Wat "om's laarzen kraakten. Een reis om de Wereld Het geheugen van een Olifant. Raadselhoekje, groene verf in het meer wierp', waar die nog altijd is blijven liggen natuurlijk onx de waarheid van deze overlevering te staven. .,0, wat ben ik toch vreeselijk moe", kraakte Tom's rechter l;.urrs ,,Ik kan niet inoer", kraakte Tom's linkerlaars. .'En toch liebben we niet zoo ver geloopen", hegon de eerste weer. „Och, 'tkomt alleen, doordat Torn ons altijd 7.00 onaardig beRandelt", ging de -tweede voort. „Waf heeft hij ons hior weer ruw neergegooid. Mijn veters zitten heelemaal in de war en mijn lmkken zijn geschaafd". „Mijn leenen doen zoo'n pijn van 'L schoppen, dat hij altijd tegen de steenen doet. En vandaag heeft hij mijn neus leelijk ontvedd l>ij het klimmen over een muur". „En het akeligste van alles is nog, dat Tom ons nu 'zóu oud vindt, dat hij ons hoe lanlger hoe slechter behandelt. Wat moet er toch van ons wórden?" De beide laarzen kraakten zóó hard om hun ontevredenheid to kennen te geven, dat zij heele- maal niet hoorden, dat er een deur openging. Tom hield de deur op oen kier en iuisterdo naar het ontevreden gekraak van zijn laarzen. Daaraan heb ik nooit gedacht", mompelde hij en hij begon met zijth laarzen botjes naast de deur te zetten. „Voortaan zullen jullie het beter bij me hebben", zei hij en Mj hield woord. door C. E. DE LUXE 'HOGERAVjAARD. Fen ïeis onr do wereld gaan Mie.:,je en Dim Met Flokkie, hun hondje, eens maken, Zij hebben veel vaart, o oen reuzevaart zeg, Wie zou buiten adem niet raken? Een vliegende Hollander dient Mies als paard. Zij zWaait met haar vlag en lacht v roölijk. En Pim pp zijn stokpaard gaat ook al zoo haul. Keek ooit vel een ruiter zoo ooiijk? Zelfs Flok lieeft verbazend veel zin in den tochl, Hij houdt wel van rennen en, reizen. Geen nood. )I'i.j verdwaalt niet, als Pimniv en (Wies Hem vrooi ijk don langen w eg wijzen. Wie zou het niet leuk vinden, zóó onverwacht Een reis onr de Wereld te maken? Een peis voor plezier, hoor zegt AVies Pim bew'eert: Nee, nee, 'tis een reis echt voor zaken. Maar moeder, wij komen bij u weer terug. AArant rpnd is de wereld, dat weet u. U .moet ook niet denken: AVaar blijven ze toch? Heuscb, W'iesje noch ikke vergeet u. Eials wij terug zijig roept W'iesje nu ,uit, Dan peggen ,wjif: Leuk was dat reizen. Maai' toch hoeveel moeders w* ook za gen op Weg, AVe zouden niet één kunn.cn wijzen, Die zóó lief en gQed als ons moedertje js, Zoo'n'tyVeede, o vast, die bestaat niet. 'Nee, pee, juicht ook Pim, en wij komen terug/ AA'ant thuis is het heusjjh nog zoo kwaad !niet. i Moes' 'kijkt dan liet reizende spannetje 11a, Tot ziens, roept «zij' goede reis, samen. Ik dacht wel, dat jullie voor etenstijd weer Terug bdj je moedertje kwamen. Olifanten hebben een uitstekend geheugen. Zij weten zich heel goed te herinneren,! als iemand hun een vriendelijkheid bewezen lreeft eni vergeten niet licht een onaangen'amo behandeling. Zoo wordt er verteld van oen olifant,i die het hoofd van zijn oppasser met oen kokosnoot ver brijzelde, omdat de man den vorigen dag zoo onna denkend was geweest om een kokosnoot op zijn kop in stekken te slaan. Een andere olifant moest bij 'hot opbreken van een tentenkamp zware lasten vervoeren. Die man, die maar steeds meer op zijn rug laadde, werd boos, omdat de olifant liet bllijkbaar te veel vond en wierp een paal naaar zijn kop. Een paar dagen later viel de olifant den man aan, greep hem met zijn slurf beet en zette hem netjes op eon tak van een hoogen boom. De man moest nu maar ziem dat hij zoo goed en z'oo kwaad als het ging weer op den beganen grond terecht kwam. Oplossingen der Raadsels uit't vorige nummer. ArOOR GROOTEREN. 1. Soekaboenri. Koe, kies, boek, Mies, be-, bas U. AViordt toch piet zoo gauw! kwa'ADDE Rom mel is in een oogenblik opgeruimd, (adder). Liep de haaS LANGzaam na zijn ziekte? (slang). JacoB IS ONlangs van zijn fiets gevallen. (bison). En LiZ.E "DR/\k haar arm, toen zij in een kUIL viel. (zebra en uili, 3. AMF.U'ONGEN. A c M s s n E e k b a a R 1 e in M E R O >N G E N v 1 i •N d e r d e G e n P E n t

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1927 | | pagina 10