Moderne Silvester.
Meyïouw yon Balidan beijverde zJclh! om
'den. Oudejaarsavond, zoo gézoJUg mogelijk
te {loon zijn, zoowel voor haai* dochter
de jonge weduwe, als voor'de haar sympa
thieke, Inwonende.,, betalende logé.
Zij bracht juist op 0011 blad enkele
lekkernijen aar., binnen, 'toon piolseiling
do teléfoo mid. schril en aan éóu stak
d ooi-rinkelde.
Mevrouw van Balidan 'schrok onwille
keurig zjj koa maar niot wennen aan
'die ploteeling-opdrmgeitde klanken, of
schoon, in haar huis do telefoon, verre van
ongebruikt bleef. -
Reeds des morgens, zeer in de vroegte,
had de vurigste der aanbidders van juf
frouw Erna, mevrouw Balidan uit den slaap
haar bet toestel gejaagd en had een bru
tale mannes tem haar toegebeten, dat hij
juffrouw Erna zelf wenschte to spreken.
- 'Ook nu kwam Erna in vliegende haast
aangerend, want er viel heel wat te be-
spreken voor een avond die zich tot den
volgenden morgen zou uitstrekken. Tege
lijk weiden andere deuren open gogo. id en
do dochter-weduwe, evenals de lorde storm
den naar binnen, maar de „hulp in do
huishouding", juffrouw Erna, was reeds
aan het toestel en gilde eu gierde: ,,oeh
neen zeg... Staar goed.... dan ben ik
maar dwaas, (jood, goed!"
De 'dochter-weduwe, atih'er den rug der
druk-telcfonoeronde, had een klein, bru-
taal-rood tongetje uitgestoken en maakte,
terwijl de logée grinnikte, eenige fox-trot!,
passen vóór den groeten spiegel, onder
wijl haar teleurstelling wegdansend. Zij be
antwoordde weinig aan bet beeld, dat men
zich maakt van een weduwe, dit jonge,
slanke, bewegelijke persoontje, mof de kort
geknipte haren. Zij Z;ig er in haar roze-
roode jasje met de kanten volants uit als
een van die romantische jongens-figuren
uit den roeoeo-tijd. Haar gezicht had de
wrange uitdrukking van oen balf-volwassen
knaap, terwijl de mond af en toe een
zeldzame weekheid van wetende vrouwe
lijkheid lief zien. Do logóo maakte een
vrouwelijker indruk, was zeer eenvoudig,
doch goed gekleed en bch'eerscbt in haar
bewegingen.
„Ik hoop, dat je don Oudejaarsavond rus
tig bij ons zult doorbrengen?" vroeg mevr.
von Balidan.
„Dat zou ik zeker hot alleqxre'.tïgsfee vin
den... 1"
„Mama," onderbrak de dochter vanuit
de slaapkamer, „toe roep me direct als
er weer getelefoneerd wordt het is 0111
dien van Diijek, weet u wel... Kinderen,
wanneer Ernst hem mocht verknopen on
in mijn procenten ontving Een pelsjas
eon pelsjas zou hot eerste zijn...!"
„Zou je daarmee heuscli zoo gelukkig
zijn?" vroeg de moeder zacht en dacht
aan de vele moeilijke, zware uren. die hot
jonge vrouwtje al reeds had moeten door
maken Misschien was h'et zoo levcnsbegee-
rig. juist omdat het zoo vroeg reeds mot
de vergankelijkheid had kennis gemaakt.
„Weet u, moesje," babbelde de jomge
vrouw voor haar toilettafel met de moe
der, die bij den haard stond, „wanneer
Zengers nog mocht opbellen, ga ik toch
daarheen... om hier nu vanavond bij u
te zetten vergeef me, maar dat is
me wat moeilijk en voor u is alles ook
zoo eenzaam... veel heter, gaat' 11 vroeg
naar bed veel betert flaha, daar
heb je Ernst!"
.Meteen een wedloop der drie vrouws
persoon! jes naar de telefoon.
„Zeker goed goed natuurlijk.,..!
Fransche champagne hoop ik..."
-Mevrouw Margriet, het slanke wezentje
gierde en gilde precies zooais juffrouw
Erna uit de keuken zooeven gegierd en
verliefd gekreund had. Me vrouwenstem
men gelijken op elkaar, zoodra ze manne-
grapjes moeten pareeiren, dacht mevrouw
Balidan stil voor zich heen.
'Haar dochter vid Haar nu uitbundig
om den bals:
„Moesje, je bent toch niet boos op
me von Zengers laat ik schieten
zeg maar iels, als ze opbollen. Ik ga met
Ernst naar het cabaret Hij heeft een
tafeltje gereserveerd; Morgenstern komt
ook daar maken we de zaak met de
van Dcjek in orde!'
„Kind kind het klinkt alles zoo
vreemd," glimlachte de moeder hulpeloos.
„Ik begrijp eigenlijk heelemaai! niet wat jij
met die zaak te maken hebt."
„Ik wel ik heb. immers toch' Ernst
en Morgens te in met elkaar in kennis ge
bracht denkt u dan, dat ik eeuwig in
dat kunst salon als type juffie wil bij ven
Had ik af en toe niet wat fret met Ernst,
ik zou al lang gek geworden zijn."
„En zijn jullie werkelijk tot en groo'.en
stap bereid gaan jullie trouwen?" vroeg
de moeder bezorgd.
„Hemel, moeder waarom dadelijk trou
wen, als men zaken met elkaar doot en
elkaar een beetje mag? Ik mag Ernst heel
graag maar was mijn huwelijk nu zoo'n
mooi iels? Neen ik verlang heelomaal
niet naar een herhaling. Leg u er maar
bij neer, moesje. Weet u... juffrouw dr.
Zinserling die is zoo sórieux, dio
moest uw dochter zijn, dan was 11 boter
aft..."
Er werd geklopt do logóe, dr Zin
serling, stak haar hoofdje door de deur
opening: „lieve mevrouw 11 wilt me
wel «xcuseeren ik moet u vanavond
ook alleen Jati n h. meneer Ha,Kor, ambte
naar aan het ministerie, Heeft mij ge
vraagd met hem en eenige kennissen van
avond naar den schouwburg te gaan on
daarna nog wat te „boemelen" te kij
ken naar de Oudjaars-drukte van Berlijn...
alles wel interessant, ook zoo noodig
voo-r mijn sociaal-politieleen arbeid. Het zijn
alten lieeren van onze afdeoling ...denkt
u dat mijn zwart japonnetje, nog netjes
genoeg as
„Maar zeker, lief 'doktertje, zeker
het staat je zoo goed en dat is de hoofd
zaak!"
De jongedame haastte zich naar baar
kamer en Margriet barstte in lachen un
„Hoe opgewonden die is of er wat
van komen zal vanavond? Zrj stelt zeker
weer eens flink zijn deugdzaamheid op de
proef I"
„Wilt u mij even helpen, mevrouw?"
Honk weer do Ledeesde stem van de logée.
Mevrouw von Balidan knipte 'do ketting
aan haar hals foe.
Alles roezemoesde, rende, riep en lachte
door elkaar, totdat de huissleutels ver
deeld waren en te deuren toesloegen
en do woning plotseling tot eengeheel
onwerkelijke, ongenoegeüjke stilte was ge
worden.
Lo oude dame liep naar haar schrijf
tafel met eenige correspondentie hoopte
zij bet weeë, leege gevoel in hiaar borst te
onderdrukken...
Daar klonk opnieuw do telefoon, jle-
mel, de rumoerige jeugd was nu toch
■vertrokken, kwam er dan nooit rust?"
„...Zóó, u, meneer von Diokirch h ja
zeker hartelijk welkom. Zóó, ook al
leen? Do kinderen naar de wintersport?...
met oen half uuitje? Goed heel graagl"
Mevrouw von Balidan schikle de vaas
met bloemen wat terecht en bomerklè hoe
ook "haar handen even trilden juist als
bij Margriet en bet doktertje, Zij schudde
ironisch haar hoofd, terwijl zij bijPzielhzelf
glimlachte.
Baron van Piekirch was in geen jaren
bij haar geweestzijn vrouw was haar
nooit zeer sympathiek geweest; nu was
deze sinds eenigen tijd gestorven. Wat
droef hem nn tot. Haar?"
De oude heer begroette mevrouw von
Balidan met g.rooto hartelijkheid; hij kuste
haar do hand; keek lang, ontroerd, naar
liet lieve, fijne vrouwe-gelaat, naar do grijze
kroesende haren, naai de zachte bewe
gingen van haar voorname gestalte.
„Wat dank ik u, lieve vriendin, dat u
mij wel asyl hebt willen verleenen dezen
avond, inplaats dat ik mijn troost moest
zoeken in een of ander restaurant. Hoe
gezellig.is het liier bij u;..ori boe gaat
het uwe dochter Margriet? Ja, ja, die
prefereert zeker weer oen restaurant".
Mevrouw von Balidan glimlachte verle
gen „Ja, ja, ze had oen afspraak met ken
nissen, het arme ding... ik gun hot haar
zóó, wat afleiding!"
Mevrouw von Diekrich zag opnieuw naar
het nog immer meisjesachtige, lieve gezicht,
ondanks ouderdom, nog zoo vol bekoring..
„Weet n wel", zeido hij nadenkend, „dat
er spoedig in ons vaderland geen vrouwen
moer zullen zijn als u?"
De vrouwer worden misschien energie
ker, kordater en staan meer paraat tegen
over liet levenMerkwaardig, dat ik ook
eens tot de cnergiekeri behoorde en mij
onder do leiders tolde
„En ikik heb als officier eveneens
mijn man gestaanen nuWeet u,
dat ik kom, om afscheid te nemen?"
„Afscheidu legt zoo'n eigenaardigen
klemtoon op dat woord. Waar gaat do
reis heen?"
„Naar de heide, naar de ontginningen.
Ik heb er een post van opzichter aange
nomen. Ja... van opzichter!"
„U waart altijd dapper en resoluut!"
Ironisch krulde zich de lip van den grij
zen bezoeker.
„In ieder geval liever die ongewono
arbeid dan het genade-brood bij mijn
dochter
„Heel begrijpelijk
Een stilte ontstond. Do vriend nam! oen
slok van zijn punch.
„Als meri oud wordt", zei liij langzaam,
„dan doemen des to levendiger soms de
visioenen van 't verleden weer op. Mij
gaf het een rust, als ik u' nog eenmaal
mocht zien, lieve vriendin... Wij heb
ben eens veel van elkaar gehouden
Vier fijne, bloede! ooze handen von
den elkaar, twee ietwat omsluierde paar
oogen keken eikaar weemoedig lachend
aan.
De herinneringen ontwaakten.
Weet je nog, den Oudejaarsnacht,
toen we hij je ouders naar den toren
klommen om de klokken over het verre
land te hoeren galmen en wij allen mee
instemden: „Loof den Hoer, mijne zied!"
De oude (mevrouw boog haar grijze hoofd
wat dieper.
„Bij elk Oudjaar heb ik aan dat midder-
naclituur cp den toren gedacht", zei ze
zacht. „Het jaar door vergat men wel
vele plichten
„Wij zijn heel verstandig geweest al
te zeer' Heden ten dage is dn jeugd niet
meer zoo verstandig".
„Mo neemt wat zo kan krijgen en mis
schien lmeft ze gelijk", riep -mievrouw Ba
lidan levendig uit, want zo veidedigdo
van ganschor harte een afwezige.
„Eón uur met iemand, die men liefheeft
dat blijft toch het mooiste, wat het
leven je kan schenken. Ied;ro generatie
houdt er ten slotte haar eigen smaak op
na".
Terwijl zo bleven philosofoeren over
jeugd en ouderdom!, dreunde opeens de
grooto torenHok. 'Zij traden op bet baloon,
waar het kabaal dei straat tot hun omhoog
sloeg, liet geknetter van vuurwerk de weg
deinende slagen der groote klok overstemi-
do. Zwijgend stonden de beide oude men-
schon naast elkaar, en zochten naar de
eeuwige sterren boven hun hoofd.
Achter hen in do kamer rinkelde de
telefoon mot brutale heftigheid.
Snakkend naar ademl hijgde mevrouw
von Balidan:
„Kind, Margriet, ja?"
„Ja, ik, pnioesjé; veel heil en zegen 1"
„Je stemj Hinkt zoo fleurig... hebben
jullie den van Dtijck verkocht?"
„Beware me, neenMorgenstern heeft
inmiddels een rococopaleisjo doen ver
rijzen daarin heeft hij, ook noodig ge
poeierde dames. Moesje, luister, ik heb
me verloofd
„Kind.kind, willen jullie liet toch
maar wagen, met alléén jullie liefde?"
„U denkt zeker aan Ernst? Neen moes,
zoo dwaas ben ik niet. Het is Morgenstern.
Hij zegt, ik ben heelemaal rococoeen
Heine rococo-page! Welnu, dan pas ik in
dat paleisje t"
Mevrouw von Balidan nam een geraisch!
van lachende stemmen waar.
„Ja... moesje..!, morgen komt hij; u
kunt hem dan zelf zien;Dogeen zalige
shimmy wordt er ingezetneem 't maar
niet kwalijkik versta u zoo slecht
de jazzband1 (maakt zoo'n heisch lawaai
dag!"
Mevrouw von Balidan legde de haak neer
en met oen weemoedige trok op haar ge
zicht kon 'zij niet anders zeggen: „do te
genwoordige jeugdde tegenwoordige
jeugd)
Kerk en School.
Benoeming buitengewone hoogleeraren'
In de vacature ontstaan door het over
lijden van den hoogleeraar jhr. dr. J. Six
stollen B. en W. van Amsterdam voor ie
voorzien door benoeming van twee buiten
gewone hoogleeraron, waarvan de één zal
worden belast met het onderwijs in do Ar.
chaeologie, do ander met hot onderwijs in
do Niouwero Kunstgeschiedenis.
Door curatoren worden voorgedragen:
voor buitengewoon hoogleeraar in de Ar-
chaeologie, in do eerste plaats dr. G. A.
S. Snijder, to Utrecht en vervolgens dr. G.
van Hoorn to Utrecht, voor buitengewoon
hoogloeraar in de Nieuwere Kunstgeschie
denis; prof. dr. W. Vogelesang, hoogleeraar
aan do Rijksuniversiteit to Utrecht,