IE' Dr. VAN
Raadselhoekje,
gggggggggggggggggggg^ggggi
moeilijk probleem is om to booordeelen, of
die werkster ia en door dön dienst ziek
is geworden en onbekwaam o|m haar arbeid
Tiaar behooron te verrichten. Het ligt ook
minder op den weg van de C.A.P.A. om
dat to beoordeel en. Wellicht zou oen ge
neeskundige hier 'boter eon oordeel kunnen
uitsproken. Uit liet C.A.P.A.-rapport blijkt
niet, dat een dergelijk onderzoek door een
geneeskundige is ingesteld. De C.A.P.A.
meende, dat liet voldoende was die werkster
3 maanden loon te geven, in dien tijl zon
ze dan naar een andere betrekking kunnen
uitzien. Maar is die vrouw in staat om
te werken?
JMen heeft jhlaar Sl,h jaar uitgebuit in
dienst der gemeente; men heeft haar werk
laten doen, dat niet voor een wouw ge
schikt is. Alen heeft Iwu- b.v. laten sneeuw
scheppen, wat spr. zelf gezien heeft. Dat is
toch geen werk voor een 'vrouw1!
Formeel is het misschien wel juist, dat
zij geen recht heeft op een blijvende uit-
keering, maar die heeift men ook wel ver
strekt aan andere mcsisebon, al hadden die
XXI.
Rustig puffend brengt de motorboot ons
naar de bekende baai. Ben paar koelies der
onderneming, vroeger vis schors, hebben
vïij af en gaan mee ids op een bui tan-
partij, dus wordt op het achterdek net
zoo veel gepraat en gelachen als voor,
alleen bescheidener en rustiger. Vriend Ali,
onze bediende, beeft zijn witte jas thuis ge
laten en loopt in truitje, kort broekje en
met een groot kapmes op zij, dat bij van on
zen gastheer geleend heeft. Er staat nogal
vee), (deining, zoodat het overgaan van
motorboot in vlerkprauw al zoo lastig gaat,
dat de eigenaar op 't laatst maar in zee
springt en er heen zwemt. Horloges draagt
men hier toch niet, iedereen leeft naar de
zon. Alaar om 'n beschutten hoek komen
wij prachtig droog aan land met al onze
schatten. Dan gaat de vlerkprauw alleen
door de brandingszone om ons bij de zand
bank van Vogeleiland weer op te nemen.
Het lukt met.droge knieën aan boord te ko
men en evenzoo te landen op de eerste
rots. Alaar de brandingsgolven komen met
zooveel vaart beenzotten om de vaste rots,
dat ik wel voorzie, dat het anders zal wor
den. IWat een geweld zit er in die schuimen
de watermassa's, wat een kracht en be
roering als de golven elkaar om de rots
heen weer ontmoeten. Maar het lukt, de
gordelriem is nat, maar de rugzak met
niet zoo hard gewerkt in dienst der gemeen
te als deze vrouw 1
Spr. wil nog oven do aandacht vestigen
op het vorige punt der agentia, waarover
niemand iets heeft gezegd. (Voorstel van 11.
en W. om aan den gewezen w'aierwachl Al
Voogd, die gedurende 53 jaren een trouwe
plichtsbetrachting in deze nevenbetrekking
aan don dag heeft gelegd, tot wederopzeg
ging oen jaarlijksehe uitkeoring to verlee-
nen van f150).
Spr. geeft toe, dat die walorwacht langer
in dienst is geweest. S,pr. is ook niet tegen
hot toekennen van een uitkeoring aan
Voogd, want dan zou lvij dat wei gezegd
hebben, toen het daarvoor tijl wa», Alaar
nu moeten "B. en W. in het geval Van mej.
Van Logehem niet den forrneolon kamt zoo
sterk op den voorgrond stellen. Spr. acht
het beter aan haar een jaarlijksehe uitkeo
ring toe te zeggen. Over dat denkbeeld zou
spr. gaarne bot oordeel van B on W. ver
nemen.
(Wordt vervolgd).
H
Nog eens Vogeleiland, Oerwoud en
Cocosplantages.
de kostbare camera on den mooien kijker
is nog droog en dus kunnen wij aan heS
werk. Alaar op weg naar 't eerste reigers-
nest hoor ik al een kreet. 'Wim heeft op
een groole slang getrapt, die nu luid sis
send den kop opheft. Ik alleen heb een
stok en oen goedgemikte slag doel den
kop verbrijzeld neervallen. Bijna twee me
ter lang, Wit met zwartbruin geringd on
zwarte staart, de gevreesde /oesfang! Dit
is dus oppassen en wij vinden er ook nog
een in een rotsspleet, die zich sissend te
rugtrekt, als wij hem proboeren te sleerti-
gen. Alaar de nesten komen op de plaat,
de reigers zelf zijtn belaas te schuw en
de jongen zijn niet meer te vinden. Alaar
wJij blijven nog wel een uur Op de bijna ge
heel naakte rots zitten genieten van de ge
weldige aanrollende Sbranduigsgólmt, die
niet doffen slag uiteenspatten togen de
rots, bruisend er langs heen rollen en zich
achter ons weer veraenigen boven hot on
diepe gedeelte, naar onze weg naar land
overheen voert. Alenige foto wordt ge
maakt, eer Wij afdalen naar het lage stuk,
snel de gevaarlijke zone overspringen van
steen op steen als klipgeiten en dan eens
gaan zien wat de visschers hebben uitge
voerd. Daar staat er een in da hag over
de rots loopende laatste golfjes. Ineens
duikt luj in een als een kat voor den
sprong, sluipt een paar passen vooruit,
staat dan weer onbeweeglijk ineengedoken
stil. Dan een sprong, rijn Werpnot vliegt
door do lucht en een grijpende beweging
doet zien, dat hij heet hoeft. Wij loepen
naar hem toe en zien' hem nog drie keer
een visch vangen, zonder dat wij zelfs
iets onderscheiden in het aauhruisende en
weer afloopendo water. Alaar zijn tasch
wordt al vol. En wat voor visch! Prach
tige koraalvisselicn, klamv en geel, oranje
en wit, twee groole met precies dezelfde
luudlcekening als liet hersenkoraal, waar
tegen ik ze op Haarlem zag aandrukken.
Eén groole is voor onze lunch, de tweede
voor de inlanders, tde kleintjes gaan mee
naar de vrouwen thuis, IJzeren scliaal
en olie zijn meegenomen on in minder
Lijd dan ik het vertellen kan, hangt de
schaal mt aan gras gemaakte touwen ho
ven een houtvuurtje. De galg, waaraan de
schaal hangt, groeide zoooven nog in het
boseli. Onze visch is keurig schoonge
maakt, die van de inlanders wordt in zijn
geheel bereid. Ze is in de lengte tussclien
een gespleten bamboe geklemd, gekorven
en met zout ingewreven, wat olie er op
gedruppeld en nu vordt ze hij het vutir
geroosterd. Op een ander vuurtje pruttelt
een groote pot rijst, even verder do thee.
De inlanders eten mot de handen van een
stuk pisangblad. Wij ook, want borden en
lepels zijn vergeten.
Dan een middagdutje met de boenen in
de rivier, den rug op het natte zand in
de schaduw van oen warmgin en daarna
terug, eerst langs het strand, dan door htal
oerwoud. Het strand ligt hier vol oorschel
pen (Ilaliotis) en peertjes (Pyrula) weer
aardig spul om in Holland uit te dedlictn.
Dan 'door liet oerwoud naar den weg terug
langs een bantengpaadje. Diar wordt meL-
eeu de dorst gelescht. Een liaan wordt
afgekapt, omlaag getrokken en in metor-
iange stukken verdeeld. Als je zoo'u stuk
bamboe omkeert, loopt hot water er in
ecu dun straaltje uit, soms oen theekopje
uil één stuk. Zoo vindt een inlander in
het oerwoud alles, wat Wij noodig heeft
en wat er niet is, maakt hij uit bamboe
met rijn kapmes.
's Avonds valt de regen in stroonien
neer en dat duurt den golieelen nacht.
Alerku aardig, dat ons dak van palmblad,
waar je de maan doorheen ziet schijnen,
geen druppel regen doorlaat. Af en toe
wordt liet eentonig© geluid van den regen
overstemd door geratel en een doffen slag
Dan valt een dor palmblad omlaagdie
dingen wegen een kilo of tien. 's Alorgens
is alles zalig friscli. Wij zakken met ©en
prauw de kali af. Er rijn twee stoelen
ingezet voor de liooge gasten en op elk
zit een aap. Zeldzaam vlugge, behendige
en goestigo dieren, die voortdurend Üen
bomt plagen on al spoedig zlöer vertrouwd
ook met ons dijn, zoodat zij' rustig op je
knie hun behoefte komen doen.
Ze wandelen rode door de plantage, maar
jagen liever voor eigen rekening, dan zo
voor liun Waas Mappers plukken, waar
grootere soorten vaak op warden afge
richt. Al wandelende verteJt niijn vriend)
van z'ijn plantage. Twaalf jaar geleden,
was hier nog oerwoud. Dat is gekapt en
verbrand en toen zrjln do cocosnoten ge
plant, alle afkomstig van groot© fors'cbo
rijk-dragende hoornen. De grond Wordt ge
regeld geploegd, wat in deze zanderigen
hoek vrij goed gaat, d© hoornen worden,
schoon gehouden ©n door den grootm
afstand van andere plantages komen ziek
ten en schadelijke insecten weinig voor.
De opbrengst is opvallend groot. Terwijl
verleden jaar de beste opbrengst op Java
geboekt stond op 23 noten par boom per
jaar hebben mijin vrienden 't gebracht tot
39, terwijl do inlander ter meest niet meer
dan 5 afhaalt. En Ceylon meldt 100
noten per boom per jaar. Er schijnt in
die eenvoudig© klappercultuur toch nog
heel wat te 'doen te zijn en ik heb zin
om dat eais mee te helpen uitknobbeleu!
Wat een genot om door diet jonge plan
tage te wandelen! De stammen zijn pas
een meter of zes hoog en dragen dan da
prachtige waaierpluiinen en bijna alle 4
of 5 tronen vol noten van allerlei leeftijd!
En overal is wat te zien. Eetn paar kleine
kampongs liggen verspreid in de plantage,
hier en daar staan karbouwen in ©ün
kraal, waarmee straks geploegd wordt, een
paar paardjos lopen rond en komen een
klontje suiker halen, als zo niet voor de
kar staan en soms met kar en al. Gisteren
kwam er een de huiskamer binnen, toen
wij zaten te eten. Zonder kar gelukkig!
Overal woiklt geoogst. Alet kennersblik
worden de rijpte noten uitgezocht en afge
sneden. Klein» vrachtkarren halen ze op
en brengen zo inaar den rivieroever, Waar
ze van den Wolster worden ontdaan. Onge
looflijk handig gaat dat weer, in drie druk-
rukken met behulp van ©en scherp ge
slepen oude Ford-veer, die aan een paal in
den grond bevestigd is. Duizend stuks
per dag pelt ©lk van do kereltjes, die hierin
expert z'ijln. Dan gaan do notan met een
kabelbaantje paar den overkant over een
hangbrug, met hamboeloopvlak, opgehan
gen aan drie rotanstengels, die elke drie
a vier maanden vernieuwd moeten wortïen.
Een voor een slechts draagt ze ons op
alles kraakt en zwiept en haigt allerge
zelligst. Eigen bouwwerk natuurlijjk, die
brug, evenals de fabriek, in hoofdzaak roos
iers, 'waarop de inhoud der notan wordt
uitgespreid. Dan Worden 'da harde seinden
daaronder verbrand', do copra in zakken
verpakt ten verscheept tnaa-r Europa otn
onzen vetnood to balpen lenigen. iWanl dat
is oen der belangrijkste dingen, dlio Euro
pa van de tropen, noodig hoeft, bet vet.
En als wSj 's morgeus vroeg met' de
motorboot naar Polaboean 'Rato© zullen ver-
Rekken, gaan niet alleen 50 zak copra
moe, maar ook een honderdtal bosjes poldli,
rijU nog in' aar, dia straks wücwÖt -ge-
dorscht, gepeld „en dan in do twieode groote
behoefte van dte blanke mensdbchWerdcl
helpt .voorzien.
"Europa schiet al lang graan te kort en
de tropen moeten, bijspringen om het voor
hongersnood ,to vrijwaren. Die rijst wordt
dooi' do bevolking gekweekt, d)oor m'ijh
vrienden opgekocht, die ook klapipeTs van
de bevolking ver wierken als die te veel
hoeft ©n zoo druppelen uit alle hoeken van
do Archipel do voorraden bijeen, die Ne
derland noodig hoeft om ©en groot deel
van Europa te voorzien van JaVa rijst en
margarine.
En zoo wordt Nederland rijk door hot
uitzuigen van don inlander! Hé, sta bonk,
wat is dat voor onzin! Vroeger was die
inlander vissoher, oogstte Wat eodosnotm
aan hel strand en wat pisangs naast Zijn
huisje. Nu heeft hij teen groot huis met
flinken 'tuin, wat bloemen, wat specerijfen,
vclon hebben een eigen stukje grond mgt
oocospalmen, leen paar kleine sawah's en
allen verdienen geld om te koopion Wat
zo noodig hebben. En steeds kunnen zij
om raad 'en hnlpi komen l|f den blanken
man on dat doen zijl ook. Als die blanke
tenminste van do goede soort is. Ecnigo
jaren geleden woedde de Spaanscho griep
onder deze natuurlcindoron, evengoed als
in onze groote staten. Velen stierven, heelo
kampongs lagen ziek. En Üo Iwleo Hollan
ders gingen rond in de huizen en agaven
kinine en voedsel en hielpen de kinderen,
waar moeder ziek was ion groeven met
eigen hand het graf voor linn gestorven
koelies. En die kinderen van 'toen zijn d(o
jonge mannon van nu, dio zich vrijMoedig
uiten tegen den toewan, durven meélachcn,
maar die heuscli van communistische smel
ten vrij zijn en blijven. E,n zoo is lilet in
bijna geheel Ban La in, waarschijnlijk m een
zeer groot doel van onze Oost, al is de
verhouding tussclien blank ©n bruin meestal
heel wat munter intiem
iWij laten de WiijnkooipsK'ini achter ons.
De congres-excursies gaan beginnen en dus
fooien wij weer van b'oschnegcrs verande
ren in SOe-teeuwscho stadismenschen friste
en Georg© klapte in zijn handjes van plezier. Hij
was zeer verontwaardigd op laantje, di© hem
verbood half aangekleed toot het raam te blijven
staan. Het was veel te koud.
Alaar George voelde geen kou en zei uitdagend
„Ik zal een groote sneeuwpop maken: geen
man, maar een vrouw, een sneeuvvropw' mei
rood haar".
En daar zajn woorden niet veel uitwerking sche
nen te hebben, bedoot hij nog wat persoonlijker
te worden. 1
„Iedereen zal zeggen; „net laantje", want nie
mand .heeft zulk rood haar en is zoo lea'ifk'
„Hoe wil je het roocle haar "maken. George?
vroeg laantje geduldig en maar al le blij. dai
Mj eens een ©ogenblik stilstand en Zij hem hel
pen kon. i
„Verven natuurlijk", riep de hengel uit „Verven
met rooie verf".
„Ik heb nog neoit gehoord, dat je sneeuw kon
verven", zei laantje woot, „Alaar jij kunt zoo
goed verven, dat het mbschien wel gaan zal
Ten zeerste gevleid door dit compliment, ver
waardigde de kleine jongen zich te zeggen;
„Ikke zal er misschien niet zoo heel veel rooie
verf opsmeren, laantje, als je heel, heel zoet
bent". I
In tussclien ging mevrouw Swaters weer aar
Jaap. Hij was wakker en zou er blijkbaar alk-en
met een flinke verkoudheid afkomen.
„Je ging dus door de sneeuw om de doos voor
mij weg te brengen, Jaap?" zei zij', terwijl zij" zich
over hem heen boog.
„Het sneeuwde niel toen ik u.tgingan'wcord-
de de jongen, terwijl hij oen kleur kreeg. Zijn
oogen schenen echter te zeggen.;
„Alaar ik zou het toch gedaan hebben, al sneeuw
de bet ook neg zoo hard".
„Waarom zei je niet, dat je gaan zou?' vroeg
zei vriendelijk.
„Omdat ik bang was, dat u het niet goed zou
vinden en ik ik alleen wilde gaan. Ook
dacht ik, dat u misschien niet wist, dat dominee
Swaters het vergeten had", luidde het gestamel
de antwoord. 1 1
„Was je bang dat ik op hem brommen zou?"
vroeg de predikantsvrouw nu lachend.
Jaap moest bij dit donkbeeld ook lachen en Hij
was nog niet uitgelachen, toen mevrouw Swaters
hem zrjn ontbijt gaf.
„Nu, mijn trouwe Tickler, eet en drink cerat
eens", zei zij vriendelijk.
„Nog niet uw ridder", antwoordde Mj verle
gen, „uw page nog maar. Ik moet eerst mijn
sporen verdienen".
Natuurlijk moest de predikant lachen, toen hij
alles vernam en vroeg Mj, o! Jaap zich voorge
nomen had, voor elke vacantia een ridderlijke daad
te verrichten. Alaar de jongens beschouwden hom
als eon held en lieten niet na, hein dit te toonen.
'Ziij waren niet tevreden, voor :<j alle bijzonder
heden gehoord hadden.
Hoe luj op den terugweg in do verblindend©
sneeuw verdwaald en met rijtn kruiwagen moei-
'ziaajm Voortgezwoegd Was. Hoe Mj eens voorover in
den kruiwagen gevallen whs en bijna niet overeind
hlad kunnen komen, totdat Mj plotseling aan aller
lei akelige verhaten van memehen, die i'n de
sneeuw omgekomen Waren, had moeten denken
'en Mj al ziijn krachten inge.-,pa!nnien had om renter
te gaan en hos hij eindelijk -- toen hij dit aller
minst vermoedde - juist voor liet liek der pastori©
stond, waarna hij zich niets meer herinnerde.
Zoo verliepen de laatrfa dagen voor do Ketstva-
cantic en brak deze eindelijk aan.
(Wordt vervolgd).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer.
VOOR GROOTEREN.
Baard, deur, graan, der
1.
2.
Aardenburg.
Na arden.
Klistj els» eü.
Zij schreoF- RlTSclend valLEN Alle lorre
bladeren af. (Frits en Lena)
Heb je ietS OF lEinand gezien, die je in
lichtingen gaf? (Softe)
lk vond die mand te zwaAR EN Dus liet
ik haar staan (Arend).
Ik mis een scIIOItT EN SEdert een paar
Weken eon bloii-o (Hortense)
Het is nu te laaT O.M nog MET Anderen
moe te gaan. (Tom en Ateta)
Roor, mond; Roermond.
VOOR KLEINEREN.
1. Tol, Lot.
2. Aster, ster.
«3 Een winterkoninkje.
4. VOORBURG.
v ij V e r
p I «eg
stoel
merel
zebra
snuit
sprot
t ij jf 0 r
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN.
1. Verborgen vruchten.
Wat zijn jullie vroeg! Laat Jaap cerd nog
even wachten, tot ik klaar hen.
Wc fietsten naar fhimmelo en enkele an
der© dorpen in de buurt.
Hij zei tegen Bernard Rap: ,„BoI jij dit ei
eens voorzichtig".
Wa» het druk in den nieuwen w'inkel? 0,
zeker, stonden Wij er met ons achten.
Komen Hans, Tom, Aat en Leo bij lierman
■spelen? 1
2: Op de beido kruLjeslijnon komt de naam
eener republiek. 1
X
X.
.x.
xxxxxxx
•X-
'X'
X
le rij een medeklinker.
2e rij een ander woord voor gril.
3o rij de hoofdslad ©ener provincie.
4o rij 'tgevraagde woord.
5o rij oen lekkernij.
Co rij oen verkorte meisjesnaam.
7e rij een medeklinker.
3. Maak eens viervoetige dieren Van:
rijn ia pad. i
t i 1 0 f a n. 1
melk a
liji dra pu.
sla 'hak j. 1
4. Zet op d© plaat» van ©lk kruis,© één letter,
zoodat je goede zelfstandig© naamvoorden
krijgt. Je moet het echter zóó d.oen, dat
de beginletter.-, van hoven naar beneden
gelezen, ecu deel van Gcüdetlandi noemen.
X pard
X zei.
X ram.
X level.
X oord.
X gel.
VOOR K,LEINEREN.
Ik ben een boel klein balletje,
■Spring lustig in het rond.
Soms lig 'keen oogeaiblikje slil
Irr 'n kuiltje in den grond.
Do kind'rort spelen graag met mij
En hebben ni' in 0011 zak.
Wie er wat bij gewonnen hoeft,
Bekijkt m' op zijn gemak.
Janneman en klei no foes
Liepen door den regen,
Onder Aloeders- paraplu
Konden zij er tegen.
Alaar do wind, die loozo guit,
Plagen dal-ie kan! 1
Ach, dio maakte, 'lis heel naar!
Er een'grapje van!
Wat een wind opi eens 1 zei Tocw,
Wat oen wind! --- zei Jan.
Moeders mooie paraplu
Breekt er b'ijha van!
I I i
Nauw'lijhs had Mj hot gezegd,
Of lihj riep: 0, wee!
Moeders moiolo paraplu
■Brak pardoo» in twee!
0, dio heide kleutertjes:
Broer ©n kleine Tooö,
Waren toen op Jan do Wind.
'Zoo voi'steh'nic'l'ijk! boes!
Jan do Wind Iraki oen plezier,
Dacht: Wat ging,dat fijn!
•Alaar ik vind hot loei ijk', hoor!
Om zoo kwaad lo rijn I
11. WINKEL
T
4.
rt
I I
I