KINDER-BLAD SCHIEDAMSOHE COURANT DE GOUDVISSCHEN. No. 49 Bijvoegsel van de Schiedameche Courant van 7 Dec, 1929 VAN DE (Vervolg en slot). hier is oca barst, Daar is hot Water door goloopen Fit hot is zoo langzaam gegaa.ii, dat jullie or niets ■van gehooid hebt. Als jo niet toevallig in den anderen hoek van de kast gezeten had, zou je nat geworden zijn en hel wet gevoeld liobbm". ,,1'ri do gmnJvisseJiMt zijn .allemaal dood", snikte Mk%, „Allemaal, behalve hot jpteintje in dori jam pot. en het is mijn schuld. Wo-wo moeten l'aul Bijna nog voor zij deze. drio woorden uüges-pro-, im;hV aj|w rentelieii." I t ken had, ,vas Frans Lil de ric.hting dor kast gesneld;! JltjHtj do laatste woorden had zij liaar tweeling en deed lnj do deur open. Juist hadden do two j, h,uwtl| aangekeken. lingen zich verstopt, teen l'aul binnenkwam,.te1'" ,tl>aid luisterde nu naar het verhaal, dat Miek en merkte niets. In do kast zaten «'.liter twoo kiens, - figuurtje-s ademloos iri elkaar gedoken. Met groote oogen staalden zij naar den lichtschemer, die door do reten naar binnen drong. „Hij gaal zijn lessen loert i", tluisloido .Miek e-ven later, toen zij Paul zijn boekentascli hooiden neergooien. i Opnieuw ademlooze stilte in do kast. „Wo kunnen hier misschien uren zitten", mom pelde Frans na eenigen tijd. „Er kan toch niets met do visdikom gebeuren?" „Ik heb 'ra op een stapel doozen in den anderen hoek gezet, fluisterde bet tweelingzusje terug. „Ik- ik wou dat hij weer naar heneden ging. Mijn voet Er ging bijna ce.n uur voorbij, voor l'aul met zijn lessen klaar was en Frans slaakte een zucht van verlichting, toen hij eindelijk merkte, dat zijn broertje bezig was zijn boeken op te bergen. „Lieve help", riep plotseling eert stem aan den anderen kant der deur. De twee in de kast voelden koude rillingen over hun rug. lu het volgend oogen- iilik weid do deur opiengcdaan en zag Paul twee schuldige gezichten voor zich. „Wat voeren jullie daar uit?" vroeg hij ein- lijfc. „Waarom volstoppen jullie je in de kast en waar komt al dat water van daan?" „Water?" herhaalden twee verschrikte slemmo tjes als uit één mond. I I „Ja, do heelo grond is nat. Wat hebben jullie toch uitgevoerd?" 1 Miek's liand ging onwillekeurig ia de richting der visdikom en in het volgend oogenblik uitte zaj een kreet van schrik. „liet is de goudvisschenkom", riep zc ontdaan uit, terwijl zij het bewuste voorwerp opnam en in het licht hield. „0, Frans, zo zijn dood. Kijk eons, al hot w'ater is er uit". Zwijgend keken do beide jongens naar liet on gelukkige voorwerp in Miek's hand. „Jo moet de kom gostooten liobbon, terwijl jo die ia do kast zette", zei Paul na «enigen tijd. „Kijk i' ,ns hem leden. Daarna kneep hij de spons uil, ivaav.teo hij een gedeelte van hot water opgenomen luid en zei: „.Maar do kleine goaidvisdijes waren niet eens Van Goud vin en Foukeltje. 0, wat Zijn jullie toch domme kinderen. Ik lind zo vanmorgen van een man op straat gekocht. Zo kosten maar oen dub beltje het stuk eti ik kodit zo met de bedoeling dm do beide anderen weer aan je terug to geven. Frans. Ik Wist, dat het jo erg speet er afstand van to doen en ik vond liet aardig van jo, dat jo hot voor moeders verjaarcadeautje overhad. Maar 'ik beu bang, dat je zo nu heelormaal kwijt bent". ILij na.ni die ongelukkige Kliertjes in zijn hand ejj liep er mee naar do deur. Zwijgend keken de beide schuldi-gen elkaar aan, totdat Paul's voet stappen in de gang wegstierven. Met een bevend stemmetje zei Miek nu: ,,Ik-ik heb een dubbeltje, een nieuw dubbeltje, Frans. Laten we er oen goudviscbje voor fcoopen «Steil! bij lief andere in den jampot 1e doen. Ik lioeip ten minste, dat do mati knot de goudvissdien mor gen terugkomt". Frans knikte Zijn hart was to vol om te spreken en hij wreef den grond hardhandiger droog met Paul's badhanddoek dan bepaald noodig was. Ein delijk keek hij echter op. t „En ik zal mijn nieuwe mos bij de Zwart inrui len voor een goudvisschenkom", zei hij, terwijl hij den klets natten handdoek boven Paul's toilet emmer uitwrong. Miek kreeg een brok in do keel, toen zij badaJvht, hoeveel dit offer haar broertje kostte. En 'twas idles haar schuld. Figonlijk was het heel loedijk 1 geweest, Wat zlij had willen doen en Paul Was een bovenste-beste broer, omdat hij- er niet boos om was. CIIATTERROX NAVERTELD. ",38

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6