KINDER-BLAD
■in»
SCHIEDAMSCHE COURANT
EEN GOED BEGIN.
1 - J lt>\ m -**'■% *;*#-'s
No, I Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 4 Januari 1930
VAN DE
N i euw jaiaTsVerh a al door
C. E. DE LILLE IIOGERWAAPJX
Kerstmis tv as 'n witte Kerstmis geweest. Juist
24 December Wals de sneouw m didhte vlokken
neergedaald en, wen voor het einde vain hot jatar
was het hand gaan vriezen, z;ooidat twee diagen
voor Oudejaar de ijsbanen opengegaan waren, na
tuurlijk tot gi'oote vreugde van, do jeugd'.
Wat een boif, ijls in de Korstvacatitie. Dat gebeur-
do bijna nooit Schaatsenrijden ken1 men gewoonlijk
vjO'O-r of na de Kerstvacantie, (of heelemaal mot)
nooit echter in de vaiclantio. Zoo waisl het ten
minste de laatste jaren geweest en hojawel som
mige jongens on ook meisjes bewoorden, dat
het voord oeligcr Was, wanneer het ijte na do va
cant ie kwam, en dan vrijs middagen Voor s'dhaJatsen
rijden gegeven werden, zei Koes Verhoef toch-
„Je weet, wait je hebt on, niet, wat je krijgt".
Nu daarin had Kees natuurlijk gelijk en niemand'
zou liem de Waarheid van deze Stelling liet wisten
Kees bracht ido Kerstvacantie met zijn ouders
hij1 zijin grootvader in Friesland door en daar Was
natuurlijk gelegenheid te ,over om Schaatsen te rij
deii Voior alle zekerheid hadl Mj zijn schaatsen
datn ook maar in zijn Valiesje meegenomen Ilij
verwachtte wel geen ij's, maarje kon toch
nooit weten. I
En nu wals er 'ijls on kan Kees! de edele Oudj-
HoJlamdsche sdhaatskunst naar hartelust beoefenen'.
Oudejaarsavond hadden Kees en zijn. ouders ge
zellig met grootvader, oom en tante Versteeg en
!de neefjes Piet en Bram gevierd en Kees, die met
gewend was laat naar bed te gaan, had' wat men
noemt een gat in den dag geslapen en Was zoo
laat voor den dag gekomen, dat het voor de koïïie.
niet meer dto moeite waard geweest was om naar
het ijls te gaian. I
Klokke één trok Kees4 echter de deur van groot
vaders huis achter zidh dicht en ging hij, natuurlijk
met Zij'n schaatsen gewapend, Piet en Bram Ver
steeg halen. Die stonden al klaar en op den uitkijk
naar Kees, zoodat zijl weldra met hun drieën op
weg naar- de ijschib waren
Vroiolijk wapperden de vlaggen en niet minder
vroohjk klorfk de muziek, die de ijsivreugde nog
verhoogde.
Reeds zwierden eenige schaatsenrijders olrw do
baan. Hier en daar, esp een afgelegen plekje, oefen
de zich een liefhebber van scihoionrijden. .Tong on
oud wais op de Schaats on op het kinder baantje
weid ijverig gekrabbeld Daar waren kleuters, die
het "nog niet "ver gobfaicht hadden in de edele
schaatskunst. Met roede neusjes en stevig inge
pakt, probeerden z'ij le rijden,; sommigen achter
een slee idf een stoel, anderen aan, de bescher
mende hand van één .die al wel stovig .olp de ijzers
stomd Weer .anderen trachtten zefstaindig op te
treden, iels waarbij ze soms plotseling zoofn hou
ding aannamen, dat het leek, alsof rij het ijs van
meer dichtbij wilden bekijken. 'tWals vallen en
weer .opslaan op de krabhelhaan, maar zoo. moet
de kunst geleerd wonden.
Kees, Piet en Bram hadden in een ommezien
de schaatsen .ondergebonden en redien weldra met
een vaart do baan, die ringvormig was, rond
Wind waiS or nagenoeg niet en het ijls was prachtig.
Daar Zorgden de baanvegers wol Vocxr; spiegel
glad hielden z'iji haar.
Om 't|Wee uur' begon, de muziek en hét wals. of
Ido beenen rya nog vlugger en regelmatiger van
Jden ijsvloer gingen. Oudpn 'vlam dagen, en Zij' die
de edele sport niet beoefenden, stondien nam dein
kant toe te kijken, nu en dan vrooüj'c wuivend
naai' familie |of kennissen, die lusüg Itangs hen.'
lieen zwierden. Overal zgg men opgewekte ge
zichten. Brompotten m koudkleumen kan. men
«lp het ajs niet gebruiken.
r>e jongens hadden reeds getuimen tijd gereden,
toen Zij aan den kant, vlak Wij do Krabbelb'aaw
wat stonden uit te blazen
Zelfs de vurigste schaatsenliefhebbcr' wil wel
eens even van beoefenaar dezer kunst toeschouwer
n Orden.
Terwijl zij daar zqo met hun drieën stonden,
hielden ze allerlei beschouwingen over hlat weer.
Kees en Bram, die gewoonlijk alles van don goeden
kant bekeken, zeiden dat liet nog weken vriezen
kon, terwijl Piot, die do donkere ziijd'ö der dingen
altijd eerder1 zag, meende dat liet dfcen dag kan
omslaan. i
„Jai, jö" zei Kees, ,,'tWeer kan .omslaan, inaar
bet doet het niet". I
,,'t Blijft vriezen", Voorspelde Biram.
Kaï een tijdje besloten de jongens Weer door
te riylden. Er was nu ijs en ze moesten er dus zoo
veel mogelijk van profiteeren.
"Daar gingen zo weer. Maar wat was! dat? Viel
Kees daar. Ja, werkelijk. Ilfji lag dp het 5j% Pijn
had Mj zich met gedaan en wie s'diaatsemrijdt
moet tegen vallen kunnen Koes vond het da'n
ook niets, alleen jammer, dat liet band van zijn
linker schaats zidh hegeven had en de laatste, nu
naast zijn voet lag in plaats van er onder zat.
Gelukkig had Kees Wat ldeingefd op zak en hij
besloot dus naai' den man te gaan, die bijl de krifb-
belbaan stond en daar scliaatsehbandi verkocht.
Koes kende Tjeerd wel en terwijl hlijl het schaat-
lx JTi 5 -* LT J*<- 0 j„ \f7föii'v"'"-/» "a