Het Wondervest. VOORJAAR Noch één nachtjej Hanna liep zoo hard weg, als haaf trill on da boe nen haar maar dragen kondein, terwijl de bosch- wachter een sprong in Jaapi's richting deed. Dit jongmensch wist echter handig aan zijl greep te ontsnappen en was met één sprong aan den an deren kant van den boom. Dm dezen boom spoel den m nu wel vijf minuten kiekeboe. Steeds woe dender werd de bosch wachter. „Kijk eens hier", zei hij eindelijk. ,,lk heb nou meer do;i genoeg van den last, dim je mij ver oorzaakt en verzeker je, dat ik het er ditmaal niet hij laten zal". j „Ja, als ik je was, zou. ik het niet langer ver dragen", zei Jaap uitdagend, de niettegenstaande zijn neteligen toestand het niet laten kon, zijn vijand nog te plagen. Hij maakte den kring, dien hij om den boom beschreef, hoe langer Hoe grooter, ter wijl de bosch wachter, die steeds driftiger werd, allerlei onhandige sprongen deed om den jongen te kunnen pakken. „Heb je 'm, boschwachtor riep Jaap na oen nieuwe mislukte poging. „Schud 'm maar eens goed door elkaar. Dat heeft hij verdiend". En daar hij ervan overtuigd was, dat Kanna nu wel uit het bosch gekomen zou zijn, zette Jaap het plotseling op een loopen, achtervolgd door een reeks scheldwoor-den van djn teleurgestefden vervolger. (Wordl vervolgd door i C. E. DE LILLE IIOGERWAARD. Door 't vooijaarsboseh ruisthi er oen stem. Een fluisterstem: 'tWordt Lont'! Wecst geen van allen nu meer lui, Zorgt, dat je wakker bent! Komt, blaadjes bruin en blaadjes grom En bloempjes rose'n blauw, Ook wit en geel, de jurkjes klaar! 't Wordt Lente nu heel gauw! Trekt allen t voorjnarspakje aan, Ver-chijnt daarmee op *t feest 1 Nog nooit is vin het groote basch Zoo heerlijk mooi geweest! Niet ieder kan de stem verstaan, De stem, die rudseht door 't basch; De bkmd'ren m de bloomen wel En zelfs het tcero mos! Maar wij, verstaan wij haar ook goed: Die stem die spreekt van 'tmooi, Dat in het bosch te vindeta is? Wat zegt die voorjaar.stooi Dat ieder nu zijn bed moet doen Ter oere van de 1/orit', Of je nu boom of bloern oE mos Of mensohenkleuter bent. 't Wordt alles nieuw en wondermooi. De winter is voorbij! <Zoo juicht nu immers a naluu# En daarom ziijn we blijf Jn een klein dorpje in Zwreden zat op zekeren avond een onderwijzer schriften te corrigeer en. -Och, odi| wat hebben die jongens en meisjes veel fouten gemaakt in. hun thema's en opatellen. Meester werd er bijna wanhopend onder. Zouden zo dan nooit zonder fouten loeren schrijven? De onderwijzer liad een fleschje met rooden inkt op een schoteltje voor zich staan. Telkens doopte hij de pen in, den inkt. Hij had immers zooveel ierbetenngen aan te brengen. Plotseling gebeurde er echter iels vrees olijks Meester hield het fleschje tegen het licht om to zien. of er nog veel inkt m zat en hield het op eens zoo scheef, dat een gedeelte van den rooden inhoud op, zijn vest terechtkwam. ,,Maar vader", riep zijn vrouw verschrikt uil. „Hoe doe je dat nu "toch zoo onhandig?" „Ja moeder, om het je te wijzen, zou ik hot nog eens moeten doen", antwoordde de onder wijzer, terwijl hij het ongelukkige vod uittrok. „Laten mij liet er maar niet over hebben, hoe ik er aan kom, maar help me liever, dat tk er af kom". Zijn vrouw was intusschen al opgeslaui en had een en ander gekregen om de vlekken uit zijn vest te maken, ten minste o n te trachten ze er uil te maken. Wat ze echter ook probeerden, de vlek ken bleven tergend rood en wilden maar niet ver dwijnen. Meester en zijn vrouw wreven zoo hard, dat er zelfs een gat in het reels oade vest kwam Nu was het nog veel erger. Goede raad was duur. Het eenige wat hij doen kon, was eon vest to koopen. Nieuw kon dit met zijn, want een nieuw Wést kostte vi»,j weel geld eu meester en zijn vrouw beschikten slechts over weinig chnlen, daar zij dagelijks moesten zorgen, dat acht kmder- mondjes gevuld werden. Cen nieuw vest konden Hij dus niet betalen, maar als meester eens naar een uitdrager ging en zich daar een gebruikt vest aanschafte? Ja dat zou li'ij doen. Nog dienzelfiien avond ging hij naar een hlcor- kooper. Na eenig loven en bieden werd hij de go lukkige eigenaar van een red, dat wel lang niet nieuw vuis, maar toch geen inklspoi'en vertoonde En dat wa> al heel wat. Moester nam hel vest mee naar huis en het het vol trots a'au zijn vrouw zien. iLij' had er vier kro nen en vijftig öro voor betaald. ...Maar dat is veel te duur'riep zijn vrouw ver schrikt uit. i De koop wa,s echter gesloten en er viel dus niet meer aan le veranderen. „Fen ongeluk korrd zelden a'leen", xtichüc do onderwipemvrouw, dio wel heel verstandig was, maar zich ditmaal toch vergist had, x.owls later blijken z.ou. Luister maar. (Wordt vervolgd). Den avond voor jo jaardag vent, wil je graag vroeg naar bed, en boven kijk jo rond, of moes al wat heeft klaar gezet. Maar noen, er staat niets, niemendal en.alles is gcsWoon, ti. i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 9