tegen J war. „Zij had gevraagd, of je bij haar ho ven kwam theedrinken, maar je was nit en toen is zij ntaar weer opgestaan". Hanna kreeg een kleur tol achter de ooren en ook Jaap voelde zich sdraldig. Do eerste ging haastig naar binnen, nam plaats naast haar moeder en zei heel onderworpen: „Gelukkig dat u weer LeneJen bent. moeder". „Ja, ik geloot, dat bet hoog tijil werd, dat ik heneden kwam", luidde het ernstige antwoord. „Wat heb ik van meneer Dolman gehoord, Ilanna? Hadt je je pianoles vergeten?" ..Nee moeder". „Maar waar was je dan?" Jn-i n-d e-1 Jeer-kaTnor". „Hier is een briefje van meneer Bolmau. waarin hij zidli beklaagt over zijn verloren tijd e:i waagt of z'jn verdere lossen nog op prijs gesteld zullen wortlen. Toen ik .laantje vroog. wat dit beteekende. antwoordde ziij: „Hanna was nergens te vinden an daarom is meneer weer weggegaan". Je hebt jc- toch niet met op/.et verstopt? Wist je. (Lat .laantje je overal zocht?" „Ja moeder". Hanna hegon nu zacht te schreien, Ze durfde liaar moedeer niet aankijken. „En waar ben je daarna geweekt?" vroeg me vrouw Swaters nu. „Zeg je, dat je met Jaap gewandeld hebt? O, Ilanna. Dat had ik nooit van je gedacht". Dit verwijt was bijna te veel voor het kind. Zij snikte het plotseling uit en was zoo bedroefd, dat mevrouw S-waters haar naar de studeerkamer van haar vader zond, waar ze moest wacthten. totdat deze thuiskwam Snikkende ging Hanna naar boven. Tot na toe was ze nooit bang voor haar vader geweest, want al mocht dominee Swaters ook nog zon streng voor anderen zijn, tegen zijn kleine meisje was hij altijd zacht, Maar nu wachtte Ilanna de komst van haar vader toch met een kloppend hart af. Er ging oen half uur voorbij. T02.11 klonken er naderende voetstappen en hoewel zij haar oogen niet durfde opslaan, wist zijl toch, dat haar vader in de kamer was. 1 Hij ging in den stoel voor zijn schrijftafel zit- sen. Er volgde een pijlilijke stilte. Eindelijk zei dominee Swalert: „Hanna, kijk me eens aan", liet meisje gehoorzaamde en keek 'haar vader aan met oogen, die om vergiffoai s schenen te smoeken en rood waren van het schreien. De predikant wilde zijn medelijden met da jeug dige schuldige editor niet tonnen en hegon op strengen toon: „Moeder heeft me verteld, da,t je niet alleen met opzet je pianoles verzuimd hebt, door je te verstoppen, terwijl je wist, dat er naar je gezocht werd, Biaar dat je bovendien mot Jaap bent gaan wandelen. Is dat werkelijk waar?" „Ja vader", klonk het bijna fluisterend. „Je maakte dus misbruik van de ziekte van je moeder door allerlei dingen te doen, die je weet, dat niet mogen, Hanna, ik schaam me over je. Is het mogelijk, dat je alleen dan je behoorlijk ge draagt. als je weet, dat het oog van je moeder over jé waakt? Een dergelijk gedrag verdient streng gestraft te worden, strenger dan een meisje van twaalf jaar gewoonlijk gestraft Wordt". Hanna legde haar armen op den schoorsteen mantel,' liet haar hoofd er op zakken en snikte hei uil. Haar vader, boswel niet ongevoelig voor haar verdriet, ging voort: „.Misschien ben je tevreden, nu je moeder door jouw schuld beneden gekomen is. terwijl zij' nog geruimen tijd lunar slaapkamer 'had mosten hou den en waarschijnlijk erger geworden is door jo verregaande ongehoorzaamheid". „0. rader, houdt u toch op' alsjeblieft"; snikte liet arme kind. ,Ik -— ik weet. dat ik heal, lied ondeugend jen slcrlit geveest ben, maar ik ik houd zoo vreselijk veel van Moeder eu ik kan de gedachte niet verdragen, dal Haar snikken belette haar voort te gaan. „Als dat_ zoo is", zei haar vader nu zachter, „ben ik blij te hooren. dat je alle gevoel nog niei verloren heb). Iluil nu niet langer en ga naar bed. Morgen moet je een briefje met verontschul digingen aan meneer Holman schrijven on laai je .11 hot vervolg nooit moor door iemand over halen ondeugend te Zijn. Ga nu naar je kamer". „Bent u nog boos op me, vader? Het spijl mo zoo vreesebjk".. Hel smeekendo in haar oogen en slem roerde den strengen predikant. Hij kuste haar en zei, dat ze liaar tranen moed afvegen. „Mag ik moeder goodennacht zeggen?" wa, de volgen ie vraag die echter Hui-Terend gedaan werd. „Ja, als je belooft lmt kalm te doen". Hanna probeerde dapper dit bevel op te volgen, doch de zailhtheid en vriendelijkheid van haar moeder waren moor dan zij verdragen kon en na een imiigo omhelzing maakte zij zich haadig uit de voeten. Intusschen liep laap rond in het onaangename besef, dat lnj Hanna eend in moeilijkheden go bracht had, waarvan hij haar daarna -de gevolgen alleen lic-i dragen. Deze gedachte was verre van prettig voor een jongen, die er altijl 1 prat op ging: onder alle omstandigheden eerlijk voor de waarheid nit te komen. Toon hij dan ook ontdekte, dat Hanna naar de studeerkamer van haar vader verbannen was, ko.i hij zijn wroeging niet langer verbergen. Hij ging naar de zitkamer beneden, waar mevrouw SWaters, die zic.h no.g veel ellendiger doelde dan haar dochtertje, op den divan Lag. Haar stem klonk flauw, toen zij' „binnen" riep op zijn verlogen klopje en bet hart van den jongen tikte bijna hoorbaar, terwijl hij de kamer doorliep, Haar stom klonk min of moer koel, doch Jaap was ervan doordrongen, dat hij haar koelheid verdiende, nu hij Ila.ima in allerlei moeilijkheden gebracht had. Ex was een pijnlijke stilte in hot vertrek, voor hij den moed verzameld bad 'Voor het dour van zrn bekentenis. Toen dit hem gelukt was, ging hij echter met oen maunelijlk'e poging om flink te Zijn op zijn doel af 011 zei: „Het het was iheelemaal mijn schuld. Ilanna zou er niet aan gedacht hebben zidh te verstop pen of iets anders te doen, als als ik er (niet geweest was". „Dat weet ik, Jaap". 1 „En dus ging hij moedig voort, „moet i k gestraft worden en niet zijl". „Ja, maar helaas kun je Ilanna's stiaf niet van liaar overnemen, want die zal vrees ik nog wel eenigen tijd uit eau bezwaard geweten beslaan. Q, Jaap, hoe is het toch mogelijk, dal „En Jaap?" I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 9