EEN TREINREIS.
De Verrassing
Domme pop
Raadselhoekje.
In eon dor coupé's tweede klasse raten
twee jonge monsehon. Eén dezer beiden
was een ongeveer zes-en-twintigjarige jon
gedame van hoogo gestalte, met donkere
gelaatstkV-ur on donkere, fonkelende ooijen.
Haar trekken waren, zeer nobel on bet
mooi-gev'ornide neusje en het "welbesneden
mondje zonden oen aaindaelitigen ioescliou-
wer allicht bezig hebben kunnen houden.
Elk barer bewegingen, hoo onopvallend
ook, lradden iets treffends om hunne voor
naamheid.
Sedert zij aait Prang was Vertrokken,
tuurde zij onafgebroken door de Vensters
naar buiten. De oorzaak lag niet ver Bij
bet verlaten van bet station had zij haar
medereiziger opgenomen, doch toen oen
paar dusdanige gloeiende, donkere cogen
ontmoet, die haar eveneens monsterden,
dat zij onniiJdel'ijk haar blik had af
gevend en geen acht meer luid geskv/m op
den overbuurman.
IV overbuurman der mo-oie potige diuno
was even interessant, van uiterlijk als zij-
zelve. Hij ook w is lang en slank en on
danks dat de wangen wat vermagerd sche
nen. getuigde het minnelijke teint) v.m een
goede gezondheid. De dame had gelijk,
d it zij, om met onnoodig verlogen te wor
den, hardnekkig uit liet raampje keek, want
de ander bleef niet minder stijfkoppig, zijn
blik vestigen op de gestalte tegenover hem.
til zijn blik lig werkelijk niets vijan
digs, integendeel, hij getuigde vj.ui een ze
kero tevredenheid. Nu, hij bemerkt», dat
de jongedame haar oogcn niet van hel
venster afwendde, speelde er een onmerk
baar sarcastisch lachje om zijn mond.
Een uur bijna zei hij niets, toen opeens
strekte hij de hand uit en raakte den elle
boog der dame aan. Deze schrok op, niet
Weinig verrast.
„Pardon, maai' zeg mij, voor wie is u
in den rouw?"'
De ander wendde zicli trots af en keek
weer het raampje uit.
Haar buurman glimlachte opnieuw.
,.Ik liob gevraagd, voor wie u in den
rouw is".
,,Een merkwaardige vraag", antwoondde
zij na, een kort oogenblik van zwijgen. ,,Als
dit altijd uwe manier is om een conver
satie te beginnen, kan men baar era zekere
originaliteit niet ontizeggoin".
Zij kou het niet langer Votiihinulen; zij
moest even glimlachen; haar O-gen wend
den zich van het raampje af en keken on
derzoekend den koenen andeiVragei' aan.
Hij knikte tevreden met het lioofd.
.Juist, juist, alstublieft niet boos zijn,
dat blind ik zoo akelig. Weet ,u, ik stel
deze. vraag uit eigenbelang; er is mij zeer
Wel aan gelegen, dat u„mij antwoordt en
ik zal eveneens alles beantwoorden"'.
,,lk ben heelernaat niet nieuwsgierig"1,
glimlachte zij.
„Niet? dat is mooi, dat is heel mooi'
Ik' hal dus dan maar zelf nu wat Vertel
len. Ik ben ook niet nieuwsgierig, maar
toch, U moet ik uitvragen. Het is voor
mij van groote Leteekonis",
„Ik weet al vooruit,, dat n het mij de
heele reis door lastig zult maken, als ik
u geen antwoord geef; luister dan: ik ben
in den rouw om mijn man".
„Om uu man? Zóó, dat doet. me plei-
zier
„Hoez.oo, dat doet u pleizier?"'
„Noen, neen, excuseerikf was plot
seling met mijn 'gedachten elders en nu
is mij een zinnetje ontvallen, zoexds men
dat in het dagelijksch leven honderdmaal
z.egtneem mij niet kwalijk, maar wat
was uw man?"'
„Gepensioneerd kolonel".
„Ach, zoo, dan was hij zeker wel heel
oud".
„O, noen, neen; toen hij twee jaar ge
leden stierf, was hij pas twee-en-zevcatig,"
haastte z.ij zidh te zeggen, in zekeren
zin ter verontschuldiging van den gestor
vene.
„Eu u is reeds twee jaar in den rouw
oVer hem?"'
De dame wendde weer snel haar ge
zichtje terzijde.
„Ik heb u toch niet Leleedigd?"
„U weet nu, wat. u weten wilde,
„O neenu draagt diepen rouw1is
misschien uw vader gestorven?"
Zij schudde het hoofd en zuchtle.
„Dat is meer dan pijnlijk voor mij; ik
kan het niet aannooron dat U zucht; Waar
om zucht u hij de herinnering aan uw
vader?"1
„Meneer uw vragen zijn mij werkelijk
onvcrdragelijk".
„t! is zeker oenig kind".
„Neen," antwoordde zij kriebelig.
„Misschien nog een broer?"
„Twee broers en vijf zustere," ant
woordde zij kwaad, kon echter toch niet
een glimlach verbijten.
,Eu wat is, pardon, wat is uw vader?"
„Oud-kapitein, ontvanger der belastingen,
zestig jaar oud, lengte twee meter."
Beiden proestten net uit van 't lachen.
„Nu even nog een zeer onbescheiden
vraag, dan laat ik u misschien met rust."
„Misschien?"
„Wel ja zeker misschien; dat kan ik
nu nog niet weten Pardon, maar
heeft meneer uw echtgenoot u fortuin
nagelaten?"
Do dame wendde opnieuw haar ge
zichtje.
„Een groot fortuin?"
„ik heb voldoende aan mijn pensioen
en aan zijn naam," gaf zij trots ten ant
woord.
„Zóó, dat doet mij plezier. Nu ga ik u
op mijn beurt verteken. Ik bon een rijke
grondeigenaar uit Polen. Vroeger bezat Ik
nog grootor vermogen dan nu, ofschoon, dit
reeds zeer aanzienlijk is. Ik heb echter in
zeer korten tijd een groot kapitaal er door
gebracht kroeg echter moer dan genoeg
van liet onsoliede leven en keerde naar
mijn woonplaats terug. Hoewel ik aês vrij
buiter overal bekend stond, mankten mij
vele jonge, meisjes liet hof en hoewel ik
me nog onsympathieker voordeed dan ik in
werkelijkheid was, hadden zij mij wat graag
getrouwd. Dat stond aue togen en ik bleef
jonggezel. Ik leefde als oen teruggelrok-
keuc, maar kreeg na een tijd ook daaraan
genoeg on nam me voor, niettemin toch te
trouwen. Van do dochteren mijner naaste
omgéving begeerde ik niemand en andoren
kendo ik niet. Ik ging opnieuw reizen,
mot bet doel, een vrouw te zoeken. Als
ik er geen vind, dan jaag ik mij een
kogel door het hoofd. Nu ind ik u ech
ter aneer dan aantrekkelijk wat dunkt
u zondt u mij willen 'hebben?"
Haar antwoord was een luide schater
lach. De uitdrukking van zijn gezicht was
echter door 011 door oprecht en terwijl zij
het uitproestte, keek hij zeer droevig, zoc-
dat zij plotseling liet lachen staakte. Zij
keek hem lang en onafgewend aan.
„Als n mij belooft, dat u mijn wooiden
niet zult verdraaien, zeg ik u de twee be
weegredenen, waarom ik niet over u denk.
Ten eerste bezit ik niet andcis dan mijn
pensioen, dat ik, in geval van oen huwe
lijk, moet opgeven en ten tweede zijn
yiijn vader en mijn 'heele familie er op
dit oogenblik zoo slecht aan toe, dat ik
do opbrengst van een paar \erkochte
hyoux en mijn pensioen met hen loeten
moet."
Zij bedekte hot gezichtje plotseEiing met
haar zakdoek.
„En de tweede beweegreden drong hij
aan, terwijl zijn oogen niet weinig van
vreugde schenen te fonkelen.
„Heb ik gezegd, dat ik twee redenen
had?... Het is waar, -ik heb beloofd, op
recht te zijn. Voordat ik trouwde, heb
ik innig liefgehad. Ik zag den kameraad
uit mijn jeugd eerst terug na den dood
van mijn echtgenoot; nauwelijks was het
jaar van rouw voorhij, of mijn ver
loofde stierf..."
„En om hem draagt u nu dezen rouw?"
„Ik bon weduwe van twee mannen,"
klaagde zij kommen-of, zich een oogenblik
aan do herinneringen overgevend, maar
meteen keek z.ij weer strak het venster
van de oouipó uit.
„Wij naderen Leitmeritz; hier woon ik,
hij mijn vader."
De trein reed langzamer.
Hij sprak nu:
„De perste reden is, in verhouding tot
mijn fortuin, onbelangrijk; de tweede reeds
oni zichzelf zwak. 'Als ui wat sympathie
voor mij gevoelt, neem mij dan u doet
er geen kwaad mee... Mij althans maakt
u gelukkig en jïiissühien, ja misschien
u zelf tfbik een bootje.... Staal u mij toe,
dat ik piet n mee ga naar uw luns, uw
vader...
Zij keek hom aan, zonder een woowl te
kunnen zeggen. Zij keek hem, ernstig in de
oogen en zij voelde, hoe de uitdrukking
van dio gloeiende, zwarte karbonkels nau-
doenlijk-oprecht was.
De trein liiekl stil en beiden stegen
uit. De jongoman gaf don conducteur haas
tig een fooi, met het verzoek zijn bagage
naar Leitmeritz terug te doen expedaeeren.
Daarop rende hij achter do jonge vrouw
aan, die reeds oen eind was opgelo'open.
Hij bood haar zijn arm en zij weigerde
niet
Rechtszaken.
Verduistering door een kassier.
De rechtbank te Breda vleroordeelde den
vrocgeven kassier en commisiomair in ef
fecten .1. Di, Ie Zevenbergen, die 2d Maart
j.l. terecht stond, wegens verduistering van
een aantal effecten zijner cliënten, tot oen
gevangenisstraf van zes maanden.
De eisfh wins een jaar en drie maanden.
Poging tot doodslag op een buffet-
1 juffrouw.
De rechtbank to Hotlerdaim voroor-
ueehte den ö.'i-jaügen catéliouder C. v. d.
R., wegens poging tot doodslag op een
buffetjuffrouw, die hij oenige steken had
toegebracht, tot twee jaar en zes maan
den gevangenisstraf.
Het '0. M. had vier jaar goëlschl.
Verdachte v. 0. B. is thans voor do
24ste maal veroordeeld.
Kerk cn Scliool.
N e d. II e r v. Hork.
Beroepen te Grostlunzen en Avenhorn
(toez.) ds. F. IV. Boers te Abbekerk (N..IÏ.J
Beroepen te Huizen ds. C. .f. v. d.
Graaf, te "Anieido; f te Schoonhoven ds.
,1. II. Gunning, to Lagevuursche.
Beroepen te Mkistend (Terschelling), toea.
ds. T. J. de Boor van St. Jacob) Parochie
to AnloiO \'Dr.) ds. C. M. do Jong, caaid.
tol den II. D„ te Torheijdcn (N.-Br.); te
Schoonhoven, ds. J. II. Gunning to
Vuursdio.
Bedankt (toez-)' voor' lloenderloo Cloór
ds. E. J. Mulder te Bunschoten.
Gere f. Kerken.
Beroepen te Amstcrdani-AVest ds. B. v.
d. AVerff, to Dioorn.
Bedankt voer Hoek van Holland door ds.
C. AV. Keur te Iloinkenszand.
Chr. Gerei. Kerk.
Bodankt voor Steemvijk, ds. J. B. G,
Croes, te Bjussum.
II o o g e r O n d c r w ij s.
Leiden Doctoraal examen rechten: nicj.
A. E. J. Roesit Crollins on de-heer T. Mos
selman, Botterdam.
Doctoraal examen Indisflh recht, do heer
J. E. Ilollonian. i
Leiden. Doctoraal examen wijshegeeite,
de iieer K. AV. do Groot.
Utrecht. Doctoraal examen geneeskunde:
(ie hoor E. AV. Bótlgcr en li. Af. ,r. pi. <K>
Steenhuijsen Pietors.
Groningen. Doctoraal examen rechten: de
heer li. Hoog. i
De senaat van </e nnivofsiteat uo Utrecht
heeft liet doctoraat Ironoiis causa in de
geneeskunde toegekend aan den hoer 0. D'
Langen, thans vertoevende te Rotterdam,
arts, leeraar aan de schoof voor opVi-
ding van Indische arLeii te Batavia.
Do promotie zelf zal plaats vinden na
de Paasciivadantie.
'Amsterdam. Doctoraal examen wis en na
tuurkunde, hoofdvak scheikunde: de heer
•T. .1. WaJlebroek (met tof); hoofdvak
phanvacie do heer Th. Pauw.
Doctoraal examen klassieke lettorende
heer P. II. v. d. Gulden (met lof).
Bevorderd tot doctor in de letteren om
wijsbegeerte op- proefschrift: Partictipo pré
sent et gérondiff: de heer B. II. J, AVeeren-
bcok, gifboren te Helder.
Ned. Handels Iloogescliool. Gepromoveerd
lol doctor in do handelswetenschap', do heer
P. G. A. de AVa.nl, op proefschrift: De leer
van hel boekhouden ia de Nederlanden, tij.
Hens do zestiende eeuw, en stellingen.
Doctoraal examen handelswetenschap:
dc heer F. II. Nyhof.
Landbouwhopgoschool. Bevordcid Lot
doctor in do landbouwkunde, de lieer \V.
.1. Droeson, geb. te Horst (L.), op proef
schrift met stellingen, getiteld: „De ge
meentegronden in Noord-Brabant en Lim
burg en hun ontginning".
R. K. Universiteit. Geslaagd (cium laude)
doctoraal examen Rouoaanscihe taai! en let-
terknndo (Frnnsch), mej. J. L. A A.
Frencken. geboren te Oosten-hout (N.-Br).
B. K. Univers'lcit. Diortoraal examen
Zacht, terwijl zij Elsje goedendag zei, want het
is een heerlijke middag geweest; ik moet j ou be
danken, want ik heb'-heelemaal niet meer aan
den regen gedacht. Ik geloof, dat moeder dat er
mee bedoelde, toen zij zei, dat wij zelf zonneschijn
om ons heen konden verspreiden, ook al regende
het, dat het goot. Dag Prinses Elsje. Ik kom heel
gauw weer terug".
1
Een paar weken waren verloopen en liet was
een prachtige dag.
Bij een kampvuur in het bosch stond een rol
stoel, waarin Elsje zat, Elsje,' die met een stralend
gezichtje luisterde naar de verhalen van h'et verre
land, waar Carla's oom eenige jaren vertoefd had.
Zij was ook dien dag weer Prinses Elsje en
vader, moeder, oom Flip en Carla hadden om
beurten den rolstoel, den troon van Prinses Elsje,
geduwd, zoodat de Prinses de picnic kon bij
wonen.
door
C. E. DE LILLE IlOGERAAjAARD
Ai weken van te voren hadden Hans en Alieke
samen een geheimpje: met Pascben wilden zij hel
heele huis versieren met narcissen.
Alaar toen het tegen Paschcn liep, Meek het,
dat' Mieke's beurs geheel plat was en die van
Hans slechts een knoop, twee glazen knikkers on
een twee en. een halve cent stuk met oen gaatje be
vatte. Koop daar nu maar eens narcissen voor, ge
noeg om het heele huis mee te versieren-'
Hans en Alieke waren echt teleurgeMeld. 't, Was
eigenlijk wel een beetje dom van hen, dit niet
vooruit te bedenken. Ze waren echter verstandig
genoeg om niet te zeuren over wat zc niet konden
hebben, maar praatten liever over de bloemen,
die ze wél konden krijgen.
„Er zijn al dotterbloemen", zei Hans. „Ik heb
ze gisteren aan den slootkant gezien'
Maar we mogen immers niet bij de sloot ko
men", hielp Mieke haar broertje herinneren.
„Dan nemen we vader in 't geheim", gingjlans
voert. „Op vader kun je voor zoo iets altijd re-
kenen".
„Heerlijk"! riep Mieke uit. Laten "\ve liet vader
dadelijk gaan vragen". m
Toen vader zijn beide kleuters zijn kantoor
zag binnenstappen, keek hij eerst vreemd op. Al
heel spoedig begreep hij edhter 'het .doel van
hun bezoek en het bleek, dat Hans gelijk bad:
ou vader konden ze rekenen.
Zoo brak de Zaterdag vóór Paschen ta/rn. Geluk-
kb was het mooi weer, maar hoe zouden zij het
leuke plannetje voor moeder geheim kunnen hou
den? Dat was iets, wat Hans en Mieke veel
^Nauwelijks waren zij om twaalf uur uil school
gekomen, of moeder vroeg:
„Gaan jullie vandaag mee wandelen, kinderen?
Het- is heerlijk weer".
Gelukkig was vader thuis en het bleek al woei,
dat de voorden van Hans; „op vader kun je voor
zoo iets (rekenen", waarheid bevatten. En trog
vóór Hans of Mieke iets had kunnen zeggen, vroeg
vader aan moeder:
„Zou jij vandaag eigenlijk eens niet naar oma
gaan? Je kunt nog net het treintje halen. Dan breng
ik je naar liet station. Hans en Mieke komen mij
dan daarna tegemoet en ik zal de kinderen op
hun wandeling vergezellen".
Die vader toch' Wat had hij liet plannetje mooi
in elkaar gezet. Hans en Mieke durfden elkander
niet aankijken. Als moeder d a t eens deedji
Mieke voelde op eens, dat zij vuurrood word en
hoestte van verwarring. Moeder dacht niet anders
of ze had een kruimeltje in de keet Hans liet,
zijn zakdoek op den grond vallen, alleen maar om
met goed fatsoen even onder do tafel te kunnen
duiken. Moeder mocht natuurlijk niets merken.
'tZou eenig zijn, als het plannetje gelukte!
„Ja", hadden de kinderen móeder hooren zeg
gen. „Ik zal vragen of oma morgen den boelen dag
ij ons komt. Het weer is zoo zacht, dat het, haar
wel gee[n kwaad zal doen. Ik heb'meteen wat
boodschappen in de stad en kan tegen vijf uur
weer thuis zijn".
Bijna had Mieke in de handen geklapt van ple
zier, maar zij bedacht gelukkig og bijtijds, dat
zij alles dan leoïij'k verraden zou.
Moeder dronk vlug koffie, besprak nog even wat
met Mina, het diens!meisje, en zei de kinderen
haastig goeden dag. Zoo kwam liet, dat 'zij hun.
verwrongen gezichten niet zag, want zc hadden
zóó'n moeite, niet te lachen, nu het er uitzag, dat
tiet plannetje zoo mooi gelukken zou.
Nauwelijks waren vader en moeder dan ook
do deur uit, of zij vroegen Mina's boodschappen
mand te leen. Mina had eerst alterlei bezwaren.
Haar boodschappenmand, waai' zo zoo zuinig op
was, gaf ze.niet graag uit handen, maar toen Hans
en -Alieke haar verzekerden er heel netjes op te
zullen zijn, flat A'ader meeging en Üe rest een ver
rassing, een heel groote verrassing was, streek zij
de Ui and over hot hart en stond het gewensohto
voorwerp in bruikleen af.
Met do boodschappenmand aan den arm liep
Hans nu met Alieke, die haar pop stijf tegen zich
aangeklemd hield, vader tegemoet. Daar wuifde
vader al en het duurde niet lang. of hij stapte
lisscheu beide kinderen in naar het weggetje,
waar het geel zag van de dotterbloemen. En v|at
waren ze mooi grootf
Ateder plukte, Alieke on Hans legden de bloemen
netjes in de mand, totdat deze heelemaal vol was.
Ateorzichtig droegen de kinderen nu hun bloemen-
schat tusschen zich' in. 1
Aiina was aan den achterkant van het huis be
zig en zag hen niet b'mneukomen. Dat trof)
Vader vulde nu allo kannen cu vazen, dio hij
maar vinden kon, met dotterbloemen, na or eerst
water in ge.-chonken te hebben. Ja, er kwamen
zelfs een melkkan en een lege gemberpot waar
in de narenten wat mooi stonden - bij te pas.
0, wat zag dat er vroolijk liifct
Do kinderen mochten nu zeggen waar alle va
zen zonden staan. Natuurlijk één foijf moeders bord
aan tafel, één op moeders schrijfbureau, op vaders
boekenkast, in de vensterbank. O, er was plaats
genoeg. Hoe echt feestelijk zagen do kamers or
nu plotseling uit, do kamera on de keuken, want
natuurlijk werd Mina niet vergeten, zij "kreeg een
mooie vaas met dotterbloemen in do keuken.
„AVat een verrassing! Och, lieve kinderen, wat
een verrassing"! riep Mina uit. „Nu begrijp ik,
waarom jullie mijn boodschappenmand wilden
hebben".
Toen moeder tegen vijven uit d.e stad kwam,
stond vader haar met twee ongeduldige kinderen
op te wachten. Afoeder zag dadelijk, dat er ulat
bijzonders was. Maar wal? Neen, dat kon moeder
onmogelijk raden.
,,'t Begint met eenzei Aliek, maar Hans
kneep haar voelbeteekenend in haar linkerpmk
om haai'te beduiden, dat ze toch vooral niets ver
raden mocht.
AGug liep liet viertal nu naar huis en toen va,der
dc deur opengemaakt had en moeder de zitkamer
binnentrad, waar van alle kanten do vroolijikc
dotterbloemen baar schenen te verwelkomen, sloeg
zij de handen van verbazing in elkaar en riep net
als Alina uit: 1 1 1
„Wat een verrassing. Och, lieve kinderen, vat
een verrassing. Hebben jullie die allemaal geplukt?
„Ja, moeder, mei vader", antwoordde Hans-.
„En nu lieh ik ook een verrassing", ging moedor
voort. „Oma komt niet alteen morgen den gelieelen
dag bij ons, maar blijft een paar dagen loge eren'.
„Hoera'" riepen Hans en Afieke nu te gelijk
uit. 1 i
Dan gaan we morgenochtend nog meer dotter
bloemen plukken om Oma's kamer te versieren",
zei vader dadelijk.
En zoo gebeurde het, dat op Paaschmorgnn Keel
in de vroegte, vader opnieuw met zijn kinderen
en Alina's boodschappenmand cr op uittrok. Ook
nu plukten zij' heel wat bloemen, die alen een
plaatsje op oma's kamer vonden.
Toen oma vlak vóór dc koffie door de lieelo
familie naar haar kamer werd gebracht, bleek
oma al even verrast te zijn als moeder den vo-
rigen dag.
Het werden heerlijke Paa'schdagen.
I
'tls feest, 'tis feest; ons poppcnkiml
Dat wordt vandaag één jaar;
Nu hebben w'oen presentje eu
Een snoepje voor haar klaar.
't Presentje leggen w'in haar schoot.
En T snoepje nou, die pop,
Die houdt zoo dom haar mond stijf dicht,
Dus eten wij 'tmaar opt!
A. S.UT0RBJS.
Oplossingen der Raadsels uit 'i
vorige nummer.
Ar00R GROOTEREN.
1. Bibliotheek» Thee, boek, 'Phéo, Obi, oblie,
ketel, kolk, boete.
2. A, bcr, 3/j van Beit), Deen; Aberdeen,
3. Londen. LOIRE.
Overijssel.
Iwan.
Rome.
Engeland.
4. BARCELONA.
B
d A 1
t a R w e
E s C h e tl
B A R C F. L O N A
I o_ r L a n d
v i OoS
o N s
A
VOOR KLEINEREN. i
1. Bengel, Ilengcl. I
2.
3. Lang, long, leng.
4. Zijn jAAP, AIDriaan en KoOS te laat ge
komen? ('aap, pad eu os).
AVij hebben AlariE ZELvo gesproken (ézel).
Het was er zóó nauw, dal we geen VIN
Konden verroeren, '(Vink).
D
0
L
IC
0
L
1
15
L
I
E
R
K
E
R
S