K'le Pietje '.wemvli hiistort er aandachtig
en *1 b< ondering naar. Ifiji denkt misschien wel
„Was ik took ai maar zoo ver", óf:
„A'ls ik eens iep 'die mooie trek-harmonika stpb-
Jen motóht".
Ne» me, Pietje Z ei dies, je zou het kost
bare instrument van Jan Snater eens kunineni be
am n en dat zou jar ner, ïed' jammer zijn. De®
jij dus maar niets anders dan luisteren, of jo
loest or bij willen dansen. Probeer het maar ee i.
Als het niet g it^ rul je wel zoo verstandig zijn
er mee Op te houden.
Laat ïtussche.. vroolijkon muzikant
er zijn publiek eens opzetten.
Eer tre' i e d plaatjes en driehoekjes) op
di duorso ijnenid papier c er en plakken v
geheel ,op dun carton.
Daarna gaan we de plaa' ,s kleuren
Jan Snater:
kop wit.
snavel geel,
tong raad,
bol ran den hoed geel,
jas blauw,
vest rood,
Ibroek oranje,
staartpunt je - vit,
zwemvlies::.n geel,
Vl ken (die al anden dienst doen) w
zijkanten van de harmonika geel,
grond, waarop hij staat bruin.
Pietje Zwemvlies:
snavel' geel,
kopje wit,
jasje geel,
figuren op jasje rood,
zwemvliezen geel,
gri d, tar p hi sl at - licht groen.
Zijn Jan Snater ein Pietje Zwemvlies zoover
ar n gaan rij z mvol hen als de driehc :kj<
uitknippen. De driehoekjes ouwen we op do stip
pi aen c en m bertijjker da smalle :epries
met lijm, gluton of een: dergelijk plakmiddel.
Het lango reepje moet dienen om Jan Snater
te steunen en het korte om-te zorgen, dat Pietje
Zwemvlies niet c Valt of duikt. Wt pl k«
dus secuur tegen hen aan.
C. E. do L. Hl)