BOBSLEE.
Om op te lossen.
VOOR GROOTERRN.
Mijn geheel is eon vervoermiddel, dal don
tegenwoordig veol ziet m dat met 7 Idlers
geschreven wordt. 1
5, 4, 3, is een visdi.
Een 5, 2, 7, is een'road voorwerp.
7, 1, 2 is iefe wat jbij'flo (meeste puddin
gen behoort. 1
7, 4, 6, 3, is het (tegenovergestelde .van
'zoet.
De 5, 1, 7. 3, mankt deel nit van iflen'boom.
Als 1, 3, 4, hetzelfde betoekent als vlak
en 5, 6, 7, een verkorte meisjesnaam (is,
welk edel metaal is dan lj '2, 3, 4, 5, 6,17?
Verborgen steden in het buitenland.
Was do hond tegen u aangeloopen, groot
vader? 1
Gaan Boh, Arie en Anton samen fietsen?
Sta toch eens even stil, Bernard.
Deze deken is erg dun; de ergste plekken
zal ik stoppen
Zullen we zelf do boeken gaan halen',
Moeder?
Op do zigzag kruisjeslij'n komt de naam van
een doifp in Zuid-Holland.
Ie rij een deel van een boom.
2e rij een vette vloeistof.
Xi- 3o rij een ander woord voor nuk,
X4o rij een doel van jet boon.
X5e rij1 een deel van een kast
f. .X of tafel. 1
X Ce rij iemand, die niet rijk is.
.X. 7e rij een viervoetig dier.
X. Se rij iets wat nadeel beteekenl,
'.X. 9e rij het tegenovergestelde van
Xvalsch. 1
.X 10e rij liet tegenovergestelde van
vroeg. i
VOOR KLEINEREN".
1. Met B ben Ik een roofdier, met P een vrucht,
met M' besta ik uit water, met L word jik
door een schoenmaker en den zadelmaker
gehrnikt en met V hebben de vogels mij
2. Ik maak deel uit van je 'gezicht. IPtaats loon
B voor mij en ik word een ronde (lijn. 'Wie
raadt dit?
3. Als t, 2, 3, 4, een rond vruchtje |K, (dat
in don zomer rijp is en 'G, (7>, {Sf, f>, een ander
woord voor dichte nevel, welk feest isklan
1, 2, 3, 4! 5, G, '7, (S?
4. Mijn eerste is( een vaartuig, mijn tweede
is een ded van oen geheel en (koinf j'il feta
rekenles voor; mijn geheel is een ramp,
dio den schepen door stonn of andere ioor-
zaken overkomen kan.
Met zijn tweeën,
Met zijn drieën,
Met zijn vieren, vijven, zessen.
Gaan wo sleden
Naar heneden
bangs do roodo winterbessen
Frans en Fik en Suus en Cisje,
Op een rij' of aan. een ris je,
Glijden, glijden langs hei. glad
Van het Peter PunteT-padl
Zóó, daar staan we,
.16ëp, daar gaim we.
Hiep, hiep, hiep hiep, hiep!, hoezee,
Stap maar op, dan mag je méé. i
Rekken, trekken,
Rekken, trekken,
Bob, jij bei je becnen strekken,
Houd je stevig, houd je viist
Dat do vaart je niet verrast,
O hoe zalig, jo hó,
Cisje, stuur je slee.
Fik, houd tahi jo; Hé. Hallo.
Hi.ha, hi-liai, hi-ha, hó.
Halt, wo zijn benée.
glaria; witte.
4.