillen iu het debat gebracht
en die meest gewenschle bedrijfsvorm zou
niet alleen gelden voor eon abattoir. Spr.
meent, dat de lieer Slavenburg zijn bedoe
ling wel eens op papier had mogen zotten,
wan] nu blijkt er in zijn voorstel ntog moert
te zitten, dan oorspronkelijk vermoed werd.
De heer in r. Van Vel zen zegt, dat
met de venschon van den Raad rekening
gehouden dient te worden. Deze beeft zich
reeds eons uitgesproken over het abattoir.
Als 13. en W:. weer voorstellen indienen', he
staai niet de zekerheid, dat dlau de won-
schen van den Raad vervuld zullen wor
den en spr. is do debatten over deze kwes
tie moe! Daarom zou spr. deze oplossing
aan de hand willen doen: le. R. en;
beramen plannen out te komen' tot stichting
van eon abattoir; Se. er wordt een com
missie van advies benoemd, hes taande uit
Raadslid voorstander oh één Raadslid
tegenstander van het plan en! twee slagers.
Een lid van het College van 13. en W. zou
als voorzitter moeten optreden.
B. en W. hebben blijkbaar grooten spoed
om deze zaak af te doen, maar zij dient in
ieder geval behoorlijk voorbereid te worden.
B. en 'W'. kunnen plan'nen maken en die
overleggen, terwijl ile commissie tegelijkar-
tijd b.v. in een nota haar mecning kan mee
deden.
We moeten niet eerst bij dc gemeente
Rotterdam gaaninforniceren, wal haar plan
nen zijfn; daarop kunnen we niet wachten.
Er moet hier een centrale slachtplaats ko
men, maar hij de stichting dient refceuinlg
gehouden le worden, met de verschillende
wonscheu.
IX) V o o r z i 11 e r is hot daarmee eens.
De heer v. d. D o v e n k a m p> wijst er op,
dal de heer Van Velzen een Commissie
wil, waarin voor- on tegenstanders zlitliiijg
hebben. Maat' in hot College van Bi. en AVI
zijn toch ook voor. en tegenstanders. Dienkt
de heer Van "Vol zen, dat de Raadsleden he
ler een oplossing van het vraagstuk zullen
kunnen vinden', dan Bi. on AAfl? En acht hij
liet noodig, dat het College zich moet. laten
aansporen door een commissie uit den
Raad? 't Lijkt spr. weinig doeltreffend, zoo'n
commissie in te stellen. Spr. onderschat
de Raadsleden niet, maar er hostaal voor
hom ook geen aanleiding ze hooger te schal
iën dan B. en AA", De organisatie van sla
gers kan altijd geraadpleegd worden,
daarvoor is geen commissie noodig. Daar
om is spr. voor het voorstel van B. en AA"j.
De V o o r z i 11 e rIk wilde ook een ge
mengde commissie voor het abattoir.
De heer v. d. Do ven kamp: Dat is
iets anders. Zoo'n commissie behaal b.v.
ook voor hel Al gem. Handels EntveplU, maar
die is benoemd, toen deze instelling reeds
bestond. Eerst als het abattoir bestaat,1 kan
overgegaan worden tot do benoeming van
oen commissie van toezicht.
De 'A'ooi'zit tor: Ik had er geen be
zwaar tc-gen die commissie nu reeds te be
noemen; dat zou een brug vormen!
De heer i r. Houtman: 'its nog de
vraag, of er een abattoir komt en dan zou
je. al een commissie van toezicht of beheer
hebben! AA*el kan worden toegezegd, dat
do organisatie van de slagers gehoord zal
worden.
De lieer SlavenburgDe slagers zul
len wel niet zoo naief zijn daaraan veel
waarde te hechten!
De heer i r. Houtman is er legen de
zaak ontijdig uit handen van D. en V. te
geven. 'Die voorzitter heeft een beheerscom
missie aan de slagers toegezegd. Of die
toezegging gehandhaafd ka(n blijven, kan
later uitgemaakt worden. Als hot werk thans
uit Juinden van |B. en AVI. werd ge-n'omen zou
daaruit af te leiden zijn, dat men het Col
logo minder vertrouwen schenkt, dan gis
wensclit is.
Wel kan worden toegezegd, dat, voor
R. en W. hun plannen bijl don Raad in
dienen, eerst de slagersoirganisatie zal wor
den gehoord. Het plan zal technisch en hy
giënisch goed, en het abattoir zal op do
toekomst berekend dienen te zijn. Aan die
3 voorwaarden zal hot moeten vcMoen. Hel
geld zal gevdnden worden, dat leenon we.
Do rendabiliteit staat vjast; overal blijkt,
dal. een abattoir rendabel te maken is.
Spr. «ebt B. en W. volkomen bevoegd
hun werk te doen, al is er geen bezwaar
legen de slagers te hoeren.
IX? lieer m r. Ka,Molaars meent, dat
wel oenige aandacht geschonken mag wor
den 'aan art. 179 Van de Gemeentewei,
dat spr. v'oorleest en waarin staat, dat
B. en W. de Voorstellen voorbereiden,
w or zoover d't niet «rui anderen is op
gedragen. fu art 54 van die wet wordt
gezegd, wie die anderen zijn.
Spr. meent, in Verband miet deze artike
len, dat het we! mogelijk is eon paar
niol-Raadsleden aks advliseurs aan te wij-
zon, maar die kunnen geen doel uitmaken)
wan een vaste Raadscdnuriissie.
Den heer mr. Arla,n V;elzien spijt liet,
moe te moeten doelen, dat do heeren Hout-
ma n en v. d Bovenkamp er niet in ge
slaagd zijn hem older te halen. Er is een
antecedent. Spr. herinnert aan het vbor-
stel Van B. en \V om een commissie te
benoemen, die tot taak z.on hebben R. en
AV, voor te lichten inztake de bewaarschool-
kwestie.
Spr. is Man meeniug, dat de slagers
niet zoo heet vjeet prijs zullen stellen op
eon Vertegenwoordiging vnn hun organisa-
lie in een cominissie vloo-r het abattoir, als
dal abattoir reeds kant en klaar is. liet ver
langen naar z'oo'n gemengde commissie, die
nok Lij do voorbereiding gekend zal wor
den, voelt spr. niet als een bewijs van
wantrouwen in R. en W„ al geeft, liij toe,
dat men het ook anders kan voelen. Maar
.spr. beschouwt zoo'n CQ-nmiissie meer als
een senioren-Convent. Aroor spr. kiijgt het
plan meer rechtsgrond, ats zoo'n com
missie wordt benoemd
De heer i r. 11 opt man zogt, dat 11.
en W, altijd hun kaken zelf moeten doen
en acht liet on juist le VerklarenB. e njW
zijn niet in staat om deze zaak ie regelen.
De heer mr. Aria,n Abuizen zou niet
gaarne willen zeggen, dat R. en W. het al
tijd allcien maar weten.
of ringen in uw ooren en uw neus'1, zei Job,
zichtbaar opgelucht.
Tante Fiavre lachte en haar lach klonk zoo aatv
sti-kelijk dat de kinderen allen meelachten.
..Lieve help", zei Tante Frans, zoodra zij wat
bedaard waren. |A\at hebben julli je een prachtige
voorstelling van mij' gemaakt."
..Ik heb een plaat van een vrouw uit Nieuw-
Z en land". zei Job nu.
(Wordt vervolgd).
Ze heette Ala rietje de AAHlde, was acht jaar oud
en zat op school in de tweede klas. Eigenlijk had
Marietje al in cle derde klas kunnen zitten'-,1 maar
onulal ze een klein beetje dom was, was ze niet
overgegaan. Maar vlug met haar mondje was Ma-
rietje wel en ze sprak even goed Aljaleisch als
Hollandsch, want ze was op Java geboren.
Toen ze zes jaar was, was Aranetje met vader
en moeder naar Holland gekomen en' ais ze soms
niet liet woordje „soesah" voor „moeite" gebmikte
en „pintor" zei als ze „verstandig" of „knap" be
doekte, ,dan zou men waarlijk niet bemerken, dat
Marietje ,op Java was geboren en opgevoed. Ze
is daarom heel anders dan Stmsjo. het donkere
meisje, dat in dezelfde klas in dezelfde bank zit,
en dat heelemaal niets zegt, ja, dat zelfs niets
antwoordt, als de juffrouw liaa,r iets vraagt.
Maar Suusje is een nieuwelingetje, en daar
om begon dan ook. de juffrouw met te vragen: „Je
vindt liet zeker wel prettig, om naast een meisje
te zitten, dat óók uit Lndië komt, hè?"
En toen nu Suusje hierop geen antwoord gaf,
ging de juffrouw voort: ,'tis een aardig meisje
hoor, en ze'heet '.Marietje de Wilde Jullie zult wel
heel gauw vriendinnen woelen. En hoe heet jij'?"
"t Donkere meisje zweeg en keek heel verlegen
van de juffrouw naar Marietje, alsof ze tiaar wilde
vragen: „AArat zegt ze?"
En toen nu de jufrfouw lachend zei„Kom
wees maar niet verlegen en vertel eens, hoe je
heet", en weer het niéuwe meisje niet antuoordde,
Mak Marietje haar vingertje op.
„Wat is er, Marietje?" vroeg dc juffrouw.
„Ze begrijpt niet wat li haar vraagl, juffrouw",
zeï Alarietjc. „Ze komt pas uit lndië".
„Alaar toen jij uit lndië kwam, verstond je toch
wal dadelijk alles. wat je werd gevraagd", was de
verbaasde opmerking.
„Ja, juffrouw, dat is ook wel zoo", vertelde
Marietje. ,,Enneze verstaat misschien ook
wel Hollandsch, maar toch weer zoo geheel anders,
dan we het hier spreken
Ween, 'daar begreep de juffrouw niets van. „Hoe
spreken zij dan, Alarietjc?" vroeg de juffrouw nu.
IKind dacht even na en zei toen: Ziet u, juf
frouw, ze heeft zeker veel meer Afaleisch dan Ifol-
iandsch gesproken." en dus denkt zo ook in 'tMa-
Jc-isch na, als zo wat in het Hollandsch moet zeg
gen. iEn mag ik nu eens vragen' Iioe ze heet? IDan
zult a eens hooreri, hoe heel «anders ik met baar
spreek, dan met de mcnschen in Holland".
„Ave], meisje, laat dan eens Iiooren, hoe dit
gaat", 'zei de juffrouw lachend. En ook de andere
kinderen tuit de klas lachten, en allen' keken 'naar
Marietje, die zoo parmantig deed. ".Maar Alarietjc
lette daar niet op; ze ging alleen vlak voor het
nieuwe imeisje s'taan en vroeg haar: „Jij komt ook
uit lndië, ja? Jij komt van waar?"
't Nieuwe meisje keek eerst nog even verleden
naar de juffrouw, maar daarna antwoordde zij
heel zacht:
„A'an Ambon
„Jij verstaat wel, wat ik jou vraag, ja?" ging
toen Alarietjc voort.
't Bruine meisje knikte En 'Marietje vervolgde:
..Zeg, Nonnie (jongejuffrouw) als jouw pa roept,
hij zegt wie?"
„Als mijn pa roept, hij zogt Suusje", antwoordde
nu wat luider het kind.
„En hoe heet je verder?" begon nu weer de
juffrouw.
„'Heet niet verder", zei het meisje.
Marietje proestte het uit. ,jO, juffrouw, zoo moet
u het niet vragen", zei ze. En loon weer tot 'het
meisje: ,',En wat zegt jouw ma, nis zij roept
jouw pa?"
„Patipoehoelo-e," fs het antwoord.
„Nu hoort u het, juffrouw", zei Ararietje, ,zo
hee'c Suusje Patipoehoeloe".
,/Wjel, wel, dat heb je handig gedaan, Afarielje",
prees de juffrouw. „Neen, vandaag was jc niet
dom". i
„Moeder, ik was vandaag niet dom", zei Afa.-
r iet je, toen zij uit school kwam. ,,'kWas knapper
dan do juffrouw". En toen vertelde Alarietjc van
het nieuwe meisje.
AVat moest moeder toen lachen. „Aflees nu voor
taan niet meer dom, Rieteke", zei ze.
„Ik zal mijn best doen, moeder", beloofde Ala
rietjc. TANTE JOH.
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
ArOOR GROOTEREN.
1. RUST ROEST,
boom Room
ei - Ui
klok Slok
hoer Toer
zand Rand 1
bom Oom
pik Eik
boren Toren
3. Joliuji schreef de tlieArA IN Zijn nieuwe
schrift. (Mainz).
Heeft Annie van AfarLF, D YKNkel gebracht.
(Leuven).
Je bental lieol LUI, Kees. (Luik).
Zijn mecstp grappen waren flauAfl.; EEN
BNkcle maal slechts was hij geestig.
(AV'eenen).
4. Appingednm.
A'OOI KLEINEREN.
1. Dozijn, Rozijn.
2. Specht, pech.
3. ALagdalcna. lïdam, maag, lam. naam, dam.
-1. Krot, rot.
Om op te lossen.
ArOOR GUOOTEREN.
1Afijn, geheel wordt met 10 letters geschreven
en noemt een stad op Java.
Een 4,, 2, 3, is een viervoetig dier.
Een 4," 10, 8, 1. maakt deel uit van je gebit-
Uil een <L 7, 8, 4, knn je soms veel leeren.
9. 10, 8. 1, is een verkorte moisjemtytm.
Een 7, i, is een rond vruchtje.
Een G„ f>, 1, is een zangstem.
2. Verborgen dieren.
AA'ordt toch niet zoo gauw kwaadde rom
mel is iu een oogenblik opgeruimd.
Liep de baas langzaam na zijn ziekte?
Jacob is onlangs van "zijn fiets gevallen.
En Lize brak haar ainn, toen zij in een kuil
viel. (2) f
3. Kruisraadsel.
Op de beide kmisjeslijnen komt de naam
van een dorp in fle -provincie Utrecht.
X
,X.
.X.
.X.
xxxx xxxxx
X"
X
"X"
X.
Op de le rij een klinker.
Op- de 2e rij een badplaats in BuiBchlmd.
Op de 8e rij een stad in Friesland.
Op de 4o "rij een stad in Noord-Bolland.
Op de 6e rij het gevraagde woord.
Op de (>e rij een mooi diertje dat vliegt,
Op do 7e rij een wapen.
Op dc 8e rij een schrijfgereedschap.
Op do 9e rij een medeklinker.
Afijn eerste is een voertuig, mfn tweede oen
halve boer, mijn derde een halve naam en
mijn vierde oen lidwoordWelk smakelijk
kluifje is mijn geheel?
ArCK)Il KLEINEREN.
Welk uurwerk kun je maken van
u de n p e1
1-ad derraadsel.
ie (bovenste) sport iels. da' heel
fijn is.
2e sport oen rivier.je iu Zuid-
Holland.
3e sport een 'zangvogel.
4e sport een groot roofdier.
5e sphrl een rivier, van welken
naatn er twee in ons land
voorkomen.
6e sport een vaartuig.
7e sport een najaarsbloom.
x
De woorden bestaan allen uit 5 lettere
en de middelsto lettere vormen, van boven
naar beneden gelezen, den naam van een
stad in het midden van ons lanlcl'.
3. Afijn geheel wordt, met 8 letters geschreven
en noemt een stad in Gelderland.
Een 1, *3, G, 7, vindt men in elke kamer.
Een 5. 3, 7, 8, is altijd meer of minder
hoog.
8, 2, 5, -1, is een stad in Zeeland.
Een 5, 3, 4, is een klein vruchtje.
4. Afijn eerste kan heel verschillend zijn, mijn
tweede woont in het kippenhok en mijn
geheel staat op den toren.. AArie raadt dit?
door
C. E. DE L1LLE HOGERAVjAARD.
Vannacht, toen alle kind'ren' sliepen,
Trok Koning AVinter door liet land.
llij strooide sneeuw, vergat geen plekje,
Hij strooide met een gulle hand.
De heide aaide scheen bedolven
Onder een wit, een smct'loos kleed.
Natuurlijk .zei hij breng ik sneeuw mee;
Men weet toch, dat ik Y-flinter heet. -
Dc lieve jeugd, die juichte vroolijk,
Toen 'rij de blanke sneeuwlaag zag.
Het 'zonnetje kwam ook eens kijken,
Zei rnensch en kind zelfs goedendag.
Op 't bergje, aan den rand van 't stadje,
Had elke boom een sneouwmuts op;
De takken wanten zwaar beladen
- Afet suiker juichte kleine Jop.
Fluks ging de jeugd haar sleden halen,
Zij holden naai' het bergje toe
Kn gleed mo wat fijn naar benetien.
wie wordt er nu van steden moe?
Soms tuimelde pardoes een rakker,
AVjou hij de sneeuw wat boter zien;
Maar gauw stond hij weer op zijn boenen,
Diat duurde nog geen tel of tien.
AVe reizen door de sneeuw roept Bernard,
Afet Jaap en. Ejiy op rijn slee
'AVy gaan de Noordpool nog bezoeken.
'Wie wil Van jullie met ons meo?
'We reizen vlug, want vóór liet donker
- 'Zijn wij weer in ons eigen huis;
Een dag.retour kun je maar krijgen
'Je slaapt vannapht weer lekker thuis.
Jo droomt nog van hot verre reizen
En roept vanuit je ledikant;
Hallo! Nog passagiers? Vooruit da,n
AVo reizen samen door het land.
i
'Het land van Koning AVinJter, d' IJ»vorst;
Ta rijn paleis is alles koud.
Hoe «f dj dat toch kan verdragen?
De (Wintervorst is «al heel oud.
wijs Sijs
N
O
O
R
D
0
E
V
E
L
A
H
0
I
t
o
n
e
n
0
4
o
k
k
t
1
u
0
r
0
0
1
w
r
n)
t
t
n
t
i i
i
la