m
3. Had het aapje, JocKO, OLga's muts ge
pakt?
(Kool).
Heeft Anton, van der HoPE U LEIvtelied eren
voorgezongen (peulen).
i'ffenK. NOL, ENa, en Annie kwamen te
laat op school.
(Knoll'en).
Zijn eR APEN op de kermis gc 'eest?
(Rapen).
4. Twaalf.«Waal.
Om op te lossen.
VOOR GROOTEtREN.
1. Schrijf onder elkaar:
lo. een republiek in Europa.
2o. een staat in Amerika, die beste voet
ballers heefi
3o. een stad in Zwitserland.
4o. een dorp op de Veluwe.
5o. een xi ei i» Egypl
6o. een rivier in Frankrijk
De begihletiers van deze woorden vormen,
van boven, naai' beneden gelei en ien naam
van een bekend Nederlandsch schilder.
■2. Welk water wordt omgekeerd een hoogte?
3. Vul in deze 16 vakjes:
8E. 3B, I'D, IF, 1L, 2N,
zóó in, dat je van links naar rechts en
van boven naar beneden leest:
lo. een bewoner van een kou rakrijk in Europa.
2o. een rivier in Dtuiitscliland.
3o. een. ander woord voor laag water.
4o. een familielid van je.
4. Neem
lo. een rivier in Spanje.
2o. eeru rivier in Italië.
3o. een voorzetsel.
4o. een klinker.
Gooi deze drie woorden m de laatste let
ter door elkaar, maar doe het zóó, dat
je een deel van Zuid-Amerika krijgt.
VOOR KLEINEREN.
1. Mijn eerste is een uurwerk, mijn tweede
een] voegwoord en mijn. derde timmermans
gereedschap, terwijl mijn g( eel' een aar
dig gezelschapsspelletje is. Wie raadt dit?
2. Neem uit elk der onderstaande woorden
één letter. Voeg nu deze letters in dezelfde
volgorde samen en je krijgt den naam van
een bloeienden struik.
Rob Goor ezel emmer.
3. Ladderraadsel.
x
lo (bovenste) sport een krui
pend dier.
2o. sport een insect.
3o sport een stad in Friesland.
4o sport een graansoort.
5o. sport bet tegenovergestelde van
zwak.
6o sport een boom.
Moes, dit is mijn eerste boek,
Dat ik zelf kan lezen.
Alls ik maar mijn best wil doen.
IHjoeE 'k niet dom te wezen.
Laat eens zien: ik leer op school
Lezen en ook schrijven.
Veel meer nog! Maar als ik praat,
Moet 'k na schooltijd blijven!
C. E. d. L. Hl