Van alles wat.U
baai.
pm|vroeg>
||%rQuw. Wolters dood -h$ass zah open
enigszins*verbaasd, wie ae^wfe.,^.
pfMielri Jansen", antwoorddo'net meisje,Yals gol<
Jij *le doodeenvoudigste zaak der werol-d.
gÉiek Jansen'. Miefc Jansen herhaalde
mevrouw Wolters óp een toén, "alsof zo haar
dgën ooien |met /geloofeii du|ftTe. f*% "3 J
mmdh4v4{i« ïalteén,vtiU 'de Laan
Meerdervoort".
van. Hoe kan......?" ,.(r '7>oèatvJ<!
Y-Mi.ekmaakte bij .zidj-aedvfe.. do'ppïnerkihg, dal
mevrouw Wolters toch wel wat eigenaardig deed
Eerst had rij haar zelf mee naar den bioscoop
laten vragen en nnjdoód zo net, alsof ze volstrekt
niet begreep, wie zewap. hY'; 7^' i;
■Maar Miek; wier genvoodte;.liétil.-.iiilet' '.^as' ziijli
gaiiw-uit'hetjveld:te. laten slaan^ ging voort:
„Moeder.; en. .jk-.zjjn hier pas -komen wonen,
nveyrouw",;;;.: ,;Y:.;. -i. •;wj
Juist, cjp idat oógenbl jkwer d or .boven één deur
open- en dHclrtgedaan.,en - kwamAnneke,.'de trap
afgestormd.'.;' j'Y" ."-,'iV
-..•.„Hé Marth", riep ze uit,, niet -anders. vdrinóo-
dend dan liaar nichtje te zullen aantroffen. Zij
koek echter al even verbaasd als baar moeder,
toen ze.Miek-zag. YhY 7'iY
„0, fcen jij hot, Miek'?" was alles wat'zo, zei.
..„Ja", antwoordde Miek. „Leuk zeg,'., omnaar
den bioscoop te gaan".
ii „Ja",, zei 'Anneke op een toon, alsof zo tlaclit:
„Maar boe weet jij dat?" j?.JfT..',V. -.'
Miek ging editor .onvoistóord vooi'L:/
.-. ,,'kHeb ,„De Kleine Lood" gelezen en
een eenig beek. Do film zal ook wel
zijn" ,v v -v.
„Ja-jamaar Koe weet jij, dat wij er
gaan?';' - ',.Y
•m.i,Non,-:dio.-is ook goed"; schaterde;Miek bet,nu;
plotseling uit. „Eerst- vraag je> :rue, of ik meega
'jen:dan doe je net, alsof je van niets woot'V
„Maar ik lieb je toch .niets, gevraagd?"
-:.-V,Heb je rne dan ook geen briefje-geschreven?"
„Nee, daar weet ik lieeleinaai nietsvan".
Nn was het -Miek's beurt om-, verbaasd te zijn.;
Zij voelde plotseling, dat ze bleek--werd.- TLoek I
wol, alsof sal .bet- bloed uit baar ;gezjdit'r wegliep.
•(Wal bad dit alles te -lmteekenén? ;Ze begreep; er-
geen sikkepit van. Even voelde ze in haar mantel'-j
zak. Ja; daiir bad zo den bri-ef' in. gestoken om;
hot liuisnummer v.an Annekenogeenste kunnen;
nazien, als ze dat onderweg soms vergeten mocht.
d Triomfardelïjk haalde - se 'baat bewijsstuk dus i
uit haar zak. „d "a-< i
--O; "-noaésnajn cikYhelz -vWiatf;. gqfc wsut „yppej^é^fcj
gek".
Miek, die anders bet-igrappige: vau i-ets- altijd;
nogal gauw inzag, kon daar nu toch niots grappigs j
in ontdekken en zei':- Y iï„Y pk ->s>
,,'tls heolemaal niet gek en heel gewoon", d r f
„Luister eens", begon-Anneke-nuj ;,Ik Irnl aan
mijn - nichtje,; Atairtha Jansen, -geschreven en Laar
—gevraagd, of zo vanmiddag: mee naar den bios-!
cioc'p -ging.' Martha woont - met als jij in - de Liaan
van Meerdervoort, maar ze gaat op eenandere;
school enis jongerdan. wij.Ik Snap! alleen, .niet,j
julüd, bezorgd
a v, +iietzelEdo
Effirf. my. -M bney Pfflflir Wiafi».
vrouw Wolteis nu en zij! bekeek het adres ndiw-
«p|ft|SmJ^|p|Mjt|t: lHI
•^vanftolrej^Aftnekef'IlS weer het gewoine liddjo,-
meisje, je vluditigbeid beeft je voor do zoo vee! sin
l.fixaal parten gespoeld. Je liebt een vorkseardfdebies
.op 'je briefje gezet. Iviijk maar, hier "staat lifëol
/"aJai^ijlift jCaaA v#iri; ïter4[orv:a(oa,|*^45r«n Martha
W-o^nf óp i nö. t 543^ Ik! gelóiofj dat' liXerriieepdiot
raadsel opgelost is". jig:
-^•mAnneke^veatu-igde»ziclwiu™zMf^ölcm;en,Iiiioest
vmd bet
heel mooi
heen
Wat nu, moeder? nep1 zo uit toen "Sij hét
be-
nu
vroeg Miek nog
tors
eenmaal .op verheugd'Yiir
„Maar uw nidhtp
weifelend.
„\Ve.ikiinrien';haaa"!itoc!h infet jneerugaani halen,
't ls onder do bechijiven ai half twee geworden en
j\'0:;mopt^n,npodig, weg. Den perstVolgenden koer
mngph'mómahr ïnée-.1,- '^j dt nPets
vau,' .dus' kan lieL geeai telóiu-stblliug Voor 'bbiii
- -hljpeip'!,,wêp .i^iineke uit. „Moeszorgt; dat;''het
we^.dn/dfedójkomt';. V1. ;'f'Y'"r¥:*;f -
Y „En
Wioïters, terwijlSijj klahrjniaaktéti,-
,ïwee minpteiila,(érWaaeii' 'zij met1 hujidrietjes
idaii ^kJsbiopt';; "rd
C .Het vrjefd ken lióerlijkemiddag endo ydprs'fèllriig
viel bijzonder in'den smaak." .'Yl
,tJmmnér voor. jo nichtje,' maar ik/ bof er toch
uuutr 'bij", - kon .Miek niet nalaten tegen' Aiihoke to
Wolters en liaAr
cLöchtertje naar huis.'gi.ug.
'Dé meisjes ji'addéb eengevcëj, alséf ,ze elkaiir
alveellanger iceri^h zoo goed sahoten zo dadc-
.lijk .mct .elkaar;op.'en nievróuw' Wolters zei', bij het
afscheid /tégen Miekf:l} Y':T 'Y'
„Tot zipns li oor. Je' moet nu ook maar eoas
gauw )>ij Amieice konïen spe'on". Y 1
„D-xlü-elt 'u mij of MarthaJansèn'?'," v!roeg Midk
mpt^V een khipjodgj1»' hbiai' iiieuwé 'vriénidtinlneEj a.
Y„Ik'b.-doeiMiek' Jansen, Laan van Meerder-
■viQ'ort, dióYYimtwdÖrdde ;mevröuvv'''W;plte!rs' laalièrld.
A'lug liep.'.Miek nu. naar buis, wmtrzij moeder
alles van dien middag-vertelde. '"'Y. **;Y;
,/tAVas toch' een'leukje" v!ergi£&ing",''mi,Miek,,,bn
Martlia Jansen .he'eft er geen sdia bij, 'want. zij
mag een voig-ènSen" któr.'ioépI'i'Y''t-„i r'.Y.i:
„Zullen wij .;A^èke:tegeh.hm^lJ§. 9^' oen week
eens bij ,.on^;,vrageh'?," .^teldcj 'Moeder voor.
Miekivhud dit den prachtig plan om vroeg hot
den .volgenden dpg öp. sdliool dadei'jak^aan Anneke.
'„Alaax v'oegde zij'er
aan toe, „Veargismet .hejt .maimer,' hoor".'
..heen, dat zou Anneke ':xher niet.
Miek en zij werden dikke .vTiendinnen dtr zehlea
wel eens tégen elkaar: Y_YY«YY'Y'vY'".!^1'---"
,,'t Was" toch' maarJVvyjit; dep'jouktó vergissing".
De 'draai endo' steen.;- i'.rM.
.Wanneer, meai. een kalkachtfgëh; zojOgehaainden
3s-Hv
^>„-.1. (p m -ui
ZJJH j 1, ,.v f