KINDER-BLAD
SCHIED AMSCHE COURANT
Het mes van Ammers.
No. 1
Bijvoegsel van de Sehiedamsche Courant van 7 Jan. 1928
VAN DE
Naar het Engelsch van iAl EC. FENM.
Vrij bewerkt door
C. E. DtE LILLE HOGE RWA'ARB.
(Slot).
Toen hij den volgenden morgen wakker werd,
stonden al do jongens vain do slaapzaal om zijn
bed heen, nieuwsgierig iets van hem to hoeren,
want zijn lange afwezigheid den vorigen dag, ter
wijl hij Verondersteld werd strafwerk to maken, had
oen heelo opschuddingteweeggebracht.
*ï.oo Aanmers vertelde echter niets anders dan
dat 1 ij was gaan fietsen, zich verlaat had en
de anderen reeds bezig waren hun lossen te led
ren, toen hij thuiskwam, zool at hij maar naar bed.
was gegaan.
„Er zal wat opzitten, lAimmers", zei één der
jongens. „Nellens heeft bet aan den Directeur
verteld en ze waren allebei woedend. Ze zeiden
iets van „van school
Dalton, Ammers' vriend, legde den spreker echter
hot zwijgen op met de woorden:
„Hou jo mond, Robbers. Het zal misschien nog
wol meevallen''.
En zich tot Ammers wendend, ging hij voort:
„Zeg Leo,,o uwe jongen, vertol ons eens waf-neer
van gisteren. Rij Nellens weggeloopen an door
een hevig onweer overvallen, het klinkt alles,
alsof bet een verbaal is". J
Maar Leo dacht op. dit oogenblik niet aan'
zichzelf.
„Wie heeft gisteren gewonnen?" vroeg hij, zijln
woorden niet tot één der .ijjongeins persoonlijk
richtend. 1
Dalton antwoordde:
„0, ik dacht wol, dat je dat gra'ag zou twillcn
weten. Niemand heeft gewonnen en niemand beeft
verloren. Door het onwedejr moest het spel worden
stop gezet, eigenlijk een geluk, want het begon
er voor ons slecht uit te'zien". t
„En hoe speelde Jim Parker?" vroeg Leb hu.
„Miserabel", luidde het antwoord van zijn vriend,
die het evenmin als Ammers verkroppen kon, dat
deze jongen hem had moeten vervangen. „Maar
wo zullen don volgenden Woensdag opnieuw spelen
en dan doe jij weer mee en ,is,';ajles jin londe", ein
digde hij opgewekt. 1
Leo fronste dc wenkbrauwen en mompelde:
„Daar hen ik nog zoo zeker niet van".
En hij wendde het gelaat af.
Dalton zag, dat hij een gevoelige snaar hij' 'zijn
vriend aangeraakt had en veegde er goedhartig
aan toe:
„0, stellig Leo".
Op dit oogenblik ging de eerste hel 'en' knoesten,
allen zich haasten om klaar te komen.
Toen do tweede hel geluid was, -ziaten allen
in liet schoollokaal en kwam meneer Milliard, de
Directeur binnen. Diifc was een bewijs, dat Idr liots
gewichtigs op til was.
„Ammers", zei lrij, „ik wensch 'je na het ont
bijt in mijn studeerkamer te spreken".
Wat de hoeveelheid boterhammen, die Leo at,
betrof, had bij evengoed „vóór het ontbijt" kunnen
zeggen.
Want al was Leo oog nog zoo dapper, zijn
moed scheen hom toch in den stock te laten op
het oogehblik, waarin hij naar meneer Mill ait'S
kamer stapte, toen hij de anderen eindelijk meer
dan genoog naar binnen Iiad zien werken.
Meneer Millarl maakte do zaal: nog erger voor
Leo door voort te gaan mei brieven; Hlclzcn, vóór1
hij het woord tot zijn slachtoffer richtte.
„Ammers", zei hij eindelijk langzaam. „7 bent
schuldig bevonden aan meer dan één daar van
ongehoorzaamheid, want niet alleen deed je, wat
meneer Ncllons je meermalen verboden had, inaar
bovendien overtrad jè één dor eerste rog-els van
deze school".
Geen jongen toch mocht buiten hel schoolter
rein fietsen zonder toestemming van den Directeur
ear deze toestemming had Leta natuurlijk biet ver
kregen.
Do jongen zei niets. Er viel ook niets jto zeggen,
niets ten minste, wat hij op dit oogenblik had
willen zeggen. i
„Ik leg je daarom de volgende straf op", ging
do Directeur voort. „Jo moogt geen deelnemen'
aan de cricket-spelen gedurende dit kwartaal. Je
kuift nu gaan".
j:ij hel hooren dezer woorden heet Leo zich
op do lippen. Me|t gebogen hoofd ging hij naar
do klas en zocht hij zijn plaats op.
Een half uur later werd or huid aan fJe Gleur
van het lokaal geklapt en kwam op hel' „Binnen"
van den Directeur ,die juist les gaf in de klas
van Ammers, do concierge in het sdhoolrafrek.
Hij overhandigde meneer Miliart een hirief.
De Diiredlour maakte dien open en las:
Zeer Geachte lieer,
liet doet mij onuitsprekelijk vet! genoegen, u te
kunnen medecfecten ,dat dank zij 'den moed en Ide
koelbloedigheid van een 'jongen, die do muts van
uw instituut draagt, oen stampvolle trein gisteren
voor een ontzettend ongeluk gespaard bleef. Nader
is gebleken dat deze jongen daardetutrmall'lusscihen
Bevan en VaLnrout fietste en daarbij ontdekte;, dat
iiimni!
H
Ë3
i