Raadselhoekje.
„Eeaig. Een boot. Ik wou alleen maar, hat de
arme, oude 'Jiin er hef, zeil aan gelaten had. Wat
zouden we op de golven hunjnen dansen1'.
„Wat denk jij er van, Joke'?'' vroeg Ferdinand
aan zijn zusje.
Joke onderzocht den bodeui van liet vaartuig.
„Do boo-t is i'i veel beter conditie, ..Uur ik
dacht'', antwoordde zij.
„O, ik geloot stellig, dat ze heel veilig is. We
kunnen in ruim een half uur aan den overkant zijn
en dan duurt het npg maar een paar minuten, of
we hebben een koele grot bereikt''.
„Eenig", riep Ellv weer. „TonvJ laten we vlug
terugloopen om de mand te halen?'.
En terwijl de heide jongste kinderen terug
liepen, vroeg Ferdinanjd aan "zijn zusje
„Waarom kijk jo zoo ernstig Joke? 'Ik verzeker
je, dat dit het eeuige is, wat wij kunnen doen''.
„Vader heeft ons herhaaldelijk gezegd, nooit
alleen in een boot te gaan''.
Ferdinand kreeg een kleur en zei:
„Vader is bang dat we in een verkeerde stroom
komen. Ulnar ik heb ze zóó dikwijls op mijn atlas
bestudeerd, dat ik precies weet, waar die zijn'".
„Vader heeft het toch verboden'', hield Joke vol.
„Dat weet ik, Joke. Vader heeft dikwijls genoeg
tegen me gezegd: „Wat er ook gebeuren mocht,
Ferdinand, ga nooit de baai in zonder een vol
wassen persoon bij je''.
„Juist"', zei Joke, „we moeten het dus niet doen.
Er zijn hier gevaarlijke stroominjgen. Vader heeft
zelf gezegd, dat hij al een boelen tijd hier was,
vóór hij ze allemaal kende''.
In de verte klonken; de vroolijke stemmen van
Elly en Tony, die met de inand tussclicn zich in,
over het strand liepen.
Quick sprong om de kinderen! heen. Reeds wierp
de zon haar felle stralen in de grot.
Ferdinand 'keek eerst maar zijn zusje, daarna
naar Elly, die een zwak meisje was enj zei
„We mo eten het wagen. We moeten hot uiter
ste doen om van deze gevaarlijke plaats weg to
komen. Als we hier bleven, zouden wij vóór do
avond gevallen was, geen van allen meer in le
ven zijn. Het kan dus niet anders. Vader heeft
het wel gezegd, maar hij wist natuurlijk niet, dat
wij ons ooit in zoo'n .gevaarlijke positie zouden
bevinden, als wij op dit oogenblik doen. ik zal
het vader later allemaal wel uitleggen. We mogen
ons hier niet langer aan het gevaar voor een
zonnesteek blootstellen- Kom mee, Joke. Het meet.
Help me dus maar."
Zonder een woord meer te zeggen; hielp- Joke
haar broertje nu. Zij had een bli'Bfd vertrouwen
fa hem en hoopte vurig, dat alles goed mocht
aSJoopeu.
De vloed kwam snel op en het was niet moeilijk
de boot in liet water te duwen. Het kleinte gezel
schap zat weldra in de Zeemeeuw; Joke en Fer
dinand haniteerden ieder een roeispaan en roeiden
naar den kapt.
Ferdinand was een intelligente jongen en 'had
de baai verscheiden malen op zijn atlas bestu
deerd. Er was niet eens een' roer aan de oude
boot, maar hij en Joke wisten buiten de gevaar
lijke stroomingen te blijven en landden bijna een
uur later in de koele, sdiaduwrijke grotten aan, den
overkant der smalle baai.
Zij trokken de Zeemeeuw op liet strand, legden
haar met een stuk touw eiv ee-nige. zware steenen
vast en gingen picnieken. J)e mand werd openge
maakt en de inhoud gedeeltelijk verorberd. De
kinderen babbelden vroolijk en hadden grooten
eetlust.
Tegen het vallen van den avond, toon de grootste
hitte voorbij was, werd do picnibniand ingepakt en
begonnen 'de kinderen aanstalten te maken voor
den terugtocht.
„Help mij eens, Elly", zei Ferdinand. „We lveb.
ben nog liet een cn ander in de mand te pakken,
misschien komt ons 'dat onderweg nog te pas".
Joke zat op ccnigen; afstand met haar breiwerk.
Toen zij :do drie anderen over de picnid-mand ge
bogen za,g, stonfd zij op en zei:
„Wij mogen n!u in geen geval do boot weer
gebruiken. Vanjmorgcn kon het niet anders, maar
lipjis de 'zon niet gevaarlijk meer en kunnen we
naar liuis wandelen".
„Wat", riep Ferdinanid uit. „Zouden we tlrio
mijlen met de manjd togen den heuvel Op moeten
loopen, terwijl we als we de oude boot gebrui
ken njiet meer dan een halve mijl hoeven af 'te
leggen?! "Werkelijk Joke, je ben't overdreven".
„Heelemaal niet", anjtwoordde Joke. „Ik 'zou
ook liever met de boot willen gaan, maar je weet
wat vader gezegd heöft." (JYordt vervolgd).
Oplossingen der Raadsels uit "i
vorige nummer.
VOOR GROOTEREN.
1.
2.' Kakkerlak. Kerk, Lek, kraal,-' kalk'.
3. Luik, luim, luid, luit
4. ARGENTINIË.
A
z
n
a
R
n
z
e
Cr
k
i
E
\v
a
N
<1
T
t
I
r
i
s
a
N
n
a
b
r
I
1
tl
r
1
E
S
a
p
a
r
li
s
d
i
n
i -
S
0
0
li
O
O