J=
i
ZE^IHjIBTUS-
Raadselhoekje.
twijfelde het, al hoopte Ihij het dan ook nog zoo
Zou vader hoos zlijfn? Ja, als hip dat maar wist.
Dan wist hij immers genoeg. Vader keek zijn kant
niet uit, maar dat kom natuurlijk toeval zijn. Eens
proheeren of vader boowas? Maar hoe? Wacht,
daar gleed vaders servet Van zijii knie. Die zou
h'ij nu eens gedienstig oprapen. 'tWas eeln mooie
gelegenheid vader scheen zijn servet nog niet
te missen.
„Alstublieft vader", zei Pim in luet volgend
oogenhlik maar vader zei gewoon „dank'je, Pim",
niet hoos en niet vriendelijk. Daar sclioot li'iji dus
niet mee op.
Dan iets anders geprobeerd. Hij dacht en dacht...
eindelijk wist hij wat. En hij vroeg:
„Zal ik u na den eten weer helpen met do
oudo tijdschriften in volgorde te leggen, vaider?"
Even keek Vadoj hem onderzoekend aan. Toen
klonk het. onverhiddellijk.
„Nee Pim, dank je wel. Je hoeft heusch geen
zoete broodjes te bakken, jongetje".
(Slot volgt).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
VOOR GROOTEREN.
1. Tijd is geld. Gist, distel, Gijs, geit, gi-.s list.
Schier, monnik, oog; Schiermonnikoog
3. Schimmel.
4. Adelaar..
VOOR KLEINEREN.
1. Pink| steir, en; Pinksteren.
2. Dag, ooin Hans, kwaM, U Gisteren van de
reis terug? (nilIg)
Ik zoek m'ijn geSP IN allo hoekjes ei gaat
jes, maar helaas t e verg eel's(&tpin).
Heeft kleine WiinMIK Raadseltjes opgege
ven? (mier)
Ja, WE S Peelden zoo leuk met hom. (wesp).
'Jan, WilleM, OTto en. Karei moeten onmid
dellijk naar huis. (mot).
8. Hood, roos.
4. Een stohaar.
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN,
1. Kruisraadsel.
Op do beide kruisjeslijlnen komt de naaem
Van oan bloeiende plant.
X.
.X.
x
I xxxxxxxxx
-X'
I I -X'
•X-
X
le rij! een medeklinker.
2e rij oen visch.
8e rij een jongenshaain.
'4e rij een getal.
5e rij 't gevraagde woerd.
Re rij een dag der week.
7e rij een zwemmend dier.
8o rij een deel van je gezicht.
9e rij een klinker.
2. M'ij'ri geheel wordt door voel •vrouwen en
sommige mannen gebruikt en met 11 letters
geschreven.
7.8, 4, 10, 2, is oan keizerrijk in Azië..
'Een 8, 3, 6, 9, is' een roofdier.
8, 11, 4, 1, is! oen jongensnaam,
e 5. 3, C, 10, is een hamellichaam.
3. Vul in dezo 16 vakjes:
IA 6E 10 2D 2 L 2N 2 Z
zóó in, (jat jo van links naar rechts en van
hoven naar beneden leest: