KINDER-BLAD Het hoogmoedige stuivertje, SCHIEDAMSCHE COURANT No. 42 Bijvoegsel van de Schiedamsche Oourant van 19 Oct, 1929 VAN DE HETTY BORED". Er was eens ©en klein, rand stuivertje, zóó blinkend en maai, dat liiïji er zelf verrukt over pvjas. Er bestaan niet veel kleine, ronde stui vertjes iotpi ld© wereld, moet je weten; d'us vond hlij zich nog zeldzaam opi den koop toe. [lij lag in een keurig leoren damesbeuTsj© en bad een heel vakje voor zidh alleen, wat bij' bloei deftig v.oind. Zijn geliecl© leven bad bijl er dar pok wel in willen blijven. Haar aan alle vreugd/ „Wat het bier donker", zuchtte liet stui vertje „Nu kunnen jullie niet eens zien, hoe mooi ik blink". De dubbeltjes stootten elkaar aan en giebelden; do kwartjes lachten hardop en een oude gulden Sprak ernstig: „Het is liet alles goud, wat er blinkt". „Je hoeft niet to denken, dat je, omdat je nu zo© mooi blinkt, veel waard bent" spotte eer. dub beltje. „Wijl allen zïjin veel meer waiardi dan jij, hoewel we geen van alletn blinken1. Je zult ook mettertijd je glans wel verliezen, ,aJs je eerst maar wat meen' in banden geweest bent". Het stuivertje was diep verontwaardigd1 en achtte bet beneden ztijln waardigheid, te antwoorden. Ver komt eens een eind en zoo ook aan de vreugd© van bet stuivertje. Een paar kinderhandjes maakten bet beursje [open en een klein meisje riep verheugd: ,0 moesje... moesje... koto ems kijken. Zie eens wat een mooi stuivertje. Wist e zelf wol, dat je ei' een hadt?" De moeder glimlachte. „Zou je dat stuivertje graag willen bobben, Emmy?" ,JAlstjeblieft". Zij danste van blijdscliap en kneep liet stui vertje stijf in haar band.1. Toen ging bet door de gleuf van een blikken spaarpot en rolde bo venop een kwart]©. i Dadelijk werd" er kennis gemaakt. SiB. beeldt je, bij minder waard dan die vuile geld stukken om liem heen. Hot was om; je dood te lachen. Later zou Mj bun wol bewijzen, dat 'bet niet zo© was; in bet volle daglicht zouden ze moeten erkennen, diat Wij, Verreweg de mooiste was van allemaal. I t Het stuivertje was zoo boos, dat hij geen enkel woord meen' tot ben sprak. (De anderen, heel verstandig!,, stoorden zich totaal niet aan hem en doden net, of er geen hoogmoedige stuivertjes op de wereld bestonden. „Iedere maand wordt de re spaarpot door bet kleine meisje opengemaakt", vertelde een kwartj e, „want, waai" wi nu op liggen is eigenlijk een bo dem, die met een knipje sluit". „Hoe weet je dat allemaal?" vroeg de gulden. doior

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6