Zusje's naam.
Raadse!hoekje.
zij aan een volgenden maaltijd loe wwn. diet korlo
daglicht verflauwde reeds, toen zij oen keurig
huisje met een rillen dag zagen, iilat tum Mön '\veg
stond.
Vlak bij het rustieke hekje lag een stapel brand
hout,' grootc blokken en een massa klei nero. (Ben
oude vrouw bukte zich moeizaam, terwijl kof ipro-
lieerde er /,oovreel mogelijk tegwijk todragen.
„Laat mij u helpen'*» riep ihek liaar (oe. „Ik
zou zoo vreeselijk graag wat willen verdienen'".
Re vrouw nam herin; van hfijhoofd lot lie roeten
op. flet onderzoek viel zeker gunstig ,voor .hem
nil, want zij zei met een'.zucht:i i
„Goed dan. Je kunt al deze, blokken inanr do
schuur brengen en ze daar netjes! opstapelen. Als je
er mee klaar bent, zal ik! je Arte stuiver geven Je
ziet er eerlijk uit en dat, jsoen isardtgö hond,«Urn jé
daar hij je hebt'1.
„Ja, vindt u ook niet? Pat, mooi1 zit ten".
De oude vrouw lachte, toen de Ihond lomnidJol-
lijk mooi ging z.itten en bedelde.'D|iok ging voort:
„Ik bede! niet ,al moet ik al loopemie pan kien
kost zien te komen, maar Dat Suul Ihet jal geleerd,
voor wij er samen op uit' trokken''.
En aangemoedigd door het vriendelijk gezicht
van de oude vrouw .kwispelde Pat! 'met 'zijn staart-
stompje en volgde haar naarde gezellige keuken!,
waar hij op een vroolijk gekleurd (kleedje voor do
kachel zijn vermoeide pooten uitstrekte.
Evenals de vrouw keek hij met; één 'oog naar kien
jongen huiten, die druk aan hot 'work was jen kien
hoütvoorraad netjes in do schuur onderbracht, aan
weerskanten do grooto blokken en de kleintjes iin
het midden, i
Wordt vervolgd).
door
C. R DE LILLE HOGERWAARDf.
Hoe zullen wij ons zusje noemen?
Klonk Wimmie's vraag op zeek'ren dag
-- Ik vind de mooiste naam (Mathikle,
Zei moeder met een blijden lach,
Grootmoeder scheen zich te bedenken
En zei toen: Ik kies .Magdllleea,
Grootvader vond Mario het mooiste
En Wi in mie zelf was voor Ileleen.
Toen kuchte vader, zei ,ons kleintje
Moet heeten Liesj' of Alhertien
-Nee, nee, riep Loess, ;ik wind het mooiste
En liefste naampje lieusch Chris tien.
Zij werden 't na veel u> cd eggen
Toch samen eens en Carolien
Zou 't zusje heeten, Dat vond timber
Een mooien naam. Na 'n dag 'of tiran.
Kwam zusje als ze'in |haar iwiegje lachte,
Zei moeder altijd kleine poes,
En vader, spelend met de kleuter,
Ze heel verrukt: och, wat een (snoes.
Grootmoeder noemde 'tkleiiie hoopje
lil 'twiegje: allerliefste pop.
I,
n
IJ
1
S
c
h
1
a
T
i
n a
s
T
E
R
15 E
a
a
It
1
e in
1
i
B
e
r
b
E
k
S
Grootvader zei Het is 'een (dikkerd,
Ik zeg dus voortaanopa's prop.
En Loos zei tegen 't nieuwe, zusje,
Al» 'tlief en zoet was: Wat een schat,
Haar jwitn vond, als het'aan (zijn (haar trok:
Wat is het toch een ikleine kat.
Zus had dus wel een 'massa (namen,
Maar geen daarvan was Carolien.
Ik denk, als éénmaal groot zal [wezen,
Dan luister zij naar dien misschien
Oplossingen der Raadsels uit't
vorige nummer,
VOOR GROOTEREN.
1. LUSTElllSES.
P
L IJ
2. Ga bOC Wolters in 't voorbijgaan even halen.
f (Ob).
Heb je die WOL GA uw noodig? (Wolga).
Deze schAAR moet geslepen worden. (Aar).
De kersenboomgAARd zat vol SPREEuwen.
'(Aar en Spree).
Je kunt veEL RE ter rekenen, Joop. i(Eil>e).
3. Knakworst. Korst, Stans, wak, tor, kast.
4. Peper, Munt; pepermunt.
VOOR KLEINEREN.
1. Geel, leeg.
2. Fluit, luit, uit, uj»
,'i. Paraplu, paar, Paula, pul, lap.
4. ltag, Rag, Zag.
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN.
1. Mijn geheel noemt een dorp in Gelderland',
dat met 12 letters geschreven wordt.
Een 4, 2, 1, li, 12,-lis ,een wapen.
5, 4, 8, 7, is een'Ptadje'iin 'Noorddlolland.
1, 11, 9, 4, 5, 3, 8. 12. 4.ïs een provincie
in ons land.
Een 7,' 2, 10 ,is een Relierp voorwerp.
Een 4, G, 5, 1, is ,een peddingsvoorwerp.
Een (1, 11, 7, zit op fle (noeste fietsen.
2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen één
woord.
Deze woorden moeten een bekend spreek
woord vormen.
Wie van jullie is vandaag nog niet uitgeweest
Je moet je boekon niet zoo Vuilmaken, Theo.
Wij gaan even hooren hoe hot',mot de zie
ke is,
Annie wil graag meegaan.
r
111
li
1