EEN HEERLIJKE SCHOMMEL. 3. Het eerste streelt de tong. 'Het tweede geeft een, boom. t Geheel schenkt ons een stoik. .Veel zoeter nog dan rotxm. 4. ^Verborgen hoornen. Er was eens een meisje, dat lieel veel van spelen lïelcL Ze had al gespteeü met knikkers, (met tollen en poppen en hoepels, en ze had touwtje gesprongen; en ze wou altijd maar mooie re, nog mooiere spelletjes bedenken. Toen ze iets nóg heerlijkers wilde vinden, nam ze een heel lang koord, en met dat koord liep ze in1 dien avond een avond met heel veel sterren buiten. Ze koos een paar heel lieve sterretjes uit, de allerliefste, en bond daaraan de uiteinden van het koord. Ze liad toen eeni heerlijken schommel en kreeg nu pas een goede kans d=a aarde te bekijken. En ze schommelde. Ilefc was donker. Ze Zag heel Vaag en geheimzinnig bosschen en weiden met slooten doorsneden, door de maan verzilverd Ze zag huisjes en heggetjes en boomgaarden, zie zag groote steden, van huizen veel huizen gebouwd; huizen, groote en kleine huizen, nieuwe en orde vervallen huizen, rijke en arme huizen, ai die huizen met ramen en raampjes ramen roór en ramen achter, Toen keek ze naar den hemel en zag daar-tot haar verbazing, dat de sterren allen een anderen ■glans hadden. Er waren er met 'n blauwen, roo ien, groenen, gelen of witten glans, sterren van de wonderlijkste kleuren. En ze zag, dat de maan, die daartussclien woont, een erg lief gezicht had Tat was alles wel heel aanlokkelijk, maar het leek zoo ver. Toen nam ze een groote vaart en schom melde zóó boog, dat do sterren langs haar en achter haar, op zij en voor en vlak bijl haar kwamen en eindelijk kwam ze er zóó dicht bij, rlat zij in suizende schommelvaart er enkele pluk ken zon en heel voorzichtig in haar hand houden Jeanne en Nanda, haal in dezem nieuwen winkel een pond rij'st De kool moet nog wat blijven staan op het land. Het nieuwe scherm Voldoet bijzonder goed'. Het ei kan nog iets harder gekookt worden. Ze had er wel tien geplukt en ernaar gekeken en er mee gespeeld. Ze had hen, balanceerende óp elkaar gezet en aa langs elkaar laten' flonkeren; toen zwaaide ze weer met eeni groeten! boog om laag en kwam voorbij een; groot huis, waax een raam open stond. En ze kon niet laten! één ster retje naar binnen te gooien. Die ster spatte in een lichtfontein van heel zachte Meuren uiteen voor het bed van een klein meisje, dat, met leen duimpje in haar mond, lag te slapen. En toen zij voorbij1 een lange straat kwam! Van veel verdiepingen het was een warme nacht toen gooide ze gauw de pas geplukte sterretjes door de ramen naar binnen. Toen haar handen leeg waren, zwaaide ze nog gauw even denzclfden groeten boog, en zag, dat de menschen, die een ster hadden gevonden, blijde gezichten en gelukkige gevoelens hadden gekregen. Zo zwaaide toen vlug op om weer nieuwe, méér nieuwe sterretjes te plukken en die gooide ze miet telkens grooter plezier in de huizen met slapende en wakende menschen. Soms schommelde ze zachtjes wat heen en weer om uit te rusten en' te bedenken welke don kere deelen van de aarde ze nu zou gaan bef- zoeken Totdat de zon kwam en de sterren, waaraan zij haar koora gebonden had, gingen verbleeken. Toen maakte ze gauw één eind van het koord los en liet zich daaraan naar de aarde glijden. Ze wipte haar kamertje binnen en was nog terug, voordat iemand had gemerkt, hoe ver weg zij geweest was. LL STEFFETïS.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1928 | | pagina 10