KINDER-BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Met z'n vieren op een
eiland.
HOE INEKE DEN PRIJS WON,
No. 32 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 13 Aug. 1927
VAN DE
Naar het Engelsoh van L. T. MEADE.
Beknopt bewerkt door
C. E. DiE LILLE HOGERWiAARD.
C)
„.Maar wat zal cr van Je 'Zeemeeuw worden
vroeg Joke nu.
„Ik vrees, dat wij filar aan haar lot moeten
overlaten'', gaf lniar broertje ten antwoord. „We
mogen al heel dankbaar zijn, als wij er ZftlC
goed alkomen''.
„In zal onze kopjes on wat de p'teni&inaml ver.
der nog beval in het wasdoek wikkelen'', zei Joke
nu. „Wacht, dit lucifersdoosje stop! ik voor alle
zekerheid maar in ons thectrommeltje. lfet kan ons
misschien goede diensten, bewijzen. Jullie horlo
ges kannen ook nog in het trommeltje, jongens;
dan worden zo niet nat, want het sluit prachtig.
Zoo ,nu de mand in het wasdoek wikkelen en
stevig aan de gebroken roeispaan vastmaken. Zoo
zal zij wel a an land spoelen. Ik hen klaar; laten
we geen seconde verliezen, want ik zon graag vóór
het donker begint te worden, land. onder de voeten
willen hebben''.
Ferdinand slingerde de roeispaan met Je timmer-
kist nu met kracht opi Je kust. Hij 'had. goed ge
wikt want lot groote. vreugde der kinderen bleef
do kist achter een wal van stee.non liggen.
„Nu nog één poging, trouwe Zeemeeuw'', zei
Ferdinand. Zijn woorden werden door Je woedende
golven overstemd, maar op liet oogenblik, dal. de.
boot legen do kust V/ïoeg, sprongen de kinderen
aan wal.
„Op handen en voeten'', commandeerde Fer
dinand.
Zijn hevel luid Bon seconde te vroeg geklonken,
een groote golf sloeg over hen heen. Zij krabbeklen
weer op cnhadden eindelijk vasten grond
onder de voeten.
Hun eerstlo" werk was nu, het louw tori hun
middel los te maken.
ven. Het scheen hem, of 'hij wakende sliep en
alles in een soort droomtoestand deed. Plotseling
„Laat ons neerknielen en. God danken zei Joke.
Allen doden dit.
Na een tijdje riep Tony uit:
kijk de Zeemeeuw eens''. i
Ito arme kleine boot lag als eon wrak opi de kust
Elly barstte pf.olseling in Uf.MGjx uit.
„Nu geen waterlanders'', zei Joke opgewekt, „Wc
zijn nu, veilig aan land en dal, is het voornaamste.
Hel; eerste, wat we doen moeten, is hout zoeken
om een vuurtje te stoken. Wat beweging zal ons
allen goed doen".
Quick, lie zijn baasje natuurlijk nagesprongen
was, rende reeds heen en weer.
'Db kinderen volgden nu een zigzag.pad ,dat naar
een kleine vlakte leidde, die door hooge rotsen
omringd wal Er lag allerlei bout.
„We kunnen hier een prachtig kampvuur aan
leggen'', "riet» Ferdinand uit.
Weldra hadden zij een heelen stapje-I hout ver
gaderd en Joke ih;uL jot haar groote vreugde de
mand gevonden, die op het strand aangespoeld
was. Met behulp v;ül de lucifers brandde er spoe
dig een vroolijk vuurtje.
Nadat ook het timmergereedschap'door 'Joke in
veiligheid gebracht was, schaarden allen zich onr
het vuur heen. Hun kleereu waren nu spoedig
droog.
Joke kon haar oogóri bijna niet. meer openhouden.
■„We moeten om hearten slapten en om beurten
waken, Joke", zei Ferdinand. „(Sa jij maar eerst
slapen lot twee uur. Neem Tony en Elly dicht
tegen je aan, dat. is wanner. Slaap maar lokker. Ik
zat do wacht wol houden'.
hoofdstuk; vi.
II o n d o m liet k a m p v u u r.
Nog geen vijf minuten later verried een regel
matige ademhaling, dat do kinderen in het huid
der droömen wareu.
(Wordt vervolgd).
(Vervolg en Slot), Het elfje klopte met een gohden staf, dien hel in
Steeds verder liep zij aan do haml van het do hand' hield, aan do poort cn deze Werd 011-
Elfjo over do glibberige stccncn, langs allerlei
mooie bloemen, dio op do beide oevers groeiden,
totdat zij eindelijk aan een gouden poort kwamen.
middellijk geopend door een ander elfje, dal o!
even lief en mooi was als het eerste.
„Breng ons alsjeblieft bij de Koningin, -Bosch-
(- V
4 I
i