Legplaatje. Van alles wat. beide en zei met haar ahehfce, vriendelijke stern: „Als je het kleine ventje met je mee naar huis neemt. Tom, zul je wat warme melk noodig hebben. !2al ik je scorns een handje helpen „Graag, hls je wilt, .Ruth. Ik zou er je erg dankbaar .voor zijn'-. Zwijgend liepen zij langs het strand en traden het hutje binnen, dat er in de morgenschemering eenzaam .en .verlaten uitZag. „Ek zal beginnen met.fle kachel aan te maken'', zei Ruth. „Wacht hier jheb ik de lucifers al'\ züj had (eerst het 'kleintje willen vasthouden, terwijl Tom de kachel aanmaakte, doch zij ver moedde 'dat de man zich minder eenZiam voelen zou met het kind in de armen. Binnen enkele uran brandde er een. knappend -.uurtje, dat weldra een heerlijke warmte in het kleine Vertrek verspreidde. Heel voorzichtig en Vol trots maakte Tom nu zijn jas .open, waarin een aardig, klein jongetje gewikkeld was. „Wat denk je van hem. Ruth?" vroeg hij en er klonk spanning i.n zijn stem. „Zou hij iets man- keeren?" „Wel Tom het is keen schat Kijk eens, wat 'n snoezige krulletjes hoven die donkere oogen. 't ls nel een plaatje En wat ziet hSj"1 er gezond uit".. Maar het kleine baasje begon te huilen en stak zijn vuisten in zrjn mondje „Hij heeft Honger". zei Ruth. „Heb je melk in huis, Tom?" 'Tom schudde hulpeloos het hoofd. Wee", antwoordde hij, „maar we zouden mis schien wat in het dorp kunnen krijgen-'. „Ik heb melk in huis en zal vlug wat halen", zei de hulpvaardige vrouw nu. De storm woedde nog steeds en bijna, buiten adem tornde Ruth er tegen op, zoodat ze even1 later hijgend Voor de deur van haar huisje stond Toen zij ,in de keuken kwam keerde Jack zich om 'en 'zei haar goedendag. ,,'t Ontbijt is 'dadelijk Haar', zei hij met een Slik vol trots over hetgeen hij gedaan had. Ruth ging .naar hem toe legde haar hand! op zijn a/m en zei „Ik kom 'even een beetje melk lialon voot het kleintje, .dat Tom meegebracht heeft en zou je het goedvinden 'ais ik wat kleertjes wan onzen kleinen Rob .meenam'' Het arme baasje heeft niets". „Zeker, doe precies, zooaSs je het beste vindt", luidde ,het antwoord. xiutli (iep »nu naar jniui siaapxamerfje Doven, cn deed -een la open, waarin kinderkl oortjes én wat gebroken speelgoed lag. Alles was van haar zoontje geweest, dat heel jong gestorven was. Eer biedig nam zij ide kleertjes uit de la en zocht uit, wat zij meende, dat geschikt was voor den (armen schipbreukeling. Hack was blaar gevolgd en zei vriendelijk, toen bij zag, dat haar oogen vol tranen stonden; „Als bet je moeilijk valt ervan te scheiden, moet je ze maar liever houden, vrouw". Maar Ruth schudde het hoofd en antwoordde: „Nee, Jack, wel donk ik op dit oogênblik meer dam ooit aan onzen kleinen lieveling, maar ik wil de Heertjes toch graag geven. Wé mogen niet zelfzuchtig zijn en ze honden, als wij weten dat ze zoo goed besteed kunnen, worden". „Goed, vrouwtje", zei Jack nu. „Breng ze dan maar gauw. Ik wacht op je met het ontbijt. Ik het ergen honger, maar zonder jou Zou het mij toch niet smaken". „Ik kom dadelijk terug J,ack", zei Ruth nu en zij ging haastig met bet kindergoed heen Hot kleintje huilde nog steeds toon Ruth in hei huisje van Tom terugkwam. .De laatste legde het met een 'zucht van verlichting in haar armen. „Ik zal wel heel onhandig zijn", zuchtte hij terwijl hij zag, ih'oe Ruth den Heinen jongen aankleedde en hem te eten gaf. Ruth Lachte. „Wat jij niet kunt, zaï ik doen", zei zij Samen zoJIon wij er wei komen. Hij slaapt nu en ik zai hem op dien leuningstoel leggen. Het is eort kind van rijke menschen, Tom. Maar al zijn wij hier arm, ave zufien (hem grootbrengen, alsof hij een prins was". Tom glimlachje bij de gedachte, dat dit kind zijn eenzaamheid zou opvrooïïjken. t Ruth ging ira heen en het hem alleen met het kleine ventje achter. Hij had de vriendelijke vrouw voor hilar hulp willen bedanken, maar wist zoo gauw met. wat hij zeggen zou. Ruth was dan ook reeds uit hat ge zicht verdwenen, toen de ay oord en hem invielen en het was dus (zonder eenig nut ze te uiten. ffij keek naar den islapenden "kleinen jongen, zpa makkertje, dat het leven minder eenZaiam zou maken voor hem. (Wordt vervolgd). Deze twee vroolijke snaken kun je heel makkelijk leggen van leghoutjes o-, lucifers, waar van de koppen verwijderd zijn. De hoofden der beide poppetjes zijn knoopen. Wat lijken ze op elkaar. Je kunt wol zien, dat het broertjes zijn. 1 i Strikvraag, i Op de i taf ei liggen drie 'dubbeltjes naast elkaar. Hoe kun ije nu bet middelste van die dubbeltjes

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 9