OP 'T BTJPPET.
3. li ben eer stat La Zuid-Holland. Onthoofdt
i men mij, flan -voord ik eer viscli. Ontneemt'
men mij vervolgens m'ijin staart, 'dan word
k een getal Welke zijn die stad, die visch
en da't getal?
4. Verborgen jongensnamen.
leeft deze visch. andere vinnen dan baars?
Jacoba rende den weg af (2) i
Gd je naar ïuis? Jat Nora, ik kan niet lan
ger wachten.
Do agent schoot ,toen de die! de vlucht nam
Een kopje en een beker,
'die stonden op 'tbuffet;
ons Jetje had ze 's avonds
daar zelf nog neergezet.
Nu lag ze in haar bedje
- 't was ver na middernacht
het kopje en de beker,
die babbelden heel zacht.
Ze hadden 'tover Jetje,
'die zoo harilhandig was
en pas nog had gebroken
Mamaatje's mooiste glas.
„Ik heb een leelijk barstje",
zei 'tkopj'. „Ik mis een scherf',
zoo zuchtte droef de beker,
,,'kdenk, dat 'k nog daaraan sterf
„Dan kom ik bij' den rommel
„op d' aschkar gauw te land
„foei, foei, niet zoo neerslachtig,
„maar ja_. liet is! een schand'
„Zooals, dat stoute Jetje
„ons aardewerk hanteert;
„ze is al bijna negen,
„maar heeft 'tniot afgeleerd".
„Wij moesten maar eens stakéit,
„haar niet ten dienst meer zijn;
„wat zou ze dan wel zeggen,
't hardhandig Jettckijn
„Zij zou 'twat, best begrijpen,
„Jet is zoo blj-de-liand",
sprak 't kopje en schoof zachtjes
wat naai' den theo.muts-kdnt.
o beker werd weer vroolijk
bij "tschitterend idee;
„we zullen ons verstoppend
„wacht, kopje, ik ga moe!"
Het kopje en de beker,
'die kropen eensgezind
te zamen in 'do Iheeanuts,
tot straf van 't stoute kind.
Da,t werd me toen een zooken
des morgens op 't buffet!
geen kopje en geen beker?-
waar liad Jet die gezet?
Had 't lesje ook geholpen?
Ik hoop "t maar voor die fweel
trots barst en scherfje konden
zo dan nog jaren meat
'IIEKWANNA.
i
